186 LINGUATRONIC
Aanwijzingen voor de bedrijfsveiligheid
& WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding
door informatiesystemen en communica‐
tieapparatuur
Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐
greerde informatiesystemen en communica‐
tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐
keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kunt
u de controle over de auto verliezen.
Deze apparatuur alleen bedienen als de
#
verkeerssituatie dit toelaat.
Als dit niet kan worden gewaarborgd, op
#
een veilige plek stoppen en de invoering
als de auto stilstaat uitvoeren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door het bedienen van mobiele com‐
municatieapparatuur tijdens het rijden
Mobiele communicatieapparatuur leidt de
bestuurder af van de verkeerssituatie. Boven‐
dien kan de bestuurder de controle over de
auto verliezen.
Als bestuurder mobiele communicatie‐
#
apparatuur alleen bedienen wanneer de
auto stilstaat.
Als inzittende mobiele communicatieap‐
#
paratuur alleen in het daarvoor
bedoelde gebied gebruiken, bijvoorbeeld
achterin.
Voor uw eigen veiligheid beslist de volgende pun‐
ten in acht nemen bij de bediening van mobiele
communicatieapparatuur en met name van uw
spraakgestuurd bedieningssysteem:
De wettelijke bepalingen van het land waar u
R
zich op dat moment bevindt in acht nemen.
De mobiele communicatieapparatuur en uw
R
spraakgestuurd bedieningssysteem alleen tij‐
dens het rijden bedienen als de verkeerssitua‐
tie dit toelaat. U kunt anders van het verkeer
worden afgeleid en een ongeval veroorzaken
en uzelf en anderen verwonden.
Als u het spraakgestuurd bedieningssysteem
R
in een noodsituatie gebruikt, kan uw stem
veranderen en kan dit daardoor uw telefoon‐
gesprek, bijvoorbeeld voor een noodoproep,
vertragen.
Maakt u zich voor het begin van de rit eerst
R
vertrouwd met de functies van het spraakge‐
stuurd bedieningssysteem.
Bediening
Overzicht van de bediening met het multi‐
functioneel stuurwiel
De LINGUATRONIC is circa een halve minuut na
het inschakelen van het contact bedrijfsgereed.
1
6 Gesprek voeren of aannemen
2
W Volume verhogen
3
8 Geluid uit- en inschakelen (spraakdia‐
loog beëindigen)
4
X Volume verlagen
5
~ Gesprek weigeren/beëindigen (spraak‐
dialoog beëindigen)
6
ó LINGUATRONIC inschakelen
Dialoog met de LINGUATRONIC voeren
Voor de dialoog met de LINGUATRONIC kunnen
volledige zinnen uit de spreektaal als gesproken
opdrachten worden gebruikt, bijvoorbeeld "Laat
me de lijst met de laatste gesprekken zien" of
"Hoe warm is het buiten". Het is ook niet nodig
om eerst naar de betreffende toepassing zoals
"telefoon" of "voertuigfuncties" te wisselen.
Dialoog door sleutelwoord activeren of
#
voortzetten: "Hallo Mercedes" zeggen, om
de LINGUATRONIC te activeren. De spraakac‐
tivering moet in het multimediasysteem inge‐
schakeld zijn (
pagina 188). Hiervoor hoeft
/
de tuimelschakelaar £ in het multifunctio‐
neel stuurwiel niet omhoog te worden
gedrukt.
De spraakactivering kan ook direct met een
gesproken opdracht, bijvoorbeeld "Hallo
Mercedes, hoe snel mag ik hier rijden?", wor‐
den gecombineerd.
of