Download Print deze pagina

Mercedes-Benz EQV 2020 Handleiding pagina 175

Advertenties

172 Rijden en parkeren
1
Toegestane snelheid
2
Toegestane snelheid bij beperking
3
Onderbord met beperking (voorbeeld onbe‐
kende beperking)
De eenheid voor de snelheidslimiet (km/h of
mph) hangt af van het land waarin wordt gereden.
Deze wordt over het algemeen noch op de ver‐
keersborden noch in het combi-instrument weer‐
gegeven. Altijd die wettelijk toegestane maxi‐
mumsnelheid in acht nemen.
De verkeerstekenassistent is niet in alle landen
verkrijgbaar. Wanneer deze niet beschikbaar is,
verschijnt de volgende weergave in de assisten‐
tieweergave:
Systeemgrenzen
Het systeem kan in de volgende situaties moge‐
lijk niet correct werken of buiten werking zijn:
Het systeem wordt gehinderd door slecht
R
zicht, bijvoorbeeld door onvoldoende verlich‐
ting van de weg, bij sterk wisselende schadu‐
wen of door sneeuw, regen, mist of veel spat‐
water.
Het systeem wordt beïnvloed door verblin‐
R
ding, bijvoorbeeld door tegemoetkomend ver‐
keer, direct invallend zonlicht of reflecties.
Het systeem wordt gehinderd door vervuiling
R
van de voorruit in het gebied van de multi‐
functionele camera of als de camera besla‐
gen, beschadigd of afgedekt is.
De verkeerstekens zijn slecht herkenbaar, bij‐
R
voorbeeld door verontreiniging, afdekking,
sneeuw of onvoldoende verlichting.
Het systeem wordt gehinderd door meerdere
R
wegmarkeringen, bijvoorbeeld door verkeers‐
tekens bij wegwerkzaamheden of naastgele‐
gen rijstroken.
De informatie in de digitale wegenkaart van
R
het navigatiesysteem is onjuist of niet actu‐
eel.
Aanwijzingsfunctie van de verkeerstekenas‐
sistent in- of uitschakelen
Boordcomputer
Instellingen
4
5
Verkeerstekenassist.
5
In- of uitschakelen: a indrukken.
#
Wanneer de aanwijzingsfunctie ingeschakeld is
en een verkeersteken passeert, toont het combi-
instrument de verkeersvoorschriften (snelheids‐
beperking en inhaalverbod) gedurende vijf secon‐
den. Vervolgens verschijnt automatisch weer het
vorige menu.
De waarschuwing voor verkeerd rijden blijft ook
actief als u de aanwijzingsfunctie van de ver‐
keerstekenassistent uitschakelt.
Dodehoekassistent
Functie van de dodehoekassistent
De dodehoekassistent bewaakt met behulp van
twee zijdelings naar achteren gerichte radarsen‐
soren het gebied tot 3 m achter en 3 m direct
naast het voertuig.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len ondanks dodehoekassistent
De dodehoekassistent reageert niet op stil‐
staande objecten en niet op voertuigen die
met een groot snelheidsverschil naderen en u
inhalen.
De dodehoekassistent kan in deze situaties
niet waarschuwen.
De verkeerssituatie altijd goed in de
#
gaten houden en voldoende zijdelingse
afstand aanhouden.
De dodehoekassistent is slechts een hulpmiddel.
Deze herkent mogelijk niet alle voertuigen en ont‐
slaat u er niet van zelf goed te blijven opletten.
Altijd voldoende zijdelingse afstand tot andere
verkeersdeelnemers en obstakels aanhouden.
Als vanaf een snelheid van circa 30 km/h een
voertuig wordt herkend dat direct daarna in het
controlegebied naast het voertuig komt, gaat het
waarschuwingslampje in de buitenspiegel rood
branden.
Assistentie

Advertenties

loading