174 Rijden en parkeren
De afstand tot de voorligger is te klein en
R
daardoor kunnen de rijstrookmarkeringen niet
worden herkend.
De rijstrookmarkeringen wijzigen snel, bij‐
R
voorbeeld de rijstroken splitsen zich, kruisen
elkaar of worden samengevoegd.
De rijbaan is zeer smal en kronkelig.
R
Spoorassistent in- of uitschakelen
De toets Ç indrukken.
#
Als het controlelampje van de toets brandt, is
de spoorassistent ingeschakeld. Er kan een
waarschuwing worden gegeven als aan alle
voorwaarden is voldaan.
Als met ingeschakelde spoorassistent sneller
dan 60 km/h wordt gereden en rijstrookmar‐
keringen worden herkend, worden de lijnen in
het menu Assistentieweergave van de boord‐
computer groen weergegeven. De spoorassis‐
tent is bedrijfsklaar.
Bij het omschakelen toont het multifunctio‐
neel display kort de melding
Aan
of
Spoorassistent
%
Informatie over het menu Assistentieweer‐
gave vindt u hier (
/
Gevoeligheid van de spoorassistent instellen
Boordcomputer
Assistentie
4
5
De instelling
Standaard
#
ren.
Spoorassistent
Uit.
pagina 179).
Spoorassistent
of
Adaptief
selecte‐
In de instelling
Standaard
gende omstandigheden geen vibratiewaarschu‐
wing plaats:
U geeft richting aan in de betreffende rijrich‐
R
ting. De waarschuwingen worden dan gedu‐
rende een bepaalde tijd onderdrukt.
Een rijveiligheidssysteem grijpt in of regelt,
R
bijvoorbeeld het ABS, het BAS of het ESP
In de instelling
Adaptief
schuwing eveneens onderdrukt onder de vol‐
gende omstandigheden:
U accelereert sterk, bijvoorbeeld met behulp
R
van de kickdown.
U remt hard.
R
U stuurt actief, bijvoorbeeld bij een uitwijk‐
R
manoeuvre of het snel veranderen van rij‐
strook.
U snijdt een scherpe bocht af.
R
Om u tijdig en niet onnodig te waarschuwen wan‐
neer u de rijstrookmarkering overschrijdt, kan het
systeem verschillende omstandigheden onder‐
scheiden.
De vibratiewaarschuwing vindt onder de volgende
omstandigheden eerder plaats:
U nadert in bochten de rijstrookmarkering
R
aan de buitenzijde van de bocht.
U rijdt op een zeer brede rijstrook, bijvoor‐
R
beeld op autosnelwegen.
Het systeem herkent ononderbroken rijst‐
R
rookmarkeringen.
De vibratiewaarschuwing vindt onder de volgende
omstandigheden later plaats:
U rijdt op een smalle rijstrook.
R
U snijdt een bocht af.
R
vindt onder de vol‐
®
.
wordt de vibratiewaar‐