316 Wielen en banden
De voor‑ en achterwielen uitsluitend uit‐
#
wisselen, wanneer banden en velgen
identieke afmetingen hebben.
Als bij verschillende afmetingen van banden en
velgen de voor- met de achterwielen worden ver‐
wisseld, kan dit leiden tot verlies van de type‐
goedkeuring.
Verwissel bij voertuigen met dezelfde wielmaat
afhankelijk van de slijtagegraad de wielen elke
5000 tot 10000 km. Op de draairichting van de
wielen letten.
Daarbij de aanwijzingen en de veiligheidsaanwij‐
zingen bij "Verwisselen van een wiel" in acht
nemen.
Wieldiametergroepen van de wielen
De bepaalde snelheid van het voertuig wordt in
het combi-instrument weergegeven en is belang‐
rijk voor de regeling van de rijsystemen en rijvei‐
ligheidssystemen. De weergavenauwkeurigheid
van de snelheidsmeter en de kilometerteller is
wettelijk voorgeschreven. De bepaling van de
snelheidsinformatie is afhankelijk van de banden‐
maat en de afrolomtrek van de wielen. De velgdi‐
ameter wordt altijd in inch aangegeven.
Daarom kunnen de regeleenheden van het voer‐
tuig voor de volgende twee wieldiametergroepen
worden gecodeerd:
Wieldiametergroep 1
195/65 R 16 C
205/65 R 16 C
225/60 R 16 C
225/55 R 17 C
225/55 R 17 XL
245/45 R 18 XL
Wieldiametergroep 2
225/55 R 17 XL
235/55 R 17 XL
245/55 R 17 XL
245/45 R 18 XL
Wieldiametergroep 2
245/50 R 18 XL
245/45 R 19 XL
%
Mercedes-Benz adviseert om bij een banden‐
wissel binnen een wieldiametergroep te blij‐
ven. Daardoor wordt het omcoderen van de
regeleenheden vermeden.
Bij taxi's en huurvoertuigen zijn vanwege de wet‐
telijk voorgeschreven weergavenauwkeurigheid
van de snelheidsmeter en de kilometerteller de
volgende banden niet toegestaan:
Wieldiametergroep 1
R
195/65 R16C
-
Wieldiametergroep 2
R
225/55 R17XL
-
245/45 R18XL
-
Als deze wielen in een andere wieldiametergroep
horen, moeten de regeleenheden van het voertuig
bij een gekwalificeerde werkplaats opnieuw wor‐
den gecodeerd.
Informatie over de draairichting van banden
Banden met een voorgeschreven draairichting
bieden extra voordelen, bijvoorbeeld met betrek‐
king tot aquaplaning. Deze voordelen zijn alleen
effectief als de draairichting wordt aangehouden.
De draairichting is met een pijl op de wang van
de band aangegeven.
Het reservewiel mag ook tegengesteld aan de
draairichting worden gemonteerd. De gebruiks‐
voorwaarden met betrekking tot de op het reser‐
vewiel aangegeven maximumafstand en maxi‐
mumsnelheid in acht nemen.
Aanwijzingen met betrekking tot het opslaan
van wielen
Bij het opslaan van de wielen het volgende in acht
nemen:
Gedemonteerde wielen koel, droog en zo
R
mogelijk donker bewaren.
De banden tegen olie, vet en brandstof
R
beschermen.