%
Bij draaibare voorstoelen dient de hendel op
plaats
1
voor het ontgrendelen van de
draaistoel. De bedieningshendel voor de
stoellengterichting is dan als beugel vóór de
stoel uitgevoerd (
/
Zithoogte instellen
Zo vaak op de hendel
#
trekken, tot de gewenste zithoogte is bereikt.
Rugleuning instellen
De draaiknop
4
naar voren draaien.
#
De rugleuning komt omhoog.
De draaiknop
4
naar achteren draaien.
#
De rugleuning kantelt naar achteren.
Zittinghoek instellen
De draaiknop
2
naar voren draaien.
#
Het zitvlak kantelt aan de voorzijde omlaag.
De draaiknop
2
naar achteren draaien.
#
Het zitvlak kantelt aan de voorzijde omhoog.
Voorstoel elektrisch instellen
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij
instelling van de stoelen door kinderen
Wanneer kinderen de stoelen instellen, kun‐
nen zij bekneld raken, in het bijzonder wan‐
neer ze zonder toezicht zijn.
Bij het verlaten van de auto altijd de
#
sleutel meenemen en de auto vergren‐
delen.
Kinderen nooit zonder toezicht in de
#
auto laten.
De stoelen kunnen worden ingesteld als de sleu‐
tel verwijderd is.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door voertuiginstellingen tijdens het
rijden
U kunt in het bijzonder in de volgende situ‐
aties de controle over de auto verliezen:
Wanneer u tijdens het rijden de bestuur‐
R
dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel
of de spiegels verstelt.
Wanneer u tijdens het rijden de veilig‐
R
heidsgordel omgespt.
Voordat het aandrijfsysteem wordt
#
gestart: De bestuurdersstoel, de hoofd‐
steunen, het stuurwiel en de spiegels
pagina 80).
3
drukken of hieraan
Stoelen en opbergen
instellen en de veiligheidsgordel omges‐
pen.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij
instelling van de stoelen
Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk
dat uzelf of andere inzittenden bekneld raken,
bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.
Bij het instellen van een stoel mogen
#
zich geen lichaamsdelen in het bewe‐
gingsgebied van de stoel bevinden; dit
controleren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door te geringe afstand tus‐
sen voorstoel en cockpit
De frontairbags kunnen de inzittenden voorin
extra verwonden.
De voorstoelen altijd zo instellen dat
#
deze zo ver mogelijk van de frontairbag
verwijderd zijn.
Bovendien de aanwijzingen met betrek‐
#
king tot de correcte instelling van de
stoelen in acht nemen.
& WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐
vaar door verkeerde zitpositie
Als de rugleuning niet nagenoeg rechtop
staat, biedt de veiligheidsgordel niet meer de
bedoelde beschermende werking.
U kunt onder de veiligheidsgordel doorglijden
en daarbij letsel oplopen.
De stoel voor aanvang van de rit correct
#
instellen.
Altijd erop letten dat de rugleuning bijna
#
rechtop staat en dat de schoudergordel
over het midden van de schouder loopt.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door niet aangebrachte of verkeerd inge‐
stelde hoofdsteunen
Als hoofdsteunen niet zijn ingebouwd of niet
correct zijn ingesteld is er een verhoogd risico
op letsel aan het hoofd en de nek, bijvoor‐
beeld bij een ongeval of remmanoeuvre!
Altijd met gemonteerde hoofdsteunen
#
rijden.
Voor het rijden bij elke inzittende con‐
#
troleren, of het midden van de hoofd‐
77