Download Print deze pagina

Mercedes-Benz EQV 2020 Handleiding pagina 324

Advertenties

Om risico's te vermijden, de volgende punten
in acht nemen:
De bandenspanning van het gemon‐
#
teerde reservewiel of noodwiel controle‐
ren en eventueel aanpassen.
Het noodwiel mag alleen tijdelijk wor‐
#
den gebruikt en moet zo snel mogelijk
weer door een standaardwiel worden
vervangen.
Nooit meer dan één noodwiel monteren.
#
Bij het gebruik van een noodwiel de rij‐
#
stijl aanpassen en voorzichtig rijden.
®
Het ESP
niet uitschakelen.
#
Op een noodwiel mogen geen sneeuw‐
#
kettingen worden gemonteerd.
Het noodwiel uiterlijk om de zes jaar
#
laten vervangen, ongeacht de slijtage.
Bij gebruik van een noodwiel (dat afwijkt van
R
het te verwisselen wiel) mag de maximum‐
snelheid van 80 km/h niet worden overschre‐
den.
De bandenspanning van het noodwiel moet
R
voor aanvang van de rit worden gecontro‐
leerd.
Het noodwiel door een gekwalificeerde werk‐
R
plaats laten vervangen.
Regelmatig en altijd vóór een langere rit het vol‐
gende controleren:
de vaste bevestiging van het reservewiel
R
de bandenspanning van het reservewiel
R
(eventueel de bandenspanning aanpassen)
(
pagina 310)
/
de bevestiging van de reservewielhouder
R
Het reservewiel bevindt zich onder het voertuig in
een reservewielhouder.
De banden uiterlijk om de zes jaar laten vervan‐
gen, ongeacht de slijtage. Dit geldt ook voor het
reservewiel.
%
Als een noodwiel of een reservewiel gemon‐
teerd is, functioneert de bandenspannings‐
controle voor dit wiel niet. Het noodwiel of
het reservewiel is niet uitgerust met een sen‐
sor voor de bandenspanningscontrole.
Reservewiel aanbrengen en verwijderen
Reservewiel achter onder het voertuig uitbou‐
wen
De wielsleutel en het extra gereedschap voor
#
de reservewiellift uit het boordgereedschap
nemen (
pagina 306).
/
De achterklep openen.
#
De afdekkap
1
met een geschikt voorwerp,
#
bijvoorbeeld een schroevendraaier, voorzich‐
tig opwippen. Daarbij erop letten dat de lak
en de afdekkap niet beschadigen.
Het extra gereedschap
#
tot in de geleiding van de lier schuiven.
De wielsleutel
3
op het extra gereedschap
#
2
voor de reservewiellift steken.
De wielsleutel
3
in de richting van de pijl
#
zo lang draaien, tot een weerstand kan wor‐
den gevoeld, of tot de slipkoppeling van de
lier doordraait.
Het reservewiel is omlaaggebracht.
Wielen en banden 321
2
door de opening
5

Advertenties

loading