Download Print deze pagina

Advertenties

Disclaimer
De volgende online-versie van de handleiding
beschrijft alle modellen, standaarduitrustingen en
opties van uw auto. Landspecifieke afwijkingen in
de taalvarianten zijn mogelijk. Neem in acht dat
uw auto mogelijk niet met alle beschreven func-
ties is uitgerust. Dit betreft ook veiligheidsrele-
vante systemen en functies.
Neem alstublieft contact op met uw geautori-
seerde Mercedes-Benz-dealer om een gedrukte
handleiding voor andere modellen en modeljaren
te ontvangen. De online-handleiding is altijd de
meest actuele versie. Er kon geen rekening wor-
den gehouden met alle afwijkingen met het daad-
werkelijke voertuig, omdat Mercedes-Benz haar
voertuigen continu aanpast aan de nieuwste stand
der techniek en de vorm en uitvoering wijzigt.
Ook de gedrukte handleiding, aanvullende docu-
menten en de digitale handleiding lezen.
Auteursrecht
Alle rechten voorbehouden. Alle teksten,foto's en
afbeeldingen vallen onder het auteursrecht en
andere wetten ter bescherming van intellectueel
eigendom. Deze mogen niet voor handelsdoelein-
den of voor verspreiding worden gekopieerd, noch
veranderd en op andere websites worden
gebruikt.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Mercedes-Benz E 350 d 4MATIC 2017

  • Pagina 1 Dit betreft ook veiligheidsrele- vante systemen en functies. Neem alstublieft contact op met uw geautori- seerde Mercedes-Benz-dealer om een gedrukte handleiding voor andere modellen en modeljaren te ontvangen. De online-handleiding is altijd de meest actuele versie. Er kon geen rekening wor-...
  • Pagina 2 E-Klasse Cabriolet Handleiding Mercedes-Benz...
  • Pagina 3 Geeft een oorzaak aan Symbolen * AANWIJZING Materiële schade door het niet in acht nemen van aanwijzingen In deze handleiding vindt u de volgende symbo‐ m.b.t. materiële schade len: Aanwijzingen m.b.t. materiële schade wijzen & GEVAAR Gevaar door het niet in acht op risico's die tot schade aan de auto kunnen nemen van waarschuwingsaanwijzingen leiden.
  • Pagina 4 Bij auto's met rechts stuur handigd. wijkt de indeling van onderdelen en bedienings‐ elementen overeenkomstig af. Mercedes-Benz past zijn auto's steeds aan de voortdurende ontwikkeling van de wetenschap 2385840601Z107 en de techniek aan. 2385840601Z107...
  • Pagina 5 Milieubescherming ........15 Portieren ............63 Zonnekleppen bedienen ......130 Terugname van de oude auto ......15 Bagageruimte ..........68 Mercedes-Benz originele onderdelen .... 16 Zijruiten ............74 Handleiding ........... 17 Klimaatregeling ........131 Cabriokap ............. 79 Bedrijfsveiligheid ........... 17 Overzicht temperatuurregelsystemen ..
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Automatische transmissie ......152 Media ............278 Aanwijzingen met betrekking tot sneeuw‐ Tanken ............156 Radio ............284 kettingen ............ 332 Parkeren ............. 162 Sound ............287 Bandenspanning ......... 332 Rij- en rijveiligheidssystemen ...... 170 Verwisselen van een wiel ......340 Aanhangwagenvoorziening ......
  • Pagina 7 In één oogopslag – Cockpit...
  • Pagina 8 In één oogopslag – Cockpit → → Stuurwielschakelpaddles Parkeerpilot → → Combischakelaar Voertuighoogte instellen → DIRECT SELECT-keuzehendel DYNAMIC SELECT-schakelaar → → Display (multimediasysteem) PASSENGER AIRBAG controlelampjes → → Start-stoptoets Bedieningspaneel voor multimediasysteem → → Bedieningspaneel voor multimediasysteem Stuurwiel instellen → →...
  • Pagina 9 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes Instrumentendisplay...
  • Pagina 10 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes → → Snelheidsmeter J Remmen (geel) → ® ! Elektrische parkeerrem (geel) ÷ ESP → → 6 Veiligheidssysteem #! Knipperlichten → → ü Veiligheidsgordel niet omgegespt Ð Stuurbekrachtiging vertoont een storing → → j Aanhangwagenvoorziening niet bedrijfs‐...
  • Pagina 11 In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole...
  • Pagina 12 Interieurverlichting voorin in- en uitschake‐ nect) → → Binnenspiegel u Interieurverlichting achterin in- en uitscha‐ kelen → SOS-noodoproepsysteem (Mercedes-Benz nood‐ → oproepsysteem) | Automatische verlichtingsregeling in- en uitschakelen → Toets voor de pechhulp (Mercedes me connect) → p Rechter leeslampje in- en uitschakelen →...
  • Pagina 13 In één oogopslag – Portierbedieningseenheid en stoelinstellingen...
  • Pagina 14 In één oogopslag – Portierbedieningseenheid en stoelinstellingen → → Stoel elektrisch instellen W Linker zijruit openen en sluiten → → Stoelverwarming in- en uitschakelen Portier openen → → Stoelventilatie in- en uitschakelen Geheugenfunctie instellen → → AIRSCARF in- en uitschakelen Stoel in lengterichting instellen →...
  • Pagina 15 In één oogopslag – In geval van nood en pech...
  • Pagina 16 In één oogopslag – In geval van nood en pech → Gedrag na een ongeval Brandblusser → → Veiligheidsvesten Tankdopklep met aanwijzingsplaatjes voor ban‐ denspanning, brandstofsoort en QR-codes voor → Toetsen voor SOS-noodoproepsysteem en pech‐ het bepalen van de reddingskaart hulp-oproep →...
  • Pagina 17 Menupunt selecteren. geopend. De digitale handleiding beschrijft de werking en De handleiding vindt u eveneens in de bediening: Mercedes-Benz Guides app in de gangbare App Stores. van de auto van het multimediasysteem Vooruit- en terugbladeren: De controller Tijdens het rijden is de digitale handleiding om draaien.
  • Pagina 18 Terugname van de oude auto uitvoeren bij een gekwalificeerde werk‐ Alleen voor EU-landen: MILIEU-AANWIJZING Milieuschade door plaats. Mercedes-Benz neemt uw oude auto weer terug bedrijfsomstandigheden en persoonlijke om deze overeenkomstig de richtlijn autowrak‐ Uw persoonlijke rijstijl: rijstijl ken van de Europese Unie (EU) milieuvriendelijk Tijdens het starten geen gas geven.
  • Pagina 19 In deze gebieden geen accessoires aansprakelijkheid voor gebreken als bij een keuringsinstantie of officiële instantie aan‐ monteren zoals een audiosysteem. nieuwe onderdelen. wezig is, neemt Mercedes-Benz geen verant‐ Geen reparaties of laswerkzaamheden Gerecyclede ruilaggregaten en -onder‐ woordelijkheid voor het gebruik in Mercedes- uitvoeren.
  • Pagina 20 De handleiding en het onderhoudsboekje zijn Wijzigingen aan elektronische onderdelen, de belangrijke documenten en moeten in de auto software en bedrading hiervan kunnen de Bij het bestellen van Mercedes-Benz originele bewaard worden. werking en/of de werking van andere gekop‐ onderdelen altijd het voertuigidentificatienum‐...
  • Pagina 21 Algemene aanwijzingen ren, gras of takken, tussen de bodemplaat en & WAARSCHUWING Brandgevaar door * AANWIJZING Beschadiging van de auto bodembekleding verzamelen. Als dit materi‐ brandbaar materiaal aan hete onderdelen In de volgende gevallen kan de auto worden aal met hete onderdelen van het uitlaatsys‐ van het uitlaatsysteem beschadigd: teem in contact komt, kan dit ontsteken.
  • Pagina 22 1999/5/EG. Meer informatie is EU2006/42/EC verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerk‐ Tijdens de ontwikkeling hebben wij ons geba‐ plaats. TIREFIT-set seerd op de volgende richtlijn: EN ISO 12100 Afschrift en vertaling van de originele conformi‐...
  • Pagina 23 DIN EN 55014-1 leggen. Alleen apparaten op de diagnose-inter‐ DIN EN 55014-2:2009-06 face van de auto aansluiten die door Mercedes-Benz voor de auto zijn vrijge‐ * AANWIJZING Accu-ontlading door het Fabrikant: Dunlop Tech GmbH geven. gebruik van apparaten op de diagnose-...
  • Pagina 24 Als de auto bij een niet-geautoriseerde dealer daards plaats: is aangeschaft. Veiligheidsrelevante werkzaamheden Als de auto nog niet bij een Mercedes-Benz- Aansprakelijkheid voor gebreken servicewerkplaats is onderzocht. Service‑ en onderhoudswerkzaamheden Reparatiewerkzaamheden De auto bij voorkeur bij een Mercedes-Benz-ser‐...
  • Pagina 25 De aanwijzingen in deze gebruikshand‐ net: leiding over het voorgeschreven gebruik van uw auto en mogelijke voertuig‐ http://www.mercedes-benz.com/opensource schade in acht nemen. QR-codes voor reddingskaart In de tankdopklep en aan de tegenovergestelde zijde op de B-stijl zijn QR-codes bevestigd. Bij een ongeval kunnen reddingsdiensten met behulp van de QR-codes snel de overeenkom‐...
  • Pagina 26 1,50 m altijd in een voor Kinderzitjebevestigingen Het veiligheidssysteem kan dan de inzitten‐ Mercedes-Benz-auto's geschikt aanvullend den niet meer zoals bedoeld beschermen en Het veiligheidssysteem kan bij een ongeval: veiligheidssysteem worden beveiligd bijvoorbeeld bij een ongeval uitvallen of Het risico beperken dat inzittenden met Geen enkel modern systeem kan echter verwon‐...
  • Pagina 27 Veiligheid voor inzittenden Mercedes-Benz adviseert om rijhulpsystemen te De activeringsdrempels voor de onderdelen van & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of gebruiken die Mercedes-Benz voor uw auto heeft het veiligheidssysteem worden bepaald door het levensgevaar door storingen in de wer‐ goedgekeurd.
  • Pagina 28 Bestuurdersairbag, frontale aanrijding De veiligheidsgordel voor aanvang van de rit passagiersairbag altijd correct omgespen. Alleen een correct Mercedes-Benz adviseert om de auto na een omgegespte veiligheidsgordel kan adequaat ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats te Kneebag frontale aanrijding beschermingspotentieel bieden.
  • Pagina 29 Veiligheid voor inzittenden De veiligheidsgordel mag nooit over scherpe, Bovendien kan een verkeerd omgegespte vei‐ In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre of spitse, schurende of breekbare voorwerpen ligheidsgordel bijvoorbeeld bij een ongeval, een ongeval onder de veiligheidsgordel door‐ lopen.
  • Pagina 30 Veiligheid voor inzittenden Wanneer de gordelaanreiker niet automatisch & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of Als het gordelslot beschadigd of sterk weer inschuift, kan deze met de hand worden vervuild is levensgevaar door geblokkeerde gordel‐ teruggezet. De gordelaanreiker daartoe vóór het sloten Als wijzigingen aan gordelspanners, gor‐...
  • Pagina 31 Veiligheid voor inzittenden Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsgordels Altijd controleren of ongebruikte veilig‐ te gebruiken die Mercedes-Benz voor uw auto heidsgordels volledig zijn opgerold. heeft goedgekeurd. & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ Gordelaanreiker vaar door pyrotechnisch geactiveerde De gordelaanreiker voor de voorstoel vergemak‐...
  • Pagina 32 Veiligheid voor inzittenden In dit geval de gordelaanreikerschakelaar delaanpassing kan via het multimediasysteem opnieuw indrukken. De gordelaanreiker komt worden in- of uitgeschakeld. naar buiten. Auto's met automatische passagiersairba‐ u het betreffende portier opent guitschakeling: de rugleuning naar voren wordt geklapt * AANWIJZING Activeren van de gordel‐...
  • Pagina 33 Veiligheid voor inzittenden attent, dat alle inzittenden de veiligheidsgordel De statusindicatie veiligheidsgordels achterin giersstoel is vergrendeld, kan bij een ongeval correct moeten omgespen. toont, welke veiligheidsgordel achterin niet de gordelspanner worden geactiveerd. omgegespt is. Bovendien kan een waarschuwingssignaal klin‐ De veiligheidsgordel altijd slechts voor ken.
  • Pagina 34 Veiligheid voor inzittenden passagiersstoel voor en ook tijdens het rijden de ligheidsgordel het beschermingspotentieel ver‐ Headbag werking van de passagiersairbag niet in gevaar groten. Sidebags brengen ( pagina 35). → De inbouwplaats van een airbag is herkenbaar & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ aan het opschrift AIRBAG.
  • Pagina 35 Veiligheid voor inzittenden Beperking van het beschermingspotentieel Om risico's door het activeren van airbag te ver‐ Voorwerpen altijd correct opbergen en bevei‐ mijden: ligen. van de airbags De stoelen voor aanvang van de rit correct Voorwerpen in het interieur kunnen het correct &...
  • Pagina 36 Bij montage van een kinderzitjesbevestigingssys‐ teem op de passagiersstoel: Alleen stoelhoezen gebruiken die Mercedes-Benz voor de betreffende & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel Op een correcte plaatsing van het kinderzit‐ stoel heeft goedgekeurd. jesbevestigingssysteem letten ( pagina 48).
  • Pagina 37 Veiligheid voor inzittenden worden belast. De rugleuninghoek en de Beslist de montagehandleiding van de geactiveerd en kan dan niet meer zoals instelling van de hoofdsteun overeenkomstig fabrikant van het kinderzitje in acht bedoeld beschermen. aanpassen. nemen. Een persoon op de passagiersstoel kan dan bijvoorbeeld met delen van het interieur in &...
  • Pagina 38 Veiligheid voor inzittenden Controlelampje PASSENGER AIR BAG Statusindicatie Daarna wordt de status van de passagiersairbag weergegeven: Bij een bezette passagiersstoel voor en ook tij‐ Systeemzelftest dens het rijden en afhankelijk van de situatie de PASSENGER AIR BAG ON brandt gedurende werking van de passagiersairbag niet in gevaar 60 seconden, vervolgens zijn beide controle‐...
  • Pagina 39 Veiligheid voor inzittenden giersstoel: PASSENGER AIR BAG OFF kan con‐ De passagiersairbag moet uitgeschakeld zijn; zetten. Daarbij altijd de correcte ligging tinu branden of gedoofd zijn, afhankelijk van het dit controleren. Het controlelampje PASSEN‐ van de schoudergordelband vanaf de kinderzitjesbevestigingssysteem en het postuur GER AIR BAG OFF moet branden.
  • Pagina 40 Veiligheid voor inzittenden Als de passagiersstoel bezet is door: De persoon moet correct zitten en de vei‐ & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ een volwassene of een persoon met overeen‐ ligheidsgordel correct hebben omge‐ vaar bij brandend PASSENGER AIR BAG komstig postuur, moet het controlelampje gespt.
  • Pagina 41 Veiligheid voor inzittenden De rolbeugels direct bij een gekwalifi‐ Voorwerpen in de auto altijd correct ® PRE-SAFE systeem ceerde werkplaats laten controleren. opbergen en beveiligen. Informatie over PRE-SAFE ® (preventieve inzit‐ tendenbescherming) & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel ® De PRE-SAFE kan bepaalde kritieke rijsituaties door het activeren van de rolbeugel herkennen en preventieve maatregelen ter...
  • Pagina 42 Veiligheid voor inzittenden ® Bij het achteruitrijden. Informatie over PRE-SAFE PLUS (preven‐ * AANWIJZING Beschadiging door voor‐ tieve inzittendenbescherming Plus) werpen in de beenruimte of achter de stoel Bij het rijden met een aanhangwagen en ® De PRE-SAFE PLUS kan een dreigende aanrij‐ dreigende aanrijding van achteren.
  • Pagina 43 Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ Wanneer het kinderzitjesbevestigingssys‐ zicht in de auto achterlaten. Kinderen alleen in een voor Mercedes-Benz teem aan directe zonnestraling wordt bloot‐ auto's geschikt kinderzitjesbevestigingssys‐ Bij het verlaten van de auto altijd de gesteld, kunnen delen hiervan zeer heet wor‐...
  • Pagina 44 Veiligheid voor inzittenden De montagehandleiding van de fabrikant van Nooit voorwerpen, zoals een kussen, & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of het kinderzitjesbevestigingssysteem. onder of achter het kinderzitjesbevesti‐ levensgevaar door gebruik van bescha‐ De waarschuwingsstickers in het interieur gingssysteem leggen. digde kinderzitjesbevestigingssystemen van de auto en op het kinderzitjesbevesti‐...
  • Pagina 45 Benz geadviseerde kinderzitjesbevestigings‐ gordel ( pagina 30). → beveiligd. systemen Mercedes-Benz-verzorgingsmidde‐ Het kinderzitje tevens, indien aanwezig, len gebruiken. Meer informatie daarover is ISOFIX- en i-Size-kinderzitjebevestigingen met de Top Tether-gordel vastzetten. verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werk‐...
  • Pagina 46 Veiligheid voor inzittenden ISOFIX- en i-Size-kinderzitjebevestigingen i-Size-kinderzitjesbevestigingssystemen, die Beslist de gebruiksmogelijkheden van het kinder‐ monteren volgens ECE R129 zijn goedgekeurd. zitjesbevestigingssysteem en de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of gebruikte kinderzitjesbevestigingssysteem in levensgevaar bij gebruik van de ISOFIX‑...
  • Pagina 47 Veiligheid voor inzittenden Top Tether bevestigen Controleren dat de veiligheidsgordel niet bekneld raakt. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar bij niet vergrendelde rug‐ De betreffende afdekkingen van de ISOFIX- leuningen van de zitplaatsen achterin na bevestigingsbeugels of i‑Size-bevesti‐ montage van de Top Tether-gordels gingsbeugels verwijderen.
  • Pagina 48 Uit de ongevallenstatistiek blijkt, dat op de zit‐ ankering bevestigen. plaatsen achterin beveiligde kinderen veiliger De rugleuning achterin terugklappen zijn dan op de voorstoel beveiligde kinderen. pagina 107). → Daarom adviseert Mercedes-Benz dringend het kinderzitjesbevestigingssysteem bij voorkeur op een zitplaats achterin te monteren.
  • Pagina 49 Veiligheid voor inzittenden Als door omstandigheden een kinderzitjesbeves‐ Het kind kan door de airbag worden getrof‐ tigingssysteem op de passagiersstoel moet wor‐ fen. den gemonteerd, beslist de aanwijzingen met De passagiersairbag moet uitgeschakeld zijn; betrekking tot de automatische passagiersairba‐ dit controleren. Het controlelampje PASSEN‐ guitschakeling in acht nemen ( pagina 33).
  • Pagina 50 Veiligheid voor inzittenden Aanwijzingen met betrekking tot de bevesti‐ De leuning van een naar voren gericht kinder‐ ging van geschikte kinderzitjesbevestigings‐ zitjesbevestigingssysteem moet zo volledig systemen ( pagina 48). mogelijk tegen de rugleuning van de passa‐ → giersstoel aan liggen. Het kinderzitjesbevesti‐ Naar achteren en naar voren gericht kinder‐...
  • Pagina 51 Veiligheid voor inzittenden Nooit voorwerpen, bijvoorbeeld een kussen, onder of achter het kinderzitjesbevestigings‐ systeem leggen. Beslist de montage- en gebruikshandleiding van de fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbeves‐ tigingssysteem en de aanwijzingen met betrek‐ king tot de bevestiging van geschikte kinderzit‐ jesbevestigingssystemen in acht nemen pagina 48).
  • Pagina 52 Veiligheid voor inzittenden Semi-universele kinderzitjesbevestigingssyste‐ volledig mogelijk tegen de rugleuning van de bevestigingssysteem in de onderste positie men zijn herkenbaar aan het goedkeuringslabel zitplaats aan liggen. worden ingesteld. met de tekst "semi-universal". Deze mogen Na het uitbouwen van het kinderzitjesbeves‐ De montagehandleiding van de fabrikant van alleen worden gebruikt als de auto en de zit‐...
  • Pagina 53 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroepen Passagiersairbag uitgescha‐ Zitplaatsen achterin links, rechts Passagiersairbag geactiveerd keld 1, 2 Groep 0: tot 10 kg U, L U, L Groep 0+: tot 13 kg U, L U, L Groep I: 9 tot 18 kg UF, L U, L U, L Groep II: 15 tot 25 kg...
  • Pagina 54 Veiligheid voor inzittenden Legenda bij de tabel: systeem niet op de maximumgrootte kan van de gewichtsgroepen II of III het kinderzit‐ worden ingesteld, bijvoorbeeld door mogelijk jesbevestigingssysteem worden verwijderd, Niet geschikt voor een ISOFIX-kinderzit‐ contact met het dak. of moet de hoofdsteun van het kinderzitjes‐ jesbevestigingsysteem in deze bevestigingssysteem in de onderste positie Zorg ervoor dat de voeten van het kind de...
  • Pagina 55 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroepen Grootteklasse Systeem Zitplaats achterin Links, rechts Groep 0+: tot 13 kg en tot circa 15 maanden ISO/R1 ISO/R2 ISO/R3 Groep I: 9 tot 18 kg en circa 9 maanden tot 4 jaar ISO/R2 ISO/R3 ISO/F2 ISO/F2X ISO/F3 Bij gebruik van een kinderzitjesbevestigingssysteem van de grootteklasse C (ISO/R3) de voorstoel in de bovenste stand en de rugleuning rechtop plaatsen.
  • Pagina 56 Veiligheid voor inzittenden Legenda bij de tabel: Zorg ervoor dat de voeten van het kind de bevestigingssysteem in de onderste positie voorstoel niet kunnen raken. De voorstoel zo worden ingesteld. Niet geschikt voor een i-Size-kinderzit‐ nodig iets naar voren zetten. De montagehandleiding van de fabrikant van jesbevestigingssysteem van de catego‐...
  • Pagina 57 Veiligheid voor inzittenden Overzicht van de geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen Geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen voor bevestiging met de veiligheidsgordel van voertuigzitplaatsen Gewichtsgroepen Fabrikant Type Goedkeuringsnum‐ Bestelnummer (A mer (E1 …) 000 ...) met kleur‐ code 9H95 Groep 0: Britax Römer BABY SAFE plus II 04 301 146 970 36 00 tot 10 kg...
  • Pagina 58 & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ bevestigingssystemen is verkrijgbaar bij elke len‑ en letsel als kinderen zonder toe‐ Kinderbeveiliging voor zijruiten achterin ver‐ Mercedes-Benz -servicewerkplaats. zicht in de auto worden achtergelaten grendelen/ontgrendelen Wanneer kinderen zonder toezicht in de auto worden achtergelaten kunnen deze de auto in beweging zetten, door bijvoorbeeld: De parkeerrem vrij te zetten.
  • Pagina 59 Veiligheid voor inzittenden Kinderbeveiligingen voor de zijruiten achterin Tevens kunnen ze uitrustingen van de auto & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ aanwezig. bedienen. len‑ en letsel als kinderen zonder toe‐ zicht in de auto worden achtergelaten Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ zicht in de auto achterlaten.
  • Pagina 60 Veiligheid voor inzittenden Het controlelampje uit: Met de scha‐ Dieren nooit zonder toezicht in de auto kelaar op het betreffende achterportier of laten. het bestuurdersportier. Dieren tijdens het rijden altijd goed beveiligen, bijvoorbeeld in een geschikte transportbox. Huisdieren in de auto &...
  • Pagina 61 Openen en sluiten Sleutel Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ zicht in de auto achterlaten. Overzicht sleutelfuncties Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergren‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ delen. len ‑ en letsel als kinderen zonder toe‐ zicht in de auto worden achtergelaten De sleutel buiten bereik van kinderen bewaren.
  • Pagina 62 Openen en sluiten wordt de diefstalbeveiliging weer geacti‐ Bestuurdersportier en tankdopklep ontgren‐ veerd. delen. De sleutel niet bewaren bij elektronische appara‐ Tussen de instellingen omschakelen: De ten of metalen voorwerpen. Dit kan de werking toetsen % en & tegelijkertijd circa zes van de sleutel nadelig beïnvloeden.
  • Pagina 63 Openen en sluiten Noodsleutel verwijderen/aanbrengen KEYLESS-GO Aanbrengen: De ontgrendelingsknop indrukken. Deactiveren: De toets & van de sleutel De noodsleutel in de tussenstand of hele‐ tweemaal kort na elkaar indrukken. maal aanbrengen, tot hij vergrendelt. Het batterijcontrolelampje van de sleutel gaat tweemaal kort en eenmaal lang bran‐ den.
  • Pagina 64 Batterijen bevatten schadelijke pluspool in het batterijenvak en op de batterij stoffen. Het is wettelijk verboden om deze Mercedes-Benz adviseert de batterij te laten ver‐ in acht nemen. samen met het huisvuil af te voeren. vangen bij een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 65 Openen en sluiten Problemen met de sleutel Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen U kunt de auto niet meer ver- of ont‐ Mogelijke oorzaken: grendelen. De batterij van de sleutel is zwak of leeg. Een sterke radiobron veroorzaakt een storing. De sleutel is defect.
  • Pagina 66 Openen en sluiten Portieren van binnen uit ontgrendelen en Auto van binnen uit centraal ver- en ontgren‐ Wanneer zich personen in de auto openen delen bevinden, nooit de extra portiervergren‐ deling activeren. Alleen voor Verenigd Koninkrijk: De aanwijzin‐ gen met betrekking tot de extra portiervergren‐ De extra portiervergrendeling wordt automatisch deling in acht nemen ( pagina 62).
  • Pagina 67 Auto met de mobiele telefoon ont- en ver‐ Informatie over geschikte mobiele telefoons grendelen is verkrijgbaar bij uw Mercedes-Benz-ser‐ vicewerkplaats of via internet onder http:// Voorwaarden www.mercedes-benz.com/connect. Auto met functie "Digitale sleutel in de smartphone".
  • Pagina 68 Openen en sluiten Mercedes me connect op https:// Auto ontgrendelen: De binnenzijde van de www.mercedes.me. portiergreep aanraken. Mercedes-Benz adviseert de noodsleutel Auto vergrendelen: Het sensorvlak mee te nemen, voor het geval dat functiebe‐ aanraken. perkingen optreden. Comfortsluiting: Het verdiepte sensorvlak lang aanraken.
  • Pagina 69 Openen en sluiten Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen De sleutel is defect. De KEYLESS-GO activeren . Met het batterijcontrolelampje de batterij controleren en eventueel vervangen . Om te ont- en vergrendelen de noodsleutel gebruiken . De auto en de sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren. Automatische vergrendeling in- en uitschake‐...
  • Pagina 70 Openen en sluiten Bestuurdersportier met noodsleutel ont- en De noodsleutel tot de aanslag in de opening Ontgrendelen: De noodsleutel linksom in de vergrendelen van de afdekkap schuiven. stand 1 draaien. Iets aan de portiergreep trekken en deze Vergrendelen: De noodsleutel rechtsom in Wanneer de auto volledig met de noodsleutel vasthouden.
  • Pagina 71 Wanneer voorwerpen, bagage of lading niet Bij ontgrendeld kofferdeksel het bovenste of onvoldoende vastgezet is, kan het ver‐ gedeelte van de Mercedes-Benz ster indruk‐ schuiven, kantelen of rondslingeren en daar‐ ken. door inzittenden raken. Auto's met comfortsluiting van het koffer‐...
  • Pagina 72 Openen en sluiten & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij Het bovenste gedeelte van de Mercedes-Benz ster op het koffer‐ automatisch sluiten van het kofferdeksel deksel indrukken. Bij het automatisch sluiten van het kofferdek‐ sel kunnen lichaamsdelen bekneld raken. Auto's met HANDS-FREE ACCESS: De sluitpro‐...
  • Pagina 73 Bij het sluiten controleren, of zich geen Het bovenste gedeelte van de lichaamsdelen in het sluitgebied bevinden. Mercedes-Benz ster op het koffer‐ deksel indrukken. & WAARSCHUWING Inklemgevaar ondanks anti-inklemfunctie De anti-inklemfunctie reageert niet: op zachte, lichte en dunne objecten, bij‐...
  • Pagina 74 Openen en sluiten Functie HANDS-FREE ACCESS Voorwaarden & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ De sleutel bevindt zich achter de auto. wonden door heet uitlaatsysteem Bij de schoppende beweging ten minste Het uitlaatsysteem van de auto kan zeer heet 30 cm van de auto verwijderd blijven. zijn.
  • Pagina 75 Openen en sluiten Als meerdere schoppende bewegingen achter In deze en vergelijkbare situaties KEYLESS-GO elkaar zonder succes zijn, tien seconden wach‐ pagina 59) deactiveren of geen sleutel bij u → ten. dragen. Systeemgrenzen Afzonderlijke vergrendeling van de bagage‐ Het systeem kan worden beïnvloed of functio‐ ruimte in- en uitschakelen neert mogelijk niet: Als bij een ingeschakelde afzonderlijke vergren‐...
  • Pagina 76 Openen en sluiten Achterklepbegrenzing in- of uitschakelen Wanneer iemand bekneld raakt, direct De kinderbeveiliging voor de zijruiten de toets loslaten of aan de toets trek‐ achterin activeren. Multimediasysteem: ken om de zijruit weer te sluiten. Bij het verlaten van de auto altijd de Voertuig Voertuiginstellingen Ach-...
  • Pagina 77 Openen en sluiten Automatische beweging onderbreken: De Met de toets kunnen alle zijruiten tegelijker‐ tijd worden geopend of gesloten. toets W opnieuw indrukken of opnieuw eraan trekken. Het contact inschakelen. De automatische sluitbeweging is alleen Openen: De toets tot het drukpunt inge‐ voor de voorste zijruiten beschikbaar.
  • Pagina 78 Openen en sluiten Auto voor aanvang van de rit ventileren & WAARSCHUWING Inklemgevaar Wanneer iemand bekneld raakt, de (comfortopening) toets loslaten. ondanks anti-inklemfunctie van de zijruit De anti-inklemfunctie reageert niet: & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het De toets % op de sleutel ingedrukt hou‐ openen van een zijruit op zachte, lichte en dunne objecten, bij‐...
  • Pagina 79 Openen en sluiten Zijruiten van buitenaf sluiten (comfortslui‐ De toets & op de sleutel ingedrukt hou‐ & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het ting) den. openen of sluiten van de cabriokap De volgende functies worden uitgevoerd: Bij het openen of sluiten van het vouwdak &...
  • Pagina 80 Openen en sluiten Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Daarbij kunnen lichaamsdelen in het sluitgebied bekneld raken. Erop letten, dat zich geen lichaamsdelen in het sluitgebied bevinden. Om de sluitprocedure te stoppen de toets loslaten of de toets opnieuw indrukken, om de zijruit weer te openen.
  • Pagina 81 Om veiligheidsredenen adviseert Mercedes-Benz Op voldoende vrije ruimte boven de de cabriokap alleen te openen of te sluiten als De cabriokap altijd volledig openen of auto letten.
  • Pagina 82 Openen en sluiten Als de auto stilstaat het rempedaal indrukken Sluiten: De cabriokapschakelaar indruk‐ display toont de melding Kap geheel openen / en ingedrukt houden. ken en ingedrukt houden, tot de cabriokap sluiten. volledig gesloten is. De snelheid verlagen en opnieuw aan de Het multifunctioneel display toont het ver‐...
  • Pagina 83 Openen en sluiten Wanneer de cabriokap niet volledig vergrendeld Bij auto's met automatisch bediend bagage‐ scherm sluit dit zelfstandig bij het openen van de cabriokap. toont het multifunctioneel display de melding Kap geheel openen / sluiten * AANWIJZING Beschadiging van de klinkt bij het wegrijden of tijdens het rijden cabriokap of de lading gedurende maximaal 10 seconden een waar‐...
  • Pagina 84 Openen en sluiten Auto's met automatisch bediend bagage‐ De AIRCAP kan tot een snelheid van circa scherm: De toets indrukken. 160 km/h worden geactiveerd of gedeactiveerd. Het bagagescherm opent of sluit zelfstan‐ & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij dig. inschuiven van de AIRCAP Als het systeem uitvalt kan het automatisch bediend bagagescherm handmatig worden Bij het inschuiven van de AIRCAP kan iemand...
  • Pagina 85 Openen en sluiten Als de auto wordt geparkeerd met geopende Het hoekwindscherm wordt gemonteerd over de andere verkeersdeelnemers in gevaar bren‐ cabriokap en de spanningsvoorziening wordt uit‐ zitplaatsen achterin, ter bescherming tegen de gen. geschakeld, schuift de AIRCAP automatisch in. rijwind als de cabriokap geopend is.
  • Pagina 86 Openen en sluiten Alle zijruiten en de cabriokap openen en slui‐ ten. De zitplaatsen achterin naar voren klappen om het foedraal te verwijderen. Het hoekwindscherm uit het foedraal verwij‐ deren. De houder van het hoekwindscherm De volgende stappen na elkaar aan beide zijden bij de beide achterste bevestigingen van de auto uitvoeren: Het hoekwindscherm...
  • Pagina 87 Openen en sluiten De handgreep op het hoekwindscherm Het hoekwindscherm moet in omgekeerde volg‐ volledig naar achteren schuiven. orde worden uitgebouwd. Het hoekwindscherm is vergrendeld. Problemen met de cabriokap Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen De cabriokap kan niet worden geopend Het contact is niet ingeschakeld.
  • Pagina 88 Openen en sluiten Activeren van de wegsleepbeveiliging Het inbraak-diefstal-alarmsysteem wordt auto‐ Diefstalbeveiliging pagina 87) matisch uitgeschakeld: → Wegrijblokkering Na de ontgrendeling met de sleutel. Het EDW wordt automatisch na circa 10 secon‐ De wegrijblokkering voorkomt dat de auto zon‐ den ingeschakeld: Na het indrukken van de start-stoptoets met der passende sleutel kan worden gestart.
  • Pagina 89 Openen en sluiten Wegsleepbeveiliging Wegsleepbeveiliging in- en uitschakelen De interieurbeveiliging wordt alleen geactiveerd, als de volgende onderdelen gesloten zijn: Als de wegsleepbeveiliging is geactiveerd en de Multimediasysteem: Portieren hellingshoek van de auto wijzigt zich, treedt een Voertuig Voertuiginstellingen Weg- optisch en akoestisch alarm in werking. Kofferdeksel sleepbeveiliging De wegsleepbeveiliging wordt automatisch na...
  • Pagina 90 Openen en sluiten Interieurbeveiliging in- en uitschakelen Multimediasysteem: Voertuig Voertuiginstellingen Inte- rieurbeveiliging De functie in- of uitschakelen. De interieurbeveiliging blijft zo lang uitgescha‐ keld, tot: de auto opnieuw wordt ontgrendeld een portier wordt geopend en weer wordt gesloten de auto weer wordt vergrendeld.
  • Pagina 91 Stoelen en opbergen Uw benen mogen niet volledig gestrekt zijn Correct stand van de bestuurdersstoel en u moet de pedalen goed kunnen indruk‐ ken. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door voertuiginstellingen tijdens het Uw achterhoofd wordt op ooghoogte door rijden het midden van de hoofdsteun ondersteund.
  • Pagina 92 Stoelen en opbergen Stoelen De bestuurdersstoel moet altijd ver‐ & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij grendeld zijn voordat de auto wordt instelling van de stoelen Voorstoel mechanisch en elektrisch instellen gestart; dit controleren. Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij dat uzelf of andere inzittenden bekneld &...
  • Pagina 93 Stoelen en opbergen beenruimte, onder of achter de stoelen & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of bevinden; dit controleren. door niet aangebrachte of verkeerd inge‐ levensgevaar door verkeerde zitpositie stelde hoofdsteunen Als de rugleuning niet nagenoeg rechtop Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn staat, biedt de veiligheidsgordel niet meer de of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen...
  • Pagina 94 Stoelen en opbergen Voorstoel elektrisch instellen Stoel in lengterichting instellen: De hendel De instellingen met de geheugenfunctie omhoogbrengen en de stoel naar voren‑ opslaan ( pagina 102). → of naar achteren schuiven. De stoel moet vergrendeld zijn; dit controle‐ Passagiersstoel vanaf bestuurdersstoel elek‐ ren.
  • Pagina 95 Stoelen en opbergen Viervoudig verstelbare lendensteun instellen Passagiersstoel selecteren: De toets indrukken. Als het controlelampje brandt, is de passa‐ giersstoel geselecteerd. De passagiersstoel met behulp van de toet‐ sen in de portierbedieningseenheid aan bestuurderszijde instellen. Voor de passagiersstoel kunnen de volgende functies worden opgeroepen: Hoger Stoelinstelling...
  • Pagina 96 Stoelen en opbergen Hoofdsteunen & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet aangebrachte of verkeerd inge‐ Hoofdsteunen van de voorstoelen instellen stelde hoofdsteunen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn len door voertuiginstellingen tijdens het of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen rijden ze niet zoals bedoeld beschermen.
  • Pagina 97 Stoelen en opbergen Hoofdsteunen van zitplaatsen achterin uit- Inbouwen: De hoofdsteun zodanig aanbren‐ en inbouwen gen dat de inkepingen in de bevestigingsbeu‐ gel zich, in rijrichting gezien, aan de linker‐ zijde bevinden. De hoofdsteun omlaagdrukken, tot deze ver‐ grendelt. De rugleuning achterin terugklappen, tot deze vergrendelt.
  • Pagina 98 Stoelen en opbergen De stoel tot in de voorste aanslag verschui‐ ven. Terugklappen: De stoel horizontaal aan de rugleuning tot in de ingestelde zitpositie naar achteren schuiven. De rugleuning naar achteren klappen, tot deze vergrendelt. Daarbij ongecontroleerde bewegingen vermijden. Als de rugleuning niet vergrendeld is, wordt dit op het multifunctioneel display in het combi-instrument weergegeven.
  • Pagina 99 Stoelen en opbergen Stoelverwarming in- en uitschakelen Terugklappen: De rugleuning horizontaal terugklappen. Als de rugleuning niet vergrendeld is, wordt & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ dit op het multifunctioneel display in het wonden door herhaaldelijk inschakelen combi-instrument weergegeven. Bovendien van de stoelverwarming klinkt een waarschuwingssignaal.
  • Pagina 100 Stoelen en opbergen Uitschakelen/lagere stand: De toets vaak indrukken, tot de gewenste verwar‐ mingsstand bereikt is. Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de stoelverwarming uitgeschakeld. De stoelverwarming schakelt automatisch in bepaalde tijdsintervallen, te weten 8, 10 en 20 minuten uit de drie verwarmingsstanden terug tot het uitschakelen van de stoelver‐...
  • Pagina 101 Stoelen en opbergen Uitschakelen/lagere stand: De toets Uitschakelen/lagere stand: De toets vaak indrukken, tot de gewenste ventilatie‐ vaak indrukken, tot de gewenste verwar‐ stand is ingesteld. mingsstand bereikt is. Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de stoelventilatie uitgeschakeld.
  • Pagina 102 Stoelen en opbergen Stuurwiel & WAARSCHUWING Inklemgevaar voor kinderen bij het instellen van het stuur‐ Stuurwiel mechanisch instellen wiel & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Wanneer kinderen het stuurwiel instellen, len door voertuiginstellingen tijdens het kunnen ze bekneld raken. rijden Kinderen nooit zonder toezicht in de U kunt in de volgende situaties de controle auto laten.
  • Pagina 103 100 Stoelen en opbergen Stuurwiel elektrisch instellen Stuurwielverwarming in- en uitschakelen In- en uitstaphulp Het stuurwiel kan worden ingesteld als het con‐ Werking van de in- en uitstaphulp tact is uitgeschakeld. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len bij wegrijden tijdens het instellen van de uitstaphulp Als wordt weggereden als de in‑...
  • Pagina 104 Stoelen en opbergen 101 Het stuurwiel beweegt in de volgende gevallen in Bij gevaar van bekneld raken door het Geheugenfunctie bedienen de laatste rijstand terug: stuurwiel de bedieningshendel van het & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ stuurwiel bewegen. Het contact wordt ingeschakeld als het De instelling wordt onderbroken.
  • Pagina 105 102 Stoelen en opbergen Met de geheugenfunctie kunnen stoelinstellingen Opslaan: De stoel, het stuurwiel, het head- lichaamsdelen in het bewegingsgebied worden opgeslagen en opgeroepen voor maxi‐ up-display en de buitenspiegels in de gewen‐ van de stoel of het stuurwiel heeft. maal drie personen.
  • Pagina 106 Stoelen en opbergen 103 Altijd de motor afzetten alvorens het Zware, harde, scherpe, breekbare of te & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel kofferdeksel te openen. grote voorwerpen altijd in de bagage‐ door ongeschikt opbergen van voorwer‐ ruimte opbergen en beveiligen. Nooit met een geopend kofferdeksel rij‐ den.
  • Pagina 107 104 Stoelen en opbergen Niet tot boven de bovenzijde van de rugleu‐ ningen beladen. Indien mogelijk de bagage altijd achter de niet-bezette stoelen plaatsen. De lading aan de sjorogen beveiligen en deze gelijkmatig belasten. Opbergvakken in het interieur Overzicht van de voorste opbergvakken Opbergvakken in de portieren De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen (...
  • Pagina 108 Stoelen en opbergen 105 Daardoor wordt de inzittende door de achterbank/achterzitplaats of door de rugleuning in de veiligheidsgordel gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra letsel veroorzaken. Voorwerpen of bagage in de bagage‐ ruimte kunnen niet door de rugleuning worden tegengehouden.
  • Pagina 109 106 Stoelen en opbergen Rugleuning achterin terugklappen De betreffende rugleuning naar achteren kantelen, tot deze vergrendelt. * AANWIJZING Beschadiging van de veilig‐ Als de rugleuning niet vergrendeld is, wordt heidsgordel dit op het multifunctioneel display van het combi-instrument weergegeven. De veiligheidsgordel kan bij het terugklappen van de rugleuning bekneld raken en daardoor Overzicht van de sjorogen worden beschadigd.
  • Pagina 110 Stoelen en opbergen 107 Overzicht van de tashaken Opbergruimte onder bagageruimtebodem openen & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij gebruik van de tashaken met zware voor‐ werpen De tashaak kan zware voorwerpen of bagage niet tegenhouden. Bij remmanoeuvres of abrupte richtingswijzi‐ gingen kunnen voorwerpen of bagage rond‐...
  • Pagina 111 108 Stoelen en opbergen Bekerhouder Bekerhouder in de middenconsole aanbren‐ gen en verwijderen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len en letsel bij gebruik van de bekerhou‐ der tijdens het rijden De bekerhouder kan tijdens het rijden geen bekers beveiligen. Als tijdens het rijden een bekerhouder wordt gebruikt, kan de beker kan en kan vloeistof worden gemorst.
  • Pagina 112 Stoelen en opbergen 109 Bekerhouder in de achterbank De asbak moet volledig vergrendeld zijn. In de bekerhouder kunnen twee bekers met een maximuminhoud van 0,5 l worden geplaatst. Openen: Het deksel van de asbak aan de rechter- of de linkerzijde omhoogdrukken. Asbak en sigarettenaansteker Binnenbakje verwijderen: Het binnenbakje Verwijderen: De vergrendeling...
  • Pagina 113 110 Stoelen en opbergen Asbak achterin gebruiken Sigarettenaansteker gebruiken & WAARSCHUWING Gevaar voor brand en letsel door hete sigarettenaansteker Wanneer het hete verwarmingselement van de sigarettenaansteker of de hete fitting wor‐ den aangeraakt, kunt u zich branden. Bovendien kunnen ontvlambare materialen ontsteken: wanneer de hete sigarettenaansteker valt.
  • Pagina 114 Stoelen en opbergen 111 Draadloos opladen van de mobiele telefoon en koppeling met de buitenantenne Aanwijzingen met betrekking tot het draad‐ loos opladen van de mobiele telefoon & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door ongeschikt opbergen van voorwer‐ Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze ver‐...
  • Pagina 115 112 Stoelen en opbergen dule verbonden met de buitenantenne van de Altijd waarborgen dat voorwerpen niet * AANWIJZING Beschadiging van voorwer‐ auto. uit opbergvakken, ladingnetten of baga‐ pen door het bewaren in de mobiele-tele‐ genetten steken. Alleen als het contact is ingeschakeld zijn de foonhouder oplaadfunctie en de draadloze koppeling van De afsluitbare opbergvakken voor aan‐...
  • Pagina 116 Geen losse vloermatten gebruiken en mobiele telefoons vindt u onder: De mat kan worden verwijderd om te worden niet meerdere vloermatten op elkaar http://www.mercedes-benz.com/connect gereinigd. leggen. Vloermat in- en uitbouwen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door voorwerpen in de beenruimte...
  • Pagina 117 114 Stoelen en opbergen Aanbrengen: De drukknoppen op de houders drukken. Verwijderen: De vloermatten van de hou‐ ders trekken.
  • Pagina 118 Licht en zicht 115 Verlichtingssystemen en uw verantwoorde‐ Verlichtingsschakelaar Exterieurverlichting lijkheid Verlichtingsschakelaar bedienen Verlichting aanpassen bij buitenlandse rei‐ De verschillende verlichtingssystemen van de auto zijn slechts hulpmiddelen. De verantwoor‐ Auto's met statische LED-koplampen: Het delijkheid voor de correcte voertuigverlichting omschakelen van de koplamp is niet nodig. Er overeenkomstig de heersende licht- en zichtom‐...
  • Pagina 119 116 Licht en zicht Automatisch rijlicht 4 Ã Automatisch rijlicht (aanbevolen De toets R indrukken. Het standlicht, dimlicht en dagrijlicht wordt over‐ stand van de verlichtingsschakelaar) De landspecifieke regelingen voor gebruik van eenkomstig de stand van het contact, het 5 L Dimlicht en grootlicht het mistachterlicht in acht nemen.
  • Pagina 120 Licht en zicht 117 Permanent knipperen: De combischakelaar De noodknipperlichten worden automatisch Lichtsignaal tot voorbij het drukpunt in de richting van de ingeschakeld: Knipperlichten links pijl drukken. bij geactiveerde airbag. De combischakelaar in de betreffende rich‐ bij krachtig afremmen van 70 km/h tot stil‐ ting van de pijl drukken of trekken.
  • Pagina 121 118 Licht en zicht Slechtweerverlichting ( pagina 120) De functies zijn bij ingeschakeld dimlicht actief. Rotonde- en kruisingsfunctie: De bochtenver‐ → lichting wordt door de verwerking van de actuele Citylicht ( pagina 120) → Bochtenverlichting GPS-positie van de auto aan beide zijden geacti‐ Actieve bochtenverlichting veerd.
  • Pagina 122 Licht en zicht 119 of via het GPS. De functie is niet actief: Multimediasysteem: Voertuig Verlichting Intelligent wanneer na de activering snelheden boven De functie is niet actief: 100 km/h worden bereikt. Light System bij snelheden onder 80 km/h. bij uitgeschakeld mistachterlicht. De functie in- of uitschakelen.
  • Pagina 123 120 Licht en zicht De adaptieve grootlichtassistent Plus is slechts gedeeltelijk grootlicht Verkeersdeelnemers waarvan de verlich‐ een hulpmiddel. De verantwoordelijkheid voor de ting afgedekt is, bijvoorbeeld door een grootlicht correcte voertuigverlichting overeenkomstig de vangrail Het gedeeltelijk grootlicht schijnt met het groot‐ heersende licht- en zichtomstandigheden en de In zeer sporadische gevallen reageert de licht aan andere verkeersdeelnemers voorbij en...
  • Pagina 124 Licht en zicht 121 Uitschakelvertragingstijd exterieurverlich‐ De optische sensor voor het systeem bevindt De functie in- of uitschakelen. zich achter de voorruit bij het bedieningspaneel ting instellen dakconsole. Voorwaarde Interieurverlichting Adaptieve grootlichtassistent Plus in- of uit‐ De verlichtingsschakelaar staat in de stand Interieurverlichting instellen schakelen Ã.
  • Pagina 125 122 Licht en zicht Sfeerverlichting instellen u Interieurverlichting achterin in- of Ruitenwissers en ruitensproeierinstallatie uitschakelen Multimediasysteem: Ruitenwissers voorruit in- of uitschakelen p Leeslampje rechtsvoor in- of uit‐ Voertuig Verlichting schakelen Kleur instellen Bedieningseenheid in handgreep (achter) Sfeerverlichting kleur selecteren. Een kleur selecteren. Helderheid instellen Sfeerverlichting helderheid selecteren.
  • Pagina 126 Licht en zicht 123 4 ° Continu wissen langzaam De ruitenwisserarm van de voorruit wegklap‐ De schuif in de richting van de pijl pen. schuiven, tot deze in de demontagepositie 5 ¯ Continu wissen snel vergrendelt. Ruitenwisserbladen verwijderen Ruitenwisserbladen voorruit vervangen &...
  • Pagina 127 124 Licht en zicht Ruitenwisserbladen aanbrengen Onderhoudsindicatie De onderhoudsindicatie is alleen bij de stan‐ daard ruitenwissers beschikbaar. De schuif in de richting van de pijl schuiven, tot deze in de vergrendelingsposi‐ Het nieuwe ruitenwisserblad in de richting tie vergrendelt. van de pijl op de ruitenwisserarm aan‐...
  • Pagina 128 Licht en zicht 125 Ruitenwisserblad in demontagepositie Als de kleur van de onderhoudsindicatie veran‐ De ruitenwissers met de combischakelaar in dert van zwart naar geel, moeten de ruitenwis‐ de stand continu wissen langzaam ° zet‐ zetten: De ruitenwisserarm van de voorruit serbladen worden vervangen.
  • Pagina 129 126 Licht en zicht Ruitenwisserbladen aanbrengen Het ruitenwisserblad door de weerstand in Voordat de motor wordt gestart: De de richting van de pijl op de ruitenwisse‐ bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het rarm drukken. stuurwiel of de spiegels instellen en de Het ruitenwisserblad vergrendelt met een veiligheidsgordel omgespen.
  • Pagina 130 Licht en zicht 127 Instellen: Via de toets de beno‐ De elektrolyt is schadelijk voor de gezond‐ digde spiegel selecteren. heid en veroorzaakt irritaties. Het mag niet in contact met huid, ogen, ademhalingsorganen Via de toets de positie van de geselec‐ of kleding komen of ingeslikt worden.
  • Pagina 131 128 Licht en zicht Inparkeerstand van de buitenspiegel aan De binnen- en buitenspiegel aan bestuurders‐ De buitenspiegel aan passagierszijde wordt in de zijde dimmen automatisch als licht op de binnen‐ volgende situaties teruggezet: passagierszijde via de achteruitversnelling opslaan spiegel valt. U plaatst de transmissie in een andere trans‐...
  • Pagina 132 Licht en zicht 129 Met de toets de buitenspiegel aan passa‐ Verblinding vanaf de zijkant: De zonneklep Zonnekleppen bedienen gierszijde in de gewenste inparkeerstand opzij zwenken. brengen. De zonneklep naar behoefte horizontaal Oproepen: Via de toets de buitenspiegel verschuiven. aan passagierszijde selecteren. De achteruitversnelling inschakelen.
  • Pagina 133 130 Klimaatregeling Overzicht bedieningseenheid THERMOTRO‐ H Luchthoeveelheid instellen of klimaat‐ Overzicht temperatuurregelsystemen regeling uitschakelen Overzicht bedieningseenheid THERMATIC Ã Klimaatregeling automatisch regelen De controlelampjes in de toetsen geven aan dat De controlelampjes in de toetsen geven aan dat pagina 133) → de betreffende functie geactiveerd is.
  • Pagina 134 Klimaatregeling 131 H Luchthoeveelheid instellen of klimaat‐ regeling uitschakelen à Klimaatregeling automatisch regelen pagina 133) → ¬ Voorruit ontwasemen ! Klimaatmenu oproepen Restwarmte in- of uitschakelen pagina 135) → ¤ Achterruitverwarming in- of uitschake‐ Temperatuur instellen Temperatuur en luchtverdeling instellen en Auto's zonder standverwarming: ¿...
  • Pagina 135 132 Klimaatregeling A/C-functie via multimediasysteem in- of uit‐ Omschakelen naar handmatige functie: Uitschakelen: De luchthoeveelheid met de schakelen toets H in de stand 0 instellen. De toets H of _ indrukken. Als de klimaatregeling is uitgeschakeld, kun‐ Multimediasysteem: nen de ruiten sneller beslaan. De klimaatre‐ Aircostijl Voertuig geling slechts kortstondig uitschakelen.
  • Pagina 136 Klimaatregeling 133 Synchroniseringsfunctie van de klimaatrege‐ Multimediasysteem: S Middelste luchtroosters, zijluchtroos‐ ling via het multimediasysteem in- of uit‐ ters en luchtuitstroomopeningen in been‐ Voertuig schakelen ruimte Airco-instellingenregel oproepen: Omlaag a Ontwasemingsroosters en luchtuit‐ Multimediasysteem: navigeren tot de airco-instellingenregel actief stroomopeningen in beenruimte Voertuig _ Alle luchtroosters Het klimaatmenu...
  • Pagina 137 134 Klimaatregeling Luchtverfrissingssysteem Als de ruiten beslagen blijven: De toets ¬ stelde temperatuur, circa 30 minuten worden verwarmd of geventileerd. indrukken. Luchtverfrissingssysteem in- of uitschakelen Inschakelen: De toets ! indrukken. Van buiten beslagen ruiten Voorwaarden De ruitenwissers inschakelen. De restwarmte wordt automatisch uitgescha‐ De automatische airconditioning is ingescha‐...
  • Pagina 138 Wanneer kinderen de flacon openen, zouden pakking van de parfumvloeistof in acht nemen. ze de parfumvloeistof kunnen drinken of in De flacon met origineel Mercedes-Benz parfum de ogen kunnen krijgen. nadat deze opgebruikt is afvoeren en niet Wanneer de parfumvloeistof is gedron‐...
  • Pagina 139 136 Klimaatregeling Standverwarming/-ventilatie voorbeeld in gesloten ruimtes het geval, of het uitlaatgas zelf als de auto in de sneeuw vastzit. Werking van de standverwarming/-ventilatie Als de standverwarming is standverwar‐ De lucht in het interieur wordt tot de inge‐ In gesloten ruimtes zonder afzuiginstal‐ ming ervoor zorgen dat: stelde temperatuur verwarmd of gekoeld.
  • Pagina 140 Klimaatregeling 137 Standverwarming/-ventilatie via afstandsbe‐ De standverwarming of -ventilatie wordt na diening instellen 50 minuten uitgeschakeld. Bediening via app (alleen voor EU-landen): De Voorwaarde standverwarming/-ventilatie kan ook via de app De brandstoftank is ten minste tot het reser‐ van Mercedes me connect worden bediend. Zie vepeil gevuld.
  • Pagina 141 138 Klimaatregeling Vertrektijd instellen: De toets u kort Vertrektijd deactiveren: De gewenste ver‐ Resterende tijd van de standverwarming of - indrukken. trektijd selecteren en de toets ^ lang ventilatie (in minuten) indrukken. De toets , of . zo vaak indrukken, tot Standverwarming of -ventilatie actief Op het display verschijnt OFF.
  • Pagina 142 Klimaatregeling 139 Voorwaarde De accu-afdekking tegen de richting van Er dreigt levensgevaar! Voor het vervangen is een lithiumbatterij van de pijl op de afstandsbediening schuiven, tot Batterijen buiten bereik van kinderen het type CR2450 nodig. de accu-afdekking vergrendelt. bewaren. Wanneer batterijen zijn ingeslikt, zo snel mogelijk naar een arts gaan.
  • Pagina 143 140 Klimaatregeling Problemen met de afstandsbediening van de standverwarming/-ventilatie Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen FAIL¨ De signaaloverdracht tussen zender en auto vertoont een storing. De stand ten opzichte van de auto veranderen, zo nodig dichter bij de auto gaan staan. FAIL De startaccu is niet voldoende opgeladen.
  • Pagina 144 Klimaatregeling 141 Openen of sluiten: De luchtuitstroomope‐ en naar boven, beneden, links of rechts ning in het midden vastpakken en zwenken. omhoog, omlaag, links- of rechtsom draaien. Luchtuitstroomopening in dashboardkastje Luchtrichting instellen: De luchtuitstroom‐ openen en sluiten openingen in het midden vastpakken en naar boven, beneden, links of rechts zwen‐...
  • Pagina 145 142 Klimaatregeling AIRSCARF-luchtroosters instellen Geen beschermhoezen voor hoofdsteu‐ nen met AIRSCARF gebruiken. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden door grote verwarmingscapaci‐ Erop letten dat het aanzuigrooster in de achter‐ teit van de AIRSCARF zijde van de hoofdsteunen niet wordt afgedekt. Met de AIRSCARF ingeschakeld kan uit de uitstroomopening van de hoofdsteun zeer hete lucht naar buiten komen.
  • Pagina 146 Rijden en parkeren 143 Rijden Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ De motor nooit in een gesloten ruimte zicht in de auto achterlaten. zonder voldoende ventilatie laten Spanningsvoorziening of contact met de draaien. start-stoptoets inschakelen Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergren‐...
  • Pagina 147 144 Rijden en parkeren Tweemaal de toets indrukken. De transmissie in de stand j of i zetten. Het rempedaal indrukken en de toets Contact inschakelen: Tweemaal de toets eenmaal indrukken. indrukken. Op het combi-instrument verschijnen de con‐ Als de auto niet start: Niet benodigde ver‐ bruikers uitschakelen en de toets een‐...
  • Pagina 148 Mercedes-Benz adviseert de noodsleutel bijvoorbeeld na diefstal van de mobiele telefoon, mee te nemen, voor het geval dat functiebe‐ Er moet zich een geldige sleutel in de auto kan de sleutelfunctie bij een Mercedes-Benz-ser‐ perkingen optreden. bevinden; dit controleren. vicewerkplaats worden gedeactiveerd.
  • Pagina 149 146 Rijden en parkeren Als de auto niet start: Pas vanaf 1500 km kan het motortoerental geleidelijk worden verhoogd en het volledige De sleutel in het opbergvak laten lig‐ snelheidsbereik worden gebruikt. gen. Dit geldt eveneens als de motor of onderdelen Het rempedaal indrukken en de auto met de start-stoptoets starten.
  • Pagina 150 Rijden en parkeren 147 Rijtips Niet het contact afzetten tijdens het rij‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ den. len door ongeschikte schoenen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ De bediening van de pedalen kan door onge‐ len door voorwerpen in de beenruimte &...
  • Pagina 151 148 Rijden en parkeren Het rempedaal nooit als voetensteun & GEVAAR Levensgevaar door giftige uit‐ * AANWIJZING Beschadiging van de kata‐ gebruiken. laatgassen lysator door onverbrande brandstof Tijdens het rijden niet tegelijkertijd het Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is of De motor draait onregelmatig en slaat over. rem- en gaspedaal indrukken.
  • Pagina 152 Rijden en parkeren 149 ECO start-stopsysteem uit- of inschakelen Bij het einde van de rit en bij aanvang van de De motor wordt in de volgende gevallen weer volgende rit voorzichtig het rempedaal automatisch gestart: indrukken. In de transmissiestand h wordt bij niet actieve HOLD-functie het rempedaal losgela‐...
  • Pagina 153 150 Rijden en parkeren ECO-aanduiding gelijkmatige snelheid DYNAMIC SELECT-schakelaar De ECO-aanduiding telt het rijgedrag van de Functie van de DYNAMIC SELECT-schakelaar Het binnenste segment is grijs en het buitenste start tot het einde van de rit op en ondersteunt segment wordt leeggemaakt: Met de DYNAMIC SELECT-schakelaar wordt een zuinige rijstijl.
  • Pagina 154 Rijden en parkeren 151 Tijd tot de volgende start van de auto: De DYNAMIC SELECT-schakelaar naar Automatische transmissie voren of achteren drukken. Korter dan vier uur: Het als laatste gese‐ DIRECT SELECT-keuzehendel Op het multifunctioneel display verschijnt het lecteerde rijprogramma is actief. geselecteerde rijprogramma.
  • Pagina 155 152 Rijden en parkeren Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ vig indrukken en niet tegelijkertijd gas zicht in de auto achterlaten. geven. Bij het verlaten van de auto altijd de Met de DIRECT SELECT-keuzehendel wordt de sleutel meenemen en de auto vergren‐ transmissiestand gewijzigd.
  • Pagina 156 Rijden en parkeren 153 Achteruitversnelling R inschakelen Wanneer de auto aansluitend wordt verlaten Als aan een van de volgende voorwaarden is vol‐ Het rempedaal indrukken en de DIRECT en de sleutel zich in de auto bevindt, blijft de daan, wordt de parkeerstand j automatisch SELECT-keuzehendel door de eerste weer‐...
  • Pagina 157 154 Rijden en parkeren Voor handmatig schakelen Activeren: Aan de stuurwielschakelpaddle trekken. & WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar Het handmatig schakelen is gedurende korte tijd geactiveerd. Op het multifunctioneel dis‐ voor ongevallen door terugschakelen op play verschijnt de actuele versnelling. glad wegdek Opschakelen: Aan de stuurwielschakel‐...
  • Pagina 158 Rijden en parkeren 155 Gas terug nemen als de gewenste snelheid is Aan de kogelkop van de aanhangwagenvoor‐ Hoogte bereikt. ziening is geen aanhangwagen gekoppeld of Snelheid fietsdrager bevestigd. Hindernisherkenning Het gas- of rempedaal wordt niet meer inge‐ Werking van de modus uitrollen Bedrijfstoestand van de motor drukt.
  • Pagina 159 156 Rijden en parkeren Beslist voorkomen dat brandstof met de & WAARSCHUWING Brand‑ en explosiege‐ * AANWIJZING Beschadiging door ver‐ huid, de ogen of de kleding in aanraking vaar door elektrostatische oplading keerde brandstof komt, of dat het wordt ingeslikt. Elektrostatische oplading kan tot vonkvor‐...
  • Pagina 160 Rijden en parkeren 157 Het volgende niet tanken: Alleen diesel tanken, die voldoet aan de * AANWIJZING Geen diesel tanken bij Europese norm EN 590, of gelijkwaar‐ auto's met benzinemotor. Dieselbrandstof dig. E85, E100 Wanneer abusievelijk de verkeerde brandstof Auto's met dieselpartikelfilter: In lan‐ is getankt: Methanolhoudende benzine (M15, M30, den buiten de EU alleen zwavelarme...
  • Pagina 161 158 Rijden en parkeren * AANWIJZING Geen benzine tanken bij * AANWIJZING Eruit spuitende brandstof auto's met dieselmotor. bij het verwijderen van het vulpistool. Wanneer abusievelijk de verkeerde brandstof De brandstoftank slechts zo ver vullen is getankt: tot het vulpistool afslaat. Het contact niet inschakelen.
  • Pagina 162 ® AdBlue kan bij een gekwalificeerde werk‐ tankvulbuis schuiven, laten rusten en tanken. plaats, bijvoorbeeld bij een Mercedes-Benz- ® Kinderen op afstand van AdBlue hou‐ servicewerkplaats, in het kader van de snel‐ De brandstoftank slechts zo ver vullen tot het den.
  • Pagina 163 160 Rijden en parkeren afstand afleggen. Zo snel mogelijk AdBlue ® De AdBlue ® tankdop linksom draaien en ® ® AdBlue alleen in de AdBlue -tank vul‐ bijvullen. verwijderen. len. AdBlue bijvullen Starten niet mogelijk. De ® ® Vermijden dat de AdBlue -tank te ver AdBlue bijvulcontainer voorbereiden...
  • Pagina 164 Rijden en parkeren 161 ® De ontsteking gedurende ten minste 60 AdBlue bijvullen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ seconden inschakelen. len‑ en letsel als kinderen zonder toe‐ De auto starten. zicht in de auto worden achtergelaten ® Een AdBlue navulverpakking niet continu in Wanneer kinderen zonder toezicht in de auto de auto meenemen.
  • Pagina 165 162 Rijden en parkeren De elektrische parkeerrem inschakelen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en * AANWIJZING Beschadiging van de auto De toets eenmaal indrukken. of de aandrijflijn door wegrollen inklemmen bij het openen van de garage‐ deur met de garagedeurbediening Als de auto wordt vergrendeld, kunnen de zij‐...
  • Pagina 166 Rijden en parkeren 163 De afstandsbediening vanaf een afstand Uw auto bevindt zich binnen het bereik van van 1 cm tot 8 cm op de toets 1, het garage- of het buitendeurbedieningssys‐ richten. teem. De toets van de afstandsbediening De auto evenals personen en voorwerpen indrukken en ingedrukt houden tot: bevinden zich buiten het bewegingsgebied het controlelampje...
  • Pagina 167 164 Rijden en parkeren De programmeertoets van de deuraandrij‐ Controleren of de zendfrequentie van de Ondersteuning en aanvullende informatie vingseenheid indrukken. afstandsbediening wordt ondersteund. voor de programmering: U hebt circa 30 seconden de tijd om de vol‐ De batterijen in de afstandsbediening ver‐...
  • Pagina 168 Rijden en parkeren 165 Geheugen van de garagedeurbediening wis‐ Zendvergunningen voor de garagedeurbedie‐ ning Zendvergunningen Land Zendvergunning Egypte TAC.2511151293.WIR Andorra Australië R-NZ Barbados MED1578 Chili 2488/DFRS20576/F-74 Europese Unie De toets 1, indrukken en inge‐ Gibraltar drukt houden, tot de garagedeur opent of sluit.
  • Pagina 169 166 Rijden en parkeren Brazilië Land Zendvergunning Land Zendvergunning Liechten‐ Zuid- stein Afrika Mexico RCPGEMU15-0448 TA-2015/1386 Monaco Turkije niet nodig Nieuw- R-NZ Zeeland Verenigde ER41849/15 Arabische Noorwe‐ Dealer No: DA35176/14 Emiraten Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interfe‐ Verenigde FCC ID: NZLMUAHL5 Russische...
  • Pagina 170 Rijden en parkeren 167 Elektrische parkeerrem Dit is alleen het geval als tevens aan een van de de smartphone" via de Mercedes me volgende voorwaarden wordt voldaan: connect web-app geactiveerd is. Elektrische parkeerrem automatisch bedie‐ De motor is afgezet. De elektrische parkeerrem wordt automatisch De gordelslottong steekt niet in het gordel‐...
  • Pagina 171 168 Rijden en parkeren Elektrische parkeerrem handmatig bedienen De transmissie staat in de stand h of k en Aan de handgreep trekken. of vrijzetten In het combi-instrument dooft het controle‐ het gaspedaal wordt ingedrukt of er wordt geschakeld van de transmissiestand j in de lampje !.
  • Pagina 172 Rijden en parkeren 169 Rusttoestand (verlenging van de standtijd comfort leiden en is het mogelijk dat de start‐ Rij- en rijveiligheidssystemen van de startaccu) accu de motor eventueel niet kan starten. Rijsystemen en uw verantwoordelijkheid De startaccu moet in de volgende situaties van Functie van de ruststand Uw auto is voorzien van rijsystemen die u onder‐...
  • Pagina 173 170 Rijden en parkeren Functies van het ABS (antiblokkeersysteem) mogelijk niet zichtbare, schade aan de bumpers DYNAMIC BODY CONTROL ( pagina 194) → of radiateurbekleding, de werking van de radar‐ EBD (Electronic Brake-force Distribution = Het ABS regelt de remdruk in kritieke situaties: sensoren laten controleren bij een gekwalifi‐...
  • Pagina 174 Rijden en parkeren 171 Functie van het BAS (Brake Assist System) Wanneer het rempedaal wordt losgelaten, werkt Het ESP ® alleen uitschakelen, zolang de de rem weer normaal. Het BAS wordt gedeacti‐ hieronder beschreven situaties zich & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ veerd.
  • Pagina 175 172 Rijden en parkeren De rijstijl aan de actuele verkeers- en weers‐ Displaymeldingen ( pagina 368) Het ESP ® is uitgeschakeld als het waarschu‐ → omstandigheden aanpassen. wingslampje ESP ® OFF å in het combi-instru‐ ETS/4ETS (elektronisch tractiesysteem) ment permanent brandt: De tractieregeling ETS/4ETS is een onderdeel ®...
  • Pagina 176 Rijden en parkeren 173 ® Eigenschappen per rijprogramma Rijprogramma Eigenschappen ® modus C (Comfort) Deze rijprogramma's bieden een optimaal com‐ ® -Comfort promis tussen grip en stabiliteit. E (Economy) Het rijprogramma E of C bij moeilijke wegde‐ komstandigheden kiezen, zoals sneeuw of ijs en een natgeregend wegdek.
  • Pagina 177 174 Rijden en parkeren ® De auto wordt gestabiliseerd door een Een lichte slingering wordt gestabiliseerd (elektronisch stabiliteitsprogramma) gerichte en eenzijdige remingreep. door een gerichte en eenzijdige remingreep. in- of uitschakelen Bij sterk slingeren wordt bovendien het Multimediasysteem: motorvermogen verminderd en worden alle ®...
  • Pagina 178 Rijden en parkeren 175 Functie van de stuurassistent STEER CON‐ In bijzonder kritische situaties kan het Active Als het ESP ® een storing vertoont, wordt u ver‐ TROL Brake Assist System ervoor zorgen dat direct der ondersteund door de elektrische stuurbe‐ autonoom kan worden afgeremd.
  • Pagina 179 176 Rijden en parkeren klein is voor de gereden snelheid. Het waar‐ In deze gevallen kan het Active Brake Assist doende veilige afstand, de snelheid en schuwingslampje afstandswaarschuwing in System: het tijdig remmen. het combi-instrument · gaat branden. zonder reden waarschuwen of remmen Gereed zijn om te remmen en eventueel van circa 7 km/h, als u een voertuig of voet‐...
  • Pagina 180 Rijden en parkeren 177 De afstandswaarschuwingsfunctie kan u in de volgende situaties met een onderbroken waarschuwingssignaal en een waarschuwingslampje ondersteunen: Voorliggers Stilstaande voertui‐ Kruisende voertui‐ Overstekende voet‐ Stilstaande voetgan‐ gangers gers Auto's zonder rijassis‐ tot circa 250 km/h tot circa 80 km/h geen reactie tot circa 60 km/h geen reactie...
  • Pagina 181 178 Rijden en parkeren Aan de situatie aangepaste remondersteuning De situatieafhankelijke remondersteuning kan vanaf een snelheid van circa 7 km/h in de volgende situaties ingrijpen: Voorliggers Stilstaande voertui‐ Kruisende voertui‐ Overstekende voet‐ Stilstaande voetgan‐ gangers gers Auto's zonder rijassis‐ tot circa 250 km/h tot circa 80 km/h geen reactie tot circa 60 km/h...
  • Pagina 182 Rijden en parkeren 179 Eveneens de systeemgrenzen van de uitwijks‐ Op voetgangers of voertuigen die zich snel & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ tuurassistent in acht nemen. binnen het detectiebereik van de radarsenso‐ len ondanks uitwijk-stuurassistent ren bewegen. Systeemgrenzen De uitwijk-stuurassistent kan objecten en Op voetgangers die door andere objecten complexe verkeerssituaties niet altijd ondub‐...
  • Pagina 183 180 Rijden en parkeren Auto's met rijassistentiepakket: De instellin‐ Auto's met rijassistentiepakket: De mende verkeer op zeer opvallende wijze gewaar‐ schuwd. gen kunnen bij ingeschakeld contact worden uit‐ afstandswaarschuwingsfunctie en autonome gevoerd. remfunctie worden uitgeschakeld. De uit‐ Als de snelheid bij het begin van het afremmen wijkstuurassistent is niet beschikbaar.
  • Pagina 184 Rijden en parkeren 181 De TEMPOMAT kan het gevaar voor ongevallen De TEMPOMAT in de volgende situaties niet geen rekening houden met de verkeers- en door een niet aangepaste rijstijl niet verminde‐ gebruiken: weersomstandigheden en de verkeerssituatie. ren en de natuurkundige grenzen niet verleggen. De limiter is slechts een hulpmiddel.
  • Pagina 185 182 Rijden en parkeren TEMPOMAT of variabele limiter bedienen Voorwaarden TEMPOMAT & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ De TEMPOMAT is geselecteerd. len door onbekende opgeslagen snelheid ® Het ESP moet ingeschakeld zijn, maar mag Wanneer u de opgeslagen snelheid oproept niet regelen. en deze lager is dan de actuele snelheid, De rijsnelheid moet minimaal 20 km/h zijn.
  • Pagina 186 Rijden en parkeren 183 Laatst opgeslagen snelheid oproepen 4. Hendel bedienen en vasthouden: De opgesla‐ keld. Nadat de snelheid weer tot onder de TEMPOMAT of variabele limiter uitschakelen gen snelheid wordt in stappen van 1 km/h opgeslagen snelheid is gedaald, is de varia‐ verhoogd of verlaagd 6.
  • Pagina 187 184 Rijden en parkeren DISTRONIC automatische afstandsregeling Ook bij kickdown kan de permanente limiter niet natuurkundige grenzen niet verleggen. De passief worden geschakeld en blijft de rijsnel‐ DISTRONIC automatische afstandsregeling kan Functie van de DISTRONIC automatische heid onder de ingestelde snelheid. geen rekening houden met de weg- en weersom‐...
  • Pagina 188 Rijden en parkeren 185 meer dan 80 km/h bij rechtsrijdend verkeer of De opgeslagen snelheid is hoger dan de gere‐ Het systeem kan bijvoorbeeld in de volgende links inhalen bij linksrijdend verkeer op autosnel‐ den snelheid. situaties mogelijk niet correct werken of niet wegen of autowegen.
  • Pagina 189 186 Rijden en parkeren Tips Weergave van de DISTRONIC automatische afstandsregeling in de assistentieweergave In de volgende verkeerssituaties moet u bijzon‐ en in de snelheidsmeter der alert zijn. In dergelijke situaties zo nodig remmen. De DISTRONIC automatische afstands‐ regeling wordt in dat geval uitgeschakeld: In bochten en bij het in- en uitrijden van bochten.
  • Pagina 190 Rijden en parkeren 187 Auto's met rijassistentiepakket: Op autosnel‐ De verkeerssituatie altijd goed in de & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ wegen of autowegen wordt het symbool ç gaten houden en klaar zijn om te rem‐ len bij onvoldoende vertraging van de cyclisch weergegeven als de auto rijklaar is.
  • Pagina 191 188 Rijden en parkeren Wanneer de DISTRONIC automatische Rekening houden met de verkeerssitua‐ rijstrook worden ingehaald (landen met afstandsregeling met de TEMPOMAT-hen‐ tie voordat de opgeslagen snelheid linksrijdend verkeer). del wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld wordt opgeroepen. De verkeerssituatie altijd goed in de gaten door een inzittende of van buiten de auto.
  • Pagina 192 Rijden en parkeren 189 De motorkap is gesloten. De actuele snelheid opslaan 3. Snelheid verhogen of verlagen 5. De auto past de snelheid aan die van de voorligger aan, tot maximaal de opgeslagen snelheid. De opgeslagen snelheid oproepen 3. DISTRONIC automatische afstandsregeling uitschakelen 2.
  • Pagina 193 190 Rijden en parkeren Stuurpilot De voet van het rempedaal nemen. stuuringreep is eventueel niet voldoende om de De TEMPOMAT-hendel kort naar u toe trek‐ auto in de rijstrook te houden. Werking van de stuurpilot ken 3. Wanneer de herkenning van rijstrookmarkerin‐ De stuurpilot is alleen bij auto's met rijassis‐...
  • Pagina 194 Rijden en parkeren 191 Als er geen of meerdere, niet eenduidige Wanneer u actief van rijstrook wisselt, zonder Als het controlelampje gedoofd is: De rijstrookmarkeringen voor een rijstrook aan‐ de richtingaanwijzer in te schakelen. toets indrukken. wezig zijn, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamhe‐ Stuurpilot inschakelen den.
  • Pagina 195 192 Rijden en parkeren nooit proberen te verlaten als deze met Wanneer de HOLD-functie door bediening in de wasstraat de wegrijhulp voor op hellingen wordt van het gaspedaal of het rempedaal Voorwaarden vastgehouden. wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld door De auto staat stil. een inzittende.
  • Pagina 196 Rijden en parkeren 193 DYNAMIC BODY CONTROL AIR BODY CONTROL Het rempedaal indrukken, tot de melding ë van het multifunctioneel display ver‐ DYNAMIC BODY CONTROL heeft de volgende Werking van de AIR BODY CONTROL dwijnt. eigenschappen: De AIR BODY CONTROL is luchtvering met varia‐ De HOLD-functie wordt in de volgende situaties bele demping voor een beter rijcomfort.
  • Pagina 197 194 Rijden en parkeren Beschikbare onderstelinstellingen Rijprogramma Eigenschappen Comfortabele onderstelafstelling (Comfort) Normaal niveau Vanaf een snelheid van 125 km/h zakt de auto 15 mm. Bij een snelheid onder 80 km/h wordt de auto weer omhooggebracht. Comfortabele onderstelafstelling (Economy) De auto zakt 15 mm ten opzichte van het normale niveau. Stuggere onderstelafstelling (Sport) De auto zakt 15 mm ten opzichte van het normale niveau.
  • Pagina 198 Rijden en parkeren 195 Voertuighoogte instellen Auto omhoogbrengen van de spatbordranden of onder de auto bevinden; dit controleren. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door te grote voertuighoogte & WAARSCHUWING Inklemgevaar door Wanneer u met een grotere voertuighoogte zakkende auto rijdt, kunnen de rij-eigenschappen door het Auto's met AIR BODY CONTROL resp.
  • Pagina 199 196 Rijden en parkeren PARKTRONIC-parkeerassistent In de volgende situaties wordt de auto weer manoeuvreren en in- en uitparkeren. Bij het omlaaggebracht: manoeuvreren, in- en uitparkeren mogen zich Functies van de PARKTRONIC-parkeerassis‐ onder andere geen personen, dieren of voorwer‐ Er wordt sneller dan 80 km/h gereden. tent pen in het manoeuvreergebied bevinden;...
  • Pagina 200 Rijden en parkeren 197 Systeemgrenzen schuwing vindt plaats bij obstakels die zich tus‐ sen het voorste en achterste detectiebereik De PARKTRONIC-parkeerassistent houdt eventu‐ bevinden. Om een object te kunnen detecteren, eel geen rekening met de volgende obstakels: moet dit tijdens het voorbij rijden door de senso‐ Obstakels onder het herkenningsgebied, bij‐...
  • Pagina 201 198 Rijden en parkeren afstand van een autolengte is afgelegd, kunnen Na het starten van de motor moeten obstakels alle segmenten aan de zijkant voor en achter opnieuw worden gedetecteerd voordat een worden weergegeven. nieuwe waarschuwing kan volgen. Systeemgrenzen Voor de passieve flankbescherming gelden in principe de systeemgrenzen van de PARKTRO‐...
  • Pagina 202 Rijden en parkeren 199 De toets indrukken. Vroeg waarschuwen selecteren. bijvoorbeeld bloembakken of aanhang‐ wagendissels. Anders kunnen de auto Afhankelijk van de uitrusting van de auto kan De functie in- O of uitschakelen ª. of andere objecten worden beschadigd. de toets zich ook in de middenconsole bevin‐ Geluidsverlaging in- of uitschakelen den.
  • Pagina 203 200 Rijden en parkeren Achteruitrijcamera Zo kunt u zich bij het achteruitrijden oriënteren De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoor‐ en obstakels vermijden. beeld 's nachts. Functie van de achteruitrijcamera De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel. De cameralens is afgedekt, vervuild of besla‐ Hij kan uw waarneming van de omgeving niet gen.
  • Pagina 204 Rijden en parkeren 201 Auto's zonder parkeerpilot De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem: Gele hulplijn op circa 1,0 m afstand tot het Groothoekweergave achtergedeelte Hartlijn van de auto (richthulp) Bumper Normale weergave Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het Gele hulplijn op circa 4,0 m afstand tot het achtergedeelte achtergedeelte...
  • Pagina 205 202 Rijden en parkeren Als de parkeerpilot is ingeschakeld, worden Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het de rijstroken groen weergegeven. kogelkop van de aanhangwagenvoorziening achtergedeelte Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitge‐ Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening Gele waarschuwingsmelding van de PARK‐...
  • Pagina 206 Rijden en parkeren 203 360°-camera de baan van de auto bevinden. De omgeving in de gaten houden en te allen tijde klaar zijn om te Functie van de 360°-camera remmen. De 360°-camera is een systeem dat bestaat uit Multimediasysteem: vier camera's. De camera's registreren de Voertuig Systeeminstellingen Ach-...
  • Pagina 207 204 Rijden en parkeren Top View Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent gereed voor gebruik is en geen objecten worden herkend, worden de segmenten van de waar‐ schuwingsmelding grijs afgebeeld. Als het volledige systeem uitvalt. worden de segmenten van de waarschuwingsmelding rood afgebeeld. Het controlelampje in de toets van de PARKTRONIC gaat branden en op het multifunctioneel display verschijnt het symbool é.
  • Pagina 208 Rijden en parkeren 205 Hulplijnen van de eigen auto aan. De afstanden gelden In deze situaties de 360°-camera niet gebruiken. alleen op rijbaanhoogte. De hulplijnen in de Anders kunt u anderen bij het parkeren verwon‐ aanhangwagenmodus worden ter hoogte van den of in botsing komen met voorwerpen.
  • Pagina 209 206 Rijden en parkeren Automatische functie achteruitrijcamera in- Camera-afdekking van de achteruitrijcamera De parkeerplek en eventueel de parkeerrichting en uitschakelen (parkeerpilot) openen (parkeerpilot) kunnen vrij worden gekozen. De parkeerpilot De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel. Multimediasysteem: berekent een geschikte baan voor de auto en Hij kan uw waarneming van de omgeving niet ondersteunt het in- en uitparkeren.
  • Pagina 210 Rijden en parkeren 207 Het kofferdeksel wordt geopend. De parkeerpilot kan mogelijk ook parkeerplekken De parkeerpilot in deze situaties niet aangeven die niet voor parkeren geschikt zijn, gebruiken. Systeemgrenzen van de parkeerpilot bijvoorbeeld: Voorwerpen die zich boven of onder het herken‐ Sneeuw of zware regenval kunnen ertoe leiden Parkeerplekken waar parkeren niet is toege‐...
  • Pagina 211 208 Rijden en parkeren Met de parkeerpilot inparkeren keerplekken en de baan van de auto De gekozen parkeerplek bevestigen. weergegeven. Afhankelijk van de uitrusting van de auto kan & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ de toets zich ook op een andere positie in de De weergegeven baan van de auto op het middenconsole bevinden.
  • Pagina 212 Rijden en parkeren 209 men. Eventueel kunnen nog manoeuvreerproce‐ In acht nemen dat u tijdens de gehele parkeer‐ Als de auto dwars op de rijrichting is ingepar‐ dures noodzakelijk zijn. procedure verantwoordelijk bent voor de auto en keerd: In het gebied de uitparkeerrichting de omgeving.
  • Pagina 213 210 Rijden en parkeren Drive Away Assist Klaar zijn om te kunnen remmen en & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ De Drive Away Assist kan de ernst van een aan‐ eventueel uit te wijken, in zoverre de len door opzij bewegen van de auto bij rijding bij het wegrijden verminderen.
  • Pagina 214 Rijden en parkeren 211 ATTENTION ASSIST Bij het schakelen naar k of h als de auto Als de radarsensoren door voertuigen of andere stilstaat. objecten zijn afgedekt, vindt er geen herkenning Functie van de ATTENTION ASSIST plaats. Het herkende obstakel is minder dan circa De ATTENTION ASSIST ondersteunt u bij lange, 1,0 m verwijderd.
  • Pagina 215 212 Rijden en parkeren Als vermoeidheid of een toenemende onoplet‐ De door de ATTENTION ASSIST vastgestelde Bij een sportieve rijstijl (hoge bochtsnelhe‐ tendheid wordt herkend, verschijnt op het instru‐ aandachtstoestand (attentieniveau). den of krachtige acceleraties). mentendisplay de waarschuwing: Attention Bij actieve stuurpilot van de DISTRONIC auto‐ Wanneer de ATTENTION ASSIST geen attentieni‐...
  • Pagina 216 Rijden en parkeren 213 Dodehoek- en actieve dodehoekassistent Bij smalle voertuigen in het controlegebied, & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ bijvoorbeeld fietsen. len ondanks de dodehoekassistent Functie van de dodehoek- en actieve dode‐ hoekassistent Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen De dodehoekassistent reageert niet op voer‐ De dodehoekassistent bewaakt met behulp van ongegronde waarschuwingen worden gegeven.
  • Pagina 217 214 Rijden en parkeren In sporadische gevallen kan het systeem een Daardoor kan de actieve dodehoekassistent & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ onjuiste remingreep uitvoeren. Deze remingreep in deze situaties niet waarschuwen of ingrij‐ len ondanks de remingreep van de kunt u afbreken met licht tegensturen of gas pen.
  • Pagina 218 Rijden en parkeren 215 Actieve spoorassistent Als u met een aanhangwagen rijdt en de een corrigerende remingreep naar uw rijstrook elektrische verbinding met de aanhangwagen worden teruggevoerd. Functie van de actieve spoorassistent correct functioneert. U wordt gewaarschuwd door een trilling in het stuurwiel als aan de volgende voorwaarden Dodehoek- of actieve dodehoekassistent in- wordt voldaan:...
  • Pagina 219 216 Rijden en parkeren weg- en weersomstandigheden en de verkeerssi‐ Als sportief wordt gereden, bij hoge bocht‐ tuatie. De actieve spoorassistent is slechts een snelheden of snelle acceleraties. hulpmiddel. De bestuurder is zelf verantwoorde‐ ® Als het ESP is uitgeschakeld. lijk voor de veilige afstand, de gereden snelheid, Als u met een aanhangwagen rijdt en de het tijdig remmen en het aanhouden van de rij‐...
  • Pagina 220 Rijden en parkeren 217 Actieve spoorassistent inschakelen strook aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de De remingreep kan te allen tijde worden omgeving van wegwerkzaamheden. afgebroken, bijvoorbeeld door licht tegenstu‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Als de rijstrookmarkeringen versleten, donker ren. len ondanks de waarschuwing van de of bedekt zijn.
  • Pagina 221 218 Rijden en parkeren Bij de instellingen Standaard of Adaptief vindt in Aanhangwagenvoorziening de volgende situaties geen trillingswaarschuwing Aanwijzingen voor rijden met een aanhang‐ plaats: wagen De richtingaanwijzers zijn ingeschakeld. Bij de volgende modellen is rijden met een aan‐ Een rijveiligheidssysteem grijpt in, bijvoor‐ hangwagen niet mogelijk: ®...
  • Pagina 222 Rijden en parkeren 219 Kogelhals uitklappen Toegestane maximumsnelheid van de aan‐ In het zwenkbereik van de kogelhals bestaat hangwagen gevaar voor letsel! Voor het wegrijden het volgende controleren: De kogelhals alleen ontgrendelen als het zwenkbereik vrij is. Op de achteras van de trekkende auto is de bandenspanning voor maximale belading Altijd controleren dat de kogelhals bij ingesteld.
  • Pagina 223 220 Rijden en parkeren Aanhangwagen aan- of afkoppelen De afdekkap van de kogelkop verwijderen en veilig opbergen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij Erop letten dat de kogel van de kogelhals schoon een gewijzigde voertuighoogte is. Controleren of de trekhaak volgens de voor‐ Auto's met niveauregeling: De voertuig‐...
  • Pagina 224 Rijden en parkeren 221 Aanhangwagen aankoppelen Aanhangwagens met een 7-polige stekker kun‐ nen via de volgende adapters op de auto worden * AANWIJZING Beschadiging van de accu aangesloten: door volledige ontlading Adapterstekker Door het opladen van de aanhangwagenaccu Adapterkabel via de spanningsvoorziening van de aanhang‐ De aanhangwagen wordt alleen door de auto wagen kan de accu worden beschadigd.
  • Pagina 225 222 Rijden en parkeren Ook bij een correct aangesloten aanhangwagen Adapterstekker & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het kan een displaymelding op het multifunctioneel losmaken van de aanhangwagenkabel Voor het inklappen van de kogelhals display verschijnen: Auto's met niveauregeling: Wanneer de altijd de adapterkabel of de adapter‐ Het verlichtingssysteem van de aanhangwa‐...
  • Pagina 226 & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ men. len bij ondeskundig omgaan met de fiets‐ Alleen door Mercedes-Benz goedge‐ drager keurde fietsdragers gebruiken. De fietsdrager kan in de volgende gevallen Ook altijd de handleiding van de fietsdra‐...
  • Pagina 227 Mercedes-Benz adviseert om voor het beladen heeft een langere remweg van de fietsdrager alle aanbouwdelen op de fiet‐ sen te verwijderen, bijvoorbeeld fietsmanden, Daardoor kan het rijgedrag verslechteren.
  • Pagina 228 Rijden en parkeren 225 Bij het beladen van de fietsdrager de vol‐ gende gegevens in acht nemen: Aantal Totaalge‐ Max. Max. fietsen wicht afstand afstand fietsdra‐ ger en belading tot 75 kg 420 mm 300 mm...
  • Pagina 229 226 Instrumenten-display en boordcomputer Instrumentendisplay (standaard) DISTRONIC automatische afstandsregeling Overzicht instrumentendisplay pagina 184) → & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ * AANWIJZING Motorschade door te hoog len bij het uitvallen van het instrumen‐ toerental tendisplay Als in het maximumtoerentalbereik wordt Wanneer het instrumentendisplay uitgevallen gereden, wordt de motor beschadigd.
  • Pagina 230 Instrumenten-display en boordcomputer 227 8 Geluid uit-/inschakelen gassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐ Deze apparaten alleen bedienen, wan‐ fen. neer de verkeerssituatie dit toelaat. W Volume verhogen X Volume verlagen De oververhitte motor laten afkoelen Wanneer dit niet kan worden gewaar‐ alvorens de motorkap te openen.
  • Pagina 231 228 Instrumenten-display en boordcomputer De boordcomputer wordt via de Touch-Control Als u zich in een submenu bevindt en de terug‐ en de terugtoets links in het stuurwiel toets langer ingedrukt houdt, verschijnt de bediend. menulijst. De volgende menu's zijn beschikbaar: Service Weergaven op het multifunctioneel display Assistentie...
  • Pagina 232 Instrumenten-display en boordcomputer 229 Verdere weergaven op het multifunctioneel dis‐ Dashboardverlichting instellen Menu's en submenu's play: Functies in het menu Service van de boord‐ Schakeladvies ( pagina 154) → computer oproepen ë Parkeerpilot ingeschakeld Boordcomputer: é PARKTRONIC-parkeerassistent uitgescha‐ Service keld Functie selecteren: Veegbewegingen ¯...
  • Pagina 233 230 Instrumenten-display en boordcomputer Motoroliepeil Grijze radargolven naast auto: Dodehoekas‐ sistent ingeschakeld. Groene radargolven naast auto: Dodehoekas‐ Assistentieweergave oproepen sistent actief. Boordcomputer: Weergaven van de DISTRONIC automatische Assistentie afstandsregeling ( pagina 184) → De volgende weergave zijn in het menu Assisten‐ tieweergave beschikbaar: Weergaven in het menu Reis oproepen Assistentieweergave...
  • Pagina 234 Instrumenten-display en boordcomputer 231 is, wordt in plaats van de globale actieradius Tripcomputer "na vertrek" en "na terugzet‐ een symbool van een auto die wordt getankt ten" weergegeven. ECO-aanduiding ECO-aanduiding ( pagina 150) → De functie die moet worden teruggezet, Tripcomputer Na vertrek Na reset...
  • Pagina 235 232 Instrumenten-display en boordcomputer Navigatie-aanwijzingen in de boordcomputer Nieuwe route... Route wordt berekend...: oproepen Een nieuwe route wordt berekend. Straat niet opgenomen: De weg is niet Boordcomputer: bekend, bijvoorbeeld bij een nieuwe weg. Navigatie Geen route: Er kan geen route naar de geko‐ zen bestemming worden berekend.
  • Pagina 236 Instrumenten-display en boordcomputer 233 Radiozender met de boordcomputer selecte‐ Mediaweergave met de boordcomputer Radiozender selecteren: Veegbewegingen bedienen omhoog of omlaag links op de Touch-Control uitvoeren. Boordcomputer: Boordcomputer: Frequentiebereik of zendergeheugen selecte‐ Radio Media Links op de Touch-Control drukken. Frequentiebereik/zendergeheugen selec‐ teren: Veegbewegingen omhoog of omlaag links op de Touch-Control uitvoeren.
  • Pagina 237 234 Instrumenten-display en boordcomputer of omlaag links op de Touch-Control uitvoe‐ Boordcomputer: Telefoonnummer selecteren: Een veegge‐ ren. baar omhoog of omlaag links op de Touch- Telefoon Control uitvoeren. Mediabron wisselen & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding Links op de Touch-Control drukken. Links op de Touch-Control drukken.
  • Pagina 238 Instrumenten-display en boordcomputer 235 Contacten worden geïmporteerd...: De con‐ Weerg.-inhoud tacten van de mobiele telefoon of van een Instelling selecteren: Veegbewegingen opslagmedium worden geïmporteerd. omhoog of omlaag links op de Touch-Control Gesprek aannemen/weigeren uitvoeren. Wanneer u wordt opgebeld, toont het head-up- Links op de Touch-Control drukken.
  • Pagina 239 236 Instrumenten-display en boordcomputer Head-up-display in- en uitschakelen Wanneer u wordt opgebeld, toont het head-up- Head-up-display display een melding 6 Binnenk. gesprek. Werking van het head-up-display In de audiofunctie worden bij actieve bediening Het head-up-display projecteert informatie van van de audiobron tijdelijk zendernamen of titels het navigatiesysteem en van het bestuurdersas‐...
  • Pagina 240 Multimediasysteem 237 Als u een gepolariseerde zonnebril draagt, Draaiknop, volume instellen en geluid in- of Overzicht en bediening kan het display moeilijker of beperkt aflees‐ uitschakelen Overzicht multimediasysteem baar zijn. De toets Ü, multimediasysteem in- of uit‐ schakelen Overzicht centrale bedieningselementen Touchpad Aanwijzingen met betrekking tot display * AANWIJZING Bekrassen van het display...
  • Pagina 241 238 Multimediasysteem Touch-Control Radiozender selecteren Radiozender selecteren Lijst oproepen Lijst oproepen Touch-Control bedienen omhoog of omlaag vegen omhoog of omlaag schuiven 4 Geheugenpositie in zender markeren Geheugenpositie in zender markeren Systeemtaal selecteren Systeemtaal selecteren diagonaal vegen diagonaal schuiven 2 Vizier op de kaart verschuiven Vizier op de kaart verschuiven indrukken draaien 3...
  • Pagina 242 Multimediasysteem 239 Controller bedienen Lijst openen: Op de Touch-Control druk‐ Bedieningsmogelijkheden van de controller: ken. Linksom of rechtsom draaien 3. Lijst sluiten: De toets indrukken. Naar links of rechts schuiven 1. Digitale kaart verschuiven: In alle richtin‐ Omhoog of omlaag schuiven 4. gen vegen.
  • Pagina 243 240 Multimediasysteem Touchpad met handschriftherkenning: Kort indrukken: Terug naar laatste weergave Touchpad selecteren. Lang indrukken: Basismenu oproepen Touchpad activeren in- O of uitschakelen De navigatie in menu's en lijsten geschiedt via ª. het aanrakingsgevoelige oppervlak met één- Touchpad bedienen vinger-veeggebaren. Menupunt selecteren: Omhoog, omlaag, Voorwaarde naar links of naar rechts vegen.
  • Pagina 244 Multimediasysteem 241 Handschriftherkenning: Voorleesfunctie in-/ Met een vinger naar links of naar rechts De toets Õ mediabron inschakelen uitschakelen vegen. De toets % telefoonfunctie inschake‐ Radio: De vorige of volgende zender wordt Voorwaarde ingesteld. De touchpad is uitgerust met handschriftherken‐ De toets Ø...
  • Pagina 245 242 Multimediasysteem Menupunt selecteren: Op de touchpad naar Voor de media kunnen bijvoorbeeld de vol‐ De volgende functies zijn beschikbaar: gende mediabronnen worden geselecteerd: links of rechts vegen en drukken. Voorgedefinieerde favorieten uit deze cate‐ Geheugenkaart gorieën toevoegen: De controller naar links of rechts schuiven en Media Interface 1 Navigatie indrukken.
  • Pagina 246 Multimediasysteem 243 Favorieten verlaten Favoriet op de gewenste positie opslaan: De toets ò zo lang ingedrukt houden, tot de favorieten worden weergegeven. Op de touchpad naar links of rechts vegen en De toets ò opnieuw indrukken. drukken. Favoriet op gewenste plaats opslaan. Favoriet toevoegen Favoriet hernoemen Voorgedefinieerde favorieten toevoegen...
  • Pagina 247 244 Multimediasysteem Geluid in- en uitschakelen Inschakelen: Mediabron wisselen of volume geluidsbronnen kan afzonderlijk worden inge‐ steld. instellen. Deze in de volgende situaties aanpassen: Volume instellen Tijdens een verkeersbericht. Tijdens een gesproken rij-aanwijzing. Het volume van de gesproken rij-aanwij‐ zing wijzigt afhankelijk van het volume van de actuele mediabron.
  • Pagina 248 Multimediasysteem 245 aangeboden, die afhankelijk van de invoer‐ Voorbeelden voor het invoeren van tekens zijn: voortgang beschikbaar zijn. Via de trefwoordzoekfunctie naar een titel of Invoerregel selecteren. artiest zoeken. Met de controller Mobiele telefoon door invoer van een pass‐ Een teken in de balk met tekens selecteren. Cursor binnen de invoerregel bewegen.
  • Pagina 249 246 Multimediasysteem Invoeren van tekens op touchpad Invoerregel selecteren Systeeminstellingen p selecteren. Tekens invoeren Display Omhoog of omlaag vegen. Tekens met een vinger op het oppervlak Displayinstellingen configureren schrijven. Multimediasysteem: Cursor binnen de invoerregel bewegen Het teken wordt in de invoerregel ingevoerd. Voertuig Systeeminstellingen Dis-...
  • Pagina 250 Multimediasysteem 247 Tijd en datum Tijd- en datumformaat instellen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Voertuig Tijd Tijd en datum automatisch instellen Voertuig Tijd Formaat De functie is alleen beschikbaar in auto's met Auto met GPS gps-ontvangst. Datum- en tijdformaat instellen #. Zomertijd selecteren. Multimediasysteem: Tijd en datum handmatig instellen Aan,...
  • Pagina 251 248 Multimediasysteem De tijd kan met 12 uur terug en met 14 uur Berichten( pagina 261) gelegd. De taalselectie is van invloed op de → vooruit worden ingesteld. mogelijkheden voor de tekeninformatie. Niet alle Internetverbinding( pagina 273) → talen worden ondersteund voor de gesproken rij- Auto zonder GPS ®...
  • Pagina 252 Een melding verschijnt. Bij het exporteren van gegevens niet de Wanneer de gegevens geïmporteerd zijn, gegevensdrager verwijderen. Gegevensimport en gegevensexport wordt het multimediasysteem opnieuw Mercedes-Benz is niet aansprakelijk voor gestart. Functie voor het importeren/exporteren van eventueel verlies van gegevens. gegevens Exporteren Wanneer de pinbeveiliging is ingeschakeld, ver‐...
  • Pagina 253 Viercijferige pincode invoeren. geselecteerd: De procedure wordt afge‐ Als u uw pincode vergeten bent, kunt u de & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding broken. pinbeveiliging door een Mercedes-Benz-ser‐ door informatiesystemen en communica‐ vicewerkplaats laten deactiveren. selecteren. tieapparatuur Alternatief: Pinbeveiliging uitschakelen, door Het multimediasysteem wordt teruggezet op Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐...
  • Pagina 254 Updates van de digitale kaarten en de soft‐ Multimediasysteem: ® Bluetooth -apparaatnaam van de momen‐ ware zijn verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz- teel verbonden mobiele telefoon Navigatie servicewerkplaats. Balk met tekens van het telefoonmenu Alternatief: De toets ß indrukken.
  • Pagina 255 252 Multimediasysteem Aanwijzingen voor het telefoneren Invoeren van tekens via de touchpad Deze apparaten alleen bedienen als de auto Telefoonboek weergeven stilstaat. & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding Pas nadat een mobiele telefoon met het multi‐ door het bedienen van de geïntegreerde Bij het gebruik van mobiele communicatieappa‐...
  • Pagina 256 Multimediasysteem 253 Mobiele telefoon verbinden (autorisatie via Meer informatie is verkrijgbaar bij een Een mobiele telefoon met Twin Card is met Secure Simple Pairing) Mercedes-Benz-servicewerkplaats of onder: de tweede simkaart tegelijkertijd in het net‐ http://www.mercedes-benz.com/connect werk aangemeld. Mobiele telefoon selecteren.
  • Pagina 257 Bluetooth ® -profielen PBAP en MAP Meer over het geadviseerde ontvangst- en zend‐ worden bevestigd. In de apparatenlijst de mobiele telefoon volume: http://www.mercedes-benz.com/ Mobiele telefoon loskoppelen (deautorise‐ selecteren. connect ren) Er kan telkens slechts één mobiele telefoon Multimediasysteem: verbonden zijn.
  • Pagina 258 Multimediasysteem 255 Universele smartphone houder gebruiken Mobiele telefoon aanbrengen. De mobiele telefoon wordt automatisch in de Voorwaarden smartphone houder gehouden. De mobiele telefoon is voor het gebruik van Erop letten dat de ventilatie van de mobiele de handsfree-installatie met het multimedia‐ telefoon niet nadelig wordt beïnvloed.
  • Pagina 259 256 Multimediasysteem Gesprekken Functies tijdens gesprek activeren DTMF-tonen verzenden: De tekens met behulp van de balk met tekens invoeren. Telefoneren Multimediasysteem: Gesprek met meerdere deelnemers voeren Tel/® Telefoon Voorwaarden De mobiele telefoon is met het multimedia‐ Bellen systeem verbonden ( pagina 253).
  • Pagina 260 Multimediasysteem 257 Actief gesprek beëindigen Telefoonboek Symbooloverzicht = selecteren. Symbool Verklaring Overzicht telefoonboek Het telefoonboek van de mobiele telefoon wordt Bij sommige mobiele telefoons wordt het Contact, dat in het na de verbinding automatisch in het multimedia‐ vastgehouden gesprek direct na het beëindi‐ multimediasysteem is systeem weergegeven: gen van het actieve gesprek geactiveerd.
  • Pagina 261 258 Multimediasysteem Contacten van de mobiele telefoon downloa‐ Weergave en sortering van de contacten wij‐ Contacten in het telefoonboek importeren zigen U kunt via Opties contacten als elektronische Multimediasysteem: Multimediasysteem: visitekaartjes met behulp van een geheugen‐ ® kaart, USB of via Bluetooth in het telefoonboek Tel/®...
  • Pagina 262 Multimediasysteem 259 Contact uit het telefoonboek wissen ® Als uw mobiele telefoon het Bluetooth -profiel Bron Voorwaarden Multimediasysteem: PBAP niet ondersteunt, stelt het multimediasys‐ teem eigen oproeplijsten samen. Deze zijn niet ò Geheugenkaart De sd-geheugenkaart Tel/® Telefoon Telefoonboek is aangebracht. synchroon met de oproeplijsten op de mobiele In de auto opgeslagen contacten kunnen worden telefoon.
  • Pagina 263 Bluetooth geschikte G selecteren. mobiele telefoons is verkrijgbaar bij een Contact selecteren. Alle snelkeuzes wissen selecteren. Mercedes-Benz-servicewerkplaats of via: http:// G selecteren. selecteren. www.mercedes-benz.com/connect Snelkeuze toewijzen selecteren. Geheugenpositie voor de snelkeuze selecte‐ Berichten (sms en e-mails) ren.
  • Pagina 264 Multimediasysteem 261 Instellingen van berichten Berichten lezen Telefoonnummer vanuit een bericht bellen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Sms of E-mail oproepen. Tel/® Telefoon Instellin- Tel/® Telefoon Telefoonnummer in het bericht selecteren. In het berichtenmenu Nummer opbellen selecteren. De ongelezen berichten worden weergegeven. E-mailaccount instellen Bericht selecteren.
  • Pagina 265 262 Multimediasysteem De module omlaag schuiven en verwijde‐ App. verbinden selecteren. Simkaart aanbrengen: De simkaart ren. De apparatenlijst wordt weergegeven. het contactvlak omlaag in de simkaartope‐ ning schuiven, tot deze vergrendelt. MB SAP-module verbinden selecteren. Telefoonmodule activeren en verbinden De Bluetooth ®...
  • Pagina 266 App. verbin- patibel zijn, vindt u op internet: Eventueel in het multimediasysteem de pin‐ Telefoons van MB SAP-module code van de simkaart invoeren en bevesti‐ http://www.mercedes-benz.com/connect. Mobiele telefoon selecteren. gen. Multimediasysteem: De mobiele telefoon wordt gezocht en ver‐ De volgende aanwijzingen in acht nemen: ®...
  • Pagina 267 264 Multimediasysteem Telefoonmodule als datamodem gebruiken PIN opslaan inschakelen O. 00082 Situatie-afhankelijk verduisteren van Multimediasysteem: controlelampje instellen Instellingen van de telefoonmodule Tel/® Telefoon 00083 Helderheid van controlelampje niet Instellingen bij het gebruik van de telefoon‐ De mobiele telefoon met de module verbin‐ module met de mobiele telefoon wijzigen den (...
  • Pagina 268 Als er geen records in het telefoongeheugen Handmatig verbre‐ Geschiedt door het aanwezig zijn, worden de telefoonboekre‐ http://www.mercedes-benz.com/connect ken van de verbin‐ loskoppelen van de cords van de simkaart geladen. ding ® Oproeplijsten in telefoonmodule wissen...
  • Pagina 269 Houd er alstublieft rekening mee, dat Mercedes Zodra het controlelampje oranje brandt, me connect een service van Mercedes-Benz is. De mobiele telefoon via een datakabel met de toets loslaten. In noodgevallen beslist het bekende landelijke de usb-aansluiting verbinden.
  • Pagina 270 Multimediasysteem 267 Mercedes-Benz klantenservice via multime‐ contactpersoon van de Mercedes-Benz klan‐ diasysteem bellen tenservice. Voorwaarden Meer informatie over Mercedes me connect, de aangeboden service en de bediening vindt u Om de diensten van Mercedes me connect in de onder: http://manuals.daimler.com/baix/cars/ auto te kunnen gebruiken, moet aan de volgende connectme/de_DE/index.html...
  • Pagina 271 Als de pechhulp- of MB-Info-oproep actief zijn, Het Mercedes me connect ongevalsmanagement kan desondanks een noodoproep worden geacti‐ Tijdens de verbinding met de Mercedes-Benz is een aanvulling op het Mercedes-Benz noodop‐ veerd. Deze heeft voorrang boven alle andere klantenservice worden gegevens overgebracht roepsysteem ( pagina 271).
  • Pagina 272 Multimediasysteem 269 Instemming met gegevensoverdracht bij Overgebrachte gegevens tijdens een service- gegevens verzonden aan de Mercedes-Benz klantenservice. Daardoor verkrijgt u individuele Mercedes me connect oproep aanbevelingen voor het onderhoud van de auto. Voorwaarde In bepaalde landen is het nodig om de gegevens‐...
  • Pagina 273 270 Multimediasysteem Mercedes-Benz noodoproepsysteem Meldingen op het display van het multime‐ kan het Mercedes-Benz noodoproepsysteem diasysteem: automatisch een noodoproep activeren. Aanwijzingen over het Mercedes-Benz nood‐ READY: Noodoproep beschikbaar De noodoproep is geactiveerd: oproepsysteem SOS NOT READY: Het contact is niet ingescha‐...
  • Pagina 274 Wanneer ook geen verbinding met de openbare gebracht. Als het Mercedes-Benz noodoproepsysteem alarmcentrale kan worden gemaakt, verschijnt geen noodoproep met de Mercedes-Benz alarm‐ Indien de verkeerssituatie dit toelaat, zolang een overeenkomstige melding op het display. centrale kan opbouwen, wordt de noodoproep...
  • Pagina 275 272 Multimediasysteem Verstuurde gegevens bij Mercedes-Benz Voor meer informatie over het verloop van het dens het rijden wordt bediend, wordt u afge‐ noodoproepsysteem ongeval kunnen tot een uur na het activeren van leid van de verkeerssituatie. Bovendien kunt de noodoproep de volgende maatregelen worden De volgende gegevens wordt aan de Mercedes- u de controle over de auto verliezen.
  • Pagina 276 ® via Bluetooth niet vrijgegeven. Eigen provider mobiel netwerk selecteren. Meer informatie is verkrijgbaar onder http:// Tijdens het rijden zijn de internetfuncties Een overzicht van de provider-instellingen www.mercedes-benz.com/connect of bij een beperkt bruikbaar. verschijnt. Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Internetverbinding instellen Instellingen bevestigen selecteren.
  • Pagina 277 Multimediasysteem: Verbindingsstatus weergeven Tel/® Tel/® Internet Tel/® Tel/® Internet Instel- Multimediasysteem: lingen Internetinstellingen beheren Bijvoorbeeld de Mercedes-Benz mobiele web‐ Tel/® Tel/® Internet Instel- site oproepen. Mobiele telefoon markeren. lingen Menu weergeven: De toets % indrukken. G selecteren. Verbindingsstatus selecteren. Verbinding beëindigen: © selecteren.
  • Pagina 278 Mercedes-Benz apps oproepen Website oproepen URL-invoerveld Multimediasysteem: Voorwaarden Leestekens Tel/® Tel/® Internet Voor het gebruik van de Mercedes-Benz Apps Verbinding verbreken registreren. Een webadres invoeren. Opties De algemene leveringsvoorwaarden bevesti‐ Invoeren beëindigen en website oproe‐ gen. pen: ¬ selecteren. Webbrowseropties oproepen Multimediasysteem: Tijdens het rijden kunnen geen websites wor‐...
  • Pagina 279 276 Multimediasysteem Webbrowserinstellingen oproepen Internetgeschiedenis wissen Bladwijzer bewerken Multimediasysteem: Multimediasysteem: Bewerken selecteren. Tel/® Tel/® Internet Tel/® Tel/® Internet Instel- Een webadres invoeren. lingen Privé-gegevens wissen Een website oproepen. Favorieten wissen Instelling selecteren. Menu weergeven: De toets % indrukken. Wissen selecteren. Opties-menu oproepen: Ü...
  • Pagina 280 Multimediasysteem 277 Het multimediasysteem beheert in totaal tot len onder het auteursrecht. In veel landen Media 15000 ondersteunde bestanden. mogen zonder toestemming van de rechtheb‐ Audioweergave bende geen kopieën, ook niet voor privé-doelein‐ Ondersteunde formaten: den, worden gemaakt. Zorg ervoor dat u met de Informatie over audiofunctie geldende voorschriften m.b.t.
  • Pagina 281 278 Multimediasysteem Sd-geheugenkaart plaatsen/verwijderen Overzicht audiofunctie Multimediasysteem: Media Media Geheugenkaart & GEVAAR Levensgevaar door het inslik‐ Aanbrengen ken van sd-kaarten De multimedia-aansluiteenheid bevindt zich in Sd-kaarten zijn kleine voorwerpen. het opbergvak onder de armsteun. Ze kunnen worden ingeslikt en tot verstikking De sd-geheugenkaart in de sd-kaartsleuf ste‐...
  • Pagina 282 Multimediasysteem 279 Usb-apparaten aansluiten Titel selecteren Normale titelvolgorde selecteren. Multimediasysteem: De actuele titellijst wordt afgespeeld in de * AANWIJZING Schade bij hoge tempera‐ volgorde, waarin deze op de gegevensdrager Media Media turen aanwezig is. De mediabron selecteren. Titellijst-mix selecteren. Hoge temperaturen kunnen usb-apparaten Afspeelbare muziekbestanden worden afge‐...
  • Pagina 283 Voor details en een lijst met ondersteunde appa‐ Genius-mixen (Apple apparaten) Ì selecteren. raten bezoekt u de website http:// ® Podcasts (Apple apparaten) www.mercedes-benz.com/connect. Volgt de Mediazoeken ® Gesproken boeken (Apple apparaten) informatie onder de rubriek "Media Interface". Mediazoeken starten Een categorie selecteren. Media Interface inschakelen...
  • Pagina 284 Multimediasysteem 281 Overzicht Media Interface ® Bluetooth -audio Tijd met tijdbalk Artiest en album ® Informatie over Bluetooth -audio ® Als uw Bluetooth audioapparatuur de eerste ® Bluetooth audioapparatuur zoeken en auto‐ keer samen met het multimediasysteem wordt riseren gebruikt, moet deze worden geautoriseerd Voorwaarden pagina 282).
  • Pagina 285 282 Multimediasysteem Multimediasysteem: Na het invoeren van alle cijfers OK selecte‐ Apparaatspecifieke aanwijzingen met betrek‐ ren. king tot het autoriseren en verbinden van Media Media Bluetooth voor Bluetooth ® geschikte mobiele telefoons Mobiele telefoon: Hetzelfde passkey invoe‐ Audio Opties Bluetooth Audio-appara- is verkrijgbaar onder http://www.mercedes- ren en bevestigen.
  • Pagina 286 Multimediasysteem 283 ® Details van de Bluetooth -audioapparatuur Hoofddisplay met beschikbare zenders en Radio weergeven bijbehorende informatie Radio inschakelen Multimediasysteem: Artiest- en titelweergave Multimediasysteem: Media Media Bluetooth Radio Audio Opties Bluetooth Audio-apparaten Frequentieband instellen Alternatief: De toets $ indrukken. Bluetooth ®...
  • Pagina 287 284 Multimediasysteem Rechtstreeks invoeren Radiozenderlijst sorteren ¬ selecteren. Resultaten worden weergegeven. Opties selecteren. Multimediasysteem: Een zender selecteren. Directe invoer selecteren. Radio Opties Frequentieband selecteren. Zenderlijst sorteren selecteren. Radiozenderlijst oproepen De frequentie van de gewenste zender invoe‐ Sorteeroptie selecteren. ren in het invoerveld. Multimediasysteem: Radio Radiozender opslaan...
  • Pagina 288 Multimediasysteem 285 Radiozendergeheugen bewerken Zendergeheugenweergave in- en uitschake‐ Digitaal: Wisseling naar alternatieve frequen‐ tie geschiedt in de DAB-frequentieband. Multimediasysteem: Analoog: Wisseling naar alternatieve frequen‐ Multimediasysteem: Radio Geheugen Zendergeheugen tie geschiedt in de FM-frequentieband. Radio Geheugen bewerken Frequentie vast: Er is geen alternatieve fre‐ Zendergeheugens weergave: aan selecteren.
  • Pagina 289 286 Multimediasysteem Muziektitel taggen Verkeersinformatie in- en uitschakelen Multimediasysteem: Radio Multimediasysteem: Multimediasysteem: Radio Opties Radio Opties Wanneer de zenders de overeenkomstige infor‐ De functie in- O of uitschakelen ª. matie beschikbaar stellen, kunt u met deze func‐ tie informatie over de momenteel afgespeelde In het multifunctioneel stuurwiel de toets muziektitel naar een Apple ®...
  • Pagina 290 Multimediasysteem 287 Hoge tonen, middelhoge tonen en lage tonen luidsprekers. Het is beschikbaar voor alle radio- ® Burmester surround sound system en mediafuncties. ® in het Burmester surround sound system ® Informatie over Burmester -surround sound instellen Geluidsmenu oproepen system Multimediasysteem: Multimediasysteem: ®...
  • Pagina 291 288 Multimediasysteem ® Geluidsoptimalisering in het Burmester -sur‐ round sound system instellen Multimediasysteem: Media à Surround sound In het rechter draaimenu de focus instellen. Menu verlaten: De toets % indrukken.
  • Pagina 292 De voorgeschreven onderhoudsinterval‐ werkplaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz- Bij deze of vergelijkbare bedrijfsomstandigheden servicewerkplaats. len altijd aanhouden. bijvoorbeeld de motorolie vaker laten verversen De voorgeschreven onderhoudswerk‐...
  • Pagina 293 290 Onderhoud en verzorging Standtijd met accukabels losgemaakt Bij een gekwalificeerde werkplaats moet de vol‐ ledige functionaliteit van de actieve motorkap De weergave van het onderhoudsinterval weer worden hersteld. ASSYST PLUS berekent de onderhoudster‐ De actieve motorkap is niet in alle landen mijn alleen als de accukabels aangesloten beschikbaar.
  • Pagina 294 Onderhoud en verzorging 291 Motorkap openen en sluiten Het contact uitschakelen. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden bij het openen van de motorkap Nooit in de gevarenzone van bewe‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ gende onderdelen, bijvoorbeeld het Wanneer bij een oververhitte motor of bij len door ontgrendelde motorkap tijdens draaibereik van de ventilator, reiken.
  • Pagina 295 292 Onderhoud en verzorging & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden door hete onderdelen in de motorruimte Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐ nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐ teem. De motor laten afkoelen en alleen de hierna beschreven onderdelen aanra‐...
  • Pagina 296 Onderhoud en verzorging 293 met iets meer snelheid laten dichtvallen, tot Motor niet op bedrijfstemperatuur (bijvoor‐ De oliepeilstaaf langzaam tot de aanslag hij correct vergrendelt. beeld als de motor slechts kort gestart is): in de geleidepijp schuiven en na drie secon‐ 30 minuten.
  • Pagina 297 294 Onderhoud en verzorging Een correcte meting van het oliepeil is niet functioneel display is oranje en ligt onder radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐ mogelijk, als: "min": 1 l Motorolie bijvullen. teem. de auto tijdens het meten niet op een vlakke Motoroliepeil verlagen en de balk voor de De motor laten afkoelen en alleen de...
  • Pagina 298 Onderhoud en verzorging 295 Koelvloeistofniveau controleren schreven onderhoudsintervallen beno‐ digde specificaties gebruiken. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ Niet de motorolie of het oliefilter wijzi‐ wonden door hete onderdelen in de gen, om langere verversings- respectie‐ motorruimte velijk vervangingsintervallen als voorge‐ Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐...
  • Pagina 299 Bij warme motor tot 1,5 cm boven de marke‐ brand in de motorruimte de motorkap wordt ringsrand geopend, kunt u in contact komen met hete Indien nodig een door Mercedes-Benz goed‐ gassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐ gekeurde koelvloeistof bijvullen. fen.
  • Pagina 300 Onderhoud en verzorging 297 De sleutel verwijderen, om er zeker van te Reiniging en verzorging len in de motorruimte of onderdelen van het zijn dat de windgeleider op de voorruit uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontste‐ Aanwijzingen met betrekking tot het auto inschuift.
  • Pagina 301 298 Onderhoud en verzorging Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik Een minimale afstand van 30 cm tot de auto Een mild schoonmaakmiddel, bijvoorbeeld van een hogedrukreiniger aanhouden. autoshampoo, gebruiken. Auto's met decorfolie: Onderdelen van de De auto met lauw water en een zachte auto‐ &...
  • Pagina 302 De auto en de lichtmetalen velgen niet poetsen. spons, autoshampoo en veel water wassen. Niet te vaak gebruik maken van een wasstraat en daarbij Alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde verzorgings‐ geen wasprogramma met een behandeling met hete wax middelen gebruiken. gebruiken.
  • Pagina 303 Voor het herstellen van een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Windgeleider reinigen de werking de kap met de door Mercedes-Benz De cabriokap met een geschikte hoes afdek‐ geadviseerde en vrijgegeven kapreinigingsmidde‐ Voorwaarden: ken als de auto lange tijd buiten staat gepar‐...
  • Pagina 304 Sterkere vervuiling: Het net met de door Mercedes-Benz geadviseerde en goed‐ gekeurde verzorgings- en reinigingsmiddelen reinigen. Vervolgens met schoon water afspoelen of Aan de toets trekken.
  • Pagina 305 ( pagina 82). → sers en het contact uitschakelen. Het net van het hoekwindscherm met een vochtige doek en de door Mercedes-Benz & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ geadviseerde en goedgekeurde onderhouds- wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐ en reinigingsmiddelen reinigen.
  • Pagina 306 Zijruiten De ruiten aan de binnen- en buitenzijde met een vochtige Voor het reinigen van de binnenzijde geen droge doeken, doek en een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmid‐ schuurmiddelen of oplosmiddelen bevattende reinigingsmid‐ del reinigen. delen gebruiken.
  • Pagina 307 203). → De cameralens met schoon water en een zachte doek rei‐ nigen. Uitlaateindpijp Met een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmiddel Geen zuurhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. reinigen, met name in de winter en na het wassen van de auto. Aanhangwagenvoor‐ Roestaanslag op de kogel met bijvoorbeeldeen staalbor‐...
  • Pagina 308 Onderhoud en verzorging 305 Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐ Wanneer de airbags dan worden geactiveerd, Daardoor kunnen de veiligheidsgordels bij‐ ging van het interieur kunnen kunststof delen losraken. voorbeeld bij een ongeval scheuren of uitval‐ len. Voor de reiniging van de cockpit geen &...
  • Pagina 309 Aanwijzingen met betrekking tot reiniging en verzorging Vermijden van voertuigschade Kunststof bekleding Met een vochtige microvezeldoek reinigen. Geen stickers, folie of iets dergelijks aanbrengen. Bij sterke vervuiling: Door Mercedes-Benz geadviseerd Niet in contact laten komen met cosmetica, insectenspray verzorgingsmiddel gebruiken. en zonnebrandcrème. Echt hout/sierdelen Met een microvezeldoek reinigen.
  • Pagina 310 Onderhoud en verzorging 307 Aanwijzingen met betrekking tot reiniging en verzorging Vermijden van voertuigschade Stoelhoezen van Met een vochtige doek en een 1%-zeepoplossing reinigen. Geen microvezeldoek gebruiken. kunstleder Stoelhoezen van Met een vochtige microvezeldoek en een 1%-zeepoplossing stof reinigen en laten drogen.
  • Pagina 311 308 Pechhulp Het veiligheidvestvak openen en het vei‐ Veiligheidsvest vervangen: Noodgeval ligheidsvest eruit nemen. Bij beschadigingen of als op de reflecterende Veiligheidsvest verwijderen strips niet te verwijderen vervuiling aanwezig De veiligheidsvesten bevinden zich in de veilig‐ heidsvestvakken in de portieropbergvakken van Bij overschrijding van het maximale aantal het bestuurders- en passagiersportier.
  • Pagina 312 Pechhulp 309 Gevarendriehoek Gevarendriehoek opklappen EHBO-set Gevarendriehoek verwijderen De reflectoren aan de zijkant tot een drie‐ hoeksvorm omhoogtrekken en met de boven‐ ste drukknop verbinden. De poten zijdelings naar onderen uitklap‐ pen. De EHBO-set bevindt zich links in de bagage‐ ruimte in het opbergnet.
  • Pagina 313 310 Pechhulp Brandblusser verwijderen Afhankelijk van de uitrusting van de auto hebt u Bandenpech in geval van bandenpech over de volgende moge‐ Aanwijzingen met betrekking tot bandenpech lijkheden: Auto's met MOExtended-banden: Beperkt & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ doorrijden is mogelijk. Daarbij de waarschu‐ len door drukloze banden wingsaanwijzingen over MOExtended banden Een drukloze band beïnvloedt de rij-eigen‐...
  • Pagina 314 Pechhulp 311 MOExtended-banden (banden met noodloop‐ Auto's met bandenspanningscontrole: MOEx‐ ® Als het ESP continu ingrijpt eigenschappen) tended-banden mogen alleen in combinatie met Bij scheuren in de zijwanden van de ban‐ geactiveerde bandenspanningscontrole worden & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ gebruikt. len tijdens het rijden in het noodpro‐...
  • Pagina 315 312 Pechhulp Opbergplaats TIREFIT-set Op een afstand van circa 1 m tot de banden‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ vulcompressor en circa 1,6 m boven de len bij gebruik van bandenplakmiddel De TIREFIT-set bevindt zich onder de bagage‐ grond geldt het volgende geluidsniveau: ruimtebodem.
  • Pagina 316 Pechhulp 313 mag niet in contact met huid, ogen of kleding * AANWIJZING Oververhitting door te komen of ingeslikt worden. De dampen niet lange looptijd van de bandenvulcompres‐ inademen. Bandenplakmiddel uit de buurt van kinderen houden. De bandenvulcompressor niet langer Bij contact met het bandenplakmiddel het dan tien minuten zonder onderbreking volgende in acht nemen:...
  • Pagina 317 314 Pechhulp De bandenvulcompressor tijdens deze fase niet uitschakelen! De bandenvulcompressor maximaal tien minuten laten draaien. Vervolgens moet een bandenspanning van ten minste 200 kPa (2,0 bar, 29 psi) bereikt zijn. Wanneer bandenplakmiddel weggelekt is, de getroffen plaatsen zo snel mogelijk reinigen. Bij voorkeur schoon water gebruiken.
  • Pagina 318 De aangegeven maximumsnelheid voor vakkundig afvoeren, bijvoorbeeld bij Beschadigde banden en een te lage banden‐ een met bandenplakmiddel afgedichte een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. spanning kunnen het remgedrag en de rij- band in acht nemen. eigenschappen sterk nadelig beïnvloeden. De bandenvulcompressor uitschakelen.
  • Pagina 319 Dat kan leiden tot functiebeper‐ kingen van veiligheidsrelevante systemen, Als de bandenspanning correct is, de vul‐ Landen met Mercedes-Benz Service24h: Een zoals het verlichtingssysteem, het ABS (anti‐ slang losdraaien van het ventiel van de gere‐ sticker met het telefoonnummer van Mercedes- pareerde band.
  • Pagina 320 & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ pagina 171) → wonden door accuzuur Mercedes-Benz adviseert in verband met de vei‐ Accuzuur is een agressieve stof. ligheid alleen accu's te gebruiken die door Batterijen op milieuvriende‐ Contact met de huid, ogen of kleding Mercedes-Benz speciaal voor de auto zijn getest lijke wijze afvoeren.
  • Pagina 321 14,4 V gebruiken. Elektrolyt of accuzuur is agressief. de ruststand inschakelen, of Het mag niet met de huid, ogen of de accu op een door Mercedes-Benz geadvi‐ kleding in aanraking komen. * AANWIJZING Verkorting van de levens‐ seerde oplader aansluiten, of Geschikte beschermende kleding dra‐...
  • Pagina 322 Pechhulp 319 De accu niet bij zeer lage temperaturen Erop letten dat de plusklem van een Beslist vuur, open licht, vonkvorming en opladen. aangesloten accu niet met onderdelen roken vermijden. van de auto in contact komt. Bij het opladen en bij starthulp voor vol‐ Alle andere auto's Nooit metalen voorwerpen of gereed‐...
  • Pagina 323 Beslist vuur en open licht vermijden. dige en langdurige startpogingen Niet over een accu buigen. Door veelvuldige en langdurige startpogingen Bij het opladen: Alleen door Mercedes-Benz kan door onverbrande brandstof de katalysa‐ geteste en goedgekeurde opladers gebruiken tor worden beschadigd.
  • Pagina 324 Als de starthulp of het opladen beëindigd is: Toegestane sleepmethoden auto met stationair toerental laten draaien. De startkabel/laadkabel eerst van het mas‐ Mercedes-Benz adviseert om de auto bij pech te De minpool van de externe accu en het mas‐ sapunt en de minpool van de externe...
  • Pagina 325 322 Pechhulp Toegestane sleepmethoden Beide assen op de grond Vooras opgetild Achteras opgetild Auto's met handgeschakelde ver‐ Ja, maximaal 50 km met 50 km/h Ja, maximaal 50 km met 50 km/h Ja, maximaal 50 km met 50 km/h snellingsbak Auto's met automatische transmis‐ Ja, maximaal 50 km met 50 km/h Ja, wanneer het stuurwiel met een stuurwielklem in de middenpositie...
  • Pagina 326 Pechhulp 323 Auto's met automatische transmissie: nen, omdat anders de automatische trans‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Wanneer de automatische transmissie niet in missie automatisch in de stand j wordt len bij het slepen van een auto met een de stand i kan worden gezet, de auto ver‐ gezet.
  • Pagina 327 324 Pechhulp De elektrische parkeerrem vrijzetten. De auto op de transporter zetten. * AANWIJZING Beschadiging door te hoge Auto's met automatische transmissie: De trekkrachten & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ automatische transmissie in de stand j zet‐ Plotseling wegrijden kan door hoge trek‐ len door beperkte veiligheidsrelevante ten.
  • Pagina 328 Pechhulp 325 Auto's met 4MATIC/auto's met automatische Opbergplaats sleepoog de auto aan alle vier wielen met transmissie geschikte spanbanden is vastgezet de toegestane maximumsnelheid van 60 km/h bij het transport niet overschreden wordt. * AANWIJZING Schade aan de auto door verkeerd vastsjorren Na het opladen moet de auto aan alle vier wielen worden vastgezet.
  • Pagina 329 326 Pechhulp Sleepoog aanbrengen stang aan de aanhangwagenvoorziening bevesti‐ Auto's met automatische transmissie gen. mogen niet door aanslepen worden Bij het verwijderen van het sleepoog erop gestart. letten dat de afdekking bij het aanbren‐ gen in de bumper vergrendelt. Auto's met automatische transmissie mogen niet door aanslepen worden gestart.
  • Pagina 330 Zekeringenkast in motorruimte Alleen door Mercedes-Benz vrijgegeven aangebracht. zekeringen met het aangegeven ampe‐ Voorwaarden rage gebruiken. De aanwijzingen met betrekking tot elektrische...
  • Pagina 331 328 Pechhulp Het deksel achter aan de zekeringenkast in Alvorens de motorkap te openen, altijd de houder aanbrengen. de ruitenwissers en het contact uitscha‐ kelen. Het deksel van de zekeringenkast omlaag‐ klappen en de schroeven vastdraaien. De afdekking aan beide zijden aanbren‐ gen en de borgklemmen vergrendelen.
  • Pagina 332 Pechhulp 329 De afdekking in de richting van de pijl opklappen. Het zekeringaansluitschema bevindt zich in een uitsparing aan de zijkant van de zekeringenkast. De afdekking in de richting van de pijl openklappen en verwijderen. Zekeringenkast in de bagageruimte Voorwaarden De aanwijzingen met betrekking tot elektrische zekeringen in acht nemen ( pagina 326).
  • Pagina 333 330 Banden en velgen Geluidsontwikkeling of ongebruikelijk rijge‐ Banden regelmatig op schade controle‐ De banden om veiligheidsredenen laten drag ren en beschadigde banden direct ver‐ vervangen voordat de wettelijk voorge‐ vangen. schreven minimumprofieldiepte bereikt Tijdens het rijden letten op trillingen, geluiden en ongewoon rijgedrag, bijvoorbeeld trekken naar een kant.
  • Pagina 334 Om veiligheidsredenen alleen de voor tingen tegen de carrosserie of onderdelen Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettin‐ van het onderstel schuren. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ gen of sneeuwkettingen met dezelfde kwali‐ Daardoor kan schade aan de auto of de ban‐...
  • Pagina 335 332 Banden en velgen Het uiterlijk van een band geeft geen uitsluitsel Geadviseerde bandenspanningen in & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ over de bandenspanning. acht nemen en de bandenspanning van len bij herhaaldelijk drukverlies in de alle banden inclusief het reservewiel Auto's met bandenspanningscontrole: De band controleren:...
  • Pagina 336 Banden en velgen 333 Bandenspanningstabel Bandenspanningscontrole toestand bij verschillende bedrijfsomstandighe‐ den van belading en/of snelheid van de auto. De bandenspanningstabel bevindt zich aan de Werking van de bandenspanningscontrole Als bij de bandenspanningen een of meerdere binnenzijde van de tankdopklep. Het systeem controleert met behulp van banden‐ bandenmaten worden vermeld, dan geldt de spanningsensoren de bandenspanning en de betreffende bandenspanning alleen voor deze...
  • Pagina 337 334 Banden en velgen Bandenspanning met bandenspanningscon‐ nemen dat de bandenspanningscontrole de voor Bandenspanningscontrole actief: De inleer‐ de actuele bedrijfsomstandigheden correcte trole controleren procedure van het systeem is nog niet afge‐ bandenspanning eerst moet inleren. sloten. De bandenspanningen worden dan Voorwaarde reeds gecontroleerd.
  • Pagina 338 Banden en velgen 335 Bandenspanningscontrole opnieuw starten Actuele waarschuwingsmeldingen worden Land Zendvergunning gewist en het gele waarschuwingslampje Voorwaarde h dooft. Dubai De geadviseerde bandenspanning is bij alle Na enkele minuten rijden controleert het sys‐ REGISTERED NO: ER37156/15. vier de banden correct ingesteld voor de teem of de actuele bandenspanningswaarden betreffende bedrijfstoestand ( pagina 331).
  • Pagina 339 336 Banden en velgen Land Zendvergunning Land Zendvergunning Land Zendvergunning Jordanië Kingdom of Jordan Type approval Moldavië Zuid- for Tyre Pressure sensor. Afrika Manufacturer: Schrader Electro‐ nics Ltd. Model: AG5SP4 TA-2015/072 Approved Filipijnen Type Approval Number: TA-2015/117 Approved TRC/LPD/2015/21 Kingdom of Jordan Type approval for Tyre Pressure sensor.
  • Pagina 340 Banden en velgen 337 Brazilië Land Zendvergunning Land Zendvergunning системи контролю тиску в Oekraïne шині автомобіля відповідає вимогам Технічного регламенту радіообладнання і телекомунікаційного кінцевого Schrader Electronics цім (термінального) обладнання стверджує, що обладнання (Постанова КМУ № 679 від 24 Радіопередавач моделі AG5SP4 червня...
  • Pagina 341 338 Banden en velgen Vietnam Het bandenspanningswaarschuwingssysteem Ook de volgende aanvullende informatie in acht vervangt niet de regelmatige controle van de nemen: bandenspanning. Displaymeldingen over de banden pagina 388) → Systeemgrenzen Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐ Er volgt geen waarschuwing van het banden‐ spanning ( pagina 331) →...
  • Pagina 342 Bandenspanning nu OK?. vervanging van banden Omschrijving selecteren. Fabrikant Informatie over de toegestane velg-bandcombi‐ Met a het opnieuw opstarten bevestigen. naties kunt u verkrijgen bij een Mercedes-Benz- Type Het multifunctioneel display toont de mel‐ servicewerkplaats. ding Bandenspanningswaarschuwing opnieuw gestart. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐...
  • Pagina 343 -maten over obstakels Alleen de door Mercedes-Benz gecontro‐ leerde en geadviseerde banden, velgen en Om veiligheidsredenen alleen banden, velgen Om grote velgen zitten banden met een accessoires gebruiken.
  • Pagina 344 Geen nabewerking aan het remsysteem, de Bij buitentemperaturen onder 10 °C velgen en de banden uitvoeren. Accessoires die niet door Mercedes-Benz voor M+S‑ banden gebruiken. uw auto zijn goedgekeurd, of waar niet vakkun‐ Het gebruik van vulplaten en remstofplaten is...
  • Pagina 345 342 Banden en velgen Onder winterse omstandigheden bieden win‐ Voor meer informatie over banden en velgen De voor‑ en achterwielen uitsluitend uit‐ contact opnemen met een gekwalificeerde werk‐ terbanden met het sneeuwvloksymbool i wisselen, wanneer banden en velgen naast de M+S markering de beste grip. plaats.
  • Pagina 346 Banden en velgen 343 Aanwijzingen met betrekking tot het opslaan Het maximumdraagvermogen van de krik Centreerpen van wielen vindt u op de sticker op de krik. Uitklapbare wielkeg De krik is onderhoudsvrij. Bij een storing in Gedemonteerde wielen koel, droog en zo Ratel voor krik de werking contact opnemen met een mogelijk donker bewaren.
  • Pagina 347 344 Banden en velgen Auto voorbereiden op het verwisselen van Aluminium naafdop Veiligstellen dat de motor niet kan worden een wiel gestart. Het wiel dat diagonaal staat ten opzichte van Voorwaarden het te verwisselen wiel, aan de voor- en ach‐ Het noodzakelijke gereedschap voor het ver‐...
  • Pagina 348 Banden en velgen 345 De dopsleutel op de naafdop plaat‐ De ondergrond waar de krik op rust moet Geen portieren of kofferdeksel openen of sen. stevig, vlak en stroef zijn. Indien nodig een sluiten. grote, vlakke, stevige en stroeve ondergrond De wielsleutel op de dopsleutel zetten...
  • Pagina 349 346 Banden en velgen * AANWIJZING Voertuigschade door krik Wanneer u de krik niet op de daarvoor bedoelde kriksteunpunten aanbrengt, kunt u uw auto beschadigen. De krik alleen op de daarvoor bedoelde kriksteunpunten aanbrengen. De ratel-ringsleutel uit het gereedschap voor het verwisselen van een wiel nemen en zoda‐...
  • Pagina 350 Banden en velgen 347 Wiel verwijderen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door verliezen van een wiel Voorwaarde De auto is opgekrikt ( pagina 345). → Als wielbouten met olie of vet zijn inge‐ smeerd, of als de schroefdraad van wielbou‐ Vermijd bij het verwisselen van een wiel elke ten‑...
  • Pagina 351 Als de wielbouten of -moeren niet met het Om veiligheidsredenen alleen de voor voorgeschreven aanhaalmoment zijn vastge‐ Mercedes-Benz en het betreffende wiel goed‐ zet, kunnen de wielen loskomen. gekeurde wielbouten gebruiken. Na het verwisselen van een wiel het De wielbouten erin draaien en licht vast‐...
  • Pagina 352 Banden en velgen 349 De bandenspanning van het nieuwe wiel con‐ Noodwiel Het ESP ® niet uitschakelen. troleren en naar behoefte aanpassen. Aanwijzingen met betrekking tot het nood‐ Een noodwiel of reservewiel met ver‐ Auto's met bandenspanningswaarschu‐ wiel schillende afmetingen bij de eerstvol‐ wingssysteem: Het bandenspanningswaar‐...
  • Pagina 353 350 Banden en velgen Auto's met bandenspanningscontrole: Bij De karabijnhaken van de bevestigingsriemen van de haken losmaken. een gemonteerd noodwiel kan de banden‐ spanningscontrole niet betrouwbaar werken. Het noodwielfoedraal met het noodwiel ver‐ Deze pas opnieuw starten nadat het nood‐ wijderen.
  • Pagina 354 Als in de auto op ondeskundige wijze gebruik Mobilofoons Meer informatie is verkrijgbaar bij een wordt gemaakt van een mobilofoon, kan de Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Aanwijzingen met betrekking tot het inbou‐ elektromagnetische straling daarvan de elek‐ wen van mobilofoons Alleen voor bepaalde landen: De autospeci‐...
  • Pagina 355 352 Technische gegevens pment) worden aangehouden. De wettelijke * AANWIJZING Vervallen van de typegoed‐ bepalingen voor aanbouwdelen moeten worden keuring door het niet in acht nemen van aangehouden. installatie- en gebruiksvoorwaarden Als de auto met een mobilofoon is uitgerust, Wanneer de installatie- en gebruiksvoorwaar‐ moeten de in de voorbereiding aanwezige span‐...
  • Pagina 356 Technische gegevens 353 Voor de volgende frequentiebanden is er geen Voertuigtypeplaatje, VIN en motornummer Frequentieband Maximaal zendver‐ beperking voor de antennepositie aan de buiten‐ mogen Voertuigtypeplaatje zijde van de auto: 2–m–band 25 W Bundelnet/Tetra 144 - 174 MHz 70–cm–band 2G/3G/4G Bundelnet/Tetra 380 - 460 MHz 70–cm–band...
  • Pagina 357 354 Technische gegevens Toegestane voorasbelasting (kg) Toegestane achterasbelasting (kg) Lakcode De gegevens in de afbeelding zijn voorbeel‐ den. Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - Koeweit) Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - alle andere landen) Autofabrikant Autofabrikant Fabricageplaats EG-typegoedkeuringsnummer (alleen voor Productiedatum bepaalde landen) Voertuigtype VIN (voertuigidentificatienummer) Toegestaan totaalgewicht (kg) Toegestaan totaalgewicht (kg) (alleen voor bepaalde landen)
  • Pagina 358 Technische gegevens 355 VIN voor de rechter voorstoel VIN bij de onderste rand van de voorruit Bedrijfsstoffen Aanwijzingen met betrekking tot bedrijfsstof‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door voor de gezondheid schadelijke bedrijfsstoffen Bedrijfsstoffen kunnen giftig en schadelijk voor de gezondheid zijn. Bij het gebruik, de opslag en de afvoer van de bedrijfsstoffen de opdrukken van VIN (voertuigidentificatienummer)
  • Pagina 359 Wanneer brandstof in de ogen terecht staan door het gebruik van niet-goedgekeurde gekomen is, de ogen direct grondig met Vóór het tanken de motor en, indien producten, valt niet onder de Mercedes-Benz schoon water uitspoelen. Zo snel moge‐ aanwezig, de standverwarming uitscha‐ garantie en coulance.
  • Pagina 360 E10‑. toevoegen. brandstof niet beschikbaar is, kan tijdelijk ook loodvrije normale benzine met ten minste Het volgende niet tanken: Mercedes-Benz adviseert merkbrandstoffen met 91 RON worden gebruikt. Daardoor kan het Dieselbrandstof additieven te gebruiken. motorvermogen lager zijn en het brandstofver‐...
  • Pagina 361 Nooit benzine aan de dieselbrandstof Plantaardige olie teem ontstaan. In dit geval moet, in overleg met bijmengen. Petroleum een Mercedes-Benz-servicewerkplaats, het door Kerosine Mercedes-Benz geadviseerde reinigingsadditief * AANWIJZING Beschadiging door ver‐ aan de brandstof worden toegevoegd. Beslist de keerde brandstof op de verpakking aangegeven aanwijzingen en Aanwijzingen met betrekking tot lage buiten‐...
  • Pagina 362 Technische gegevens 359 Inhoud * AANWIJZING Beschadiging door toevoe‐ Verontreiniging van AdBlue ® vermijden. Model Totale inhoud ® gen van additieven aan AdBlue of het ® verdunnen van AdBlue MILIEU-AANWIJZING Vervuiling door E 300 66,0 l AdBlue ® ® De BlueTec uitlaatgasnabehandeling kan E 400 4MATIC vernietigd worden door:...
  • Pagina 363 Kwaliteit en hoeveelheid motorolie De motorolie met het voorgeschreven MB-Freigabe of MB-Approval interval laten verversen. Benzinemotor MB-Freigabe of MB- Mercedes-Benz adviseert, het verversen van de Approval olie bij een gekwalificeerde werkplaats uit te Alle modellen 229.5, 229.6 laten voeren. In Mercedes-Benz motoren mag alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde motorolie worden gebruikt.
  • Pagina 364 229.61, 229.71 Alle andere modellen 6,5 l een gekwalificeerde werkplaats. Alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde rem‐ Als de in de tabel genoemde motorolie niet vloeistof volgens MB-Freigabe of MB-Approval Aanwijzingen met betrekking tot remvloei‐ beschikbaar is, mag eenmalig max. 1,0 l van de 331.0 gebruiken.
  • Pagina 365 Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht Altijd een door Mercedes-Benz goedge‐ ontvlambaar. Wanneer het op hete onderde‐ * AANWIJZING Beschadiging door ver‐ keurde koelvloeistof gebruiken. len in de motorruimte of onderdelen van het...
  • Pagina 366 Technische gegevens 363 Onder het vriespunt: bijvoorbeeld MB Winter‐ * AANWIJZING Beschadigingen aan de exterieurverlichting door ongeschikt rui‐ treinigingsmiddel De correcte mengverhouding is te vinden in de gegevens op de verpakking. Ongeschikte ruitreinigingsmiddelen kunnen Ruitensproeiervloeistof het hele jaar door men‐ het kunststof oppervlak van de exterieurver‐...
  • Pagina 367 364 Technische gegevens Zwenkhoogte Hoogte Gewichten en belastingen Model Zwenk‐ Model Met betrekking tot de aangegeven autogegevens hoogte het volgende in acht nemen: E 200 4MATIC 1436 mm Opties verhogen het ledig gewicht, waardoor E 200 4MATIC 1432 mm E 400 4MATIC het nuttig laadvermogen wordt verlaagd.
  • Pagina 368 Technische gegevens 365 Toegestaan aanhangwagengewicht, geremd Afhankelijk van het voertuigtype zijn wijzigingen Een minimumkogeldruk van 50 kg aan‐ aan het motorkoelsysteem noodzakelijk. Het (bij minimaal klimvermogen bij wegrijden houden. van 12 %) naderhand inbouwen van een aanhangwagen‐ De maximaal toegestane kogeldruk voorziening is alleen toegestaan, als in de voer‐...
  • Pagina 369 366 Technische gegevens Model Asbelasting E 220d 1270 kg E 400 4MATIC E 350 d 4MATIC 1290 kg...
  • Pagina 370 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 367 Opgeslagen displaymeldingen oproepen Informatie over displaymeldingen kunt u ook Displaymeldingen met Touch-Control links laten weergeven. Boordcomputer: Inleiding Service 1 melding Displaymeldingen met lage prioriteit kunnen wor‐ Aanwijzingen met betrekking tot displaymel‐ den verwijderd met Wanneer geen displaymeldingen aanwezig zijn, dingen Touch-Control links...
  • Pagina 371 368 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Veiligheidssystemen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De betreffende headbag vertoont een storing ( pagina 30). → & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensgevaar door storingen in de werking van de headbag Als de headbag een storing vertoont, kan deze onbedoeld worden geactiveerd of bij een ongeval met grote ver‐ Windowbag links Storing traging van de auto niet worden geactiveerd.
  • Pagina 372 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 369 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen À * De ATTENTION ASSIST vertoont een storing. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Attention Assist functio- neert niet É * De auto stelt zich op de gekozen rijhoogte in. Auto komt omhoog É...
  • Pagina 373 370 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen É * U bent weggereden hoewel de voertuighoogte te laag was. Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten. De auto wordt op de geselecteerde voertuighoogte ingesteld. STOP Auto te laag Pas verder rijden wanneer de displaymelding verdwijnt.
  • Pagina 374 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 371 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De AIR BODY CONTROL werkt slechts beperkt. Het rijgedrag kan daardoor worden beïnvloed. Overeenkomstig de actuele hoogte rijden, echter niet sneller dan 80 km/h. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Storing Maximaal 80 km/h De DYNAMIC BODY CONTROL vertoont een storing.
  • Pagina 375 372 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De actieve spoorassistent is tijdelijk niet beschikbaar. Actieve spoorassistent nu niet beschikbaar zie hand- De omgevingsomstandigheden liggen buiten de systeemgrenzen ( pagina 215). → leiding Auto's met stuurpilot: Het camerabeeld door de voorruit kan beperkt zijn. Verder rijden.
  • Pagina 376 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 373 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Auto's zonder stuurpilot: Het zicht van de camera is gereduceerd. Actieve spoorassistent Camerazicht gereduceerd Mogelijke oorzaken: zie handleiding Vervuiling van de voorruit in het blikveld van de camera Sterke neerslag of mist Rij- en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen of tijdelijk niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 377 374 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De actieve dodehoekassistent is tijdelijk niet beschikbaar. Actieve dodehoekassistent nu niet beschikbaar zie De systeemgrenzen zijn bereikt ( pagina 213). → handleiding Verder rijden. Het systeem is weer beschikbaar als de oorzaken niet meer aanwezig zijn. Wanneer de displaymelding niet verdwijnt, veilig stoppen en de motor opnieuw starten.
  • Pagina 378 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 375 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De parkeerpilot en de PARKTRONIC-parkeerassistent vertonen een storing. Parkeerpiloot en PARKTRO- NIC functioneren niet Zie Veilig stoppen en de motor opnieuw starten. handleiding Wanneer de displaymelding nog steeds verschijnt, naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * De parkeerpilot en de PARKTRONIC-parkeerassistent zijn tijdelijk niet beschikbaar.
  • Pagina 379 376 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen è * De stuurpilot is tijdelijk niet beschikbaar. De omgevingsomstandigheden liggen buiten de systeemgrenzen ( pagina 190). → Verder rijden. Stuurpiloot nu niet beschik- Het systeem is weer beschikbaar wanneer de omgevingsomstandigheden binnen de systeemgrenzen liggen. baar Zie handleiding Naar behoefte de voorruit in het blikveld van de camera reinigen.
  • Pagina 380 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 377 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De TEMPOMAT en de limiter vertonen een storing. TEMPOMAT en limiter func- tioneren niet Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * De limiter vertoont een storing. Limiter functioneert niet Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 381 378 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Motor Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het koelvloeistofniveau is te laag. Koelmiddel bijvullen zie handleiding * AANWIJZING Motorschade door te weinig koelvloeistof Langere ritten met te weinig koelvloeistof vermijden. Koelvloeistof bijvullen . * De koelvloeistof is te warm.
  • Pagina 382 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 379 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De accu wordt niet opgeladen. * AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gereden zie handleiding Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppen en de motor afzetten. Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 383 380 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De accu wordt niet meer opgeladen en heeft een te lage acculaadtoestand bereikt. * AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gereden Stoppen zie handleiding Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 384 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 381 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald. * AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motorolie Bij tankstop motoroliepeil Langere ritten met te weinig motorolie vermijden. controleren Het motoroliepeil bij de volgende tankstop controleren.
  • Pagina 385 382 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Displaymelding alleen bij bepaalde motortypen: Het motoroliepeil is te hoog. * AANWIJZING Motorschade door rijden met te veel motorolie Motoroliepeil Oliepeil verla- Langere ritten met te veel motorolie vermijden. Direct naar een gekwalificeerde werkplaats gaan en motorolie laten afzuigen.
  • Pagina 386 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 383 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Displaymelding alleen bij bepaalde motortypen: De motoroliedruk is te laag. * AANWIJZING Motorschade door rijden met een te lage motoroliedruk Motoroliedruk Stoppen Motor uit Langere ritten met een te lage motoroliedruk vermijden. Direct op een veilige plaats stoppen.
  • Pagina 387 384 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Auto's met dieselmotor: Het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Brandstoffilter reinigen Ø * De AdBlue ® -voorraad is opgebruikt. U kunt de motor niet meer starten. Ten minste 4,5 l AdBlue ®...
  • Pagina 388 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 385 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Ø * Het AdBlue ® systeem vertoont een storing. Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Starten niet mogelijk over XXX km ¸ * Auto's met dieselmotor: Het luchtfilter van de motor is vervuild en moet worden vervangen. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 389 386 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De ventilatormotor is defect. Tot de volgende gekwalificeerde werkplaats verder rijden zonder hoge motorbelasting. Daarbij erop letten dat de koelvloeistoftemperatuurmeter onder 120 °C blijft.
  • Pagina 390 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 387 Banden Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het bandenspanningswaarschuwingssysteem heeft een aanzienlijk drukverlies herkend. Bandenspanning Banden controleren & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende gevaren op: De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende belading en snelheid.
  • Pagina 391 388 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vertoont een storing. Bandenspanningsbewaking functioneert niet Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * Ten minste één band heeft een te lage bandenspanning, of de bandenspanningen van de afzonderlijke banden wij‐ ken te sterk van elkaar af.
  • Pagina 392 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 389 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Van één of meerdere banden daalt de bandenspanning plotseling. De wielpositie wordt weergegeven. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen tijdens het rijden met drukloze banden Drukloze band hebben de volgende gevaren: Let op: band defect De banden kunnen overmatig verwarmen en tot brand leiden.
  • Pagina 393 390 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Van een of meerdere wielen ontbreekt het signaal van de bandenspanningsensor. Bij de betreffende band wordt geen bandenspanningswaarde weergegeven. De defecte bandenspanningsensor laten vervangen bij een gekwalificeerde werkplaats. Wielsensor(en) niet beschikbaar * De gemonteerde wielen hebben geen geschikte bandenspanningsensoren.
  • Pagina 394 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 391 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Ten minste een band is oververhit. Banden oververhit Snel- heid verlagen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen tijdens het rijden met oververhitte banden Oververhitte banden kunnen uit elkaar spatten, in het bijzonder bij hoge snelheid. De snelheid verlagen, opdat de banden afkoelen.
  • Pagina 395 De Mercedes me connect web-app http://www.mercedes.me openen en de dienst "Digitale sleutel" oproepen. leiding De dienst eerst deactiveren en dan weer opnieuw activeren. Als de displaymelding weer verschijnt, contact opnemen met het Mercedes-Benz Customer Assistance Center (CAC). Â * De batterij van de sleutel is leeg.
  • Pagina 396 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 393 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen  * De sleutel wordt niet herkend en is eventueel niet meer in de auto aanwezig. De sleutel bevindt zich niet meer in de auto is u zet de motor af: U kunt de motor niet meer starten.
  • Pagina 397 394 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Auto Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De kogelhals wordt uit- of ingeklapt. Het uit- en inklappen niet met de hand, de voet of andere hulpmiddelen versnellen, vertragen of forceren als de kogelkop niet beweegt.
  • Pagina 398 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 395 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De aanhangwagenvoorziening is niet klaar voor gebruik. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet vergrendelde kogelkop Als de kogelkop niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken. Trekhaak vergrendeling control.
  • Pagina 399 396 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * U hebt geprobeerd om vanuit de stand j of i een andere transmissiestand in te schakelen. Voor verlaten van schakel- stand P of N rem bedienen Het rempedaal indrukken.
  • Pagina 400 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 397 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * U wilt de auto in rijklare toestand verlaten. Wanneer de auto wordt verlaten, het contact uitschakelen en de sleutel meenemen. Wanneer de auto niet wordt verlaten, de elektrische verbruikers, bijvoorbeeld de stoelverwarming, uitschakelen. Voertuig is gereed Voor Anders kan de 12V‑accu ontladen en kan de auto alleen met behulp van een externe accu (starthulp) worden het verlaten contact uit-...
  • Pagina 401 398 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De noodaccu voor de transmissie wordt niet meer opgeladen. Backup accu Storing Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Tot dan altijd voor het afzetten van de motor de transmissie handmatig in de stand j zetten. Voordat u de auto verlaat de elektrische parkeerrem bedienen.
  • Pagina 402 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 399 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * U hebt geprobeerd de kogelhals te zwenken en de transmissie staat in de stand k, i of h. Het rempedaal indrukken. De transmissie in de stand j zetten. Bediening alleen in trans- missiestand P * Het klimaatregelsysteem vertoont een storing.
  • Pagina 403 400 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Ð * De stuurinrichting vertoont een storing. De bestuurbaarheid is sterk nadelig beïnvloed. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperkte bestuurbaarheid Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functioneert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar. Storing besturing Direct stoppen Zie handleiding Direct op een veilige plaats stoppen.
  • Pagina 404 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 401 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen & * De boordnetspanning is te laag. De standverwarming is uitgeschakeld. Een langere afstand rijden, tot de accu weer voldoende opgeladen is. functioneert niet accu zwak & * Er bevindt zich te weinig brandstof in de brandstoftank.
  • Pagina 405 402 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De motorkap is geopend. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ontgrendelde motorkap tijdens het rijden Een ontgrendelde motorkap kan tijdens het rijden opengaan en het zicht belemmeren. Nooit de motorkap ontgrendelen tijdens het rijden.
  • Pagina 406 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 403 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het kofferdeksel is geopend. & WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaatgassen, bijvoorbeeldkoolmonoxide uit. Als het kofferdeksel is geopend als de motor draait, in het bijzonder tijdens het rijden, kunnen uitlaatgassen in het interieur terecht komen.
  • Pagina 407 404 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ¥ * Het ruitensproeiervloeistofniveau in het ruitensproeiervloeistofreservoir is tot onder het minimum gedaald. Ruitensproeiervloeistof bijvullen . Ruitensproeiervloeistof bij- vullen Cabriokap Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De rolbeugels zijn defect.
  • Pagina 408 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 405 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De cabriokap is niet vergrendeld. Als sneller dan 60 km/h wordt gereden, kan de cabriokap niet meer worden geopend of gesloten. Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten. Kap geheel openen / slui- Zo lang aan de cabriokapschakelaar trekken of deze indrukken, tot de cabriokap volledig geopend of gesloten is.
  • Pagina 409 406 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het bagagescherm is geopend. Het bagagescherm sluiten. Bagageruimteafscheiding sluiten Verlichting Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De betreffende lichtbron is defect. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. LED-lichtbron: Alleen wanneer alle lichtdiodes defect zijn, verschijnt de displaymelding voor de betreffende ver‐...
  • Pagina 410 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 407 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het Intelligent Light System vertoont een storing. Het verlichtingssysteem werkt verder zonder de functies van het Intelligent Light System. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Intelligent Light System functioneert niet * De exterieurverlichting vertoont een storing.
  • Pagina 411 408 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * U rijdt zonder dimlicht. De verlichtingsschakelaar in de stand L of à draaien. Verlichting inschakelen * De adaptieve grootlichtassistent Plus vertoont een storing. Adaptieve grootlichtassis- Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. tent Plus functioneert niet * De adaptieve grootlichtassistent Plus is tijdelijk niet beschikbaar.
  • Pagina 412 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 409 Waarschuwings- en controlelampjes: Motordiagnose ( pagina 422) → Waarschuwings- en controlelampjes Dimlicht ( pagina 115) → Brandstofreserve met aanduiding Overzicht waarschuwings- en controlelamp‐ Standlicht ( pagina 115) tankdopkleppositie ( pagina 422) → → Grootlicht ( pagina 116) Koelvloeistof te heet/koud →...
  • Pagina 413 410 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Veiligheidssystemen Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje remmen brandt als de motor draait. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van het remsysteem Wanneer het remsysteem een storing vertoont, kan het remgedrag nadelig beïnvloed zijn. Waarschuwingslampje rem‐...
  • Pagina 414 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 411 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje remmen brandt als de motor draait. Mogelijke oorzaken: De rembekrachtiging vertoont een storing en het remgedrag kan veranderen. Waarschuwingslampje rem‐ Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir. &...
  • Pagina 415 412 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Het gele ABS-waarschuwingslampje brandt als de motor draait. Het ABS vertoont een storing. Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, vertoont de EBD een storing. ABS-waarschuwingslampje Ook andere rij- en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen.
  • Pagina 416 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 413 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje ÷ ® Het gele ESP -waarschuwingslampje knippert tijdens het rijden. Het ESP ® grijpt in . De rijstijl aan de weersomstandigheden en de toestand van het wegdek aanpassen. Waarschuwingslampje ®...
  • Pagina 417 414 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje å ® Het gele waarschuwingslampje ESP OFF brandt als de motor draait. Het ESP ® is uitgeschakeld. & WAARSCHUWING Slipgevaar tijdens het rijden met uitgeschakeld ESP Waarschuwingslampje ®...
  • Pagina 418 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 415 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode controlelampje elektrische parkeerrem knippert of brandt. Het gele controlelampje brandt bovendien bij een storing van de elektrische parkeerrem. De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen. Rood controlelampje elek‐...
  • Pagina 419 416 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje veiligheidssysteem brandt als de motor draait. Het veiligheidssysteem vertoont een storing. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door storingen in de werking van het veiligheidssysteem Waarschuwingslampje vei‐...
  • Pagina 420 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 417 Veiligheidsgordel Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje veiligheidsgordel brandt na het starten van de motor. Bovendien kan een waarschuwingssignaal klinken. Het waarschuwingslampje veiligheidsgordels herinnert bestuurder en passagier eraan de gordel om te gespen. Waarschuwingslampje vei‐...
  • Pagina 421 418 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Rijsystemen Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje · Het rode waarschuwingslampje afstandswaarschuwing brandt tijdens het rijden. De afstand tot de voorligger is voor de gekozen snelheid te gering. Als bovendien het waarschuwingssignaal klinkt, wordt een obstakel met een te hoge snelheid genaderd. Waarschuwingslampje Klaar zijn om direct te kunnen remmen.
  • Pagina 422 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 419 Auto Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje aanhangwagenvoorziening brandt. De aanhangwagenvoorziening is niet klaar voor gebruik of zwenkt. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet vergrendelde kogelkop Waarschuwingslampje trek‐ haak Als de kogelkop niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken.
  • Pagina 423 420 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Ð Het rode waarschuwingslampje stuurbekrachtiging brandt terwijl de motor draait. De stuurbekrachtiging of de stuurinrichting zelf vertoont een storing. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperkte bestuurbaarheid Waarschuwingslampje stuurbekrachtiging Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functioneert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.
  • Pagina 424 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 421 Motor Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje motordiagnose brandt als de motor draait. Er is een storing van de motor, het uitlaatsysteem of het brandstofsysteem aanwezig. De emissiewaarden kunnen daardoor worden overschreden en de motor draait zo nodig in het noodprogramma. Waarschuwingslampje De auto zo snel mogelijk laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 425 422 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje koelvloeistof brandt terwijl de motor draait. Mogelijke oorzaken: Temperatuursensor vertoont een storing Waarschuwingslampje koel‐ Koelvloeistofniveau te laag vloeistof Luchttoevoer naar de radiateur geblokkeerd Ventilator van de radiateur defect Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, heeft de koelvloeistof een temperatuur van 120 °C overschreden.
  • Pagina 426 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 423 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Anders: De auto verlaten en uit in de omgeving van de auto blijven, tot de motor is afgekoeld. Het koelvloeistofniveau controleren . De luchttoevoer naar de radiateur mag niet worden belemmerd; dit controleren. Tot de volgende gekwalificeerde werkplaats verder rijden zonder hoge motorbelasting.
  • Pagina 427 424 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Banden Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje bandenspanningscontrole (drukverlies/storing) brandt. De bandenspanningscontrole heeft bandenspanningsverlies bij ten minste één band geconstateerd. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning Waarschuwingslampje ban‐...
  • Pagina 428 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 425 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje bandenspanningscontrole (drukverlies/storing) knippert circa één minuut lang en brandt dan permanent. De bandenspanningscontrole vertoont een storing. Waarschuwingslampje ban‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van de bandenspanningscontrole denspanningscontrole knip‐...
  • Pagina 429 426 Trefwoordenregister Achterklep Kogeldruk ..........365 1, 2, 3 ... Kogelhals uit-/inklappen ...... 219 Zie Kofferdeksel 12V-aansluiting Verzorging ........... 302 Achterruitverwarming ......130 Zie Contactdoos (12V) Aanjager Achteruitkijkspiegel 360°-camera ..........203 Zie Klimaatregeling Zie Buitenspiegels Functie ..........203 Aanslepen ..........326 Verzorging ...........
  • Pagina 430 Trefwoordenregister 427 Adaptieve functies ACTIVE MULTI‐ Afstandsbediening (standverwar‐ Rijden met een aanhangwagen .... 213 BEAM LED's ming) Systeemgrenzen ........213 Werking en aanwijzingen ...... 213 Zie Intelligent Light System Batterij vervangen ....... 138 Displaymeldingen ........ 138 Actieve motorkap (voetgangersbe‐ Adaptieve grootlichtassistent Plus Instellen ..........
  • Pagina 431 428 Trefwoordenregister Airbag ............30 Alarmknipperlichtinstallatie ....117 Regelmatige onderhoudswerkzaam‐ heden ..........289 Activering ..........24 Alarmsysteem Beschermingspotentieel ......31 Standtijd met accukabels losge‐ Zie EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie) maakt ..........290 Beschermingspotentieel beperkt ... 32 Alertheidsassistent Frontairbag ..........30 Werking en aanwijzingen ..... 289 Zie ATTENTION ASSIST Headbag ..........
  • Pagina 432 Trefwoordenregister 429 Automatische motorstop (ECO start- Weergave-opties selecteren ....279 vergrendelen (mobiele telefoon) .... 64 Vergrendelen (noodsleutel) ....66 stopsysteem) ........... 149 Auteursrecht ..........22 Vergrendelen (van binnen uit) ....63 Automatische passagiersairbaguit‐ Auto ..........144, 145 Auto schakeling Aansprakelijkheid voor gebreken ... 21 Zie Ver-/ontgrendeling Zie Passagiersairbaguitschakeling afzetten (start-stoptoets) .....
  • Pagina 433 430 Trefwoordenregister Geluidsontwikkeling ......330 Bandenspanningswaarschuwingssys‐ MOExtended-banden ......311 teem (werking) ........338 Bagage Monteren ..........347 Bandenspanningswaarschuwingssys‐ Beveiligen ..........102 Ongebruikelijk rijgedrag ...... 330 teem opnieuw starten ......338 Bagagescherm Opslaan ..........343 Controleren (bandenspanningscon‐ Openen ..........80 Selectie ..........339 trole) ...........
  • Pagina 434 Trefwoordenregister 431 Bedieningspaneel dakconsole Bekerhouder ..........108 ® BlueTec Gesprekken voeren (Mercedes me Aanbrengen en verwijderen (midden‐ ® Zie AdBlue connect) ..........267 console) ..........108 ® Bluetooth Overzicht ..........8 Achterbank .......... 109 In- en uitschakelen ......248 Bedieningssysteem ......... 227 Bekerhouders Instellingen ..........
  • Pagina 435 432 Trefwoordenregister Menu's ..........227 Dieselbrandstof ........358 Hoge, midden en lage tonen instellen Multifunctioneel display ...... 228 E10 ............357 ............. 287 Onderhoudstermijn weergeven ... 289 Kwaliteit (benzine) ....... 357 Informatie ..........287 Kwaliteit (dieselbrandstof) ....358 Surround sound in- en uitschakelen ..287 Boordcomputer Lage buitentemperaturen ....
  • Pagina 436 Trefwoordenregister 433 Combi-instrument Controller Datumformaat instellen ......247 Zie Instrumentendisplay Bedienen ..........239 De actieradius Combischakelaar Cross Traffic Alert ........211 Weergaven .......... 230 Zie Knipperlichten De tripcomputer Comfortopening ......... 75 Weergaven .......... 230 Dagteller ..........230 Comfortsluiting .......... 76 Diagnose-interface ........
  • Pagina 437 434 Trefwoordenregister Instellen ..........121 C ........... 402 Actieve spoorassistent functioneert DIRECT SELECT-keuzehendel ....151 niet ............372 M ........... 402 Achteruitversnelling inschakelen ..153 Actieve spoorassistent nu niet N ........... 403 Functie ..........151 beschikbaar zie handleiding ....372 ¯...
  • Pagina 438 Trefwoordenregister 435 Afstandspiloot nu niet beschikbaar Bandensp.contr. functioneert niet Buitenlucht naar het interieur voe‐ Zie handleiding ........375 Geen wielsensoren ......390 ren! Storing airconditioning Werk‐ Afstandspiloot weer beschikbaar ..375 Bandenspanning Banden controleren plaats opzoeken ........399 Airconditioning Storing Zie handlei‐ .............
  • Pagina 439 436 Trefwoordenregister É Langzamer rijden ......371 Parkeerpiloot Inparkeren afgebro‐ Â Sleutel vervangen ....... 391 ken (voorbeeld) ........374 Let op: band defect ....389 Snelheidsbegrenzing (winterbanden) Parkeerpiloot Manoeuvreeronderst. XXX km/h ........... 377 Licht uitschakelen ...... 407 beperkt beschikbaar Zie handleiding ...
  • Pagina 440 Trefwoordenregister 437 Systeemgrenzen ........184 è Stuurpiloot nu niet beschikbaar Voor inschakelen van schakelstand R Dodehoekassistent ........213 Zie handleiding ........376 eerst rem bedienen ......398 In- en uitschakelen ....... 215 TEMPOMAT en limiter functioneren Voor verlaten van schakelstand P of Systeemgrenzen ........
  • Pagina 441 438 Trefwoordenregister ESC (Electronic Stability Control) Rijprogramma kiezen ......151 Het alarm beëindigen ......85 Rijprogramma's ........150 Interieurbeveiliging functie ....86 ® Zie ESP (elektronisch stabiliteits‐ Wegsleepbeveiliging functie ....86 programma) Eenheid voor afstand en temperatuur ® instellen ........... 248 E-mails Aanhangwagenstabilisatie ....
  • Pagina 442 Trefwoordenregister 439 Geheugenfunctie Gereedschap voor het verwisselen Wissen ..........243 van een wiel Bedienen ..........101 Fietsdrager Buitenspiegels — Geheugen oproe‐ Overzicht ..........343 Rijden met een aanhangwagen .... 223 pen ............101 Gesprekken ..........256 Flacon Buitenspiegels — Instellingen opslaan .. 101 aannemen ...........
  • Pagina 443 440 Trefwoordenregister Gordelspanners Positie instellen (boordcomputer) ..235 Activering ..........24 Weergave-inhoud instellen (boord‐ i-Size kinderzitjebevestiging ....42 computer) ..........235 Gordelwaarschuwing Aanwijzing ..........42 Head-up-display Zie Veiligheidsgordel geschikte zitplaatsen voor de beves‐ Zie Menu (boordcomputer) Grootlicht tiging ............. 52 Adaptieve grootlichtassistent Plus ..
  • Pagina 444 Trefwoordenregister 441 Instrumentendisplay ......6, 226 Interieurverlichting ......... 121 Op het touchpad ........246 Werking en aanwijzingen ..... 244 Overzicht ..........6 Instellen ..........121 Verlichting instellen ......229 Sfeerverlichting ........122 Ionisering ..........134 Waarschuwings- en controlelampjes ... 409 Uitschakelvertragingstijd verlichting ..
  • Pagina 445 442 Trefwoordenregister Kinderzitje Kilometertotaalstand ......230 Flacon aanbrengen/verwijderen Zie i-Size kinderzitjebevestiging (parfumeringssysteem) ......135 Weergaven .......... 230 Zie ISOFIX-kinderzitjesverankering In- en uitschakelen ....... 131 Kinderbeveiliging Instellingen voor de luchtverdeling ..133 Zijruiten achterin ........55 Klankinstellingen ........286 Ionisering ..........134 Balans/fader instellen ......
  • Pagina 446 Trefwoordenregister 443 Koeling Snelheid instellen ........ 182 Zie Klimaatregeling Snelheid oproepen ......182 Lak (reinigingsaanwijzingen) ....299 Snelheid opslaan ......... 182 Koelvloeistof (motor) Lakcode ............ 353 Systeemgrenzen ........181 Aanwijzing ........... 361 Uitschakelen ........182 Lamp Peil controleren ........295 Voorwaarden ........
  • Pagina 447 Zie Limiter Mercedes-Benz apps Assistentieweergave ......230 Oproepen ..........275 MB-Info-oproep Media ..........233 Zie Service-oproepen Mercedes-Benz noodoproepsysteem ..270 Navigatie ..........232 Aanwijzing ........... 270 Media Onderhoud .......... 229 Automatische noodoproep ....270 Menu (boordcomputer) ....... 233 Overzicht ..........227 Handmatige noodoproep .....
  • Pagina 448 Trefwoordenregister 445 Multifunctioneel stuurwiel Mobiele telefoon ........234 Starten (start-stoptoets) ...... 144 Starthulp ..........318 Zie Stuurwiel Auto ontgrendelen ......... 64 Auto starten ........144 Motorelektronica Multimediasysteem ......237, 246 Auto vergrendelen ......... 64 Aanwijzing ........... 351 Centrale bedieningselementen .... 237 Draadloos opladen .......
  • Pagina 449 Menu (boordcomputer) ....... 229 Veiligheidsvest ........308 Portier ..........104 Onderhoud Noodoproepsysteem Opbergvakken Zie ASSYST PLUS Zie Mercedes-Benz noodoproepsysteem Zie Beladen Zie Opbergvak Onderstel Noodprogramma AIR BODY CONTROL ......193 Auto starten ........145 Opening van het kofferdeksel met de Dempingskarakteristiek .......
  • Pagina 450 Trefwoordenregister 447 Oproeplijsten Parkeer-pilot Inschakelen ......... 198 Bellen ..........259 Inparkeren ........... 208 Systeemgrenzen ........196 Details van een lijstinvoer weergeven Manoeuvreerondersteuning ....211 Uitschakelen ........198 ............. 259 Uitparkeren ......... 209 Waarschuwingssignalen instellen ..199 Overzicht ..........259 Parkeerhulp Passagiersairbaguitschakeling ....
  • Pagina 451 448 Trefwoordenregister Preventieve inzittendenbescherming Pinbeveiliging voor gegevensexport ..250 Verkeersinformatie in- en uitschake‐ len ............286 ® Zie PRE-SAFE (preventieve inzitten‐ Portier Zender instellen ........283 denbescherming) Extra portiervergrendeling ..... 62 Zender opslaan ........284 Zie PRE-SAFE ® PLUS (preventieve Ontgrendelen (noodsleutel) ....
  • Pagina 452 Trefwoordenregister 449 Registratie Remkrachtverdeling Rijdynamische regeling Auto ............21 EBD (Electronic Brakeforce Distribu‐ Zie ESP ® (elektronisch stabiliteits‐ tion) ............. 174 programma) Reiniging Zie Verzorging Remvloeistof Rijgedrag (ongebruikelijk) ...... 330 Aanwijzing ........... 361 Reis Rijlicht Menu (boordcomputer) ....... 230 Reserve Zie Automatisch rijlicht Brandstof ..........
  • Pagina 453 450 Trefwoordenregister Zie Limiter Verantwoordelijkheid ......169 Verwisselen ......... 123 Zie Parkeerpilot Verzorging ........... 302 Rijveiligheidssysteem Zie PARKTRONIC-parkeerassistent Ruitenwissers ® Zie ESP (elektronisch stabiliteits‐ Zie Rijveiligheidssysteem In- en uitschakelen ......122 programma) Zie Stuurpilot Ruitenwisserbladen vervangen .... 123 Ritregistratie ........... 230 Zie TEMPOMAT Ruitenwisserbladen vervangen Rolbeugels...
  • Pagina 454 Trefwoordenregister 451 Service Snelheidsmeter Noodsleutel ........60, 67 Zie ASSYST PLUS Ontgrendelingsinstelling ......59 digitaal ..........230 Overzicht ..........58 Service-oproepen ........268 Snelkeuzelijst Paniekalarm .......... 59 Instellen ..........260 MB-Info-oproep ........268 Probleem ..........62 Oproep voor pechhulp ......268 Oproepen ..........
  • Pagina 455 452 Trefwoordenregister In- en uitschakelen (bedieningseen‐ Geheugenfunctie bedienen ....101 Stuurpilot ..........190 heid) ............ 136 Instellen (elektrisch) ......91 Functie ..........190 Instellen (afstandsbediening) ....137 instellen (mechanisch en elektrisch) ..89 In- en uitschakelen ....... 191 Instellen (via multimediasysteem) ..137 Instelmogelijkheden ......
  • Pagina 456 Trefwoordenregister 453 Systeeminstellingen Technische gegevens Mobiele telefoon loskoppelen ....254 Aanwijzingen met betrekking tot de Aanhangwagengewicht (rijden met Mobiele telefoon verbinden (Secure taalselectie .......... 248 aanhangwagen) ........365 Simple Pairing) ........253 Eenheid voor afstand en temperatuur Aanwijzingen (aanhangwagenvoorzie‐ Mobiele telefoon verbinden (toe‐ instellen ..........
  • Pagina 457 454 Trefwoordenregister Temperatuurregeling Dataroaming in- en uitschakelen ..264 Tijd- en datumformaat instellen ... 247 Gebruik als datamodem ...... 264 A/C-functie in- en uitschakelen (mul‐ Tijdzone instellen ......... 247 Helderheid instellen ......264 timediasysteem) ........132 Zomertijd instellen ....... 247 Instellingen ..........
  • Pagina 458 Trefwoordenregister 455 Uitstaphulp Gevoeligheid instellen ......239 Zie Veiligheidssysteem Instellen ..........101 Touchpad Veiligheidsgordel ........ 25, 30 Werking en aanwijzingen ..... 100 Bedienen ..........240 Afdoen ........... 30 Handschriftherkenning voorlezen ..241 Universele smartphone houder Beschermingspotentieel ......25 In- en uitschakelen ......239 aanpassen ...........
  • Pagina 459 456 Trefwoordenregister Veiligheidssystemen Vermoeidheidsherkenning Citylicht ..........119 Zie Rijveiligheidssysteem Combischakelaar ......... 116 Zie ATTENTION ASSIST Dashboardverlichting instellen .... 229 Veiligheidsvest ........308 Vermoeidheidswaarschuwing Dimlicht ..........115 Zie ATTENTION ASSIST Velgen (verzorging) ......... 302 Dimlicht instellen ......... 121 Versnelling kiezen Ventilatie Grootlicht ..........
  • Pagina 460 Trefwoordenregister 457 Voorruit Cabriokap ..........300 Voorruit ..........353 Display ..........305 Zie Voorruit Vloerbedekking (verzorging) ....305 Echt hout/sierdelen ......305 Vloermat ........... 113 Exterieurverlichting ......302 Voertuigidentificatienummer Hoekwindscherm ........ 302 Waarschuwings- en controlelampje ..409 Hogedrukreiniger ......... 298 Zie VIN Instrumentendisplay (overzicht) ....
  • Pagina 461 458 Trefwoordenregister Weergave onderhoudsinterval 8Waarschuwingslampje brand‐ 7Waarschuwingslampje veilig‐ Zie ASSYST PLUS stofreserve .......... 421 heidsgordel brandt ....... 417 Weergave-opties #Waarschuwingslampje elektri‐ 7Waarschuwingslampje veilig‐ Selecteren ........... 279 sche storing ......... 421 heidsgordel knippert ......417 Wegrijblokkering ........85 ® 6Waarschuwingslampje veilig‐ ÷Waarschuwingslampje ESP Wegrijhulp heidssysteem ........
  • Pagina 462 Trefwoordenregister 459 Windgeleider Bandenspanningscontrole opnieuw verschuiven ......... 285 starten ..........335 Verzorging ........... 300 Wissen ..........285 Bandenspanningstabel ......333 zoeken ..........283 Windscherm Bandenspanningswaarschuwingssys‐ Verzorging ........... 301 Zender volgen teem (werking) ........338 Instellen ..........285 Winterbanden Bandenspanningswaarschuwingssys‐ Permanente snelheidsbegrenzing Zendergeheugen teem opnieuw starten ......
  • Pagina 463 460 Trefwoordenregister sluiten (alle) ........... 73 Zijruiten Zie Zijruiten Zijwindassistent Werking en aanwijzingen ...... 174 Zitplaats achterin Zie Stoel Zoekverlichting In- en uitschakelen ....... 121 Zomertijd instellen ........247 Zonneklep Bedienen ..........129 Zwavelgehalte .......... 357...
  • Pagina 464 Impressum Internet Meer informatie over Mercedes-Benz-auto's en over Daimler AG vindt u op internet onder http://www.mercedes-benz.com http://www.daimler.com Redactie Bij vragen of suggesties ten aanzien van deze handleiding kunt u de Technische Redactie op het volgende adres bereiken: Daimler AG, HPC: CAC, Customer Service, 70546 Stuttgart, Duitsland ©...
  • Pagina 465 Digitaal als app De inhoud van de handleiding Hier vindt u alle informatie over de bediening, U vindt de handleiding op uw De Mercedes-Benz Guides app is direct in het multimediasysteem de serviceverleningen en de garantie van uw Mercedes-Benz homepage.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

E 200 2017E 300 2017E 400 4matic 2017E 350 2017E 220 d 2017