Download Print deze pagina

Mercedes-Benz EQV 2020 Handleiding pagina 155

Advertenties

152 Rijden en parkeren
Systeemgrenzen
Het ABS functioneert vanaf een snelheid van
R
circa 4 km/h.
Wanneer het waarschuwingslampje ! in
R
het combi-instrument permanent brandt na
het starten van het aandrijfsysteem, is er een
storing aanwezig. Het ABS werkt dan mogelijk
gedeeltelijk of helemaal niet.
Werking van het BAS (Brake Assist System)
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door storing in het BAS (remassisten‐
tiesysteem)
Wanneer het BAS een storing vertoont, kan
de remweg langer worden bij een noodstop.
In noodstopsituaties het rempedaal met
#
volle kracht indrukken. Het ABS voor‐
komt daarbij het blokkeren van de wie‐
len.
Het BAS ondersteunt u bij een noodstop met
extra remkracht.
Wanneer het rempedaal snel wordt ingedrukt,
wordt het BAS geactiveerd:
Het BAS verhoogt automatisch de remdruk
R
van de rem.
Het BAS kan de remweg verkorten.
R
Het ABS voorkomt daarbij het blokkeren van
R
de wielen.
Als het rempedaal wordt losgelaten, werkt het
remsysteem weer op conventionele wijze. Het
BAS wordt uitgeschakeld.
®
Functie van het ESP
teitsprogramma)
& WAARSCHUWING Slipgevaar door een
storing in het ESP
®
Als het ESP
is uitgeschakeld, wordt de auto
®
niet door het ESP
gestabiliseerd. Bovendien
zijn verdere rijveiligheidssystemen uitgescha‐
keld.
Voorzichtig verder rijden.
#
®
Het ESP
bij een gekwalificeerde werk‐
#
plaats laten controleren.
(elektronisch stabili‐
®
®
Het ESP
kan, binnen de natuurkundige grenzen,
de rijstabiliteit en de tractie in de volgende situ‐
aties bewaken en verbeteren:
Bij het rijden en wegrijden op een natte of
R
gladde weg
Bij het remmen
R
De geïntegreerde tractieregeling maakt wegrijden
en accelereren op een gladde rijbaan mogelijk.
Wanneer het voertuig afwijkt van de door de
chauffeur gewenste koers, kan het ESP
tuig door de volgende ingrepen stabiliseren:
Een of meerdere wielen worden doelgericht
R
afgeremd.
Het vermogen van het aandrijfsysteem wordt
R
afhankelijk van de situatie aangepast.
Als in het combi-instrument het waarschuwings‐
®
lampje ESP
OFF å permanent brandt, is het
®
ESP
uitgeschakeld.
®
Wanneer het ESP
is uitgeschakeld, de volgende
punten in acht nemen:
De stabilisatie van het voertuig vindt ver‐
R
traagd plaats en is het onderste snelheidsbe‐
reik sterk verminderd.
De aangedreven wielen kunnen doordraaien.
R
De tractieregeling blijft actief.
R
%
®
Ook als het ESP
is uitgeschakeld, wordt u
bij het remmen nog steeds ondersteund door
®
het ESP
.
Als het waarschuwingslampje ÷ in het combi-
instrument knippert, dan hebben een of meer‐
dere wielen hun slipgrens bereikt:
De rijstijl aan de actuele verkeers- en weers‐
R
omstandigheden aanpassen.
®
Het ESP
in geen geval uitschakelen.
R
Het gaspedaal bij het wegrijden slechts zo ver
R
indrukken als nodig is.
Als het waarschuwingslampje ESP
nent brandt, is het ESP
beschikbaar.
De informatie over de waarschuwingslampjes en
over de displaymeldingen in acht nemen
(
pagina 351).
/
%
Alleen wielen met de aanbevolen bandenma‐
ten monteren. Alleen dan kan het ESP
behoren functioneren.
®
het voer‐
®
÷ perma‐
®
vanwege een storing niet
®
naar

Advertenties

loading