Download Print deze pagina

Advertenties

Disclaimer
De volgende online-versie van de handleiding
beschrijft alle modellen, standaarduitrustingen en
opties van uw auto. Landspecifieke afwijkingen in
de taalvarianten zijn mogelijk. Neem in acht dat
uw auto mogelijk niet met alle beschreven func-
ties is uitgerust. Dit betreft ook veiligheidsrele-
vante systemen en functies.
Neem alstublieft contact op met uw geautori-
seerde Mercedes-Benz-dealer om een gedrukte
handleiding voor andere modellen en modeljaren
te ontvangen. De online-handleiding is altijd de
meest actuele versie. Er kon geen rekening wor-
den gehouden met alle afwijkingen met het daad-
werkelijke voertuig, omdat Mercedes-Benz haar
voertuigen continu aanpast aan de nieuwste stand
der techniek en de vorm en uitvoering wijzigt.
Ook de gedrukte handleiding, aanvullende docu-
menten en de digitale handleiding lezen.
Auteursrecht
Alle rechten voorbehouden. Alle teksten,foto's en
afbeeldingen vallen onder het auteursrecht en
andere wetten ter bescherming van intellectueel
eigendom. Deze mogen niet voor handelsdoelein-
den of voor verspreiding worden gekopieerd, noch
veranderd en op andere websites worden
gebruikt.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Mercedes-Benz E-Klasse Cabriolet 2018

  • Pagina 1 Dit betreft ook veiligheidsrele- vante systemen en functies. Neem alstublieft contact op met uw geautori- seerde Mercedes-Benz-dealer om een gedrukte handleiding voor andere modellen en modeljaren te ontvangen. De online-handleiding is altijd de meest actuele versie. Er kon geen rekening wor-...
  • Pagina 2 E-Klasse Cabriolet Handleiding Mercedes-Benz...
  • Pagina 3 Geeft een oorzaak aan Symbolen * AANWIJZING Materiële schade door het niet in acht nemen van aanwijzingen In deze handleiding vindt u de volgende symbo‐ m.b.t. materiële schade len: Aanwijzingen m.b.t. materiële schade wijzen & GEVAAR Gevaar door het niet in acht op risico's die tot schade aan de auto kunnen nemen van waarschuwingsaanwijzingen leiden.
  • Pagina 4 Bij auto's met rechts stuur handigd. wijkt de indeling van onderdelen en bedienings‐ elementen overeenkomstig af. Mercedes-Benz past zijn auto's steeds aan de voortdurende ontwikkeling van de wetenschap 2385845303Z107 en de techniek aan. 2385845303Z107...
  • Pagina 5 Vloermatten aanbrengen of verwijderen ..131 Milieubescherming ........19 Openen en sluiten ........75 Terugname van de oude auto ......19 Sleutel ............75 Mercedes-Benz originele onderdelen .... 20 Licht en zicht ..........133 Portieren ............79 Handleiding ........... 21 Exterieurverlichting ........133 Bagageruimte ..........
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Overzicht van de weergaven op het mul‐ Klimaatregeling ........149 Onderhoud en verzorging ....... 402 tifunctioneel display ........263 Overzicht temperatuurregelsystemen ..149 Weergave onderhoudsinterval ASSYST Dashboardverlichting instellen ....264 Temperatuurregelsysteem bedienen ... 150 PLUS ............402 Menu's en submenu's ........ 264 Motorruimte ..........
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Technische gegevens ......468 Aanwijzingen voor technische gegevens ..468 Boordelektronica ........468 Voertuigtypeplaatje, FIN en motornum‐ mer ............. 471 Bedrijfsstoffen ..........473 Autogegevens ..........482 Aanhangwagenvoorziening ......483 Displaymeldingen met waarschu‐ wings- en controlelampjes ...... 486 Displaymeldingen ........486 Waarschuwings- en controlelampjes ..
  • Pagina 9 In één oogopslag – Cockpit...
  • Pagina 10 In één oogopslag – Cockpit → → Stuurwielschakelpaddles ECO start-stopsysteem → → Combischakelaar Actieve parkeerassistent → → DIRECT SELECT-keuzehendel Voertuighoogte instellen → → Display (multimediasysteem) DYNAMIC SELECT-schakelaar → → Start-stoptoets PASSENGER AIRBAG controlelampjes → → Bedieningspaneel voor multimediasysteem Bedieningspaneel voor multimediasysteem →...
  • Pagina 11 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes Instrumentendisplay (standaard)
  • Pagina 12 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes → → Snelheidsmeter ! Elektrische parkeerrem (geel) → → ® 6 Veiligheidssysteem ÷ ESP → → ü Veiligheidsgordel niet omgegespt #! Knipperlichten → → j Aanhangwagenvoorziening niet bedrijfs‐ Ð Stuurbekrachtiging vertoont een storing klaar of beweegt →...
  • Pagina 13 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes Instrumentendisplay in de widescreen cockpit...
  • Pagina 14 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes → → Snelheidsmeter J Remmen (rood) → → AIR BODY CONTROL/DYNAMIC BODY CONTROL ü Veiligheidsgordel niet omgegespt vertoont een storing Weergave brandstofpeil → #! Knipperlichten → 8 Brandstofreserve met aanduiding tankdop‐ → Multifunctioneel display kleppositie →...
  • Pagina 15 In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole...
  • Pagina 16 Interieurverlichting voorin in- en uitschake‐ → Toets voor de service-oproep (Mercedes me → connect) u Interieurverlichting achterin in- en uitscha‐ kelen → Binnenspiegel → | Automatische verlichtingsregeling in- of → SOS-noodoproepsysteem (Mercedes-Benz nood‐ uitschakelen oproepsysteem) → p Rechter leeslampje in- en uitschakelen...
  • Pagina 17 In één oogopslag – Portierbedieningseenheid en stoelinstellingen...
  • Pagina 18 In één oogopslag – Portierbedieningseenheid en stoelinstellingen → → Stoel elektrisch instellen W Linker zijruit openen en sluiten → → Stoelverwarming in- en uitschakelen Portier openen → → Stoelventilatie in- en uitschakelen Geheugenfunctie instellen → → AIRSCARF in- en uitschakelen Stoel in lengterichting instellen →...
  • Pagina 19 In één oogopslag – In geval van nood en pech...
  • Pagina 20 In één oogopslag – In geval van nood en pech → Handelswijze na een ongeval Brandblusser → → Veiligheidsvesten Tankdopklep met aanwijzingsplaatjes voor ban‐ denspanning, brandstofsoort en QR-codes voor → Toets voor SOS-noodoproepsysteem het bepalen van de reddingskaart → Bedrijfsstoffen controleren en bijvullen →...
  • Pagina 21 (bijvoorbeeld via baar worden gemaakt. Informatie over de telefoon) op te roepen. De handleiding vindt u eveneens in de De digitale handleiding beschrijft de werking en Mercedes-Benz Guides app in de gangbare App Stores. bediening: van de auto van het multimediasysteem...
  • Pagina 22 Terugname van de oude auto uitvoeren bij een gekwalificeerde werk‐ Alleen voor EU-landen: MILIEU-AANWIJZING Milieuschade door plaats. Mercedes-Benz neemt uw oude auto weer terug bedrijfsomstandigheden en persoonlijke om deze overeenkomstig de richtlijn autowrak‐ Uw persoonlijke rijstijl: rijstijl ken van de Europese Unie (EU) milieuvriendelijk Tijdens het starten geen gas geven.
  • Pagina 23 In deze gebieden geen accessoires aansprakelijkheid voor gebreken als bij een keuringsinstantie of officiële instantie aan‐ monteren zoals een audiosysteem. nieuwe onderdelen. wezig is, neemt Mercedes-Benz geen verant‐ Geen reparaties of laswerkzaamheden Gerecyclede ruilaggregaten en -onder‐ woordelijkheid voor het gebruik in Mercedes- uitvoeren.
  • Pagina 24 De handleiding en het onderhoudsboekje zijn Wijzigingen aan elektronische onderdelen, de belangrijke documenten en moeten in de auto software en bedrading hiervan kunnen de Bij het bestellen van Mercedes-Benz originele bewaard worden. werking en/of de werking van andere gekop‐ onderdelen altijd het voertuigidentificatienum‐...
  • Pagina 25 Algemene aanwijzingen ren, gras of takken, tussen de bodemplaat en & WAARSCHUWING Brandgevaar door * AANWIJZING Beschadiging van de auto bodembekleding verzamelen. Als dit materi‐ brandbaar materiaal aan hete onderdelen Met name in de volgende gevallen kan de aal met hete onderdelen van het uitlaatsys‐ van het uitlaatsysteem auto worden beschadigd: teem in contact komt, kan dit ontsteken.
  • Pagina 26 Tijdens de ontwikkeling hebben wij ons geba‐ van de richtlijn 2014/53/EU. Meer informatie is seerd op de volgende richtlijn: EN ISO 12100 Alle werkzaamheden aan hoogspanningsonder‐ verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerk‐ Deze publicatie verleent het recht tot het opstel‐ delen mogen alleen door een gekwalificeerde plaats.
  • Pagina 27 DIN EN 55014-2:2009-06 D-71706 Markgrönin‐ E-mail: face van de auto aansluiten die door Fabrikant: Dunlop Tech GmbH Info@eur.bosal.com Mercedes-Benz voor de auto zijn vrijge‐ Adres: Birkenhainerstrasse 77, 63450 Hanau geven. www.bosal.com Gevolmachtigde: Afdeling IMS & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Datum: Juni, 2015...
  • Pagina 28 Wijzigingen evenals in‑ en ombouwen is aangeschaft. een grotere afstand. Werkzaamheden aan elektronische onderde‐ Als de auto nog niet bij een Mercedes-Benz- servicewerkplaats is onderzocht. Het aansluiten van apparaten op de diagnose- interface kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld infor‐...
  • Pagina 29 Algemene aanwijzingen De auto bij voorkeur bij een Mercedes-Benz-ser‐ actuele reddingskaart bevat in compacte vorm Aansprakelijkheid voor gebreken vicewerkplaats laten registreren. de belangrijkste informatie over de auto, bijvoor‐ beeld de ligging van de elektrische bedrading. Gaarne Mercedes-Benz zo snel mogelijk informe‐...
  • Pagina 30 Algemene aanwijzingen Deze informatie geeft in het algemeen de toe‐ het herkennen en verhelpen van storingen en De storingsgeheugens in de auto kunnen in het stand weer van een onderdeel, een module, een voor het optimaliseren van de functies van de kader van reparatie- of onderhoudswerkzaamhe‐...
  • Pagina 31 Algemene aanwijzingen deze gegevens aan derden vindt uitsluitend Daartoe behoort – afhankelijk van de soort inte‐ vangsteenheid van de auto, of door een eigen plaats op uw verzoek, in het bijzonder in het gratie – bijvoorbeeld: mobiel eindapparaat (bijvoorbeeld een smart‐ kader van het gebruik van de onlinediensten phone).
  • Pagina 32 In sommige net: gevallen geldt dit ook voor de gehele gegevens‐ http://www.mercedes-benz.com/opensource verbinding van de auto. Een uitzondering hierop vormen in het bijzonder wettelijk voorgeschreven functies en diensten.
  • Pagina 33 Het veiligheidssysteem kan dan de inzitten‐ Personen kleiner dan 1,50 m moeten altijd in Kinderzitjebevestigingen den niet meer zoals bedoeld beschermen en een voor Mercedes-Benz-auto's geschikt aan‐ bijvoorbeeld bij een ongeval uitvallen of Het veiligheidssysteem kan bij een ongeval het vullend veiligheidssysteem worden beveiligd.
  • Pagina 34 Veiligheid voor inzittenden Mercedes-Benz adviseert om rijhulpsystemen te De activeringsdrempels voor de onderdelen van & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of gebruiken die Mercedes-Benz voor uw auto heeft het veiligheidssysteem worden bepaald door het levensgevaar door storingen in de wer‐ goedgekeurd.
  • Pagina 35 Bestuurdersairbag, Frontale aanrijding De veiligheidsgordel voor aanvang van de rit passagiersairbag altijd correct omgespen. Alleen een correct Mercedes-Benz adviseert om de auto na een omgegespte veiligheidsgordel kan adequaat ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats te Kneebag Frontale aanrijding beschermingspotentieel bieden.
  • Pagina 36 Veiligheid voor inzittenden De schoudergordel mag niet de hals raken en Als een kind in de auto meerijdt, ook altijd de Bovendien kan een verkeerd omgegespte vei‐ ook niet onder de arm of achter de rug wor‐ aanwijzingen en veiligheidsaanwijzingen bij "Kin‐ ligheidsgordel bijvoorbeeld bij een ongeval, den doorgevoerd.
  • Pagina 37 Veiligheid voor inzittenden king van de gordelspanners nadelig beïn‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ vloed. levensgevaar door losgemaakte gorde‐ vaar zonder aanvullend veiligheidssys‐ laanreiker tijdens het rijden teem voor kleine personen De gordelspanners kunnen dan niet meer correct werken en de veiligheidsgordels kun‐...
  • Pagina 38 Nooit de veiligheidsgordels, gordelspan‐ ners, gordelverankeringen en gordelo‐ Mercedes-Benz adviseert om de auto na een prolautomaten wijzigen. ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats te De veiligheidsgordels moeten onbe‐ laten slepen. schadigd, niet versleten en schoon zijn;...
  • Pagina 39 Veiligheid voor inzittenden Veiligheidsgordel omgespen Auto's met automatische passagiersairba‐ De gordelaanreikerschakelaar indrukken. De gordelaanreiker komt naar buiten. guitschakeling: Als de veiligheidsgordel snel of met een ruk naar In de volgende gevallen schuift de gordelaanrei‐ buiten wordt getrokken, blokkeert de gordelo‐ * AANWIJZING Activeren van de gordel‐...
  • Pagina 40 Veiligheid voor inzittenden Gordelaanpassing via het multimediasys‐ Werking van de statusindicatie veiligheids‐ De veiligheidsgordel altijd slechts voor teem in- of uitschakelen gordels achterin één persoon gebruiken. Multimediasysteem: De statusindicatie veiligheidsgordels achterin is alleen in bepaalde landen beschikbaar. Voertuig î Voertuiginstellin- Werking van de gordelaanpassing Gordelaanpassing ®...
  • Pagina 41 Veiligheid voor inzittenden Mogelijk beschermingspotentieel per airbag: Airbags * AANWIJZING Bij onbezette passagiers‐ AIRBAG Mogelijk beschermings‐ stoel beslist in acht nemen Overzicht van de airbags potentieel voor … Bij een ongeval kunnen aan passagierszijde de onderdelen van het veiligheidssysteem Kneebag Bovenbeen, knie en onnodig worden geactiveerd: onderbeen...
  • Pagina 42 Veiligheid voor inzittenden Daarbij altijd de informatie over de correcte Voorwerpen in het interieur kunnen het correct & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ stand van de bestuurdersstoel in acht nemen functioneren van een airbag in gevaar brengen. vaar door verkeerde zitpositie pagina 104).
  • Pagina 43 & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel Alleen stoelhoezen gebruiken die door wijzigingen aan de airbagafdekking Mercedes-Benz voor de betreffende & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel Als een airbagafdekking wordt gewijzigd of stoel heeft goedgekeurd. door een reeds geactiveerde airbag...
  • Pagina 44 Veiligheid voor inzittenden komstig wordt de passagiersairbag in- of uitge‐ Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag zo volledig mogelijk tegen de rugleuning schakeld. niet het dak raken of door de hoofdsteun van de passagiersstoel aan liggen. worden belast. De rugleuninghoek en de Bij montage van een kinderzitjesbevestigingssys‐ Beslist de montagehandleiding van de instelling van de hoofdsteun overeenkomstig teem op de passagiersstoel de volgende punten...
  • Pagina 45 Veiligheid voor inzittenden Werking van de PASSENGER AIR BAG contro‐ Voor en ook tijdens het rijden de cor‐ & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ lelampjes recte status van de passagiersairbag vaar bij uitgeschakelde passagiersairbag controleren. Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt, is de passagiersairbag uitge‐...
  • Pagina 46 Veiligheid voor inzittenden Zelfdiagnose van de automatische passa‐ de passagiersstoel gebruiken. In dit geval ook lampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd, giersairbaguitschakeling geen kinderzitjesbevestigingssysteem op de pas‐ kan de passagiersairbag bij een ongeval wor‐ Bij ingeschakeld contact branden beide controle‐ sagiersstoel monteren.
  • Pagina 47 Veiligheid voor inzittenden Er zit een persoon op de passagiersstoel: In plaats daarvan het naar achteren gerichte kin‐ door de airbag worden geraakt, als het derzitjesbevestigingssysteem op een geschikte PASSENGER AIR BAG OFF kan continu branden controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF zitplaats achterin monteren.
  • Pagina 48 Veiligheid voor inzittenden PASSENGER AIRBAG OFF is gedoofd: De Bij bezette passagiersstoel altijd het vol‐ Rolbeugels passagiersstoel zo ver mogelijk naar ach‐ gende controleren: teren zetten of voor een persoon met een & GEVAAR Letsel‑ of levensgevaar door De classificatie van de persoon op de klein postuur een zitplaats achterin een storing in de werking van de rolbeu‐...
  • Pagina 49 Veiligheid voor inzittenden & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ ® PRE-SAFE systeem vaar door belemmering van de rolbeugels Functie van PRE-SAFE ® (preventieve inzitten‐ denbescherming) Als voorwerpen of kledingstukken op de afdekkingen van de rolbeugels worden ® De PRE-SAFE kan bepaalde kritieke rijsituaties gelegd, kan het uitschuiven van de rolbeugels herkennen en preventieve maatregelen ter nadelig worden beïnvloed.
  • Pagina 50 Veiligheid voor inzittenden Systeemgrenzen ® Functie van PRE-SAFE PLUS (preventieve * AANWIJZING Beschadiging door voor‐ inzittendenbescherming Plus) Het systeem neemt in de volgende situaties werpen in de beenruimte of achter de geen maatregelen: stoel ® De PRE-SAFE PLUS kan een dreigende aanrij‐ bij achteruitrijden ding herkennen, met name een aanrijding van Door de automatische instelling van de stand...
  • Pagina 51 U zijn dan op de voorstoel beveiligde kinderen. systeem in de auto altijd de wettelijke voorschrif‐ kunt zo mogelijke risico's herkennen en Daarom adviseert Mercedes-Benz dringend het ten in acht nemen. gevaren vermijden wanneer kinderen meerij‐ kinderzitjesbevestigingssysteem bij voorkeur op Het kinderzitjesbevestigingssysteem moet vol‐...
  • Pagina 52 Veiligheid voor inzittenden en de opgaven op het goedkeuringslabel het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht wordt gemonteerd, kan dit niet meer zoals pagina 56). nemen ( pagina 62). → → bedoeld beschermen. Voordeel van een naar achteren gericht kin‐ Het kind kan dan bij een ongeval, remma‐ Risico herkennen, gevaar vermijden derzitjesbevestigingssysteem noeuvre of abrupte verandering van richting...
  • Pagina 53 Indien aanwezig, Top Tether tevens bevesti‐ gingssysteem in acht nemen: Mercedes-Benz adviseert u voor het reinigen van gen. de door Mercedes-Benz geadviseerde kinderzit‐ ISOFIX- of i-Size-kinderzitjesbevestigings‐ jesbevestigingssystemen Mercedes-Benz-verzor‐...
  • Pagina 54 Veiligheid voor inzittenden Alleen intacte kinderzitjesbevestigingssyste‐ Directe zonnestraling vermijden Kinderen nooit zonder toezicht in de men gebruiken auto laten. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of wonden door directe zonnestraling op Bij het stoppen of parkeren in acht nemen levensgevaar door gebruik van bescha‐...
  • Pagina 55 Als personen – in het bijzonder kinderen – langdurig aan extreme hitte‑ of koude wor‐ Dieren nooit zonder toezicht in de auto laten. Overzicht geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen Meer informatie over correcte kinderzitjesbevestigingssystemen is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werkplaats. Mercedes-Benz adviseert een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
  • Pagina 56 Veiligheid voor inzittenden Bevestiging met ISOFIX Gewichtsgroep Type Bestelnummer Grootteklasse Goedkeuringsnummer 1 Fabrikant: Britax Römer. 2 Met kleurcode 9H95. Groep 0+: BABY SAFE PLUS B6 6 86 8224 tot 13 kg en tot circa 15 maanden E1 04 301 146 Grootteklasse E Groep I: DUO PLUS...
  • Pagina 57 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroep Type Bestelnummer Goedkeuringsnummer Groep 0+: BABY SAFE plus II A 000 970 13 02 tot 13 kg en tot circa 15 maanden E1 04 301 146 Groep I: DUO PLUS A 000 970 17 02 9–18 kg en van circa 9 maanden tot 4 jaar E1 04 301 133 Groep II/III: KIDFIX...
  • Pagina 58 Veiligheid voor inzittenden Overzicht geschikte zitplaatsen in de auto voor het aanbrengen van een kinderzitjesbevestigingssysteem Bevestigingssystemen voor kinderzitjesbevestigingssystemen Zitplaats Linker/rechter zitplaats achterin Geprefereerd bevestigingssysteem: Alternatief bevestigingssysteem: ISOFIX-kinderzitjesverankering Veiligheidsgordel van de zitplaats ( pagina 66) → pagina 58) → i-Size kinderzitjebevestiging ( pagina 61) →...
  • Pagina 59 Veiligheid voor inzittenden Toelatingscategorieën voor kinderzitjesbe‐ Toelatingscategorieën volgens UN-R44 systemen op de met U, UF of IUF geken‐ vestigingssystemen merkte zitplaatsen worden gebruikt. De kenmerking IUF heeft betrekking op Alleen toegestane kinderzitjesbevestigings‐ ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsystemen van systemen gebruiken de categorie "Universal". Deze kinderzitjes‐ In de auto mogen alleen kinderzitjesbevesti‐...
  • Pagina 60 Veiligheid voor inzittenden Toelatingscategorieën volgens UN-R129 Geschiktheid van de zitplaatsen in acht i‑Size: Kinderzitjesbevestigingssystemen van nemen de categorie "i‑Size" zijn toegestaan voor het inbouwen in auto's met i‑Size-bevestigings‐ Afhankelijk van de toelatingscategorie zijn er beugels. Ze kunnen overeenkomstig de over‐ naar voren en/of naar achteren gerichte kinder‐...
  • Pagina 61 Veiligheid voor inzittenden Overzicht van de geschiktheid van zitplaatsen voor bevestiging van ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsystemen ISOFIX-kenmerk ISOFIX is een gestandaardiseerd bevestigingssysteem voor speciale kinderzitjesbevestigingssystemen. Het symbool geeft de geschikte zitplaatsen aan voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem conform UN-R44 pagina 56). → Alleen kinderzitjesbevestigingssystemen bevestigen, die conform UN-R44 overeenkomstig de volgende ISOFIX-tabellen zijn goedgekeurd.
  • Pagina 62 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroep 0 (tot 10 kg en tot circa 6 maanden) Grootteklasse: Systeem: Linker/rechter zitplaats achterin ISO/R1 IL Geschikt voor ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsystemen overeenkomstig de tabel in "Overzicht van de geadviseerde kinderzitjesbevesti‐ gingssystemen" of als de auto en de zitplaats in de autotypelijst van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem zijn vermeld. Gewichtsgroep 0+ (tot 13 kg en tot circa 15 maanden) Grootteklasse: Systeem:...
  • Pagina 63 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroep I (9–18 kg en circa 9 maanden tot 4 jaar) Grootteklasse: Systeem: Linker/rechter zitplaats achterin ISO/R2 ISO/R3 IL (1) ISO/F2 ISO/F2X ISO/F3 IL Geschikt voor ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsystemen overeenkomstig de tabel in "Overzicht van de geadviseerde kinderzitjesbevesti‐ gingssystemen" of als de auto en de zitplaats in de autotypelijst van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigingssysteem zijn vermeld. IUF Geschikt voor naar voren ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsystemen van de categorie "Universal"...
  • Pagina 64 Veiligheid voor inzittenden Overzicht van de geschiktheid van de zitplaatsen voor bevestiging van i‑Size-kinderzitjesbevestigingssystemen i-Size-kenmerk i‑Size is een gestandaardiseerd bevestigingssysteem voor speciale kinderzitjesbevestigingssystemen. Het symbool geeft de geschikte zitplaatsen aan voor de bevestiging van een i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem conform ECE R129 pagina 56). →...
  • Pagina 65 Veiligheid voor inzittenden ISOFIX- of i‑Size-kinderzitjesbevestigingssys‐ Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergrendeld Als het kind en het kinderzitjesbevesti‐ teem op de zitplaats achterin monteren is, wordt dit op het multifunctioneel display van gingssysteem samen meer dan 33 kg het combi-instrument weergegeven. wegen, alleen een ISOFIX- of een i- &...
  • Pagina 66 Veiligheid voor inzittenden Bij de montage van een kinderzitjesbevestigings‐ voorstoel zo instellen, dat deze het kinder‐ bouwd. Indien mogelijk de zittinghoek over‐ systeem altijd het volgende in acht nemen: zitjesbevestigingssysteem niet raakt. eenkomstig instellen. O Altijd het toepassingsgebied en de geschikt‐ O Bij gebruik van een naar voren gericht O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag heid van zitplaatsen voor bevestiging van...
  • Pagina 67 Veiligheid voor inzittenden brengen en alle hoofdsteunen correct instel‐ beide bevestigingsbeugels van de auto vergren‐ Daardoor kunnen kinderzitjesbevestigings‐ len. deld is. systemen niet meer zoals bedoeld bescher‐ De betreffende afdekkingen verwij‐ men. Niet vergrendelde rugleuningen van de deren. zitplaatsen achterin kunnen bovendien extra letsel veroorzaken, bijvoorbeeld bij een onge‐...
  • Pagina 68 Veiligheid voor inzittenden achterin monteren. Daarbij altijd de monta‐ De Top Tether-haak in de Top Tether-ver‐ gehandleiding van de fabrikant van het kin‐ ankering bevestigen. derzitjesbevestigingssysteem in acht nemen. De rugleuning achterin terugklappen pagina 123). → De Top Tether-gordel mag niet verdraaid zijn en de rugleuning achterin moet vergren‐...
  • Pagina 69 Veiligheid voor inzittenden Aanwijzingen met betrekking tot de geschiktheid van zitplaatsen voor de bevestiging van kinderzitjesbevestigingssystemen die met autogor‐ dels worden vastgezet Zitplaatsen achterin Gewichtsgroep Linker/rechter zitplaats achterin Groep 0: tot 10 kg U, L Groep 0+: tot 13 kg U, L Groep I: 9 tot 18 kg U, L...
  • Pagina 70 Veiligheid voor inzittenden Passagiersstoel – Aanwijzingen Aanwijzingen bij kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel Als door omstandigheden een kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel moet worden gemonteerd, beslist de aanwijzingen bij "Kin‐ derzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel" in acht nemen ( pagina 71). → De specifieke aanwijzingen bij naar achteren en naar voren gerichte kinderzitjesbevestigingssystemen in acht nemen. Bij een bezette passagiers‐ stoel voor en ook tijdens het rijden en afhankelijk van de situatie de werking van de passagiersairbag niet in gevaar brengen ( pagina 42).
  • Pagina 71 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroep 1, 2 Passagiersairbag geactiveerd Passagiersairbag uitgeschakeld Groep III: 22 tot 36 kg UF, L U, L X: Niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsgroep. L Geschikt voor semi-universele kinderzitjesbevestigingssystemen overeenkom‐ stig de tabel in "Geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen", of als de auto UF: Geschikt voor naar voren gerichte kinderzitjesbevestigingssystemen van de en de zitplaats in de autotypelijst van de fabrikant van het kinderzitjesbevestigings‐...
  • Pagina 72 Veiligheid voor inzittenden versal" controleren of dit voor de zitplaats O Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssyste‐ het openen of het sluiten van de cabriokap, van de auto is toegestaan. men van de gewichtsgroepen II of III kan het het kind uit laten stappen. gebeuren dat het kinderzitjesbevestigings‐...
  • Pagina 73 Veiligheid voor inzittenden Aanwijzingen voor auto's zonder automati‐ Aanwijzingen met betrekking tot naar achte‐ Beslist de volgende aanwijzingen in acht nemen: sche passagiersairbaguitschakeling ren en naar voren gerichte kinderzitjesbeves‐ Een naar achteren gericht kinderzitjesbeves‐ tigingssystemen op de passagiersstoel tigingssysteem nooit op de passagiersstoel monteren.
  • Pagina 74 Veiligheid voor inzittenden moet worden gemonteerd, beslist de aanwij‐ O Voor een kinderzitjesbevestigingssysteem LIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN tot zingen met betrekking tot de automatische van de categorie "Universal" of "Semi-Uni‐ gevolg hebben. passagiersairbaguitschakeling in acht nemen versal" controleren of dit voor de zitplaats pagina 40).
  • Pagina 75 Veiligheid voor inzittenden Kinderbeveiligingen worden ingesteld, bijvoorbeeld door moge‐ Het kinderzitjesbevestigingssysteem aan‐ lijk contact met het dak. brengen. Kinderbeveiliging voor zijruiten achterin ver‐ Het draagvlak van het kinderzitjesbevesti‐ O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag grendelen/ontgrendelen gingssysteem moet volledig op het zitvlak niet onder spanning en/of getordeerd tus‐ van de passagiersstoel rusten.
  • Pagina 76 Veiligheid voor inzittenden Kinderbeveiligingen voor de zijruiten achterin tale voertuigsleutel, als de functie “Digi‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ aanwezig. tale voertuigsleutel“ via Mercedes me len en letsel als kinderen zonder toezicht connect is geactiveerd. in de auto worden achtergelaten Wanneer kinderen meerijden, kunnen deze: &...
  • Pagina 77 Veiligheid voor inzittenden Het controlelampje brandt niet: Met Dieren nooit zonder toezicht in de auto de schakelaar op het betreffende achter‐ laten. portier of het bestuurdersportier. Dieren tijdens het rijden altijd goed beveiligen, bijvoorbeeld in een geschikte transportbox. Aanwijzingen met betrekking tot huisdieren in de auto &...
  • Pagina 78 Openen en sluiten Sleutel schakelde versnellingsbak in de neutraal‐ stand te zetten. Overzicht sleutelfuncties De motor te starten. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ len en letsel als kinderen zonder toezicht zicht in de auto achterlaten. in de auto worden achtergelaten Bij het verlaten van de auto altijd de Wanneer kinderen zonder toezicht in de auto...
  • Pagina 79 Openen en sluiten Ontgrendelingsinstellingen wijzigen wordt de diefstalbeveiliging weer geacti‐ Het contact is uitgeschakeld. veerd. Mogelijke ontgrendelingsfuncties van de sleutel: De sleutel niet bewaren bij elektronische appara‐ Centraal ontgrendelen. ten of metalen voorwerpen. Dit kan de werking Bestuurdersportier en tankdopklep ontgren‐ van de sleutel nadelig beïnvloeden.
  • Pagina 80 Openen en sluiten Noodsleutel verwijderen en aanbrengen het stroomverbruik van de betreffende sleutel Aanbrengen: De ontgrendelingsknop worden verminderd. Daartoe de sleutelfuncties indrukken. deactiveren. De noodsleutel in de tussenstand of hele‐ Deactiveren: De toets & van de sleutel maal aanbrengen, tot hij vergrendelt. tweemaal kort na elkaar indrukken.
  • Pagina 81 Het deksel in de richting van de pijl open‐ Mercedes-Benz adviseert de batterij te laten ver‐ klappen en verwijderen. vangen bij een gekwalificeerde werkplaats. Het batterijenvak eruit trekken en de lege...
  • Pagina 82 Openen en sluiten Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen De sleutel is defect. Met het batterijcontrolelampje de batterij controleren en eventueel vervangen ( pagina 77). → Voor het ver- of ontgrendelen de noodsleutel gebruiken ( pagina 77). → De sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren. U heeft een sleutel verloren.
  • Pagina 83 Openen en sluiten Auto van binnenuit centraal ver- en ontgren‐ De activering van de extra portiervergrendeling kan worden voorkomen, door voor het vergren‐ delen delen van de auto de interieurbeveiliging te deactiveren ( pagina 103). → Portieren van binnenuit ontgrendelen en ope‐ Alleen voor het Verenigd Koninkrijk: De aanwijzingen voor de extra portiervergrende‐...
  • Pagina 84 De auto wordt afwisselend ver- en ontgren‐ geschikt is door het telefoonnummer onder deld. http://www.mercedes.me in te voeren. Informatie over geschikte mobiele telefoons Bij verlies van de mobiele telefoon de dienst is verkrijgbaar bij uw Mercedes-Benz-ser‐ "Digitale voertuigsleutel" in Mercedes me con‐ nect deactiveren op http://www.mercedes.me.
  • Pagina 85 Openen en sluiten Auto met KEYLESS-GO ver- en ontgrendelen Auto ontgrendelen: De binnenzijde van de portiergreep aanraken. Voorwaarden Auto vergrendelen: Het sensorvlak De sleutel bevindt zich buiten de auto. aanraken. De afstand van de sleutel tot de auto is niet Comfortsluiting: Het verdiepte sensorvlak meer dan 1 m.
  • Pagina 86 Openen en sluiten Problemen met KEYLESS-GO Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen De auto kan niet meer met de KEY‐ Mogelijke oorzaken: LESS-GO worden ver- en ontgrendeld. De KEYLESS-GO is gedeactiveerd . De batterij van de sleutel is zwak of leeg. Een sterke radiobron veroorzaakt een storing.
  • Pagina 87 Openen en sluiten De auto bevindt zich op een rollentestbank. Bestuurdersportier met de noodsleutel ver- en ontgrendelen Wanneer de auto volledig met de noodsleutel moet worden vergrendeld, bij geopend bestuurdersportier eerst de toets voor de vergrendeling van binnenuit indrukken. Ver‐ volgens het bestuurdersportier met de nood‐...
  • Pagina 88 De afdekkap voorzichtig op de slotcilinder De toets p van de sleutel lang indrukken. uit. drukken, tot hij vergrendelt en vastzit. Bij ontgrendeld kofferdeksel het bovenste Erop letten dat er voldoende plaats gedeelte van de Mercedes-Benz ster indruk‐ boven de achterklep is. ken.
  • Pagina 89 Openen en sluiten Functie HANDS-FREE ACCESS Als de achteruitrijcamera is geactiveerd: Aan Voorwerpen, bagage of lading voor het de reeds uitgeklapte Mercedes-Benz ster wegrijden beveiligen tegen verschuiven trekken om het kofferdeksel te openen. of kantelen. Auto's met HANDS-FREE ACCESS: Met een Bij het beladen van de auto de beladingsrichtlij‐...
  • Pagina 90 Openen en sluiten Voorwaarden Als meerdere schoppende bewegingen achter & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ elkaar zonder succes zijn, tien seconden wach‐ De sleutel bevindt zich achter de auto. wonden door heet uitlaatsysteem ten. Bij de schoppende beweging ten minste Het uitlaatsysteem van de auto kan zeer heet Systeemgrenzen 30 cm van de auto verwijderd blijven.
  • Pagina 91 Openen en sluiten Achterklepbegrenzing in- of uitschakelen Wanneer een beschermmat wordt gebruikt die over de rand van de bagageruimte Multimediasysteem: omlaag in het herkenningsgebied van de sen‐ Voertuig î Voertuiginstellin- soren loopt. Achterklepbegrenzing De beschermmat is niet correct bevestigd. Deze functie verhindert dat de achterklep bij‐ Bij het werken aan de aanhangwagenvoorzie‐...
  • Pagina 92 Openen en sluiten De toetsen in het bestuurdersportier hebben & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het Kinderen nooit zonder toezicht in de voorrang. auto laten. sluiten van een zijruit Automatische beweging starten: De toets Bij het sluiten van een zijruit kunnen Voorwaarden W tot voorbij het drukpunt drukken of er lichaamsdelen in het sluitgebied bekneld De spanningsvoorziening of het contact is...
  • Pagina 93 Openen en sluiten Volledig openen: De toets voorbij het Bij het sluiten controleren dat zich geen drukpunt ingedrukt houden. lichaamsdelen in het sluitgebied bevin‐ den. Sluiten: Aan de toets trekken en vasthou‐ den. Wanneer iemand bekneld raakt, de toets W indrukken om de zijruit weer Automatische anti-inklemfunctie van de zij‐...
  • Pagina 94 Openen en sluiten Comfortopening (auto voor aanvang van de Comfortsluiting (auto van buitenaf sluiten) Wanneer iemand bekneld raakt, de rit ventileren) toets loslaten. & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het onoplettende comfortsluiting De toets % op de sleutel ingedrukt hou‐ openen van een zijruit den.
  • Pagina 95 Openen en sluiten De cabriokap wordt gesloten. Het comfortsluiting kan ook met KEYLESS- Wanneer iemand bekneld raakt, de GO worden bediend ( pagina 82). → toets loslaten. Bij gesloten cabriokap worden de zijruiten gesloten. De toets & op de sleutel ingedrukt hou‐ Comfortsluiting onderbreken: De toets den.
  • Pagina 96 Openen en sluiten Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Onmiddellijk na het blokkeren de betreffende toets opnieuw zo lang omhoogtrekken tot de zijruit geslo‐ ten is en een seconde aan de toets blijven trekken. De zijruit wordt met verhoogde sluitkracht gesloten. Als de zijruit bij het sluiten opnieuw wordt geblokkeerd en weer iets opent: De vorige stap herhalen.
  • Pagina 97 De cabriokap kan bij het openen of het slui‐ van de cabriokap zitten. ten beschadigd raken. Op voldoende vrije ruimte boven de Om veiligheidsredenen adviseert Mercedes-Benz auto letten. de cabriokap alleen te openen of te sluiten als De bagageruimte alleen onder het baga‐...
  • Pagina 98 Openen en sluiten Sluiten: De cabriokapschakelaar indruk‐ display toont de melding Kap geheel openen / Wanneer de cabriokap niet volledig vergrendeld ken en ingedrukt houden, tot de cabriokap sluiten. is, toont het multifunctioneel display de melding volledig gesloten is. Kap geheel openen / sluiten.
  • Pagina 99 Openen en sluiten Auto's met automatisch bediend bagage‐ * AANWIJZING Beschadiging van de scherm: De toets indrukken. cabriokap of de lading door lange voor‐ Het bagagescherm opent of sluit zelfstan‐ werpen dig. De cabriokap of de lading kunnen worden Als het systeem uitvalt kan het automatisch beschadigd als de cabriokap geopend is.
  • Pagina 100 Openen en sluiten Als de AIRCAP wordt geactiveerd, komen de Als de auto wordt geparkeerd met geopende windgeleider en het windscherm tegelijkertijd cabriokap en de spanningsvoorziening wordt uit‐ omhoog. geschakeld, schuift de AIRCAP automatisch in. De AIRCAP kan tot een snelheid van circa Wanneer na het parkeren de motor wordt 160 km/h worden geactiveerd of gedeactiveerd.
  • Pagina 101 Openen en sluiten & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ * AANWIJZING Beschadiging van het hoe‐ len en letsel door foutief gemonteerd kwindscherm door in contact komen met windscherm de rugleuningen Als het windscherm niet correct gemonteerd Als het hoekwindscherm aangebracht is, kan is, kan dit tijdens het rijden loslaten en deze in contact komen met de rugleuningen andere verkeersdeelnemers in gevaar bren‐...
  • Pagina 102 Openen en sluiten Het hoekwindscherm zoals afgebeeld opklappen. De beide houders links en rechts uitklap‐ pen. De houder van het hoekwindscherm De volgende stappen na elkaar aan beide zijden bij de beide achterste bevestigingen van de auto uitvoeren: de auto aanbrengen. De handgreep in de richting van de pijl trekken.
  • Pagina 103 100 Openen en sluiten De handgreep op het hoekwindscherm Het hoekwindscherm moet in omgekeerde volg‐ volledig naar achteren schuiven. orde worden verwijderd. Het hoekwindscherm is vergrendeld. Problemen met de cabriokap Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen De cabriokap kan niet worden geopend Het contact is niet ingeschakeld.
  • Pagina 104 Openen en sluiten 101 De EDW wordt automatisch na circa tien secon‐ Na het indrukken van de start-stoptoets met Diefstalbeveiliging den ingeschakeld: de sleutel in het opbergvak ( pagina 164) → Functie van de wegrijblokkering Na de vergrendeling met de sleutel Na de ontgrendeling met KEYLESS-GO De wegrijblokkering voorkomt dat de auto zon‐...
  • Pagina 105 102 Openen en sluiten Wegsleepbeveiliging in- of uitschakelen De wegsleepbeveiliging wordt automatisch na De interieurbeveiliging wordt alleen geactiveerd, circa 60 seconden geactiveerd: als de volgende onderdelen gesloten zijn: Multimediasysteem: Na de vergrendeling met de sleutel de portieren Voertuig î Voertuiginstellin- Na de vergrendeling met KEYLESS-GO het kofferdeksel Wegsleepbeveiliging...
  • Pagina 106 Openen en sluiten 103 Interieurbeveiliging in- en uitschakelen Multimediasysteem: Voertuig î Voertuiginstellin- Interieurbeveiliging De functie in- O of uitschakelen ª. In de volgende gevallen wordt de interieurbeveili‐ ging weer ingeschakeld: De auto wordt opnieuw ontgrendeld. Er wordt een portier geopend. De auto wordt weer vergrendeld.
  • Pagina 107 104 Stoelen en opbergen Uw benen zijn niet volledig gestrekt en u kunt Aanwijzingen voor een correcte stand van de pedalen goed indrukken. de bestuurdersstoel Uw achterhoofd wordt op ooghoogte door & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ het midden van de hoofdsteun ondersteund. len door voertuiginstellingen tijdens het U kunt het stuurwiel met licht gebogen rijden...
  • Pagina 108 Stoelen en opbergen 105 Stoelen De bestuurdersstoel moet altijd ver‐ & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij grendeld zijn voordat de auto wordt instelling van de stoelen Voorstoel mechanisch en elektrisch instellen gestart; dit controleren. (zonder zitcomfortpakket) Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk dat uzelf of andere inzittenden bekneld &...
  • Pagina 109 106 Stoelen en opbergen Er is dan een verhoogd risico op letsel van In dit geval kunt u bij een remmanoeuvre of & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een een ongeval onder de veiligheidsgordel door‐ onoplettend instellen van de zitting‐...
  • Pagina 110 Stoelen en opbergen 107 Voorstoel mechanisch en elektrisch instellen Stoel in lengterichting instellen: De hendel (met zitcomfortpakket) omhoogbrengen en de stoel naar voren‑ of naar achteren schuiven. Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is. Zittingdiepte instellen: De hendel omhoogbrengen en het voorste deel van de zitting naar voren‑...
  • Pagina 111 108 Stoelen en opbergen Voorstoel elektrisch instellen De instellingen met de geheugenfunctie Met de toetsen de rugleuningwel‐ opslaan ( pagina 119). ving individueel aan uw wervelkolom aanpas‐ → sen. Viervoudig verstelbare lendensteun instellen Hoofdsteunen Hoofdsteunen van de voorstoelen instellen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door voertuiginstellingen tijdens het rijden U kunt in de volgende situaties de controle...
  • Pagina 112 Stoelen en opbergen 109 & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door niet aangebrachte of verkeerd inge‐ stelde hoofdsteunen Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen ze niet zoals bedoeld beschermen. Er is dan een verhoogd risico op letsel van het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of remmanoeuvre! Naar voren verstellen: De hoofdsteun naar...
  • Pagina 113 110 Stoelen en opbergen Hoofdsteunen van de zitplaatsen achterin Aanbrengen Luchtkussen instellen. uit- of inbouwen De hoofdsteun zodanig aanbrengen dat de Geheugenfunctie inkepingen in de bevestigingsbeugel zich, in Verwijderen De stoelinstellingen met de geheugenfunctie rijrichting gezien, aan de linkerzijde bevin‐ opslaan ( pagina 119).
  • Pagina 114 Stoelen en opbergen 111 Rugleuning van de voorstoelen naar voren of Massage selecteren. Naar voren klappen: Aan de ontgrende‐ naar achteren klappen (auto's met geheu‐ lingshendel van de stoel trekken en de Massageprogramma selecteren. genfunctie) rugleuning tot de aanslag naar voren klap‐ Afhankelijk van de instelling is het massage‐...
  • Pagina 115 112 Stoelen en opbergen Rugleuning van de voorstoelen naar voren of Eventueel de hoofdsteunen ontgrendelen en terin of na het achterin instappen van inzitten‐ naar achteren klappen (auto's zonder geheu‐ omlaagdrukken. den: genfunctie) Aan de ontgrendelingshendel van de stoel Opnieuw aan de ontgrendelingshendel van trekken en de rugleuning naar voren klappen, de stoel trekken en de rugleuning weer...
  • Pagina 116 Stoelen en opbergen 113 * AANWIJZING Beschadiging van de stoe‐ len door voorwerpen of zittingaccessoi‐ res bij ingeschakelde stoelverwarming Wanneer de stoelverwarming is ingescha‐ keld, kan door voorwerpen of zittingaccessoi‐ res op de stoelen, bijvoorbeeld stoelkussens of kinderzitjes, warmteophoping optreden. Daardoor kan het zittingvlak worden bescha‐...
  • Pagina 117 114 Stoelen en opbergen Stoelventilatie in- of uitschakelen Uitschakelen/lagere stand: De toets Uitschakelen/lagere stand: De toets vaak indrukken, tot de gewenste verwar‐ vaak indrukken, tot de gewenste ventilatie‐ Voorwaarden mingsstand bereikt is. stand is ingesteld. De spanningsvoorziening is ingeschakeld. Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de stoelverwarming uitgeschakeld.
  • Pagina 118 Stoelen en opbergen 115 Uitschakelen/lagere stand: De toets Stuurwiel vaak indrukken, tot de gewenste verwar‐ Stuurwiel mechanisch instellen mingsstand bereikt is. Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ AIRSCARF uitgeschakeld. len door voertuiginstellingen tijdens het Bij het inschakelen gaat de aanjager na een rijden opwarmperiode van enkele seconden...
  • Pagina 119 116 Stoelen en opbergen Door het stuurwiel te bewegen controleren of & WAARSCHUWING Inklemgevaar voor de stuurkolom vergrendeld is. kinderen bij het instellen van het stuur‐ wiel Stuurwiel elektrisch instellen Wanneer kinderen het stuurwiel instellen, kunnen ze bekneld raken. Het stuurwiel kan worden ingesteld als de span‐ ningsvoorziening is uitgeschakeld.
  • Pagina 120 Stoelen en opbergen 117 Stuurwielverwarming in- en uitschakelen In- en uitstaphulp Functie van de in- en uitstaphulp Voorwaarden De spanningsvoorziening of het contact is & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ ingeschakeld. len bij wegrijden tijdens het instellen van de uitstaphulp Als wordt weggereden als de in‑ en uitstap‐ hulp nog een instelling uitvoert, kan de con‐...
  • Pagina 121 118 Stoelen en opbergen Auto's met geheugenfunctie: Het instellen kan Het stuurwiel zwenkt omhoog, als dit zich van het stuurwiel en de bestuurders‐ niet al in de bovenste aanslag bevindt. De wordt gestopt door het indrukken van een stoel bevinden. geheugenpositietoets van de geheugenfunctie.
  • Pagina 122 Stoelen en opbergen 119 Auto's met geheugenfunctie: Wanneer een van & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het Kinderen nooit zonder toezicht in de de positietoetsen van de geheugenfunctie wordt auto laten. instellen van de stoel met de geheugen‐ ingedrukt, wordt het instellen gestopt. functie Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergren‐...
  • Pagina 123 120 Stoelen en opbergen Oproepen: De geheugenpositietoets 1, 2 of & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel 3 indrukken of kort ingedrukt houden. door niet-vastgezette voorwerpen in de De voorstoel, de stuurkolom, het head-up- auto display en de buitenspiegels bewegen naar Wanneer voorwerpen, bagage of lading niet de opgeslagen stand.
  • Pagina 124 Stoelen en opbergen 121 Indien mogelijk de bagage altijd achter de den raken. Bovendien kunnen bekerhouders, & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ niet-bezette stoelen plaatsen. geopende opbergvakken en mobiele-tele‐ wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐ foonhouders bij een ongeval de daarin aan‐ De lading aan de sjorogen beveiligen en deze sierstukken wezige voorwerpen niet altijd tegenhouden.
  • Pagina 125 122 Stoelen en opbergen Brillenbox openen Opbergvak in de middenconsole voor met Daardoor wordt de inzittende door de een usb-aansluiting (afhankelijk van de uit‐ achterbank/achterzitplaats of door de rusting van de auto) rugleuning in de veiligheidsgordel Dashboardkastje gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet meer zoals bedoeld beschermen en extra Dashboardkastje ver- of ontgrendelen letsel veroorzaken.
  • Pagina 126 Stoelen en opbergen 123 Rugleuning achterin terugklappen De betreffende rugleuning naar achteren kantelen, tot deze vergrendelt. * AANWIJZING Beschadiging van de veilig‐ Als de rugleuning niet vastgeklikt en vergren‐ heidsgordel deld is, wordt dit op het multifunctioneel dis‐ play van het combi-instrument weergegeven. De veiligheidsgordel kan bij het terugklappen van de rugleuning bekneld raken en daardoor Overzicht van de sjorogen...
  • Pagina 127 124 Stoelen en opbergen Overzicht van de tashaken & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij gebruik van de tashaken met zware voor‐ werpen De tashaak kan zware voorwerpen of bagage niet tegenhouden. Bij remmanoeuvres of abrupte richtingswijzi‐ gingen kunnen voorwerpen of bagage rond‐ slingeren en daardoor inzittenden raken.
  • Pagina 128 Stoelen en opbergen 125 Bagagenet bevestigen Opbergruimte onder bagageruimtebodem Zware, harde, scherpe, breekbare of te openen grote voorwerpen altijd in de bagage‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel ruimte opbergen en beveiligen. door ongeschikt opbergen van voorwer‐ De aanwijzingen met betrekking tot het beladen van de auto in acht nemen.
  • Pagina 129 126 Stoelen en opbergen Bekerhouder Bekerhouder in de middenconsole verwijde‐ ren of aanbrengen (automatische transmis‐ sie) & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len en letsel bij gebruik van de bekerhou‐ der tijdens het rijden De bekerhouder kan tijdens het rijden geen bekers beveiligen.
  • Pagina 130 Stoelen en opbergen 127 De rubbermat van de bekerhouder kan wor‐ De beker sluiten, in het bijzonder bij Asbak en sigarettenaansteker den verwijderd om te worden gereinigd, bij‐ hete vloeistoffen. Asbak in de middenconsole voorin gebruiken voorbeeld met helder, lauw water. * AANWIJZING Beschadiging van het Werking van de bekerhouder in de achter‐...
  • Pagina 131 128 Stoelen en opbergen Binnenbakje verwijderen: Het binnenbakje Binnenbakje aanbrengen: Het binnenbakje Kinderen nooit zonder toezicht in de iets naar voren drukken en naar boven van bovenaf aanbrengen en in de houder auto laten. toe uitnemen. drukken, tot het vergrendelt. Voorwaarden Binnenbakje aanbrengen: Het binnenbakje Het contact is ingeschakeld.
  • Pagina 132 Stoelen en opbergen 129 12V-aansluiting achterin gebruiken Contactdozen Draadloos opladen van de mobiele telefoon en koppeling met de buitenantenne 12V-aansluiting in de middenconsole voorin Voorwaarden gebruiken Aanwijzingen met betrekking tot het draad‐ Er zijn alleen apparaten tot maximaal loos opladen van de mobiele telefoon 180 watt (15 A) aangesloten.
  • Pagina 133 130 Stoelen en opbergen dule verbonden met de buitenantenne van de Altijd waarborgen dat voorwerpen niet * AANWIJZING Beschadiging van voorwer‐ auto. uit opbergvakken, ladingnetten of baga‐ pen door het bewaren in de mobiele-tele‐ genetten steken. Alleen als het contact is ingeschakeld zijn de foonhouder oplaadfunctie en de draadloze koppeling van De afsluitbare opbergvakken voor aan‐...
  • Pagina 134 Geen losse vloermatten gebruiken en mobiele telefoons vindt u onder: De mat kan worden verwijderd om te worden niet meerdere vloermatten op elkaar http://www.mercedes-benz.com/connect gereinigd, met bijvoorbeeld helder, lauw leggen. water. Vloermatten aanbrengen of verwijderen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐...
  • Pagina 135 132 Stoelen en opbergen Aanbrengen: De drukknoppen op de houders drukken. Verwijderen: De vloermatten van de hou‐ ders trekken.
  • Pagina 136 Licht en zicht 133 Aanwijzingen over verlichtingssystemen en Verlichtingsschakelaar Exterieurverlichting uw verantwoordelijkheid Verlichtingsschakelaar bedienen Aanwijzingen voor het aanpassen van de ver‐ lichting bij buitenlandse reizen De verschillende verlichtingssystemen van de auto zijn slechts hulpmiddelen. De verantwoor‐ Auto's met statische LED-koplampen: Het delijkheid voor de correcte voertuigverlichting omschakelen van de koplamp is niet nodig.
  • Pagina 137 134 Licht en zicht Mistachterlicht in- of uitschakelen De aanwijzingen met betrekking tot de oriën‐ L Dimlicht en grootlicht tatieverlichting in acht nemen R Mistachterlicht in- of uitschakelen Voorwaarden pagina 139). → De verlichtingsschakelaar bevindt zich in de Bij activering van het dimlicht wordt het contro‐ Werking van het automatisch rijlicht stand L of Ã.
  • Pagina 138 Licht en zicht 135 Combischakelaar verlichting bedienen Grootlicht Noodknipperlichten in- of uitschakelen Inschakelen: De verlichtingsschakelaar in de stand L of à draaien. De combischakelaar in de richting van de pijl tot voorbij het drukpunt indrukken. Bij activering van het grootlicht wordt het controlelampje voor het dimlicht L gedeactiveerd en door het controlelampje grootlicht K vervangen.
  • Pagina 139 136 Licht en zicht Werking van de actieve bochtenverlichting Werking van de bochtenverlichting Als vervolgens wordt verder gereden, wordt de alarmknipperlichtinstallatie bij circa 10 km/h automatisch uitgeschakeld. U kunt de alarmknip‐ perlichtinstallatie ook met de toets uitscha‐ kelen. Adaptieve functies MULTIBEAM LED's Werking van het Intelligent Light System Het systeem werkt alleen als het donker is.
  • Pagina 140 Licht en zicht 137 Rotonde- en kruisingsfunctie: De bochtenver‐ of via de GPS De functie is niet actief: lichting wordt door de verwerking van de actuele Wanneer na de activering snelheden boven De functie is niet actief: GPS-positie van de auto aan beide zijden geacti‐ 100 km/h bereikt worden bij snelheden onder 80 km/h veerd.
  • Pagina 141 138 Licht en zicht Multimediasysteem: De adaptieve grootlichtassistent Plus is slechts Verkeersdeelnemers waarvan de verlich‐ een hulpmiddel. De verantwoordelijkheid voor de Voertuig ÷ Lichtinstellin- ting afgedekt is, bijvoorbeeld door een correcte voertuigverlichting overeenkomstig de vangrail Intell. Light System heersende licht- en zichtomstandigheden en de De functie in- O of uitschakelen ª.
  • Pagina 142 Licht en zicht 139 Uitschakelvertragingstijd exterieurverlich‐ Gedeeltelijk grootlicht De optische sensor voor het systeem bevindt ting instellen zich achter de voorruit bij het bedieningspaneel Grootlicht dakconsole. Multimediasysteem: Het gedeeltelijk grootlicht schijnt met het groot‐ Adaptieve grootlichtassistent Plus in- of uit‐ Voertuig ÷...
  • Pagina 143 140 Licht en zicht Sfeerverlichting instellen Meerkleurige animatie activeren Interieurverlichting Kleurrijk geanim. selecteren. Multimediasysteem: Interieurverlichting instellen De functie in- O of uitschakelen ª. Voertuig ÷ Lichtinstellin- De ingestelde kleurencombinatie verandert Sfeerverlichting met een vast ritme. Kleur instellen Afhankelijkheid van de klimaatinstellingen Kleur selecteren.
  • Pagina 144 Licht en zicht 141 Uitschakelvertragingstijd interieurverlichting De combischakelaar in de betreffende stand Ruitenwissers en ruitensproeierinstallatie instellen 1 - 5 draaien. Ruitenwissers voorruit in- of uitschakelen Eenmaal wissen resp. sproeien: De toets Multimediasysteem: op de combischakelaar in de richting van de Voertuig ÷...
  • Pagina 145 142 Licht en zicht Ruitenwisserarmen in de vervangingsstand Ruitenwisserbladen aanbrengen zetten Het contact in- en direct weer uitschakelen. Binnen circa 15 seconden de toets î op de combischakelaar gedurende circa drie seconden indrukken ( pagina 141). → De ruitenwisserarmen gaan naar de vervan‐ gingsstand.
  • Pagina 146 Licht en zicht 143 Ruitenwisserbladen voorruit vervangen De bevestiging van het ruitenwisserblad con‐ (MAGIC VISION CONTROL) troleren. De ruitenwisserarmen weer naar de voorruit Ruitenwisserarmen in de vervangingsstand klappen. zetten Het contact inschakelen. Het contact in- en direct weer uitschakelen. Op de combischakelaar de toets î Binnen circa 15 seconden de combischake‐...
  • Pagina 147 144 Licht en zicht Ruitenwisserbladen verwijderen Ruitenwisserblad verwijderen: De ontgren‐ Het ruitenwisserblad door de weerstand in de richting van de pijl op de ruitenwisse‐ delingsknop indrukken, het ruitenwisser‐ blad in de richting van de pijl lostrekken rarm drukken. Het ruitenwisserblad vergrendelt met een en verwijderen.
  • Pagina 148 Licht en zicht 145 Buitenspiegels in- en uitklappen Spiegels & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len bij gebruik van de buitenspiegel door Buitenspiegels bedienen verkeerde inschatting van de afstand & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ De buitenspiegels geven een verkleind beeld. len door voertuiginstellingen tijdens het De zichtbare objecten zijn dichterbij dan het rijden lijkt.
  • Pagina 149 146 Licht en zicht Werking van de automatisch dimmende spie‐ De toets kort indrukken. Geen braken opwekken. Zo snel mogelijk naar een arts gaan. Buitenspiegels instellen Met elektrolyt vervuilde kleding Met de toetsen de in te stellen bui‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en direct vervangen.
  • Pagina 150 Licht en zicht 147 Inparkeerstand van de buitenspiegel aan De buitenspiegel aan passagierszijde beweegt Met de toets de buitenspiegel aan passa‐ passagierszijde via de achteruitversnelling omlaag en toont het achterwiel aan passagiers‐ gierszijde in de gewenste inparkeerstand opslaan zijde, als: brengen.
  • Pagina 151 148 Licht en zicht Zonnekleppen bedienen Enkele zonneklep bedienen Auto's met uitschuifbare zonneklep: De zon‐ neklep naar behoefte horizontaal ver‐ schuiven. Verblinding van voren: De zonneklep omlaagklappen. Verblinding vanaf de zijkant: De zonneklep opzij zwenken.
  • Pagina 152 Klimaatregeling 149 Overzicht bedieningseenheid THERMOTRO‐ H Luchthoeveelheid instellen of klimaat‐ Overzicht temperatuurregelsystemen regeling uitschakelen Overzicht bedieningseenheid THERMATIC Ã Klimaatregeling automatisch regelen De controlelampjes in de toetsen geven aan dat De controlelampjes in de toetsen geven aan dat pagina 151) → de betreffende functie geactiveerd is.
  • Pagina 153 150 Klimaatregeling Als de klimaatregeling is uitgeschakeld, kun‐ Ã Klimaatregeling automatisch regelen nen de ruiten sneller beslaan. De klimaatre‐ pagina 151) → geling slechts kortstondig uitschakelen. ¬ Voorruit ontwasemen ! Klimaatmenu oproepen A/C-functie via bedieningseenheid in- of uit‐ Restwarmte in- of uitschakelen schakelen pagina 152) →...
  • Pagina 154 Klimaatregeling 151 Klimaatmodus instellen De functie in- O of uitschakelen ª. _ Alle luchtroosters Multimediasysteem: b Ontwasemingsroosters, middelste lucht‐ Voertuig b Klimaatregeling Air- roosters en zijluchtroosters Klimaatregeling automatisch regelen costijl W Automatische luchtverdeling In de automatische stand wordt de ingestelde FOCUS, MEDIUM DIFFUSE...
  • Pagina 155 152 Klimaatregeling Synchronisatiefunctie van de klimaatrege‐ Luchtrecirculatie in- of uitschakelen Ionisering in- of uitschakelen ling via het multimediasysteem in- of uit‐ Multimediasysteem: De toets g indrukken. schakelen De interieurlucht wordt gerecirculeerd. Voertuig b Klimaatrege- Multimediasysteem: ling Ionisering Vanuit de luchtrecirculatiemodus wordt na enige Voertuig b Klimaatrege- tijd automatisch overgeschakeld naar de buiten‐...
  • Pagina 156 Aanbrengen: De flacon tot de aanslag in de Bij aanhoudende klachten naar een arts houder schuiven. gaan. Verwijderen: De flacon eruit trekken. Wanneer niet-originele Mercedes-Benz parfums worden gebruikt, de waarschuwing op de ver‐ pakking van de parfumvloeistof in acht nemen.
  • Pagina 157 154 Klimaatregeling De flacon met origineel Mercedes-Benz parfum naar de ventilatiefunctie, of van de ventilatie- Aan de luwzijde van de auto een zijruit nadat deze opgebruikt is afvoeren en niet naar de verwarmingsfunctie. openen, om voldoende buitenlucht in opnieuw vullen.
  • Pagina 158 Klimaatregeling 155 Geel: De vertrektijd is voorgeselecteerd. de uitlaatgassen ongehinderd via de uitlaateindpijp van de standverwar‐ De standverwarming of -ventilatie wordt na ming naar buiten kunnen treden. 50 minuten uitgeschakeld. de uitlaatgassen niet met brandbaar Bediening via app: De standverwarming of - materiaal in aanraking komen.
  • Pagina 159 156 Klimaatregeling Standverwarming of -ventilatie via afstands‐ Vertrektijd instellen Vertrektijd deactiveren: De gewenste ver‐ bediening instellen trektijd selecteren en de toets ^ lang De toets u kort indrukken. indrukken. Voorwaarden De toets , of . zo vaak indrukken, tot Op het display verschijnt OFF. De brandstoftank is ten minste tot het reser‐...
  • Pagina 160 Klimaatregeling 157 Voorwaarden Geselecteerde vertrektijd slikt, kan dit zeer zware schade aan de Een lithiumbatterij van het type CR2450 is gezondheid toebrengen. Resterende tijd van de standverwarming of - beschikbaar. ventilatie (in minuten) Er dreigt levensgevaar! Standverwarming of -ventilatie actief Batterijen buiten bereik van kinderen Vertrektijd geactiveerd bewaren.
  • Pagina 161 158 Klimaatregeling Problemen met de afstandsbediening van de standverwarming of -ventilatie Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen FAIL¨ De signaaloverdracht tussen zender en auto vertoont een storing. De stand ten opzichte van de auto veranderen, zo nodig dichter bij de auto gaan staan. FAIL De startaccu is niet voldoende opgeladen.
  • Pagina 162 Klimaatregeling 159 Luchtuitstroomopeningen achterin instellen Luchtuitstroomopening in dashboardkastje openen of sluiten * AANWIJZING Beschadiging temperatuur‐ gevoelige voorwerpen in het dashboard‐ kastje Door de luchtuitstroomopening in het dash‐ boardkastje kunnen daar bewaarde, tempera‐ tuurgevoelige voorwerpen worden bescha‐ digd. Openen of sluiten: De luchtuitstroomope‐ Wanneer de auto wordt verwarmd, de ning in het midden vastpakken en...
  • Pagina 163 160 Klimaatregeling AIRSCARF-luchtroosters instellen Daardoor kan de AIRSCARF oververhit raken en worden beschadigd. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ Geen beschermhoezen voor hoofdsteu‐ wonden door grote verwarmingscapaci‐ nen met AIRSCARF gebruiken. teit van de AIRSCARF Met de AIRSCARF ingeschakeld kan uit de Erop letten dat het aanzuigrooster in de achter‐...
  • Pagina 164 Rijden en parkeren 161 Rijden Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐ & WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar voorbeeld bekneld raken. door uitlaatgassen Aanwijzingen bij Mercedes-AMG auto's Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐ Bovendien kunnen de kinderen de auto in De aanwijzingen over de volgende onderwerpen gassen, bijvoorbeeldkoolmonoxide uit.
  • Pagina 165 162 Rijden en parkeren Voorwaarden Auto starten Spanningsvoorziening inschakelen: De De sleutel bevindt zich in de auto en de bat‐ toets eenmaal indrukken. De auto met de start-stoptoets starten terij van de sleutel is niet leeg. Nu kunnen bijvoorbeeld de ruitenwissers worden ingeschakeld.
  • Pagina 166 Informatie over geschikte mobiele telefoons Tijdens het rijden kan de motor worden afgezet door gedurende circa drie seconden de toets is verkrijgbaar bij uw Mercedes-Benz-ser‐ in te drukken. Hiertoe beslist de veiligheidsaan‐ vicewerkplaats of via internet onder http:// wijzingen onder "Aanwijzingen met betrekking www.mercedes-benz.com/connect.
  • Pagina 167 Als de sleutel uit het opbergvak wordt een Mercedes-Benz-servicewerkplaats worden Als u de motor start via uw smartphone, zijn de genomen, blijft de motor draaien. Om de gedeactiveerd. laatst geselecteerde klimaatinstellingen actief. auto opnieuw te kunnen starten moet de...
  • Pagina 168 Rijden en parkeren 165 Accu voor begin van de rit opladen Auto starten De auto met de smartphone starten. Na iedere start draait de motor tien minuten. Deze functie is niet in alle landen beschik‐ & WAARSCHUWING Inklemgevaar door baar. U kunt maximaal twee startpogingen na het ongewild in werking treden van de elkaar uitvoeren.
  • Pagina 169 166 Rijden en parkeren De motor gedurende de eerste 1500 km ontzien: bepaalde afstand. De volledige functionaliteit van de bestuurder terecht kunnen van deze systemen wordt pas bereikt na Met wisselende snelheden en toerentallen rij‐ komen. afsluiting van deze inleerprocedure. den.
  • Pagina 170 Rijden en parkeren 167 Aan de luwzijde van de auto een ruit & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ & WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar openen, om voldoende buitenlucht in len bij uitgeschakeld contact tijdens het voor ongevallen door terugschakelen op het interieur te laten komen. rijden glad wegdek Als het contact tijdens het rijden wordt uitge‐...
  • Pagina 171 168 Rijden en parkeren Beperkte remwerking op wegen waarop Wanneer aan de volgende voorwaarden is vol‐ Om de remwerking van de motor te gestrooid is: daan, wordt de motor automatisch afgezet: benutten, vroegtijdig een versnelling terugschakelen. Door een zoutlaag op de remschijven en rem‐ De auto wordt in de transmissiestand h of blokken kan de remweg aanzienlijk langer i gestopt.
  • Pagina 172 Rijden en parkeren 169 De cabriokap wordt geopend of gesloten. Op het multifunctioneel display wijst de naald De cabriokap wordt geopend of gesloten. van de toerenteller naar 0. Er moet een automatische motorstart bij de Er moet een automatische motorstart bij de auto worden uitgevoerd.
  • Pagina 173 170 Rijden en parkeren ECO start-stopsysteem uit- of inschakelen Functie van de ECO-aanduiding gelijkmatige snelheid De ECO-aanduiding telt het rijgedrag van de Het binnenste segment is grijs en het buitenste start tot het einde van de rit op en ondersteunt segment wordt leeggemaakt: een zuinige rijstijl.
  • Pagina 174 Rijden en parkeren 171 De ECO-assistent analyseert gegevens van de brandstofbesparing en recuperatie-energie. Op geplande route van de auto. Daardoor kan het het multifunctioneel display verschijnt het sym‐ systeem helpen om de rijstijl optimaal aan de bool Voet van het gas.
  • Pagina 175 172 Rijden en parkeren De ECO-assistent is uitsluitend actief in de rij‐ Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoet‐ DYNAMIC SELECT-schakelaar programma's ; en A. komend verkeer, directe zonnestraling of Functie van de DYNAMIC SELECT-schakelaar reflecties. Systeemgrenzen Mercedes-AMG auto's: De aanwijzingen in de Bij vervuiling van de voorruit in het gebied De ECO-assistent kan bij actieve routebegelei‐...
  • Pagina 176 Rijden en parkeren 173 Auto's met AIR BODY CONTROL of DYNA‐ Voertuiggegevens weergeven De DYNAMIC SELECT-schakelaar naar MIC BODY CONTROL: Onderstel voren of achteren drukken. Multimediasysteem: Op het multifunctioneel display verschijnt het Stuurinrichting Voertuig e DYNAMIC SELECT geselecteerde rijprogramma. Voertuiggegevens selecteren.
  • Pagina 177 174 Rijden en parkeren Automatische transmissie De motor te starten. vig indrukken en niet tegelijkertijd gas geven. DIRECT SELECT-keuzehendel Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ zicht in de auto achterlaten. Werking van de DIRECT SELECT-keuzehendel Met de DIRECT SELECT-keuzehendel wordt de Bij het verlaten van de auto altijd de transmissiestand gewijzigd.
  • Pagina 178 Rijden en parkeren 175 Achteruitversnelling R inschakelen Wanneer de auto aansluitend wordt verlaten Het rempedaal indrukken en de DIRECT en de sleutel zich in de auto bevindt, blijft de SELECT-keuzehendel door de eerste weer‐ automatische transmissie in de neutraal‐ stand omhoogdrukken. stand i.
  • Pagina 179 176 Rijden en parkeren Voor handmatig schakelen Als de auto stilstaat of met zeer geringe snel‐ Activeren: Aan de stuurwielschakelpaddle heid rijdt in de transmissiestand h of k trekken. wordt het bestuurdersportier geopend. & WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar Het handmatig schakelen is gedurende korte tijd geactiveerd.
  • Pagina 180 Rijden en parkeren 177 Schakeladvies Kickdown gebruiken De modus uitrollen heeft de volgende eigen‐ schappen: Mercedes-AMG auto's: De aanwijzingen in de Mercedes-AMG auto's: De aanwijzingen in de De verbrandingsmotor wordt van de aandrijf‐ aanvullende handleiding lezen. Anders kunt u aanvullende handleiding lezen. Anders kunt u lijn losgekoppeld en de motor draait statio‐...
  • Pagina 181 178 Rijden en parkeren De modus uitrollen kan ook worden geacti‐ Tanken Kinderen op afstand van brandstoffen veerd als in het rijprogramma = voor de houden. Tanken aandrijving de instelling "Eco" is geselec‐ Tijdens het tanken portieren en ruiten teerd. gesloten houden.
  • Pagina 182 Rijden en parkeren 179 & WAARSCHUWING Brand‑ en explosiege‐ Als de motor draait kunnen onderdelen van Alleen loodvrije, zwavelvrije brandstof het uitlaatsysteem ongemerkt oververhit tanken die voldoet aan de Europese vaar door elektrostatische oplading raken. norm EN 228 of daaraan gelijkwaardig Elektrostatische oplading kan tot vonkvor‐...
  • Pagina 183 180 Rijden en parkeren Contact opnemen met een gekwalifi‐ In geen geval het volgende tanken: aan het brandstofsysteem en de motor. ceerde werkplaats. De reparatiekosten zijn hoog. Benzine Marinediesel Contact opnemen met een gekwalifi‐ * AANWIJZING Beschadiging door ver‐ ceerde werkplaats. Huisbrandolie keerde brandstof De brandstoftank en de brandstofleidin‐...
  • Pagina 184 Rijden en parkeren 181 De tankdop linksom draaien en verwijderen. * AANWIJZING Beschadiging aan het De tankdop in de houder plaatsen. brandstofsysteem door overvulde brand‐ stoftank. De vulpijp van het vulpistool volledig in de tankvulbuis schuiven, laten rusten en tanken. De brandstoftank slechts zo ver vullen De brandstoftank slechts zo ver vullen tot het tot het vulpistool afslaat.
  • Pagina 185 AdBlue -tank vul‐ den. len. ® AdBlue kunt u bij een gekwalificeerde werk‐ plaats, bijvoorbeeld bij een Mercedes-Benz- ® Vermijden dat de AdBlue -tank te ver * AANWIJZING AdBlue ® niet inslikken. servicewerkplaats, in het kader van de snel‐...
  • Pagina 186 Rijden en parkeren 183 omstandigheden. Daarom kan de werkelijke ® AdBlue bijvulcontainer voorbereiden AdBlue ® navulverpakkingen niet langdu‐ actieradius van de berekende actieradius rig in de auto vervoeren. afwijken. Voorwaarden ® AdBlue tankdop openen De auto ontgrendelen. De volgende na elkaar optredende meldingen op het multifunctioneel display verzoeken u om de AdBlue ®...
  • Pagina 187 184 Rijden en parkeren ® De ontsteking gedurende ten minste 60 AdBlue bijvullen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ seconden inschakelen. len‑ en letsel als kinderen zonder toe‐ De auto starten. zicht in de auto worden achtergelaten ® Een AdBlue navulverpakking niet continu in Wanneer kinderen zonder toezicht in de auto de auto meenemen.
  • Pagina 188 Rijden en parkeren 185 De elektrische parkeerrem inschakelen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij * AANWIJZING Beschadiging van de auto De transmissiestand j inschakelen. door wegrollen het openen of sluiten van een garage‐ deur met de garagedeurbediening Het contact uitschakelen. De auto altijd tegen wegrollen beveili‐...
  • Pagina 189 186 Rijden en parkeren De afstandsbediening vanaf een afstand Uw auto bevindt zich binnen het bereik van van 1 cm tot 8 cm op de toets 1, het garage- of het buitendeurbedieningssys‐ richten. teem. De toets van de afstandsbediening De auto evenals personen en voorwerpen bevinden zich buiten het bewegingsgebied indrukken en ingedrukt houden tot: het controlelampje...
  • Pagina 190 Rijden en parkeren 187 De programmeertoets van de deuraandrij‐ Controleren of de zendfrequentie van de Ondersteuning en aanvullende informatie vingseenheid indrukken. afstandsbediening wordt ondersteund. voor de programmering: U hebt circa 30 seconden de tijd om de vol‐ De batterijen in de afstandsbediening ver‐...
  • Pagina 191 188 Rijden en parkeren Geheugen van de garagedeurbediening wis‐ Zendvergunningen Brazilië Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interfe‐ rência prejudicial, mesmo de estações do De toets 1, indrukken en inge‐ mesmo tipo, e não pode causar interferência a drukt houden, tot de garagedeur opent of sistemas operando em caráter primário.
  • Pagina 192 Rijden en parkeren 189 Land Zendvergunning Land Zendvergunning Land Zendvergunning Egypte TAC.2511151293.WIR Monaco Verenigde ER41849/15 Arabische Dealer No: DA35176/14 Andorra Nieuw- R-NZ Emiraten Zeeland Australië R-NZ Verenigde FCC ID: NZLMUAHL5 Noorwe‐ Staten Barbados MED1578 Meer informatie over de conformiteitsverklaring Chili 2488/DFRS20576/F-74 Russische niet nodig...
  • Pagina 193 190 Rijden en parkeren Elektrische parkeerrem Dit is alleen het geval als tevens aan een van de tale voertuigsleutel, als de functie “Digi‐ volgende voorwaarden wordt voldaan: tale voertuigsleutel“ via Mercedes me Werking van de elektrische parkeerrem connect is geactiveerd. De motor wordt afgezet.
  • Pagina 194 Rijden en parkeren 191 Elektrische parkeerrem handmatig bedienen De transmissie staat in de stand h of k en Alleen wanneer het controlelampje continu of vrijzetten het gaspedaal wordt ingedrukt of er wordt brandt, is de elektrische parkeerrem correct geschakeld van de transmissiestand j in de ingeschakeld.
  • Pagina 195 192 Rijden en parkeren Ruststand activeren of deactiveren Als de auto langer dan zes weken buiten gebruik Wanneer aan de volgende voorwaarden is vol‐ wordt gesteld, kan door het stilstaan schade ont‐ daan, kan de ruststand via het multimediasys‐ Multimediasysteem: staan.
  • Pagina 196 Rijden en parkeren 193 Functie van de radarsensoren Overzicht van de rijsystemen en rijveilig‐ ® (Elektronisch Stabiliteits-Programma heidssystemen pagina 194) → Sommige rijsystemen en rijveiligheidssystemen HOLD-functie ( pagina 222) bewaken met radarsensoren de omgeving voor, In dit hoofdstuk vindt u informatie over de vol‐ →...
  • Pagina 197 194 Rijden en parkeren Functie van het BAS (Brake Assist System) wordt het blokkeren van de wielen voorko‐ Wanneer het rempedaal wordt losgelaten, werkt men. de rem weer normaal. Het BAS wordt gedeacti‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ veerd. Bij het remmen blijft de bestuurbaarheid van len door storing in het BAS (remassisten‐...
  • Pagina 198 Rijden en parkeren 195 Het motorvermogen wordt aangepast aan de De rijstijl aan de actuele verkeers- en weers‐ Het ESP ® alleen uitschakelen, zolang de situatie. omstandigheden aanpassen. hieronder beschreven situaties zich voordoen. Wanneer in het combi-instrument het waarschu‐ ® Het ESP in de volgende situaties uitschakelen wingslampje ESP...
  • Pagina 199 196 Rijden en parkeren Het ETS/4ETS kan door de volgende ingrepen de ® worden ingesteld met de DYNAMIC SELECT- Invloed van de rijprogramma's op het ESP tractie van de auto verbeteren: schakelaar ( pagina 173). De rijprogramma's maken een aanpassing van →...
  • Pagina 200 Rijden en parkeren 197 ® Eigenschappen per rijprogramma Rijprogramma Eigenschappen ® modus A (Comfort) Deze rijprogramma's bieden een optimaal com‐ ® -Comfort promis tussen grip en stabiliteit. ; (Eco) Het rijprogramma ;, of A selecteren bij moeilijke wegdekomstandigheden, zoals sneeuw en ijs of een natgeregend wegdek.
  • Pagina 201 198 Rijden en parkeren ® ® (elektronisch stabiliteitsprogramma) Functie van het ESP Zijwindassistent De rijstijl altijd aan de actuele verkeers‑ in- of uitschakelen en weersomstandigheden aanpassen. ® Het ESP zijwindassistent herkent plotseling Multimediasysteem: optredende zijwind en helpt de bestuurder om ®...
  • Pagina 202 Rijden en parkeren 199 Functie van de EBD (Electronic Brakeforce Systeemgrenzen Het Active Brake Assist System kan u helpen om Distribution) het aanrijdingsgevaar met voertuigen of voetgan‐ De stuurassistent STEER CONTROL kan in de gers te minimaliseren of de gevolgen van een volgende situaties nadelig beïnvloed of buiten De EBD heeft de volgende eigenschappen: ongeval te beperken.
  • Pagina 203 200 Rijden en parkeren ning kunnen extra preventieve maatregelen voor De afstandswaarschuwingsfunctie waarschuwt Active Brake Assist System vertrouwen. vanaf een snelheid: ® de inzittendenbescherming (PRE-SAFE ) worden Het Active Brake Assist System is gestart, voor zover de auto daarmee is uitgerust. slechts een hulpmiddel.
  • Pagina 204 Rijden en parkeren 201 De afstandswaarschuwingsfunctie kan u in de volgende situaties met een onderbroken waarschuwingssignaal en een waarschuwingslampje ondersteunen: Voorliggers Stilstaande voertui‐ Kruisende voertui‐ Bewegende voetgan‐ Stilstaande voetgan‐ gers gers Auto's zonder rijassis‐ tot circa 250 km/h tot circa 80 km/h geen reactie tot circa 80 km/h geen reactie...
  • Pagina 205 202 Rijden en parkeren Aan de situatie aangepaste remondersteuning De situatieafhankelijke remondersteuning kan vanaf een snelheid van circa 7 km/h in de volgende situaties ingrijpen: Voorliggers Stilstaande voertui‐ Kruisende voertui‐ Bewegende voetgan‐ Stilstaande voetgan‐ gers gers Auto's zonder rijassis‐ tot circa 250 km/h tot circa 80 km/h geen reactie tot circa 60 km/h...
  • Pagina 206 Rijden en parkeren 203 Eveneens de systeemgrenzen van de uitwijks‐ Het systeem reageert eventueel niet correct: & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ tuurassistent in acht nemen. Bij complexe verkeerssituaties waarbij objec‐ len ondanks uitwijk-stuurassistent ten niet altijd eenduidig kunnen worden her‐ Systeemgrenzen De uitwijk-stuurassistent kan objecten en kend.
  • Pagina 207 204 Rijden en parkeren Active Brake Assist System instellen selecteren. inschakelen van de alarmknipperlichtinstalla‐ De afstandswaarschuwingsfunctie en auto‐ Multimediasysteem: nome remfunctie worden uitgeschakeld. Wanneer de auto vanaf een snelheid hoger dan Voertuig k Assistentie Actieve Auto's zonder rijassistentiepakket: Als de 50 km/h krachtig wordt afgeremd, knipperen de remassistent auto weer wordt gestart, wordt automatisch...
  • Pagina 208 Rijden en parkeren 205 neer u na de inhaalmanoeuvre de voet van het Bij lange en steile afdalingen moet vroegtijdig in gaspedaal neemt, regelt de TEMPOMAT de snel‐ een lagere versnelling worden geschakeld. Hier heid weer terug naar de opgeslagen snelheid. vooral op letten als de auto beladen is.
  • Pagina 209 206 Rijden en parkeren Weergaven in het instrumentendisplay Kickdown De snelheid kan op de volgende manieren wor‐ den begrensd: Op het multifunctioneel display wordt de status Als het gaspedaal tot voorbij het drukpunt wordt van de limiter en de opgeslagen snelheid weer‐ ingedrukt (kickdown), wordt de variabele limiter Variabel: Voor snelheidsbegrenzingen, bij‐...
  • Pagina 210 Rijden en parkeren 207 Voorwaarden Omschakelen tussen TEMPOMAT en varia‐ Auto's met actieve afstandsassistent bele limiter DISTRONIC: De variabele limiter wordt via TEMPOMAT een andere toets gekozen ( pagina 211). → De TEMPOMAT is geselecteerd. TEMPOMAT of variabele limiter activeren ®...
  • Pagina 211 208 Rijden en parkeren TEMPOMAT of variabele limiter deactiveren Permanente limiter De tuimelschakelaar voorbij het drukpunt drukken. Als de auto langdurig een bepaalde snelheid niet De tuimelschakelaar (CNCL) omlaagdruk‐ De opgeslagen snelheid wordt 10 km/h ver‐ mag overschrijden (bijvoorbeeld bij het gebruik ken.
  • Pagina 212 Rijden en parkeren 209 Snelheidsbegrenzing bij winterbanden instel‐ aan. Bij herkende voorliggers wordt de inge‐ wijzer wordt ingeschakeld om naar de snel‐ stelde afstand aangehouden, indien nodig tot lere rijstrook te verwisselen. Multimediasysteem: stilstand. De auto wordt afhankelijk van de Auto's met rijassistentiepakket: Inachtne‐...
  • Pagina 213 210 Rijden en parkeren Systeemgrenzen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Het systeem kan bijvoorbeeld in de volgende len door accelereren of remmen van de len bij onvoldoende vertraging van de situaties mogelijk niet correct werken of buiten actieve afstandsassistent DISTRONIC actieve afstandsassistent DISTRONIC werking zijn:...
  • Pagina 214 Rijden en parkeren 211 De controle van het radarsensorsysteem suc‐ De toets indrukken. op voetgangers, dieren, tweewielers of cesvol afgesloten (er wordt sneller dan stilstaande voertuigen of onverwachte Actieve afstandsassistent DISTRONIC of vari‐ 20 km/h gereden). obstakels abele limiter activeren Er wordt niet in- of uitgeparkeerd met de verkeers- en omgevingssituaties Activeren zonder opgeslagen snelheid: De...
  • Pagina 215 212 Rijden en parkeren Weergegeven snelheidslimiet bij actieve Actieve afstandsassistent DISTRONIC deacti‐ De tuimelschakelaar tot het drukpunt afstandsassistent DISTRONIC of limiter over‐ veren omhoog- of omlaagdrukken en vasthouden. nemen De opgeslagen snelheid wordt in stappen van & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ 1 km/h verhoogd of verlaagd.
  • Pagina 216 Rijden en parkeren 213 Actieve snelheidslimietassistent is ingeschakeld, neemt deze de nieuwe snelheid De actieve snelheidslimietassistent is slechts over als opgeslagen snelheid. een hulpmiddel. De bestuurder is zelf verant‐ Functie van de actieve snelheidslimietassis‐ woordelijk voor de veilige afstand, de snelheid De rijsnelheid wordt uiterlijk ter hoogte van de tent en het tijdig remmen.
  • Pagina 217 214 Rijden en parkeren Functie van de routegebaseerde snelheids‐ Bij het bereiken van het tolstation neemt de Erop letten dat de rijsnelheid altijd over‐ aanpassing actieve afstandsassistent DISTRONIC de eenkomt met de verkeersregels. snelheid over als opgeslagen snelheid. De beschikbaarheid van de volgende functie De gereden snelheid aanpassen aan de Daarnaast wordt de snelheid verlaagd, als bij is landsafhankelijk en alleen in combinatie...
  • Pagina 218 Rijden en parkeren 215 Routegebaseerde snelheidsaanpassing De aanpassing van de snelheid wordt in de vol‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ instellen gende gevallen beëindigd: len ondanks routegebaseerde snelheids‐ wanneer de richtingaanwijzer voor de route‐ aanpassing Voorwaarden gebeurtenis wordt uitgeschakeld. De actieve afstandsassistent DISTRONIC is De routegebaseerde snelheidsaanpassing wanneer de bestuurder tijdens de procedure ingeschakeld.
  • Pagina 219 216 Rijden en parkeren De actieve stuurassistent ondersteunt de keling van de actieve toestand naar de passieve De waarschuwingsmelding verschijnt niet of bestuurder tot een snelheid van 210 km/h om toestand of omgekeerd. wordt na het verschijnen beëindigd als aan een met subtiele stuuringrepen in het midden van de van de volgende voorwaarden wordt voldaan: rijstrook te rijden.
  • Pagina 220 Rijden en parkeren 217 Het systeem kan in de volgende situaties moge‐ Bij het rijden met aanhangwagen Dit kan onverwachte stuuringrepen veroorza‐ lijk niet correct werken of buiten werking zijn: Bij het veranderen van rijstrook of het inscha‐ ken. Bij sneeuw, regen, mist, veel spatwater, ver‐ kelen van de richtingaanwijzer Overeenkomstig de verkeerssituatie blinding, directe zonnestraling of sterk wisse‐...
  • Pagina 221 218 Rijden en parkeren De actieve rijstrookwisselassistent ondersteunt de bestuurder bij het wisselen van rijstrook door stuurmomenten. De ondersteuning bij het veranderen van rij‐ strook vindt plaats als aan alle volgende voor‐ waarden is voldaan: De auto rijdt op een autosnelweg of een weg met meerdere rijstroken in de rijrichting.
  • Pagina 222 Rijden en parkeren 219 Actieve rijstrookwisselassistent in- en uit‐ opnieuw worden geactiveerd. Op gedeeltes van vrij is en dat gevaar voor andere ver‐ schakelen de autosnelweg waar geen snelheidsbeperking keersdeelnemers uitgesloten is. is, kan het wisselen van rijstrook alleen direct Multimediasysteem: Het verwisselen van rijstrook controle‐...
  • Pagina 223 De auto wordt ontgrendeld. DISTRONIC en routegebaseerde snelheids‐ Indien mogelijk, wordt een noodoproep naar aanpassing de Mercedes-Benz alarmcentrale verstuurd. De bestuurder kan de vertraging te allen tijde afbreken door een van de volgende handelingen: Sturen. Het rem- of gaspedaal indrukken.
  • Pagina 224 Rijden en parkeren 221 display als terugkoppelingsmelding op één regel knipperend weergegeven. Wanneer de passieve DISTRONIC actieve afstandsassistent actief, weergegeven. toestand bereikt is, wordt het symbool in het snelheid opgeslagen, geen voertuig herkend multifunctioneel display grijs weergegeven. (lichtgekleurd voertuigsymbool) Statusindicatie actieve stuurassistent Actieve afstandsassistent DISTRONIC actief, snelheid opgeslagen, voertuig herkend Informatie over de wegrijhulp voor op hellin‐...
  • Pagina 225 222 Rijden en parkeren HOLD-functie in- en uitschakelen Daarom de voet snel van het rem‑ naar * AANWIJZING Beschadiging door zelf‐ het gaspedaal verplaatsen. De auto standig remmen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ nooit proberen te verlaten als deze met Wanneer de Active Brake Assist, de actieve len door ingeschakelde HOLD-functie bij de wegrijhulp voor op hellingen wordt...
  • Pagina 226 Rijden en parkeren 223 De transmissie staat in de stand h, k of Als de transmissie in de stand j wordt niveauregeling rondom zorgt ook bij beladen gezet. auto voor de best mogelijke vering en een gelijk‐ blijvende bodemspeling. Bij snel rijden wordt de Als de auto met de elektrische parkeerrem HOLD-functie inschakelen auto automatisch verlaagd om de rijveiligheid te...
  • Pagina 227 224 Rijden en parkeren Beschikbare onderstelafstellingen Rijprogramma Eigenschappen A (Comfort) De onderstelafstelling is comfortabel. De auto wordt op het normale niveau ingesteld. Vanaf een snelheid van 125 km/h daalt de auto. Bij een snelheid onder 80 km/h wordt de auto weer omhooggebracht. ;...
  • Pagina 228 Rijden en parkeren 225 Voertuighoogte instellen Auto omhoogbrengen van de spatbordranden of onder de auto bevinden; dit controleren. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door te grote voertuighoogte & WAARSCHUWING Inklemgevaar door Wanneer met een hogere voertuighoogte zakkende auto wordt gereden, kunnen de rij-eigenschappen Auto's met AIR BODY CONTROL resp.
  • Pagina 229 226 Rijden en parkeren In de volgende situaties wordt de auto weer bevinden. Om een object te kunnen detecteren, alle segmenten aan de zijkant voor en achter omlaaggebracht: moet dit tijdens het voorbij rijden door de senso‐ worden weergegeven. ren in de voor- of achterbumper worden her‐ Er wordt sneller dan 80 km/h gereden.
  • Pagina 230 Rijden en parkeren 227 Na het starten van de motor moeten obstakels onder of boven de sensoren bevinden, opnieuw worden gedetecteerd voordat een bijvoorbeeld bloembakken of aanhang‐ nieuwe waarschuwing kan volgen. wagendissels. Anders kunnen de auto of andere objecten worden beschadigd. Systeemgrenzen Voor de passieve flankbescherming gelden in De PARKTRONIC-parkeerassistent is actief, als...
  • Pagina 231 228 Rijden en parkeren Waarschuwingssignalen van de PARKTRO‐ Geluidsverlaging in- of uitschakelen NIC-parkeerassistent instellen U kunt vastleggen, of tijdens een akoestische Multimediasysteem: waarschuwing van de PARKTRONIC-parkeeras‐ sistent het volume van een mediabron in het Voertuig k Assistentie Camera multimediasysteem moet worden verlaagd. &...
  • Pagina 232 Rijden en parkeren 229 Achteruitrijcamera Zo kunt u zich bij het achteruitrijden oriënteren De lichtomstandigheden zijn slecht, bijvoor‐ en obstakels vermijden. beeld 's nachts. Functie van de achteruitrijcamera De achteruitrijcamera is slechts een hulpmiddel. De cameralens is afgedekt, vervuild of besla‐ Hij kan uw waarneming van de omgeving niet gen.
  • Pagina 233 230 Rijden en parkeren Auto's zonder actieve parkeerassistent Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot de De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar kogelkop van de aanhangwagenvoorziening in het multimediasysteem: Kogelkop van de aanhangwagenvoorziening Auto's met actieve parkeerassistent De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar in het multimediasysteem: Groothoekweergave Normale weergave...
  • Pagina 234 Rijden en parkeren 231 Als de actieve parkeerassistent is ingescha‐ Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het keld, worden de rijstroken groen weergege‐ achtergedeelte ven. Gele waarschuwingsmelding van de PARK‐ Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitge‐ TRONIC-parkeerassistent: Obstakels op een schakeld is, wordt de waarschuwingsmelding afstand tussen circa 0,6 m en 1,0 m) ook uitgeschakeld.
  • Pagina 235 232 Rijden en parkeren Top View De 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet ver‐ vangen. De bestuurder blijft te allen tijde verant‐ woordelijk voor het veilig manoeuvreren en par‐ keren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden;...
  • Pagina 236 Rijden en parkeren 233 Hulplijnen Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent De hulplijnen op het display van het multime‐ gereed voor gebruik is en geen objecten worden diasysteem geven de afstanden ten opzichte herkend, worden de segmenten van de waar‐ van de eigen auto aan. De afstanden gelden schuwingsmelding grijs afgebeeld.
  • Pagina 237 234 Rijden en parkeren Systeemuitval Wanneer de elektrische verbinding van de auto met de aanhanger tot stand is gebracht, wisselt Als er geen activering heeft plaatsgevonden, ver‐ het beeld naar een aanzicht van de zijcamera's schijnt de volgende weergave op het multimedia‐ systeem: Dit aanzicht ondersteunt bij het manoeuvreren met een aanhanger.
  • Pagina 238 Rijden en parkeren 235 Weergave van de 360°-camera selecteren Camera-afdekking van de achteruitrijcamera De cameralens is afgedekt, vervuild of besla‐ openen gen. Voorwaarden Multimediasysteem: Camera's of onderdelen van de auto waarin In het multimediasysteem is de functie Aut. Voertuig k Assistentie Camera de camera's zijn gemonteerd, zijn bescha‐...
  • Pagina 239 236 Rijden en parkeren Actieve parkeerassistent De actieve parkeerassistent is slechts een hulp‐ keerplek niet worden herkend. Hiermee wordt middel. Hij kan uw waarneming van de omgeving daarom ook geen rekening gehouden bij het Functie van de actieve parkeerassistent niet vervangen. De bestuurder blijft te allen tijde berekenen van de parkeerprocedure.
  • Pagina 240 Rijden en parkeren 237 Met de actieve parkeerassistent inparkeren Sneeuw of zware regenval kunnen ertoe leiden De actieve parkeerassistent kan mogelijk ook dat de afmetingen van de parkeerplek niet nauw‐ parkeerplekken weergeven die niet voor parke‐ Afhankelijk van de uitrusting van de auto kan keurig kunnen worden bepaald.
  • Pagina 241 238 Rijden en parkeren Eventueel de parkeerrichting vooruit of ach‐ snelling inschakelen a.u.b. verschijnt: De teruit selecteren. betreffende transmissiestand inschakelen. Afhankelijk van de gekozen parkeerplek De auto parkeert in de geselecteerde par‐ en de inparkeerrichting wordt de baan van de keerplek.
  • Pagina 242 Rijden en parkeren 239 Met de actieve parkeerassistent uitparkeren De toets indrukken. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Op het display van het multimediasysteem len door opzij bewegen van de auto bij Voorwaarden verschijnt de weergave van de actieve par‐ het in- en uitparkeren De auto werd met de actieve parkeerassis‐...
  • Pagina 243 240 Rijden en parkeren 2 km/h. Wanneer een kritische situatie wordt De Drive Away Assist is slechts een hulpmiddel. Hij kan uw waarneming van de omgeving niet herkend, verschijnt het symbool È op het camerabeeld van het multimediasysteem. vervangen. De bestuurder blijft te allen tijde ver‐ antwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en &...
  • Pagina 244 Rijden en parkeren 241 Systeemgrenzen ATTENTION ASSIST De functie Cross Traffic Alert is onder de vol‐ Op hellingen en bij het rijden met een aanhang‐ gende voorwaarden actief: Functie van de ATTENTION ASSIST wagen is de Drive Away Assist niet beschikbaar. De dodehoekassistent is ingeschakeld.
  • Pagina 245 242 Rijden en parkeren Als vermoeidheid of een toenemende onoplet‐ De door de ATTENTION ASSIST vastgestelde De ATTENTION ASSIST werkt in de volgende situ‐ tendheid wordt herkend, verschijnt op het instru‐ aandachtstoestand (attentieniveau). aties beperkt en waarschuwingen wordt ver‐ mentendisplay de waarschuwing: Attention traagd of helemaal niet gegeven: Wanneer de ATTENTION ASSIST geen attentieni‐...
  • Pagina 246 Rijden en parkeren 243 ATTENTION ASSIST instellen Verkeerstekenassistent Aangezien de verkeerstekenassistent ook Multimediasysteem: gebruikmaakt van de gegevens in het navigatie‐ Functie van de verkeerstekenassistent systeem, kan de weergave ook worden geactuali‐ Voertuig k Assistentie Atten- seerd zonder dat verkeerstekens zijn herkend: tion Assist Als een andere weg wordt ingeslagen, bij‐...
  • Pagina 247 244 Rijden en parkeren Weergave op het instrumentendisplay De verkeerstekenassistent is niet in alle landen De waarschuwing wordt uitgegeven als overeen‐ verkrijgbaar. Als hij niet beschikbaar is, ver‐ komstige verkeerstekens of rijbaanmarkeringen Instrumentendisplay in de widescreen cockpit schijnt de weergave in de snelheidsmeter.
  • Pagina 248 Rijden en parkeren 245 Dodehoek- en actieve dodehoekassistent Bij vervuiling van de voorruit in het gebied De functie in- O of uitschakelen ª. van de multifunctionele camera of als de Door de verkeerstekenassistent herkende Functie van de dodehoek- en actieve dode‐ camera beslagen, beschadigd of afgedekt is snelheidsbegrenzingen worden automatisch hoekassistent...
  • Pagina 249 246 Rijden en parkeren Er bevinden zich smalle voertuigen, bijvoor‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ beeld fietsen, in het controlegebied. len ondanks de dodehoekassistent len ondanks de remingreep van de actieve dodehoekassistent Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen De dodehoekassistent reageert niet op voer‐...
  • Pagina 250 Rijden en parkeren 247 In sporadische gevallen kan het systeem een U rijdt met een aanhangwagen en de elektri‐ Daardoor kan de actieve dodehoekassistent onjuiste remingreep uitvoeren. Deze remingreep sche verbinding met de aanhangwagenvoor‐ in deze situaties niet waarschuwen of ingrij‐ kunt u afbreken met licht tegensturen of gas ziening functioneert correct.
  • Pagina 251 248 Rijden en parkeren Actieve spoorassistent een corrigerende remingreep naar uw rijstrook tuatie. De actieve spoorassistent is slechts een worden teruggevoerd. hulpmiddel. De bestuurder is zelf verantwoorde‐ Functie van de actieve spoorassistent lijk voor de veilige afstand, de gereden snelheid, U wordt gewaarschuwd door een trilling in het het tijdig remmen en het aanhouden van de rij‐...
  • Pagina 252 Rijden en parkeren 249 Als sportief wordt gereden, bij hoge bocht‐ beeld in de omgeving van wegwerkzaamhe‐ snelheden of snelle acceleraties. den. Als de rijstrookmarkeringen versleten, donker ® Als het ESP uitgeschakeld is. of bedekt zijn. Als u met een aanhangwagen rijdt en de Als de afstand tot de voorligger te klein is en elektrische verbinding met de aanhangwagen daardoor de rijstrookmarkeringen niet wor‐...
  • Pagina 253 250 Rijden en parkeren Actieve spoorassistent inschakelen Voorwaarden De remingreep kan te allen tijde worden De rijsnelheid is hoger dan 60 km/h. afgebroken, bijvoorbeeld door licht tegenstu‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ ren. len ondanks de waarschuwing van de Altijd voldoende zijdelingse afstand tot actieve spoorassistent andere verkeersdeelnemers en obsta‐...
  • Pagina 254 Rijden en parkeren 251 Gevoeligheid van de actieve spoorassistent Afhankelijk van het betreffende land moet de De volgende aanwijzingen met betrekking tot de instellen toets voor het uitschakelen langer ingedrukt kogeldruk in acht nemen: worden gehouden. Multimediasysteem: De maximumkogeldruk zoveel mogelijk Voertuig k Assistentie Actieve...
  • Pagina 255 252 Rijden en parkeren Kogelhals uitklappen De verlichting van de aangesloten aanhang‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel wagen functioneert. door uitzwenken van de kogelhals Auto's zonder LED-koplampen of ACTIVE Wanneer de kogelhals wordt ontgrendeld of MULTIBEAM LED-koplampen: De koplam‐ bij het inklappen niet correct wordt vergren‐ pen zijn correct ingesteld.
  • Pagina 256 Rijden en parkeren 253 Aanhangwagen aan- of afkoppelen De afdekkap van de kogelkop verwijderen en veilig opbergen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij Erop letten dat de kogel van de kogelhals schoon een gewijzigde voertuighoogte is. Controleren of de trekhaak volgens de voor‐ Auto's met niveauregeling: De voertuig‐...
  • Pagina 257 254 Rijden en parkeren Aanhangwagen aankoppelen Aanhangwagens met een 7-polige stekker kun‐ nen via de volgende adapters op de auto worden * AANWIJZING Beschadiging van de accu aangesloten: door volledige ontlading Adapterstekker Door het opladen van de aanhangwagenaccu Adapterkabel via de spanningsvoorziening van de aanhang‐ De aanhangwagen wordt alleen door de auto wagen kan de accu worden beschadigd.
  • Pagina 258 Rijden en parkeren 255 Ook bij een correct aangesloten aanhangwagen & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het Adapterstekker kan een displaymelding op het multifunctioneel losmaken van de aanhangwagenkabel Voor het inklappen van de kogelhals display verschijnen: Auto's met niveauregeling: Wanneer de altijd de adapterkabel of de adapter‐ Het verlichtingssysteem van de aanhangwa‐...
  • Pagina 259 & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ klemmen. len bij ondeskundig omgaan met de fiets‐ Alleen door Mercedes-Benz goedge‐ drager keurde fietsdragers gebruiken. De fietsdrager kan in de volgende gevallen Ook altijd de handleiding van de fiets‐...
  • Pagina 260 De auto is zwaarder. Het acceleratie- en klimvermogen is beperkt. Mercedes-Benz adviseert om voor het beladen van de fietsdrager alle aanbouwdelen op de fiet‐ De remweg is langer. sen te verwijderen, bijvoorbeeld fietsmanden, Daardoor kan het rijgedrag verslechteren.
  • Pagina 261 258 Rijden en parkeren Bij het beladen van de fietsdrager de vol‐ aanwijzingen met betrekking tot slepen met gende gegevens in acht nemen: beide assen op de grond ( pagina 439). → Aantal Totaalge‐ Max. Max. fietsen wicht afstand afstand fietsdra‐...
  • Pagina 262 Instrumenten-display en boordcomputer 259 Instrumentendisplay (standaard) Instrumentendisplay in de widescreen cock‐ Overzicht instrumentendisplay Mercedes-AMG auto's: Beslist de aanwijzingen in de aanvullende handleiding lezen. Anders kunt u gevaren niet herkennen. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len bij het uitvallen van het instrumen‐ tendisplay Wanneer het instrumentendisplay uitgevallen is of als een storing aanwezig is, kunt u func‐...
  • Pagina 263 260 Instrumenten-display en boordcomputer Auto's met 48V-boordnet (EQ-boost techno‐ De segmenten in de snelheidsmeter geven & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ de status van de volgende systemen aan: logie) wonden bij het openen van de motorkap TEMPOMAT ( pagina 204) → Wanneer bij een oververhitte motor of bij Limiter ( pagina 205)
  • Pagina 264 Instrumenten-display en boordcomputer 261 De weergaven van de boordcomputer ver‐ Touch-control multimediasysteem Overzicht toetsen in het stuurwiel schijnen op het multifunctioneel display % Terugtoets pagina 263). → Boordcomputer bedienen & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding door informatiesystemen en communica‐ tieapparatuur Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ greerde informatiesystemen en communica‐...
  • Pagina 265 262 Instrumenten-display en boordcomputer Auto's zonder DISTRONIC automatische Een submenu oproepen of een selectie Verschillende geluidssignalen zorgen voor een terugmelding bij de bediening van de boordcom‐ bevestigen: Links op de touch-control afstandsregeling: Met de toets ò kunt u puter, bijvoorbeeld: drukken.
  • Pagina 266 Instrumenten-display en boordcomputer 263 Met een veegbeweging omhoog of omlaag G-meter weergaven wijkt af van de hier getoonde links op de touch-control de display-inhoud weergaven. selecteren. Verdere weergaven op het multifunctioneel dis‐ Overzicht van de weergaven op het multi‐ Bij het selecteren van de display-inhoud play: functioneel display wordt het gebied met meerdere weergaven...
  • Pagina 267 264 Instrumenten-display en boordcomputer Auto met verkeerstekenassistent: Herkende De lichtsterkteregelaar omhoog- of Bandenspanning met bandenspannings‐ omlaagdraaien. controle controleren ( pagina 451) aanwijzingen en verkeerstekens ( pagina 243). → → De verlichting in het instrumentendisplay en Bandenspanningscontrole opnieuw star‐ in de bedieningselementen in het interieur ten ( pagina 451) →...
  • Pagina 268 Instrumenten-display en boordcomputer 265 Tussen de weergaven wisselen: Maak links Rijstrookmarkeringen licht: Actieve spooras‐ Weergave selecteren: Maak links op de op de touch-control een veegbeweging naar sistent ingeschakeld touch-control een veegbeweging naar boven boven of beneden. of beneden. Rijstrookmarkeringen groen: Actieve spoo‐ rassistent actief Weergaven in het menu Reis: Grijze radargolven naast auto: Dodehoekas‐...
  • Pagina 269 266 Instrumenten-display en boordcomputer Waarden in het menu Reis van de boordcom‐ puter terugzetten Boordcomputer: Reis De schrijfwijze van de weergegeven hoofd‐ menu's kan afwijken. Daarom het menu- overzicht voor het instrumentendisplay raad‐ plegen ( pagina 261). → De waarden van de volgende functies kunnen worden teruggezet: Standaardweergave (voorbeeld) Tripcomputer (voorbeeld)
  • Pagina 270 Instrumenten-display en boordcomputer 267 Navigatie-aanwijzingen in de boordcomputer Nieuwe route... Route wordt berekend...: oproepen Een nieuwe route wordt berekend. Straat niet opgenomen: De weg is niet Boordcomputer: bekend, bijvoorbeeld bij een nieuw aange‐ Navigatie legde weg. Geen route: Er kan geen route naar de geko‐ zen bestemming worden berekend.
  • Pagina 271 268 Instrumenten-display en boordcomputer Radiozender met de boordcomputer selecte‐ Een bestemming selecteren: Maak links op Een radiozender selecteren: Maak links op de touch-control een veegbeweging naar de touch-control een veegbeweging naar boven of beneden. boven of beneden. Boordcomputer: Links op de touch-control drukken. Het frequentiebereik of zendergeheugen Radio De bestemmingsgeleiding wordt gestart.
  • Pagina 272 Instrumenten-display en boordcomputer 269 Mediaweergave met de boordcomputer Bij de mediabron TV kunt u op deze manier Als dit niet kan worden gewaarborgd, bedienen een zender selecteren. op een veilige plek stoppen en de invoe‐ ring als de auto stilstaat uitvoeren. Boordcomputer: Een mediabron wisselen Media...
  • Pagina 273 270 Instrumenten-display en boordcomputer Als voor een record meerdere telefoon‐ Links op de touch-control omhoog of omlaag Links op de Touch-Control drukken. nummers opgeslagen zijn: Links op de vegen en 6 (aannemen) of ~ (weige‐ touch-control omhoog of omlaag vegen en ren).
  • Pagina 274 Instrumenten-display en boordcomputer 271 Stijl instellen Weergave-inhoud Head-up-display Boordcomputer: Werking van het head-up-display Stijlen Mercedes-AMG auto's: Beslist de aanwijzingen Deze functie is alleen beschikbaar bij auto's in de aanvullende handleiding lezen. Anders kunt met widescreen cockpit. u gevaren niet herkennen. De volgende stijlen kunnen worden geselec‐...
  • Pagina 275 272 Instrumenten-display en boordcomputer Systeemgrenzen Head-up display in- of uitschakelen De zichtbaarheid wordt door de volgende omstandigheden beïnvloed: Zitpositie Instelling van de beeldpositie Lichtverhoudingen Nat wegdek Voorwerpen op de displayafdekking Polarisatie in zonnebrillen Bij extreme zonnestraling kunnen delen van het display zonder kleur (bleek) worden weergegeven.
  • Pagina 276 LINGUATRONIC 273 Aanwijzingen voor de bedrijfsveiligheid Deze apparaten alleen bedienen als de Bediening auto stilstaat. Overzicht bediening met het multifunctio‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding neel stuurwiel Voor uw eigen veiligheid beslist de volgende pun‐ door informatiesystemen en communica‐ De LINGUATRONIC is circa een halve minuut na tieapparatuur ten in acht nemen bij de bediening van mobiele het inschakelen van het contact bedrijfsgereed.
  • Pagina 277 274 LINGUATRONIC Dialoog afbreken: De gesproken opdracht De tuimelschakelaar omhoogdrukken: 6 "Afbreken" spreken. Gesprek voeren/aannemen De tuimelschakelaar omlaagdrukken: ~ Gesprek weigeren/beëindigen (LINGUA‐ Bedienbare functies TRONIC beëindigen) Met het spraakgestuurd bedieningssysteem LINGUATRONIC kunt u afhankelijk van de uitrus‐ Dialoog met de LINGUATRONIC voeren ting de volgende systemen bedienen: Dialoog starten of voortzetten: De tuimel‐...
  • Pagina 278 LINGUATRONIC 275 Overzicht soorten gesproken opdrachten Naast de actieve applicatie op het display wor‐ Engels den bijvoorbeeld algemene gesproken opdrach‐ Frans Er wordt onderscheid gemaakt tussen de vol‐ ten en de overeenkomstige applicatiespecifieke gende soorten gesproken opdrachten: Italiaans gesproken opdrachten op een autocue weerge‐ Algemene gesproken opdrachten kunnen Nederlands geven.
  • Pagina 279 276 LINGUATRONIC omhoogdrukken en de gesproken opdracht De gesproken opdrachten samenhangend en Geen afkortingen, onnodige spaties en speci‐ duidelijk uitspreken, maar zonder te overdrij‐ ale tekens gebruiken. "Hulp" uitspreken. ven. Verder dialoogverloop: De gesproken Een zenderlijstinvoer wordt niet herkend: Bij het invoeren van de gesproken opdrach‐ opdracht "Hulp"...
  • Pagina 280 Omschakelen naar mediafunctie Media Omschakelen naar usb Geheugenkaart Omschakelen naar geheugenkaart Internetapplicatie <Naam> Start van een Mercedes-Benz online applicatie. Voor het gebruik is eenmalig gericht opbellen nood‐ zakelijk. Mercedes-Benz apps Omschakelen naar de Mercedes-Benz Apps Omschakelen naar internetfunctie Connect Omschakelen naar voertuiginstellingen...
  • Pagina 281 278 LINGUATRONIC Overzicht gesproken navigatie-opdrachten invoeren en bovendien belangrijke navigatie- instellingen direct uitvoeren. Met de gesproken navigatie-opdrachten kunt u speciale bestemmingen of normale adressen Gesproken navigatie-opdrachten Gesproken opdracht Functie Navigeer naar <Adres/POI/contact> Universeel zoeken naar alle soorten bestemmingen. Bovendien wordt het zoeken in de adresboek‐ contacten, in de navigatiedatabank en op het internet (speciale bestemmingen) geactiveerd.
  • Pagina 282 LINGUATRONIC 279 Gesproken opdracht Functie Land/plaats/stadsdeel/straat/kruising/huisnummer/postcode invoeren Land invoeren Plaats invoeren Stadsdeel invoeren Straat invoeren Kruising invoeren Huisnummer invoeren Postcode invoeren Eten in de buurt Zoek naar restaurants, parkeermogelijkheden, snelwegparkeerplaatsen met toilet en tankstations in de buurt Parkeren in de buurt Snelwegparkeerplaats met toilet in de buurt Tanken in de buurt Restaurant langs de route...
  • Pagina 283 280 LINGUATRONIC Gesproken opdracht Functie Zoek naar restaurants, parkeermogelijkheden, snelwegparkeerplaatsen met toilet en tankstations Restaurant op de bestemming op de bestemming Parkeren op de bestemming Snelwegparkeerplaats met toilet op de bestem- ming Tanken op de bestemming Laatste bestemmingen Bestemming uit de lijst van laatst ingevoerde bestemmingen selecteren Alternatieve routes Routebegeleiding naar een andere route omschakelen Bestemmingsgeleiding starten...
  • Pagina 284 LINGUATRONIC 281 Overzicht gesproken telefoonopdrachten Met de gesproken telefoonopdrachten kunt u telefoneren of het adresboek doorzoeken. Gesproken telefoonopdrachten Gesproken opdracht Functie Kies <Naam> Telefoongesprek voeren. Alle namen van het adresboek zijn beschikbaar. Zoek contact <Naam> Zoekt een contact en geeft dit weer. Alle namen van het adresboek zijn beschikbaar. Gekozen telefoonnummers Weergave van de laatste gesprekken Kiezen van het laatstgekozen telefoonnummer...
  • Pagina 285 282 LINGUATRONIC Gesproken opdracht Functie Naar de volgende beschikbare zender omschakelen Volgende zender Naar de vorige zender omschakelen Vorige zender Zender wordt in de zenderlijst opgeslagen Zender opslaan Naam van alle ontvangbare zenders weergeven Zenderlijst weergeven Naam van alle ontvangbare zenders beluisteren Zenderlijst voorlezen Verkeersinformatie aan Verkeersinformatie in- en uitschakelen...
  • Pagina 286 LINGUATRONIC 283 Gesproken mediaspeler-opdrachten Gesproken opdracht Functie Speel <titel> Bij het zoeken worden de namen van alle beschikbare titels, albums, artiesten, componisten, muziekstijlen of afspeellijsten geaccepteerd. Speel <albums> Speel <artiesten> Speel <componisten> Speel <muziekstijlen> Speel <afspeellijsten> Mediazoeken<titel> Bij het zoeken worden de namen van alle beschikbare titels, albums, artiesten, componisten, muziekstijlen of afspeellijsten geaccepteerd.
  • Pagina 287 284 LINGUATRONIC Gesproken opdracht Functie Er wordt telkens naar de aanwezige albums, artiesten, componisten, muziekstijlen, titels of weerga‐ Toon alle albums velijsten gezocht. Toon alle artiesten Toon alle componisten Toon alle muziekgenres Toon alle titels Toon alle afspeellijsten Volgende titel Volgende titel selecteren Vorige titel Vorige titel selecteren...
  • Pagina 288 LINGUATRONIC 285 Gesproken berichten-opdrachten Gesproken opdracht Functie SMS aan <naam> Bericht opstellen. Alle namen van het adresboek zijn beschikbaar. Beantwoorden Een bericht beantwoorden. SMS doorsturen Bericht doorsturen. Overzicht gesproken auto-opdrachten Met de gesproken auto-opdrachten kunt u direct de overeenkomstige menu's voor de auto-instel‐ lingen oproepen.
  • Pagina 289 286 LINGUATRONIC Gesproken opdracht Functie Energiestroominstellingen weergeven Energiestroom Ioniseringsinstellingen weergeven Ioniseringsmenu Klimaatregelingsinstellingen weergeven Temperatuurregelingsmenu De automatische airconditioning aan bestuurderszijde inschakelen Automatische temperatuurregeling bestuurder Verlichtingsmenu Verlichtingsinstellingen weergeven Massagemenu Massage-instellingen weergeven Massage bestuurdersstoel aan De massagefuncties van de bestuurdersstoel inschakelen Massage bestuurdersstoel uit De massagefuncties van de bestuurdersstoel uitschakelen Buitentemperatuur Buitentemperatuur weergeven...
  • Pagina 290 LINGUATRONIC 287 Gesproken opdracht Functie Verbruik weergeven Verbruiksmenu Voertuiggegevens weergeven Autogegevens...
  • Pagina 291 288 Multimediasysteem Geluid in- of uitschakelen ( pagina 294) Overzicht en bediening → Toets Ü Overzicht multimediasysteem Multimediasysteem in- of uitschakelen & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding Controller door informatiesystemen en communica‐ tieapparatuur Aanwijzingen over display van het multime‐ Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ diasysteem greerde informatiesystemen en communica‐...
  • Pagina 292 Multimediasysteem 289 Touch-Control Als u een gepolariseerde zonnebril draagt, Favorieten oproepen: De toets indruk‐ kan het display moeilijker of beperkt aflees‐ ken. Touch-Control bedienen baar zijn. Op de Touch-Control omlaag vegen. Lijst openen: Op de Touch-Control druk‐ Overzicht centrale bedieningselementen ken.
  • Pagina 293 290 Multimediasysteem Controller bedienen Favorieten oproepen: Wanneer de hoofd‐ functies worden weergegeven, de controller omlaagschuiven. Controller Bedieningsmogelijkheden van de controller: Linksom of rechtsom draaien 3. Naar links of rechts schuiven 1. Omhoog of omlaag schuiven 4. Diagonaal schuiven 2. Kort of lang indrukken 7. Touchpad Touchpad in- en uitschakelen Touchpad...
  • Pagina 294 Multimediasysteem 291 Besturingsmenu van de laatst actieve Haptische bedieningsfeedback van de touch‐ Kort indrukken: Terug naar laatste weergave pad in- en uitschakelen audiobron oproepen: Met twee vingers Lang indrukken: Hoofdfuncties oproepen omhoogvegen. De veegbeweging moet aan Multimediasysteem: De navigatie in menu's en lijsten gebeurt via het de onderzijde van de touchpad beginnen.
  • Pagina 295 292 Multimediasysteem Hoofdfuncties Met een vinger omhoog of omlaag vegen. Alternatief: De toets © op de touch-con‐ Radio: De vorige of de volgende zender wordt trol of de touchpad indrukken of de control‐ Hoofdfuncties oproepen ingesteld. ler indrukken. De hoofdfuncties worden weergegeven. Mediabron: De vorige of de volgende muziek‐...
  • Pagina 296 Multimediasysteem 293 Favorieten Favorieten oproepen De favoriet op de gewenste positie opslaan. De toets © indrukken. Wanneer op deze plaats reeds een favoriet Overzicht Favorieten De hoofdfuncties worden weergegeven. aanwezig is, wordt deze overschreven. Favorieten bieden een snelle toegang tot vaak Eenmaal omlaag navigeren.
  • Pagina 297 294 Multimediasysteem Geluid in- en uitschakelen De invoer bevestigen: ¡ selecteren. selecteren. Alle favorieten terugzetten: Alles terugzet- Favorieten verschuiven selecteren. De toets © indrukken. Een bevestigingsvraag verschijnt. De hoofdfuncties worden weergegeven. selecteren. Eenmaal omlaag navigeren. De favorieten worden op de fabrieksinstellin‐ Een favoriet selecteren.
  • Pagina 298 Multimediasysteem 295 Inschakelen: Van mediabron wisselen of aan de volumeknop draaien. Volume instellen Op het multimediasysteem Op het multimediasysteem Uitschakelen: Op de volumeknop druk‐ De volumeknop draaien. ken. Het volume van de actuele radio- of media‐ bron wordt ingesteld. De volumes van andere In de statusregel van het display verschijnt geluidsbronnen kunnen afzonderlijk worden symbool 8.
  • Pagina 299 296 Multimediasysteem Invoeren van tekens tijdens een gesproken rij-aanwijzing Een speciale bestemming of een adres invoe‐ ren. Het volume van de gesproken rij-aanwij‐ Tekeninvoer gebruiken zing wijzigt afhankelijk van het volume Een telefoonnummer kiezen. van de actuele mediabron. & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding De volgende functies zijn beschikbaar: door informatiesystemen en communica‐...
  • Pagina 300 Multimediasysteem 297 Voorbeeld: bestemming invoeren (navigatie) De tekens op het aanrakingsgevoelige opper‐ De functie "Favoriet hernoemen" oproepen vlak van de touchpad schrijven. pagina 293). → De speciale bestemming of het adres invoe‐ De handschriftherkenning ondersteunt met ren ( pagina 313). Teken invoeren: De controller draaien 3, →...
  • Pagina 301 298 Multimediasysteem Voorbeeld: bestemming invoeren (navigatie) Display uit- en inschakelen De functie "Favoriet hernoemen" oproepen pagina 293). → De speciale bestemming of het adres invoe‐ Uit: Display uit selecteren. Teken invoeren: Het teken met een vinger ren ( pagina 313). →...
  • Pagina 302 Multimediasysteem 299 Tijd en datum Tijd handmatig instellen Een tijdzone selecteren. De ingestelde tijdzone wordt achter Tijdzone: Tijd en datum automatisch instellen Voorwaarden weergegeven. Multimediasysteem: De functie Handmatige tijdsinstelling is inge‐ Zomertijd instellen schakeld. Systeem & Tijd en datum De opties Automatische zomertijd Zomertijd Handmatige tijdsinstelling...
  • Pagina 303 300 Multimediasysteem Verbinding ® Bluetooth Internetverbinding via Bluetooth ® is niet in alle landen beschikbaar. Hotspot via business-telefonie instellen Informatie over Bluetooth ® Multimediasysteem: ® ® Bluetooth in- en uitschakelen Bluetooth is een techniek voor draadloze gege‐ Systeem ö Connectiviteit Hot- vensoverdracht over korte afstanden tot circa Voorwaarden...
  • Pagina 304 Multimediasysteem 301 gang tot het internet of andere netwerkappara‐ De verbinding met een beveiligd WiFi-net‐ Het type verbindingsopbouw moet op het multi‐ tuur te verkrijgen. werk vindt plaats via een beveiligingssleutel. mediasysteem en op het te verbinden apparaat zijn geselecteerd. De volgende verbindingsmogelijkheden zijn WLAN instellen beschikbaar:...
  • Pagina 305 302 Multimediasysteem Via een druk op de toets De invoer met ¡ bevestigen. Het type verbindingsopbouw is afhankelijk van het te verbinden apparaat. De functie moet door Voorwaarden De verbindingssoort via een beveiligingssleu‐ het multimediasysteem en door het te verbinden tel ondersteunt alle apparaten.
  • Pagina 306 Multimediasysteem 303 De pincode die op het display van het Op het te verbinden apparaat de beveiligings‐ Beveiligingssleutel opslaan: Opslaan selec‐ externe apparaat wordt weergegeven, in het sleutel invoeren die verschijnt op het display teren. multimediasysteem invoeren. van het multimediasysteem. Wanneer een nieuwe beveiligingssleutel wordt opgeslagen, worden alle bestaande Wi- Verder...
  • Pagina 307 304 Multimediasysteem Apparaat deautoriseren Systeemtaal Het verbindingsverzoek van het nieuwe appa‐ raat Accepteren. Een verbonden apparaat uit de lijst selecte‐ Aanwijzingen voor de systeemtaal Er wordt een beveiligingssleutel weergege‐ ren. Met deze functie wordt de taal voor de menu‐ ven. De melding Start a.u.b.
  • Pagina 308 Bij gegevens die van een andere auto afkom‐ Gegevensimport en gegevensexport stig zijn wordt dit bij het inlezen herkend. Mercedes-Benz is niet aansprakelijk voor Functie voor het importeren/exporteren van eventueel verlies van gegevens. Wanneer de gegevens geïmporteerd zijn,...
  • Pagina 309 Pinbeveiliging voor gegevensexport active‐ export van gegevens kan enkele minuten een nieuwe pincode instellen. duren. Als alternatief kunt u de pinbeveiliging bij Instellingen wijzigen selecteren. een Mercedes-Benz-servicewerkplaats laten Met pincode bevestigen. terugzetten. Pincode-controle in- en uitschakelen Gegevensexport beveiligen selecteren. Multimediasysteem: De functie in- O of uitschakelen ª.
  • Pagina 310 Multimediasysteem 307 Enkele instellingen uit het gebruikersprofiel Instellingen in de zenderlijst van de tv-tuner Import: Profielen van de server importeren worden alleen bij stilstaande auto of inge‐ selecteren. Navigatie- en verkeersinformatie schakeld contact geladen. De melding Het importeren van de profielen De instellingen verschillen, afhankelijk van de overschrijft de bestaande profielen.
  • Pagina 311 Informatie met betrekking tot software-actu‐ Voordelen van software-updates Meer informatie over de software-updates onder alisering Dankzij software-updates blijft de techniek van http://me.mercedes-benz.com Wanneer een update beschikbaar is, geeft het uw auto altijd actueel. multimediasysteem een overeenkomstige aan‐ Software-actualisering uitvoeren Teneinde de kwaliteit van onze diensten voortdu‐...
  • Pagina 312 Multimediasysteem 309 Handmatige actualisering De update wordt op de achtergrond gedown‐ Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, wordt load. de update geïnstalleerd. Tijdens de installatie Automatische online-update uitschakelen ª. van de update kan het multimediasysteem niet Details Een update uit de lijst selecteren en de actu‐ worden bediend en zijn de voertuigfuncties alisering starten.
  • Pagina 313 Het multimediasysteem wordt in de afleve‐ selecteren. ringstoestand teruggezet. Als u uw pincode vergeten bent, kunt u de Actuele pincode invoeren. pinbeveiliging door een Mercedes-Benz-ser‐ Pincode wordt teruggezet. vicewerkplaats laten deactiveren. ENERGIZING comfort Overzicht van ENERGIZING comfort programma's Programma-overzicht...
  • Pagina 314 Multimediasysteem 311 Programma's Werking Vitaliteit Kan vermoeidheid in monotone rijsituaties tegengaan. De activerende stimulatie van de passagiers vindt plaats door muziek met een snel ritme en een verkwikkende massage. De lucht wordt door de ionisering gereinigd en er komt een aangename geur vrij. Het interieur wordt met opwekkende kleuren verlicht en de stoel wordt geventileerd.
  • Pagina 315 312 Multimediasysteem Multimediasysteem: Spierontspanning, Spieractivatie Balans Navigatie selecteren. Voertuig ENERGIZING Comfort Navigatie inschakelen De geselecteerde trainingsvideo start en Stoel selecteren wordt op het mediadisplay weergegeven. Multimediasysteem: Stoelselectie selecteren. Video op voll. scherm selecteren. Navigatie De trainingsvideo wordt met volledig scherm Een of meerdere stoelen selecteren O.
  • Pagina 316 Multimediasysteem 313 Wanneer een instelling in de klimaatregeling De controller naar rechts schuiven. Navigatie wordt gewijzigd, verschijnt gedurende korte Wanneer dieper liggende menuniveaus moe‐ tijd de klimaatregel. ten worden weergegeven of verborgen, over‐ eenkomstig vaak naar links of rechts vegen of schuiven.
  • Pagina 317 U hebt een gebruikersaccount op de Bijvoorbeeld deze adresbestanddelen invoe‐ Mercedes me portal. ren: De dienst is bij een Mercedes-Benz-service‐ Stad, straat, huisnummer werkplaats vrijgeschakeld. Straat, stad Meer informatie vindt u onder: http:// Postcode www.mercedes.me...
  • Pagina 318 Multimediasysteem 315 Wanneer u bijvoorbeeld naar een speciale Deze functie is zinvol voor landen waarin Bestemming overnemen: 7 Bestemming bestemming in Groot-Brittannië op zoek meerdere tekensets worden ondersteund. overnemen selecteren. bent, kunt u THE SHARD invoeren. Een voorbeeld is Rusland met het cyrillische Als de bestemming niet eenduidig is, ver‐...
  • Pagina 319 316 Multimediasysteem De volgorde bij de adresinvoer is willekeurig, Land wijzigen: Het land selecteren. Wanneer een favoriet is opgeslagen bijvoorbeeld: pagina 329), Uit openbare favorieten → Het land invoeren. Het is voldoende het eer‐ selecteren. Stad of postcode, Straat, Huisnr. ste teken in te voeren.
  • Pagina 320 Multimediasysteem 317 Rijsituatie Bij het zoeken naar de actuele positie van ¡ selecteren. de auto wordt de rechtstreekse richting De eerste speciale bestemming in de lijst is De routebegeleiding is in werking. Het niveau in naar de speciale bestemming (pijl) weer‐ gemarkeerd.
  • Pagina 321 318 Multimediasysteem Als een routebegeleiding actief is, Nieuwe Multimediasysteem: Multimediasysteem: routebegeleiding starten Als volgende tus- Navigatie Tussenbestemmingen en Navigatie Tussenbestemmingen en senbestemming instellen selecteren. informatie informatie Nieuwe routebegeleiding starten: Het gese‐ Tussenbestemming zoeken selecteren. Volgorde van de bestemmingen wijzigen: lecteerde tankstation wordt ingesteld als De bestemming of tussenbestemming marke‐...
  • Pagina 322 Multimediasysteem 319 Route met tussenbestemmingen berekenen Desgewenst de weergave op contacten Bestemming op de kaart selecteren filteren: In het zoekveld bijvoorbeeld een Multimediasysteem: Voorwaarden naam of telefoonnummer invoeren. Navigatie Z Opties De bestemming en ten minste één tussenbe‐ ¡ selecteren. stemming zijn ingevoerd.
  • Pagina 323 320 Multimediasysteem Op de touch-control of de touchpad drukken Op de touchpad naar links of rechts vegen. De speciale-bestemmingencategorie selecte‐ of de controller indrukken. ren. Wanneer meerdere bestemmingen in de % Gebruikersgedefinieerd biedt de mogelijk‐ De controller naar links of rechts schuiven. omgeving van het vizier liggen, toont een lijst heid persoonlijke speciale symbolen te De vorige of volgende verkeersstremming...
  • Pagina 324 Multimediasysteem 321 Als een routebegeleiding actief is, Nieuwe Deze route wordt met kortst mogelijke reis‐ Telefoonnummer bellen: ¥ Opbellen routebegeleiding starten Als volgende tus- tijd berekend. selecteren. senbestemming instellen selecteren. Korte route Internetadres oproepen: ¥ selec‐ Nieuwe routebegeleiding starten: De gese‐ teren (indien beschikbaar).
  • Pagina 325 322 Multimediasysteem Vragen bij fileomleiding Alle of landen selecteren O of deselecteren schijnt een melding en hoort u een gesproken aanwijzing. ª. Wanneer op basis van verkeersinformatie Deze route houdt rekening met wegen in de een nieuwe route met een kortere reistijd Meldingen selecteren geselecteerde landen waarvoor een tijdsge‐...
  • Pagina 326 Multimediasysteem 323 Woon-werk route activeren Automatisch zoeken naar tankstations in- en Multimediasysteem: uitschakelen Navigatie Voorwaarden Multimediasysteem: Tussenbestemmingen en informatie selecte‐ De adressen voor thuis en werk zijn als Navigatie Z Opties ren. bestemming in de favorieten opgeslagen pagina 329). Brandstofreserve in- O of uitschakelen ª.
  • Pagina 327 324 Multimediasysteem Routebegeleiding Als geen routebegeleiding actief is, Routebe- geleiding starten selecteren. Wanneer er een route is, het tankstation als Aanwijzing met betrekking tot routebegelei‐ Het geselecteerde wegrestaurant wordt inge‐ volgende bestemming instellen. ding steld als bestemming. De routebegeleiding Automatisch naar een wegrestaurant zoeken begint.
  • Pagina 328 Multimediasysteem 325 Overzicht rij-aanwijzingen Verkeersregelingen hebben altijd voorrang op de "Zo meteen rechts afslaan", wordt weergege‐ gesproken rij-aanwijzingen van het multimedia‐ ven. systeem. De kaart verschijnt in een volledig beeld‐ U kunt de volgende rij-aanwijzingen gebruiken: scherm. Gesproken rij-aanwijzingen Aankondigingsfase Routebegeleidingsweergaven Het multimediasysteem kondigt de eerstvol‐...
  • Pagina 329 326 Multimediasysteem het geaccentueerde manoeuvreerpunt heeft Mogelijke rijstrook bereikt. Op deze rijstrook is het mogelijk om de vol‐ Als de rij-aanwijzing is beëindigd, verschijnt gende rij-aanwijzing uit te voeren. de kaart weer in de volledige schermweer‐ Niet-geadviseerde rijstrook gave. Op deze rijstrook is het niet mogelijk de vol‐ Rij-aanwijzingen worden ook in het instru‐...
  • Pagina 330 De route wordt nieuw berekend. Rij-aanwijzingen tijdens telefoongesprek Het menu Navigatie weergeven Het minimumvolume kunt u bij een O of uitschakelen ª. pagina 313). Mercedes-Benz-servicewerkplaats individu‐ → Volume van de gesproken rij-aanwijzingen eel laten instellen. Rij-aanwijzing selecteren. instellen Het symbool wisselt naar #.
  • Pagina 331 328 Multimediasysteem Volume rij-aanwijzingen selecteren. Deze functies kunt u onder Gesproken rij- Kort voor het bereiken van de laatst bekende positie op de kaart hoort u het bericht "Volgt u aanwijzing herhalen als favoriet toevoegen Het volume instellen. en oproepen. a.u.b.
  • Pagina 332 Multimediasysteem 329 Laatste bestemmingen bewerken gevallen kan het multimediasysteem de actuele In het kaartmenu selecteren positie van de auto tijdelijk niet in de digitale pagina 334). Multimediasysteem: → kaart plaatsen. De auto is Offroad. De actuele positie van de auto is in het Navigatie ¬...
  • Pagina 333 Externe bestemmingen en routes kunnen van de De ontvangen bestemming wordt ingesteld volgende bronnen worden ontvangen: Overzicht verkeersinformatie als nieuwe bestemming. De vorige bestem‐ Mercedes-Benz apps De diensten zijn niet in alle landen beschik‐ mingen en tussenbestemmingen worden baar. Deur tot deur navigatie gewist.
  • Pagina 334 → De abonnementsdienst is in geselecteerde een week voor de verloopdatum Europese landen vanaf de productiedatum U laat de dienst bij een Mercedes-Benz-ser‐ drie jaar gratis. vicewerkplaats deactiveren. op de dag van de verloopdatum De status van het abonnement kan worden...
  • Pagina 335 Wegwerkzaamheden De datum van de verlenging is het begin van (VIN) aanmaken. Afgesloten wegen de gebruiksperiode. Bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats de Waarschuwingsmeldingen Verkeerskaart weergeven auto aan het Mercedes me gebruikersac‐ count laten koppelen. Daartoe zijn de auto‐ De symbolen voor verkeerssituaties worden Voorwaarden papieren en een identificatiebewijs vereist.
  • Pagina 336 Multimediasysteem 333 Aanvullende verkeersveiligheidsaanwijzin‐ De verkeersvertraging wordt voor de actuele Oorzaak van de verkeersinformatie, bij‐ gen bij het naderen van een verkeerssi‐ route weergegeven. Er wordt rekening voorbeeld file tuatie, bijvoorbeeld een opdoemende file gehouden met vertragingen vanaf de duur Waarschuwingsmeldingen (met rode ach‐...
  • Pagina 337 U hebt een gebruikersaccount op de • Weersinformatie Mercedes me portal. • Satellietkaart De dienst is bij een Mercedes-Benz-ser‐ • Verkeerssituatie vicewerkplaats vrijgeschakeld. Weergave van de verkeerskaart in- of uit‐ schakelen Meer informatie vindt u onder: http:// www.mercedes.me...
  • Pagina 338 Multimediasysteem 335 Firmalogo's die op de kaart staan afgebeeld, De controller in een willekeurige richting zijn merksymbolen van de betreffende schuiven. De controller rechtsom draaien. bedrijven en dienen uitsluitend voor het De kaart beweegt zich onder het vizier in de weergeven van de bedrijfsvestigingen.
  • Pagina 339 336 Multimediasysteem Symbolen voor speciale bestemmingen Selectie Gebruikersgedefinieerd: Categorieën Hoogtevermelding selecteren selecteren. De hoogtevermelding kan van de werke‐ Multimediasysteem: Symbolen voor speciale bestemmingen van lijke waarde afwijken. de geselecteerde categorieën worden weer‐ Navigatie Z Opties Kaartin- Aantal ontvangen satellieten gegeven O of niet ª. houd Wanneer de kaart wordt verschoven, ver‐...
  • Pagina 340 Multimediasysteem 337 Kaartversie weergeven Gebied wijzigen Gebied via adres zoeken: Adresinvoer Multimediasysteem: Multimediasysteem: selecteren. Navigatie Z Opties Navigatie À Route en posi- Het adres invoeren. Te vermijden opties Gebieden Kaartversie selecteren. Bestemming overnemen selecteren. De kaart verschijnt. Een gebied in de lijst markeren. Details selecteren.
  • Pagina 341 ( pagina 308). → Een gebied in de lijst vermijden O. Actualisering in de Mercedes-Benz-service‐ Als de routebegeleiding actief is, wordt een De handmatige kaartupdate werkt de kaart‐ werkplaats laten uitvoeren nieuwe route berekend. gegevens voor meerdere of alle regio's bij.
  • Pagina 342 Multimediasysteem 339 Kompas weergeven Wanneer u kaartgegevens met de dienst Multimediasysteem: online kaartupdate op een gegevensdrager Multimediasysteem: Navigatie À Route en positie opslaat, hoeft u niets in te voeren. De vrij‐ Navigatie À Route en positie Qibla selecteren. schakelcode wordt bij het downloaden op de Kompas selecteren.
  • Pagina 343 340 Multimediasysteem Satellietkaart weergeven Digitale handleiding (navigatie) oproepen De dienst is bij een Mercedes-Benz-service‐ Multimediasysteem: werkplaats vrijgeschakeld. Informatie over navigatie oproepen Navigatie Z Opties Kaartin- Multimediasysteem: Meer informatie vindt u onder: http:// houd www.mercedes.me Navigatie Z Opties Informatie Satellietkaart in- O of uitschakelen ª.
  • Pagina 344 Multimediasysteem 341 Contacten pagina 350) Telefoon → Oproeplijst pagina 353) → Telefoneren Overzicht telefoonmenu Actief gesprek Apparaten pagina 343) → Opties Pas nadat een mobiele telefoon met het multi‐ mediasysteem is verbonden, worden de afbeel‐ dingen weergegeven. De afbeeldin‐ gen zijn afhankelijk van de mobiele telefoon en de provider van het mobiele netwerk.
  • Pagina 345 Overzicht telefoonfuncties Meer informatie is verkrijgbaar bij een Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ Mercedes-Benz-servicewerkplaats of onder: Afhankelijk van de uitrusting zijn de volgende greerde communicatieapparatuur bedient, http://www.mercedes-benz.com/connect telefoonfuncties beschikbaar: kunt u van de verkeerssituatie worden afge‐...
  • Pagina 346 Multimediasysteem 343 Mobiele telefoon verbinden (autorisatie via Er wordt van het ene naar het andere gsm- of ® Bluetooth op multimediasysteem is inge‐ het invoeren van een passkey) umts-zend- en ontvangststation gewisseld, schakeld ( pagina 300). → waarbij geen gesprekskanaal vrij is. De mobiele telefoon selecteren.
  • Pagina 347 344 Multimediasysteem Om de mobiele telefoon als audiobron te Simkaart voor de business-telefonie gebrui‐ Multimediasysteem: gebruiken: Audiobron selecteren Telefoon ª Apparaten pagina 385). → Nieuw apparaat verbinden selecteren. Wanneer de mobiele telefoon als Audiobron Zoeken via het systeem starten selecteren. wordt verbonden, dan kan deze in dat geval De beschikbare mobiele telefoons worden niet voor bellen worden gebruikt.
  • Pagina 348 Multimediasysteem 345 Business-telefonie instellen Simkaart verbinden Multimediasysteem: Telefoon ª Apparaten De simkaart selecteren. Voorwaarden Gebruik met mobiele telefoon: De pincode van de simkaart invoeren en Mobiele telefoon aanmelden bevestigen. ® Bluetooth op de mobiele telefoon is Business-telefonie activeren selecteren. Parallel gebruik van een mobiele telefoon: ingeschakeld (zie de handleiding van de Nieuw apparaat verbinden selecteren.
  • Pagina 349 346 Multimediasysteem Overzicht van de symbolen bij de business- Van mobiele telefoon wisselen (gebruik van Simkaart aangebracht en beschikbaar telefonie twee telefoons) Handsfree-profiel geactiveerd SAP-functie beschikbaar en geactiveerd Voorwaarden De mobiele telefoons zijn geautoriseerd SAP-functie niet beschikbaar pagina 343). → Het betreffende symbool wordt geel gemar‐...
  • Pagina 350 302). → teem geautoriseerd. Meer informatie vindt u op: http:// Mobiele telefoon deautoriseren ® Bluetooth -apparaatnaam van de momen‐ www.mercedes-benz.com/connect Multimediasysteem: teel verbonden mobiele telefoon Telefoon ª Apparaten Mobiele telefoon via Near Field Communica‐ De mobiele telefoon als Telefoon 1 verbin‐...
  • Pagina 351 Het volume instellen. nu verbonden. Meer over het geadviseerde ontvangst- en zend‐ Wanneer de mobiele telefoon nieuw bij het volume: http://www.mercedes-benz.com/ multimediasysteem wordt geautoriseerd, connect wordt deze na het bevestigen van aanwijzin‐ Gespreks- en beltoonvolume instellen gen van de mobiele telefoon (zie de handlei‐...
  • Pagina 352 Multimediasysteem 349 Spraakherkenning van de mobiele telefoon Gesprekken De volgende functies zijn beschikbaar tijdens het starten/stoppen bellen: Telefoneren Gesprek beëindigen Voorwaarden Multimediasysteem: De mobiele telefoon is met het multimedia‐ Nog een gesprek voeren Telefoon ª Contacten systeem verbonden ( pagina 343). →...
  • Pagina 353 350 Multimediasysteem Gesprek in de wacht activeren of ophangen Aannemen selecteren. Afhankelijk van de gegevensbron is het volgende aantal contact beschikbaar: Het binnenkomende gesprek is actief. Gesprek voortzetten Gesprek beëindigen permanent opgeslagen contacten: 3000 selecteren. Wanneer slechts één mobiele telefoon met het multimediasysteem is verbonden, wordt records Conferentiegesprek voeren...
  • Pagina 354 Multimediasysteem 351 Contacten van de mobiele telefoon downloa‐ Overzicht voor het importeren van contacten Tekens in het zoekveld invoeren. Een selectie van mogelijke contacten ver‐ Contacten uit verschillende bronnen Multimediasysteem: schijnt. Hoe meer tekens u invoert in het zoekveld, hoe verder de keuzemogelijkheden Bron Voorwaarden Telefoon...
  • Pagina 355 352 Multimediasysteem Overige opties in het contacten-menu selec‐ Een optie selecteren. Bron Voorwaarden teren Contact van de mobiele telefoon opslaan Multimediasysteem: Als het versturen van ñ Bluetooth ® -ver‐ Multimediasysteem: ® binding vCards via Bluetooth Telefoon ª Contacten Telefoon ª Contacten wordt ondersteund, Een contact selecteren.
  • Pagina 356 Bluetooth ® geschikte fiel PBAP eventueel worden bevestigd. mobiele telefoons is verkrijgbaar bij een Telefoon ª Contacten Mercedes-Benz-servicewerkplaats of via: http:// In de auto opgeslagen contacten kunnen worden ® Wanneer het Bluetooth profiel PBAP niet wordt www.mercedes-benz.com/connect gewist.
  • Pagina 357 354 Multimediasysteem Instellen van weergegeven sms-berichten Sms voorlezen Dicteerfunctie starten: Op het centrale Multimediasysteem: Multimediasysteem: bedieningselement drukken. De app voor de dicteerfunctie wordt geladen. Tele- Telefoon i SMS foon Z Opties Berichten- Als er nog geen internetverbinding was, Voorlezen wordt deze nu gemaakt. weergave Een sms selecteren.
  • Pagina 358 Multimediasysteem 355 Sms wissen Uitbreiding van de woordkeuze Selecteren van de telefonische vergaderingen Multimediasysteem: voor het automatisch tot stand brengen van Wissen van de selectie een verbinding Telefoon i SMS Opnemen van een nieuw dictaat Weergave van de deelnemers aan een tele‐ p selecteren.
  • Pagina 359 U hebt daarvoor als extra uitrusting de regeleen‐ Een record in de to-do-lijst selecteren O. heid Mercedes-Benz Link nodig. Deze kunt u De volgende functies staan ter beschikking: vanaf 2018 aanschaffen bij een Mercedes-Benz Geselecteerde invoer als uitgevoerd of servicewerkplaats.
  • Pagina 360 Meer informatie vindt u in de handleiding van de tieapparatuur De regeleenheid Mercedes-Benz Link via een regeleenheid Mercedes-Benz Link. geschikte aansluitkabel verbinden met de Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ Mercedes-Benz Link beëindigen usb-aansluiting ç...
  • Pagina 361 358 Multimediasysteem diening gebeurt door het lang indrukken van de mediasysteem een routebegeleiding actief is, Apple CarPlay™ wordt voortaan direct opge‐ wordt deze beëindigd. toets ó in het multifunctioneel stuurwiel. ® start nadat de iPhone via een usb-kabel met het multimediasysteem is verbonden. Bij het gebruik van Apple CarPlay™...
  • Pagina 362 Mercedes-Benz adviseert, de verbinding via Met Android Auto kunnen functies van mobiele Apple CarPlay™ kan via het hoofdmenu wor‐ de aansluitkabel alleen los te maken als de telefoons met Android-besturingssysteem via het den opgeroepen.
  • Pagina 363 360 Multimediasysteem Informatie over Android Auto Automatisch starten activeren Als tot dan toe geen verbinding aanwezig is Tijdens het gebruik van Android Auto zijn ver‐ geweest, wordt deze bij het gebruik van de Automatisch starten selecteren O. schillende functies van het multimediasysteem, mobiele telefoon met Android Auto tot stand Handmatig starten gebracht.
  • Pagina 364 (als bijvoorbeeld in een tunnel wordt gere‐ Mercedes-Benz adviseert, de verbinding via manier gegenereerd. den). een aansluitkabel alleen los te maken als de Deze hangt samen met het voertuigidentificatie‐...
  • Pagina 365 ª Contacten Houd er alstublieft rekening mee, dat Mercedes Mercedes me connect bellen. me connect een service van Mercedes-Benz is. Met uw toestemming verzendt het multime‐ In noodgevallen beslist het bekende landelijke diasysteem de benodigde autogegevens. alarmnummer bellen. In geval van nood kunt u...
  • Pagina 366 Afdekking van de SOS-toets Het Mercedes me connect ongevalsmanagement U ontvangt hulp in geval van pech: SOS-toets is een aanvulling op het Mercedes-Benz noodop‐ Een gekwalificeerde Mercedes-Benz tech‐ roepsysteem ( pagina 365). → Service-oproep voeren: De toets indruk‐...
  • Pagina 367 Wilt u voor een betere afhandeling van Mercedes-Benz alarmcentrale geactiveerd: selecteren. uw aanvraag gegevens en positie van de auto naar de Mercedes-Benz Klantenservice verstu- De voertuiggegevens worden na uw toestem‐ Een spraakverbinding met een contactper‐ ming verstuurd en een medewerker van de ren?.
  • Pagina 368 Momentele locatie van de auto redden van uzelf of anderen. Geen noodoproep bij pech of iets dergelijks activeren. Service- en werkplaatscode Informatie over het Mercedes-Benz noodop‐ roepsysteem Meldingen op het display van het multime‐ Geselecteerde gegevens over de toestand Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem werkt...
  • Pagina 369 De noodoproep is geactiveerd: Mercedes-Benz alarmcentrale, wordt de noodop‐ De noodoproep is geactiveerd: roep automatisch doorgestuurd naar de open‐ Er wordt een spraakverbinding met de Er wordt een spraakverbinding met de bare alarmcentrale.
  • Pagina 370 Een spraakverbinding met de inzittenden kan (enkele honderden meters vóór het ongeval) worden opgebouwd. Als het Mercedes-Benz noodoproepsysteem Rijrichting geen noodoproep met de Mercedes-Benz alarm‐ Voor Rusland: Tot twee uur na een ver‐ Voertuigidentificatienummer centrale kan opbouwen, wordt de noodoproep stuurde noodoproep kunnen verschillende...
  • Pagina 371 368 Multimediasysteem van het display van het multimediasysteem uit‐ Online- en internetfuncties & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding geschakeld is. Dit betekent dat het noodoproep‐ door het bedienen van de mobiele com‐ Internetverbinding systeem de diagnose met succes doorstaan municatieapparatuur tijdens het rijden heeft.
  • Pagina 372 Mercedes me connect worden aangeschaft. uitgeschakeld. mobiele telefoon ( pagina 369) → Vraag bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats In het externe apparaat is gedeeld internet Via de business-telefonie na of het in uw land mogelijk is om datavolume via Wi-Fi gedeactiveerd. Tijdens het rijden zijn de internetfuncties te kopen.
  • Pagina 373 Configuratie wijzigen selecteren. Meer informatie is verkrijgbaar bij http:// De mobiele telefoon is uitgeschakeld. Automatische configuratie inschakelen O. www.mercedes-benz.com/connect of bij een Er is niet voldoende mobiele-telefoonnet‐ De internetverbinding wordt automatisch via Mercedes-Benz-servicewerkplaats. werkdekking beschikbaar. ® het Bluetooth -profiel PAN geconfigureerd.
  • Pagina 374 Multimediasysteem 371 Details van de mobiele telefoon weergeven Verbindingsstatus Multimediasysteem: Multimediasysteem: Systeem ö Connectiviteit Inter- Overzicht verbindingsstatus Systeem ö Connectiviteit Inter- netinstellingen netinstellingen De mobiele telefoon markeren. De mobiele telefoon markeren. ¥ selecteren. ¥ selecteren. Configuratie wijzigen selecteren. Details selecteren. Voor mobiele telefoons met PAN en DUN: Via COMAND configureren selecteren.
  • Pagina 375 Status online/offline keerssituatie worden afgeleid. Bovendien bevestigd. kunt u de controle over de auto verliezen. Wanneer een Mercedes-Benz app via de spraak‐ Deze apparatuur alleen bedienen als de Mercedes-Benz apps bediening kan worden bediend, herkent u dit aan verkeerssituatie dit toelaat.
  • Pagina 376 Multimediasysteem 373 Overzicht webbrowser Webbrowseropties oproepen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Connect z Browser z URL Connect z Brow- invoeren Z Opties Een internetadres invoeren. De volgende functies zijn beschikbaar: De functie is landafhankelijk. Pagina opnieuw laden/Afbreken Het invoeren beëindigen en de website Zoom oproepen: ¬...
  • Pagina 377 Favorieten wissen De diensten zijn afhankelijk van het betref‐ Een optie selecteren. fende land. Een favoriet markeren. selecteren. Voor meer informatie hierover contact opne‐ p selecteren. Leestekens beheren men met een Mercedes-Benz-servicewerk‐ Wissen selecteren. Multimediasysteem: plaats. selecteren. Connect z Brow- Multimediasysteem: ß...
  • Pagina 378 Multimediasysteem 375 Internet-radiozender als favoriet opslaan/ De verbindingskwaliteit is afhankelijk van de Gegevensoverdrachtsnelheid wissen plaatselijke ontvangst van het mobiele-tele‐ Actuele zender is als favoriet opgeslagen foonnet. Multimediasysteem: Extra informatie van de actuele zender Radio Þ Radiobron TuneIn Overzicht internetradio Internet-radiozenders selecteren en verbin‐ radio Een zender selecteren.
  • Pagina 379 376 Multimediasysteem Het centrale bedieningselement ingedrukt MTP apparatuur Media houden, tot een akoestisch signaal klinkt. Bluetooth ® audioapparatuur Audioweergave Het symbool ß verdwijnt bij de zender‐ naam. De volgende aanwijzingen in acht nemen: Informatie over de audiofunctie Het multimediasysteem beheert in totaal Opties van de Internetradio instellen &...
  • Pagina 380 Multimediasysteem 377 Door het grote aantal op de markt Onder licentie van Dolby Laboratories geprodu‐ gemaakt. Zorg ervoor dat u met de geldende beschikbare usb-apparaten kan niet wor‐ ceerd. Dolby, Dolby Audio en het dubbel-D-sym‐ voorschriften met betrekking tot het auteurs‐ den gewaarborgd dat alle usb-apparaten bool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
  • Pagina 381 378 Multimediasysteem Multimediasysteem: De sd-kaart in de sd-kaartsleuf steken tot * AANWIJZING Schade bij hoge tempera‐ deze vergrendelt. De zijde met de contacten Media à Mediabron- turen moet omlaag wijzen. Geh.kaart Hoge temperaturen kunnen de sd-kaart Afspeelbare muziekbestanden worden afge‐ beschadigen.
  • Pagina 382 Multimediasysteem 379 Overzicht audiofunctie Actieve gegevensdrager Zoeken Volledig scherm (voor videoweergave) Albumcover Afspeelregeling Opties Titel, artiest, album Mediabronnen Titelnummer en aantal titels in de titellijst Geluid...
  • Pagina 383 380 Multimediasysteem Usb-apparaten aansluiten Weergave-opties selecteren Afhankelijk van de uitrusting van de auto bevinden zich nog andere usb-aansluitingen Multimediasysteem: * AANWIJZING Schade bij hoge tempera‐ achterin. Aansluitingen die van een batterij- Media Z Opties turen symbool zijn voorzien kunnen usb-apparaten Vergelijkbare titels afspelen alleen van stroom voorzien.
  • Pagina 384 Multimediasysteem 381 Mediaweergave aansturen Weergaveregeling verbergen AVI, DivX, MKV Multimediasysteem: MP4, M4V De toets % indrukken. Media Y Afspeelregeling Een balk voor de weergaveregeling wordt weer‐ Videofunctie Door het grote aantal beschikbare videobe‐ gegeven. standen met betrekking tot encoders, samp‐ Videofunctie inschakelen Weergave pauzeren: Op de touchpad druk‐...
  • Pagina 385 382 Multimediasysteem Overzicht videofunctie Actieve gegevensdrager Zoeken Volledig scherm (voor videoweergave) Albumcover Afspeelregeling Opties Titel, artiest, album Mediabronnen Titelnummer en aantal titels in de titellijst Geluid...
  • Pagina 386 Multimediasysteem 383 Modus volledig beeld in- en uitschakelen Helderheid handmatig instellen Componisten Multimediasysteem: Helderheid selecteren. Video's Media à Mediabronnen De helderheid instellen. ® Podcasts (Apple apparatuur) Een gegevensdrager selecteren. ® Gesproken boeken (Apple apparatuur) Afspeelbare videobestanden worden afge‐ Mediazoeken speeld. Een categorie selecteren.
  • Pagina 387 Afspeelbare muziekbestanden worden afge‐ Usb-apparaten speeld. Media à Mediabronnen Voor details en een lijst met ondersteunde appa‐ Een gegevensdrager met usb-aansluiting ver‐ raten bezoekt u de website http:// binden ( pagina 380). → www.mercedes-benz.com/connect. Volgt de informatie onder de rubriek "Media Interface".
  • Pagina 388 Multimediasysteem 385 Overzicht Media Interface Actieve gegevensdrager Zoeken Volledig scherm (alleen voor videoweergave) Albumcover Afspeelregeling Opties Artiest, titel en album Mediabronnen Titelnummer en aantal titels in de titellijst Geluid ® gebruikt, moet deze worden geautoriseerd Bluetooth -audio Als uw Bluetooth ®...
  • Pagina 389 386 Multimediasysteem ® Overzicht Bluetooth -audio Actieve gegevensdrager Zoeken Volledig scherm (alleen voor videoweergave) Albumcover Afspeelregeling Opties Titel, artiest, album Mediabronnen Titelnummer en aantal titels in de titellijst Geluid...
  • Pagina 390 Multimediasysteem 387 ® Wanneer de codes identiek zijn, dit op beide Bluetooth audioapparatuur zoeken en auto‐ ® Bluetooth -audioapparatuur selecteren. apparaten bevestigen. riseren De autorisatie wordt gestart. Op het multime‐ De audioapparatuur is verbonden en de diasysteem en op de mobiele telefoon ver‐ Voorwaarden weergave start.
  • Pagina 391 388 Multimediasysteem ® De functie is alleen beschikbaar als de systeem wordt geautoriseerd, wordt deze na Muziekspeler op de Bluetooth audioappara‐ mobiele telefoon en de geselecteerde het bevestigen van aanwijzingen van de tuur selecteren muziekspeler op de mobiele telefoon deze mobiele telefoon (zie de handleiding van de Multimediasysteem: functie ondersteunen.
  • Pagina 392 Multimediasysteem 389 Overzicht radio Actieve frequentieband Zenderlijst Geluid Zendernaam of ingestelde frequentie Zendergeheugen Deze titel taggen Artiest, titel, album en radiotekst Radiobron Opties...
  • Pagina 393 390 Multimediasysteem Frequentieband instellen Radiozender via zendernaam of directe fre‐ Radiozendergeheugen bewerken quentie-invoer zoeken Multimediasysteem: Multimediasysteem: Multimediasysteem: Radio Þ Radiobron Radio ß Zendergeheugen Radio è è Een frequentieband selecteren. Zender verschuiven: Een zendernaam of een frequentie invoeren. Een geheugeninvoer markeren en naar links a selecteren.
  • Pagina 394 Multimediasysteem 391 Slideshow oproepen (FM/DAB-radiofunctie) Modus volledig beeld uitschakelen: % ♫→ Deze titel taggen selecteren. De titelinformatie wordt opgeslagen. selecteren. Multimediasysteem: Radio Þ Radiobron FM/DAB Frequentie vastzetten functie in- of uitscha‐ Verkeersinformatie in- en uitschakelen zenders kelen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Systeem õ...
  • Pagina 395 392 Multimediasysteem Radiotekst in- en uitschakelen module wordt gestoken (zie handleiding van de fabrikant). Multimediasysteem: De tv-tuner bevindt zich onder de bagageruimte‐ Radio Z Opties Radiotekstin- bodem. De CI+-module wordt in de tv-tuner aan‐ formatie weergeven gebracht. De functie in- O of uitschakelen ª. * AANWIJZING Beschadiging van de CI+- module en de Smart Card De CI+-module is voor thuistoepassingen...
  • Pagina 396 Multimediasysteem 393 Zendeigenschappen van de ingestelde tv-zen‐ De tv-tuner schakelt het geluid stom en Indien beschikbaar wordt de zender- en pro‐ ders bevriest het beeld of laat het verdwijnen. Op gramma-informatie continu weergegeven. het display verschijnt het symbool t. De tv-ontvangst kan door de volgende factoren beïnvloed worden: Tv-functie inschakelen Elektronische apparaten die in de auto wor‐...
  • Pagina 397 394 Multimediasysteem Overzicht tv-functie Actieve mediabron Zenderlijsten Geluid Zendernaam Zendergeheugen Volledig scherm Actueel programma met start- en eindtijd Mediabronnen Opties...
  • Pagina 398 Multimediasysteem 395 Overzicht van de weergaven in het tv-bestu‐ Verbergen Tv-zender zoeken ringsmenu De toets % indrukken. TV zenders selecteren. De volgende informatie wordt weergegeven: ª Zoeken selecteren. Actuele tv-zender met symbool ß (wan‐ Tv-zender instellen De gezochte zender invoeren neer als favoriet opgeslagen) pagina 296).
  • Pagina 399 396 Multimediasysteem Kanaal vast in- of uitschakelen Op de touchpad de toets D indrukken. Detailweergave verlaten: De toets % Multimediasysteem: Het mediamenu wordt opgeroepen. indrukken. Media à Mediabron- Omhoog of omlaag navigeren. Werking van de instelling zender vastzetten De volgende of vorige tv-zender wordt inge‐ Z Opties Zender vastzetten is ingeschakeld steld.
  • Pagina 400 Multimediasysteem 397 De ontvangtstomstandigheden zijn vol‐ Een zender in de zenderlijst markeren en als ¥ Spraakinvoer selecteren. doende. favoriet opslaan. Alternatief: Spraakinvoer in de zenderlijsten De actuele zender wordt in de favorieten op gebruiken. de volgende vrije positie opgeslagen. Favorieten Spraakinvoer aanleggen Zender in de favorieten verschuiven Overzicht tv-zenders (favorieten)
  • Pagina 401 398 Multimediasysteem Tv-uitzending Teletekst lopende programma weergegeven (indien beschikbaar). Overzicht audiotaal en ondertiteling Overzicht teletekst Audiotaal in de tv instellen De teletekstpagina's bevinden zich tussen Audiotaal pagina 100 tot pagina 899. Multimediasysteem: De keuze tussen meerdere audiotalen is bij Media à...
  • Pagina 402 Multimediasysteem 399 Beeldinstellingen HD-programma Cijfers invoeren: Lang op de touchpad druk‐ ken. Overzicht beeldinstellingen Gecodeerde HD-programma's ontvangen De cijfers kort na elkaar invoeren. De volgende beeldformaatinstellingen zijn * AANWIJZING Beschadiging van de CI+- Subpagina selecteren: Op de touchpad beschikbaar: module en de Smart Card naar links of rechts vegen.
  • Pagina 403 400 Multimediasysteem De CI+-module in de aansluitplaats van de tv- De instelling uitvoeren. Sound tuner aanbrengen. Klankinstellingen Volumeaanpassing in- en uitschakelen De beschermkap op de tv-tuner aanbrengen. Multimediasysteem: Informatie over het sound system Wanneer de CI+-module correct is aange‐ Media à...
  • Pagina 404 Multimediasysteem 401 en is uitgerust met 13 luidsprekers. Het is De gewenste waarden instellen. ® Surround sound in het Burmester surround beschikbaar voor alle radio- en mediafuncties. sound system in- en uitschakelen Volumeaanpassing in het Burmester ® sur‐ Multimediasysteem: ® Geluidsmenu in Burmester -surround sound round sound system in- en uitschakelen...
  • Pagina 405 Informatie met betrekking tot het onderhoud van hoogde slijtage en schade aan de auto. uw auto is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde ernstige stofoverlast en/of veelvuldig gebruik werkplaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz- De voorgeschreven onderhoudsinterval‐ van de luchtrecirculatie len altijd aanhouden. servicewerkplaats.
  • Pagina 406 Onderhoud en verzorging 403 Standtijd met accukabels losgemaakt Bij een gekwalificeerde werkplaats moet de vol‐ ledige functionaliteit van de actieve motorkap De weergave van het onderhoudsinterval weer worden hersteld. ASSYST PLUS berekent de onderhoudster‐ De actieve motorkap is niet in alle landen mijn alleen als de accukabels aangesloten beschikbaar.
  • Pagina 407 404 Onderhoud en verzorging Motorkap openen en sluiten Het contact uitschakelen. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden bij het openen van de motorkap Nooit in de gevarenzone van bewe‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ gende onderdelen, bijvoorbeeld het Wanneer bij een oververhitte motor of bij len door ontgrendelde motorkap tijdens draaibereik van de ventilator, reiken.
  • Pagina 408 Onderhoud en verzorging 405 & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden door hete onderdelen in de motorruimte Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐ nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐ teem. De motor laten afkoelen en alleen de hierna beschreven onderdelen aanra‐...
  • Pagina 409 406 Onderhoud en verzorging met iets meer snelheid laten dichtvallen, tot Afhankelijk van het motortype kan de oliepeil‐ De oliepeilstaaf langzaam tot de aanslag hij correct vergrendelt. staaf op verschillende plaatsen in de motor‐ in de geleidepijp schuiven en na drie secon‐ ruimte aangebracht zijn.
  • Pagina 410 Onderhoud en verzorging 407 De auto op een horizontale ondergrond par‐ veel bijgevulde motorolie aftappen. Naar een & WAARSCHUWING Gevaar voor brand en keren. gekwalificeerde werkplaats gaan. letsel door motorolie De motor met stationair toerental laten Voor motoroliepeil contact aan: Het contact Wanneer motorolie op hete onderdelen in de draaien.
  • Pagina 411 408 Onderhoud en verzorging Koelvloeistofniveau controleren Geen additieven gebruiken. De aanwijzingen van de weergave & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ onderhoudsinterval m.b.t. het olie ver‐ wonden door hete onderdelen in de versen opvolgen. motorruimte Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐ * AANWIJZING Schade door te veel bijge‐ nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de vulde motorolie radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐...
  • Pagina 412 Bij warme motor tot 1,5 cm boven de marke‐ brand in de motorruimte de motorkap wordt ringsrand 2. geopend, kunt u in contact komen met hete Indien nodig een door Mercedes-Benz goed‐ gassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐ gekeurde koelvloeistof bijvullen. fen.
  • Pagina 413 410 Onderhoud en verzorging Luchtinlaat vrijhouden Om schade aan de auto te vermijden, het vol‐ len in de motorruimte of onderdelen van het gende in acht nemen bij gebruik van een was‐ uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontste‐ De luchtinlaat tussen de motorkap en de straat: ken.
  • Pagina 414 Onderhoud en verzorging 411 Bij een wasstraat waarin de auto gesleept de reiniging bewegen. De watertemperatuur beschadigingen aan de banden of aan onder‐ wordt: De neutraalstand i is ingeschakeld. van de hogedrukreiniger mag niet hoger zijn delen van het onderstel veroorzaken. dan 60 °C.
  • Pagina 415 412 Onderhoud en verzorging De auto voorzichtig met water afspoelen en met een zeem afdrogen. De waterstraal niet direct in de luchtinlaatroosters richten.
  • Pagina 416 Onderhoud en verzorging 413 Aanwijzingen met betrekking tot de verzorging van lak en matte lak De volgende aanwijzingen in acht nemen: Reiniging en verzorging Voorkomen van beschadigingen van de lak Dode insecten: Met insectenverwijderaar inweken en ver‐ Geen stickers, folie of iets dergelijks aanbrengen. volgens afspoelen.
  • Pagina 417 414 Onderhoud en verzorging Reiniging en verzorging Voorkomen van beschadigingen van de lak Matte lak Alleen voor Mercedes-Benz goedgekeurde verzorgings‐ De auto en de lichtmetalen velgen niet poetsen. middelen gebruiken. Uitsluitend wasstraten gebruiken die met de huidige stand van de techniek overeenkomen.
  • Pagina 418 Steenslag en vervuiling Bij vervuiling aan het oppervlak of een doffe decorfolie: Het door Chemische reinigingsmiddelen Mercedes-Benz geadviseerde en vrijgegeven reinigingsmiddel Paint Cleaner gebruiken. Vethoudende stoffen Dode insecten: Met insectenverwijderaar inweken en vervolgens Geen poetsmiddelen op matte decorfolie gebruiken. Poetsen leidt ertoe afspoelen.
  • Pagina 419 Voor het herstellen van evenals veroudering, kunnen de kapnaden gaan ken als de auto lange tijd buiten staat gepar‐ de werking de kap met de door Mercedes-Benz lekken. De kapnaden in dat geval laten afdichten keerd.
  • Pagina 420 Sterkere vervuiling: Het net met de door Mercedes-Benz geadviseerde en goed‐ gekeurde verzorgings- en reinigingsmiddelen Aan de toets trekken. reinigen. De windgeleider tussen voorruit en cabriokap Vervolgens met schoon water afspoelen of komt naar buiten.
  • Pagina 421 418 Onderhoud en verzorging De elektrische parkeerrem handmatig bedie‐ Het net van het hoekwindscherm met een nen. vochtige doek en de door Mercedes-Benz geadviseerde en goedgekeurde onderhouds- Het contact is ingeschakeld. en reinigingsmiddelen reinigen. Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐...
  • Pagina 422 Ruiten De ruiten aan de binnen- en buitenzijde met een vochtige Voor het reinigen van de binnenzijde geen droge doeken, doek en een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmid‐ schuurmiddelen of oplosmiddelen bevattende reinigingsmid‐ del reinigen. delen gebruiken.
  • Pagina 423 235). → De cameralens met schoon water en een zachte doek rei‐ nigen. Uitlaateindpijp Met een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmiddel Geen zuurhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. reinigen, met name in de winter en na het wassen van de auto. Aanhangwagenvoor‐ Roestaanslag op de kogel verwijderen met bijvoor‐...
  • Pagina 424 Onderhoud en verzorging 421 Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐ Wanneer de airbags dan worden geactiveerd, Daardoor kunnen de veiligheidsgordels bij‐ ging van het interieur kunnen kunststof delen losraken. voorbeeld bij een ongeval scheuren of uitval‐ len. Voor de reiniging van de cockpit geen &...
  • Pagina 425 Reiniging en verzorging Vermijden van voertuigschade Kunststof bekleding Met een vochtige microvezeldoek reinigen. Geen stickers, folie of iets dergelijks aanbrengen. Bij sterke vervuiling: Door Mercedes-Benz geadviseerd Niet in contact laten komen met cosmetica, insectenspray verzorgingsmiddel gebruiken. en zonnebrandcrème. Echt hout/sierdelen Met een microvezeldoek reinigen.
  • Pagina 426 Onderhoud en verzorging 423 Reiniging en verzorging Vermijden van voertuigschade Stoelhoezen van Met een vochtige doek en een 1%-zeepoplossing reinigen. Geen microvezeldoek gebruiken. kunstleder Stoelhoezen van Met een vochtige microvezeldoek en een 1%-zeepoplossing stof reinigen en laten drogen.
  • Pagina 427 424 Pechhulp Het veiligheidvestvak openen en het vei‐ Veiligheidsvest vervangen: Noodgeval ligheidsvest eruit nemen. Bij beschadigingen of als op de reflecterende Veiligheidsvest verwijderen strips niet te verwijderen vervuiling aanwezig De veiligheidsvesten bevinden zich in de veilig‐ heidsvestvakken in de portieropbergvakken van Bij overschrijding van het maximale aantal het bestuurders- en passagiersportier.
  • Pagina 428 Pechhulp 425 Gevarendriehoek Gevarendriehoek opklappen Overzicht EHBO-set Gevarendriehoek uitnemen De reflectoren aan de zijkant tot een drie‐ hoeksvorm omhoogtrekken en met de boven‐ ste drukknop verbinden. De poten zijdelings naar onderen uitklap‐ pen. De EHBO-set bevindt zich links in de bagage‐ ruimte in het opbergnet.
  • Pagina 429 426 Pechhulp Brandblusser verwijderen Banden zonder noodloopeigenschappen: Niet met drukloze band rijden. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ De drukloze band direct vervangen door len door een niet correct bevestigde het nood‑ of reservewiel of contact brandblusser in de beenruimte van de opnemen met een gekwalificeerde bestuurder werkplaats.
  • Pagina 430 Pechhulp 427 Daartoe de TIREFIT-set gebruiken Met MOExtended banden (banden met nood‐ De toegestane maximumsnelheid niet pagina 428). loopeigenschappen) kan ook met de auto wor‐ → overschrijden. den gereden als één of meer banden volledig Auto's met Mercedes me connect: U kunt Abrupte stuur- en rijmanoeuvres en rij‐...
  • Pagina 431 428 Pechhulp Af te leggen afstand na drukverlieswaarschu‐ De bandenvulcompressor is onderhoudsvrij. wing Bij een storing in de werking contact opne‐ men met een gekwalificeerde werkplaats. Beladingstoestand Af te leggen afstand Gedeeltelijk beladen 80 km TIREFIT-set gebruiken Volledig beladen 30 km Voorwaarden Benodigde hulpmiddelen: De bereikbare nog af te leggen afstand kan...
  • Pagina 432 Pechhulp 429 De veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant op omdat de band niet kan worden afgedicht, Bij contact met het bandenplakmiddel het de sticker van de bandenvulcompressor in acht bij: volgende in acht nemen: nemen. insnijdingen of perforaties in de band die Bandenplakmiddel op de huid direct De fles bandenafdichtmiddel elke vijf jaar laten groter zijn dan boven genoemd.
  • Pagina 433 430 Pechhulp De bandenvulcompressor tijdens deze fase niet uitschakelen! De bandenvulcompressor maximaal tien minuten laten draaien. Vervolgens moet een bandenspanning van ten minste 200 kPa (2,0 bar, 29 psi) bereikt zijn. Wanneer bandenplakmiddel weggelekt is, de getroffen plaatsen zo snel mogelijk reinigen. Bij voorkeur schoon water gebruiken.
  • Pagina 434 De gebruikte fles bandenafdichtmiddel De aangegeven maximumsnelheid voor Niet verder rijden. vakkundig afvoeren, bijvoorbeeld bij een met bandenplakmiddel afgedichte een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Contact opnemen met een gekwalifi‐ band in acht nemen. ceerde werkplaats. De fles bandenafdichtmiddel, de bandenvul‐ De toegestane maximumsnelheid voor een compressor en de gevarendriehoek opber‐...
  • Pagina 435 Dat kan leiden tot functiebeper‐ Als de bandenspanning correct is, de vul‐ Landen met Mercedes-Benz Service24h: Een kingen van veiligheidsrelevante systemen, slang losdraaien van het ventiel van de gere‐ sticker met het telefoonnummer van Mercedes- zoals het verlichtingssysteem, het ABS (anti‐...
  • Pagina 436 Het is wettelijk verboden om deze & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ samen met het huisvuil af te voeren. Mercedes-Benz adviseert in verband met de vei‐ wonden door accuzuur ligheid alleen accu's te gebruiken die door Accuzuur is een agressieve stof.
  • Pagina 437 434 Pechhulp Elektrolyt of accuzuur is agressief. de accu op een door Mercedes-Benz geadvi‐ Het mag niet met de huid, ogen of seerde oplader aansluiten, of kleding in aanraking komen. voor het losmaken van de accu contact opne‐ Geschikte beschermende kleding dra‐...
  • Pagina 438 Pechhulp 435 Alle andere auto's Nooit metalen voorwerpen of gereed‐ Bij het opladen en bij starthulp voor vol‐ Voor het opladen van de accu en de starthulp schap op een accu leggen. doende ventilatie zorgen. altijd het hulpstartpunt in de motorruimte Bij het aansluiten‑...
  • Pagina 439 Het contact en alle elektrische verbruikers Alleen door Mercedes-Benz geteste en goed‐ Veelvuldige en langdurige startpogingen zijn uitgeschakeld. gekeurde opladers gebruiken. voorkomen.
  • Pagina 440 12‑V‑accu in acht nemen ( pagina 432). → Bij opladen: Het opladen starten. Mercedes-Benz adviseert de 12V‑accu te laten Bij starthulp: De motoren enkele minuten vervangen bij een gekwalificeerde werkplaats, laten draaien. bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerk‐ Bij starthulp: Voordat de startkabel wordt plaats.
  • Pagina 441 Erop letten dat de ontluchtingsslang altijd op Aan- of wegslepen de oorspronkelijke opening aan accuzijde is Toegestane sleepmethoden aangesloten. Aanwezige of meegeleverde pluggen monte‐ Mercedes-Benz adviseert om de auto bij pech te ren. transporteren in plaats van te slepen.
  • Pagina 442 Pechhulp 439 Toegestane sleepmethoden Uitrusting van de auto/sleepme‐ thode Beide assen op de grond Vooras opgetild Achteras opgetild Auto's met handgeschakelde ver‐ Ja, maximaal 50 km met 50 km/h Ja, maximaal 50 km met 50 km/h Ja, maximaal 50 km met 50 km/h snellingsbak Auto's met automatische transmis‐...
  • Pagina 443 440 Pechhulp Auto's met automatische transmissie: nen, omdat anders de automatische trans‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Wanneer de automatische transmissie niet in missie automatisch in de stand j wordt len bij het slepen van een auto met een de stand i kan worden gezet of het multi‐ gezet.
  • Pagina 444 Pechhulp 441 De auto met de elektrische parkeerrem tegen Langzaam en niet plotseling wegrijden. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ wegrollen beveiligen. len door beperkte veiligheidsrelevante De auto alleen bij de wielen vastzetten. functies bij het slepen Auto voor transport opladen Veiligheidsrelevante functies zijn in de vol‐...
  • Pagina 445 442 Pechhulp Auto's met 4MATIC/auto's met automatische Opbergplaats sleepoog * AANWIJZING Schade aan de auto door transmissie verkeerd vastsjorren Na het opladen moet de auto aan alle vier wielen worden vastgezet. Anders kan de auto worden beschadigd. Een minimumafstand tot het transport‐ platform van 20 cm naar boven en 10 cm naar beneden moet worden aan‐...
  • Pagina 446 Pechhulp 443 Sleepoog aanbrengen stang aan de aanhangwagenvoorziening bevesti‐ Auto's met automatische transmissie gen. mogen niet door aanslepen worden Bij het verwijderen van het sleepoog erop gestart. letten dat de afdekking bij het aanbren‐ gen in de bumper vergrendelt. Auto's met automatische transmissie mogen niet door aanslepen worden gestart.
  • Pagina 447 Zekeringenkast in de cockpit aan bestuur‐ beschadigd. ontstaan. derszijde ( pagina 446) → Alleen door Mercedes-Benz vrijgegeven Bij een geopende zekeringenkast erop Zekeringenkast in de beenruimte van de pas‐ zekeringen met het aangegeven ampe‐ letten dat geen vochtigheid in de zeke‐ sagier ( pagina 446) →...
  • Pagina 448 Pechhulp 445 Openen & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door het gebruik van de ruitenwissers bij geopende motorkap Als de ruitenwissers zich in beweging zetten als de motorkap geopend is, kunt u bekneld raken in het mechanisme. Alvorens de motorkap te openen, altijd de ruitenwissers en het contact uitscha‐...
  • Pagina 449 446 Pechhulp Het deksel achter aan de zekeringenkast in de houder aanbrengen. Het deksel van de zekeringenkast omlaagklappen en de schroeven vast‐ draaien. De afdekking aan beide zijden aanbren‐ gen. De klem op de afdekking een kwart slag rechtsom draaien. De motorkap sluiten.
  • Pagina 450 Banden en velgen 447 Aanwijzingen met betrekking tot geluids‐ Banden regelmatig op schade controle‐ Aanwijzingen met betrekking tot sneeuw‐ ontwikkeling of ongewoon rijgedrag kettingen ren en beschadigde banden direct ver‐ vangen. Tijdens het rijden letten op trillingen, geluiden en & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ ongewoon rijgedrag, bijvoorbeeld trekken naar De volgende controles regelmatig, ten minste len door verkeerde montage van de...
  • Pagina 451 Om veiligheidsredenen alleen de voor bijv. rijden in het terrein Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettin‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ gen of sneeuwkettingen met dezelfde kwali‐ Indien nodig de bandenspanning aan‐ len door te lage of te hoge bandenspan‐...
  • Pagina 452 Banden en velgen 449 Bandenspanningstabel Het uiterlijk van een band geeft geen uitsluitsel & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ over de bandenspanning. len bij herhaaldelijk drukverlies in de De bandenspanningstabel bevindt zich aan de Auto's met bandenspanningscontrole: De band binnenzijde van de tankdopklep. bandenspanning kan ook via de boordcomputer Wanneer de bandenspanning herhaaldelijk worden gecontroleerd.
  • Pagina 453 450 Banden en velgen Bandenspanningscontrole toestand bij verschillende bedrijfsomstandighe‐ meter instellen als de banden koud zijn. In acht den van belading en/of snelheid van de auto. nemen dat de bandenspanningscontrole de voor Werking van de bandenspanningscontrole de actuele bedrijfsomstandigheden correcte Als bij de bandenspanningen een of meerdere Het systeem controleert met behulp van banden‐...
  • Pagina 454 Banden en velgen 451 Bandenspanning met bandenspanningscon‐ Bandenspanningscontrole opnieuw starten Bandenspanningscontrole actief: De inleer‐ trole controleren procedure van het systeem is nog niet afge‐ Voorwaarden sloten. De bandenspanningen worden dan Voorwaarde De geadviseerde bandenspanning is bij alle reeds gecontroleerd. Het contact is ingeschakeld. vier de banden correct ingesteld voor de De bandenspanning vergelijken met de voor betreffende bedrijfstoestand (...
  • Pagina 455 452 Banden en velgen Actuele waarschuwingsmeldingen worden Land Zendvergunning Land Zendvergunning gewist en het gele waarschuwingslampje h dooft. Dubai Maleisië RCDD/04A/0615/S(15-2095) Na enkele minuten rijden controleert het sys‐ REGISTERED NO: ER37156/15. Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC teem of de actuele bandenspanningswaarden DEALER NO: DA0047074/10 Numero d'agrement :MR 10216 binnen het geadviseerde gebied liggen.
  • Pagina 456 Banden en velgen 453 Land Zendvergunning Land Zendvergunning Land Zendvergunning системи контролю тиску в Servië Oekraïne шині автомобіля відповідає вимогам Технічного регламенту радіообладнання і телекомунікаційного кінцевого Schrader Electronics цім Singapore Complies with IDA Standards DA (термінального) обладнання стверджує, що обладнання 105282 (Постанова...
  • Pagina 457 454 Banden en velgen Brazilië Vietnam Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt niet de regelmatige controle van de bandenspanning. Systeemgrenzen Het systeem kan in de volgende situaties moge‐ lijk niet correct werken of buiten werking zijn: Als de bandenspanning verkeerd is ingesteld Bij een plotseling drukverlies, bijvoorbeeld veroorzaakt door een binnengedrongen voor‐...
  • Pagina 458 Banden en velgen 455 Ook de volgende aanvullende informatie in acht Boordcomputer: Links op de touch-control in het stuurwiel nemen: drukken, om het opnieuw opstarten te beves‐ Service Banden tigen. Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐ Een veegbeweging omlaag maken links op de Het multifunctioneel display toont de mel‐...
  • Pagina 459 456 Banden en velgen Informatie over de toegestane velg-bandcombi‐ Fabrikant * AANWIJZING Schade aan de auto en de naties kunt u verkrijgen bij een Mercedes-Benz- banden door niet goedgekeurde banden‐ Type servicewerkplaats. typen en -maten & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐...
  • Pagina 460 Accessoires die niet door Mercedes-Benz voor * AANWIJZING Beschadiging van elektro‐ De rijveiligheid kan daarom niet gewaarborgd uw auto zijn goedgekeurd, of waar niet vakkun‐ nische onderdelen door het gebruik van worden.
  • Pagina 461 458 Banden en velgen Alleen banden en velgen volgens dezelfde Onder winterse omstandigheden bieden win‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ constructie, dezelfde uitvoering (zomerban‐ terbanden met het sneeuwvloksymbool i len bij sportbanden den, winterbanden, MOExtended-banden) en naast de M+S markering de beste grip. Door het speciale bandenprofiel in combina‐...
  • Pagina 462 Banden en velgen 459 Aanwijzingen met betrekking tot het opslaan Voor meer informatie over banden en velgen De voor‑ en achterwielen uitsluitend uit‐ van wielen contact opnemen met een gekwalificeerde werk‐ wisselen, wanneer banden en velgen plaats. identieke afmetingen hebben. Gedemonteerde wielen koel, droog en zo Ook de volgende aanvullende informatie in acht mogelijk donker bewaren.
  • Pagina 463 460 Banden en velgen Auto voorbereiden op het verwisselen van Het maximumdraagvermogen van de krik Centreerpen vindt u op de sticker op de krik. een wiel Uitklapbare wielkeg De krik is onderhoudsvrij. Bij een storing in Ratel voor krik Voorwaarden de werking contact opnemen met een Het noodzakelijke gereedschap voor het ver‐...
  • Pagina 464 Banden en velgen 461 Aluminium naafdop Het wiel dat diagonaal staat ten opzichte van De dopsleutel op de naafdop plaat‐ het te verwisselen wiel, aan de voor- en ach‐ sen. terzijde met een wielkeg of iets dergelijks De wielsleutel op de dopsleutel zetten blokkeren.
  • Pagina 465 462 Banden en velgen De krik is uitsluitend geschikt voor het kort‐ De motor niet starten en de elektrische par‐ stondig opkrikken van de auto en niet voor keerrem niet vrijzetten. onderhoudswerkzaamheden onder de auto. Geen portieren of kofferdeksel openen of De ondergrond waar de krik op rust moet sluiten.
  • Pagina 466 Banden en velgen 463 Wiel verwijderen * AANWIJZING Voertuigschade door krik Voorwaarden Wanneer u de krik niet op de daarvoor De auto is opgekrikt ( pagina 461). → bedoelde kriksteunpunten aanbrengt, kunt u uw auto beschadigen. Bij het verwisselen van een wiel elke vorm van De krik alleen op de daarvoor bedoelde krachtinwerking op de remschijven voorkomen, kriksteunpunten aanbrengen.
  • Pagina 467 → Voorwaarden De aanwijzingen met betrekking tot de selec‐ Het wiel is verwijderd ( pagina 463). → Om veiligheidsredenen alleen de voor tie van banden in acht nemen Mercedes-Benz en het betreffende wiel goed‐ pagina 455). → gekeurde wielbouten gebruiken.
  • Pagina 468 Banden en velgen 465 De wielbouten erin draaien en in de aangege‐ De bandenspanning van het nieuwe wiel con‐ ven volgorde kruiselings gelijkmatig licht aan‐ troleren en naar behoefte aanpassen. draaien. Auto's met bandenspanningswaarschu‐ De centreerpen eruit schroeven. wingssysteem: Het bandenspanningswaar‐ schuwingssysteem opnieuw starten De laatste wielbout erin draaien en licht vast‐...
  • Pagina 469 466 Banden en velgen spanningscontrole niet betrouwbaar werken. Noodwiel ® Het ESP niet uitschakelen. Deze pas opnieuw starten nadat het nood‐ Aanwijzingen met betrekking tot het nood‐ Een noodwiel of reservewiel met ver‐ wiel door een nieuw wiel is vervangen. wiel schillende afmetingen bij de eerstvol‐...
  • Pagina 470 Banden en velgen 467 De karabijnhaken van de bevestigingsriemen van de houders losmaken. Het noodwielfoedraal met het noodwiel uit‐ nemen. Het noodwielfoedraal openen en het nood‐ wiel uitnemen.
  • Pagina 471 Door ondeskundig onderhoud kunnen onder‐ Meer informatie is verkrijgbaar bij een Wanneer mobilofoons worden gemanipuleerd delen van de auto sneller slijten; dit kan lei‐ Mercedes-Benz-servicewerkplaats. of niet vakkundig wordt ingebouwd, kan de den tot verlies van de typegoedkeuring. elektromagnetische straling ervan de elektro‐...
  • Pagina 472 Technische gegevens 469 & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ * AANWIJZING Vervallen van de typegoed‐ len door ondeskundig gebruik van mobi‐ keuring door het niet in acht nemen van lofoons installatie- en gebruiksvoorwaarden Als in de auto op ondeskundige wijze gebruik Wanneer de installatie- en gebruiksvoorwaar‐...
  • Pagina 473 470 Technische gegevens pment) worden aangehouden. De wettelijke Voor de volgende frequentiebanden is er geen Frequentieband Maximaal zendver‐ bepalingen voor aanbouwdelen moeten worden beperking voor de antennepositie aan de buiten‐ mogen aangehouden. zijde van de auto: 2–m–band 25 W Als de auto met een mobilofoon is uitgerust, Bundelnet/Tetra moeten de in de voorbereiding aanwezige span‐...
  • Pagina 474 Technische gegevens 471 Voertuigtypeplaatje, FIN en motornummer Voertuigtypeplaatje Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - Koeweit) Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - alle andere landen) Autofabrikant Autofabrikant Fabricageplaats EG-typegoedkeuringsnummer (alleen voor Productiedatum bepaalde landen) Voertuigtype FIN (voertuigidentificatienummer) Toegestaan totaalgewicht (kg) Toegestaan totaalgewicht (kg) (alleen voor bepaalde landen)
  • Pagina 475 472 Technische gegevens FIN voor de rechter voorstoel FIN bij de onderste rand van de voorruit Toegestane voorasbelasting (kg) Toegestane achterasbelasting (kg) Lakcode De gegevens in de afbeelding zijn voorbeel‐ den. FIN (voertuigidentificatienummer) als label Het FIN als label op de onderste rand van de voorruit is alleen voor bepaalde landen beschik‐...
  • Pagina 476 Schade die aan de auto is ont‐ vaar door brandstof stoffen houden. staan door het gebruik van niet-goedgekeurde producten, valt niet onder de Mercedes-Benz Brandstoffen zijn licht ontvlambaar. garantie en coulance. Beslist vuur, open licht, roken en vonk‐...
  • Pagina 477 474 Technische gegevens Vóór en tijdens het tanken het contact Wanneer brandstof in de ogen terecht Alleen loodvrije, zwavelvrije brandstof en, indien aanwezig, de standverwar‐ gekomen is, de ogen direct grondig met tanken die voldoet aan de Europese ming uitschakelen. schoon water uitspoelen.
  • Pagina 478 91 RON worden Overeenkomstig de Europese norm EN 16942 Mercedes-Benz adviseert merkbrandstoffen met gebruikt. Daardoor kan het motorvermogen lager vindt u de verdraagzaamheidskeurmerken op de additieven te gebruiken.
  • Pagina 479 476 Technische gegevens plaats, het door Mercedes-Benz geadviseerde Petroleum of kerosine * AANWIJZING Beschadiging door ver‐ reinigingsadditief aan de brandstof worden toe‐ keerde brandstof Wanneer abusievelijk de verkeerde brandstof gevoegd. De op de verpakking aangegeven aan‐ Kleine hoeveelheden van de verkeerde is getankt: wijzingen en mengverhoudingen in acht nemen.
  • Pagina 480 Technische gegevens 477 Tankinhoud en brandstofreserve Overeenkomstig de Europese norm EN 16942 ® AdBlue is een in water oplosbare vloeistof voor vindt u het verdraagzaamheidskeurmerk op de Afhankelijk van de uitrusting kan de totale de NOx-uitlaatgasnabehandeling bij dieselmoto‐ volgende punten: inhoud van de brandstoftank variëren.
  • Pagina 481 478 Technische gegevens ® AdBlue -verbruik Katalysatorschade ® Het AdBlue verbruik is net als het brandstofver‐ Storingen in de werking van de NOx-uit‐ bruik sterk afhankelijk van de rijstijl en de laatgasnabehandeling bedrijfsomstandigheden. Daarom kunnen de daadwerkelijke verbruikswaarden in de praktijk Verontreiniging van AdBlue ®...
  • Pagina 482 1,0 l van de interval laten verversen. plaats. volgende motorolie worden bijgevuld: Benzinemotoren: Mercedes-Benz adviseert, het verversen van de Kwaliteit en hoeveelheid motorolie olie bij een gekwalificeerde werkplaats uit te E 350: MB-Freigabe of MB-Approval MB-Freigabe of MB-Approval laten voeren.
  • Pagina 483 Verversingshoeveelheid op internet http://bevo.mercedes- & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ benz.com Model Verversingshoeveel‐ len door vorming van dampbellen in het in de Mercedes-Benz BeVo App heid remsysteem Bij een gekwalificeerde werkplaats De remvloeistof neemt voortdurend vocht uit E 200 7,0 l de atmosfeer op.
  • Pagina 484 Altijd een door Mercedes-Benz goedge‐ keurde koelvloeistof gebruiken. Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht * AANWIJZING Beschadiging door ver‐ ontvlambaar. Wanneer het op hete onderde‐ De aanwijzingen in het Mercedes-Benz...
  • Pagina 485 482 Technische gegevens Autogegevens * AANWIJZING Verstopte sproeiers door menging van ruitensproeiervloeistoffen Voertuigmaten MB SummerFit en MB WinterFit niet De aangegeven hoogten kunnen fluctueren in met andere ruitensproeiervloeistoffen verband met: mengen. Banden Belading Geen gedestilleerd of gedemineraliseerd water gebruiken, anders kan de niveausensor een Toestand van het onderstel onjuist niveau detecteren.
  • Pagina 486 Technische gegevens 483 Hoogte Gewichten en belastingen Model Zwenk‐ hoogte Model Met betrekking tot de aangegeven autogegevens het volgende in acht nemen: E 200 4MATIC 1436 mm E 400 d 4MATIC 1433 mm Opties verhogen het ledig gewicht, waardoor E 220 d 4MATIC E 450 4MATIC het nuttig laadvermogen wordt verlaagd.
  • Pagina 487 484 Technische gegevens Inbouwmaten Toegestaan aanhangwagengewicht, geremd De achteroverbouw en de bevestigingspunten gelden voor een af fabriek gemonteerde aan‐ (bij minimaal klimvermogen bij wegrijden van 12 %) hangwagenvoorziening. Model Toegestaan aan‐ Model Achter‐ hangwagengewicht, overbouw geremd Alle modellen 1203 mm Alle modellen 1800 kg Toegestaan aanhangwagengewicht, onge‐...
  • Pagina 488 Technische gegevens 485 Een minimumkogeldruk van 50 kg aan‐ Model Asbelasting houden. E 350 1300 kg De maximaal toegestane kogeldruk indien mogelijk benutten. Alle andere modellen 1315 kg Maximumkogeldruk Model Kogeldruk Alle modellen 75 kg Toegestane asbelasting van de achteras bij rijden met aanhangwagen Asbelasting Model...
  • Pagina 489 486 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Bij enkele displaymeldingen worden bovendien Displaymeldingen met hoge prioriteit kunnen Displaymeldingen symbolen weergegeven: niet worden bevestigd. Het multifunctioneel dis‐ Inleiding play toont deze displaymeldingen permanent, tot ¤ Meer informatie de oorzaak van de displaymelding verholpen is. Aanwijzingen met betrekking tot displaymel‐...
  • Pagina 490 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 487 Veiligheidssystemen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het ABS en het ESP ® vertonen een storing. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen. Het remsysteem werkt verder op normale wijze. De remweg kan bij een noodstop langer worden. ÷...
  • Pagina 491 488 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het ABS en het ESP ® zijn tijdelijk niet beschikbaar. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen tijdelijk niet beschikbaar zijn. Het remsysteem werkt verder op normale wijze. De remweg kan bij een noodstop langer worden. ÷...
  • Pagina 492 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 489 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ÷ * Het ESP ® is tijdelijk niet beschikbaar. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen. & WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP ®...
  • Pagina 493 490 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ÷ * Het ESP ® vertoont een storing. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen. Het remsysteem werkt verder op normale wijze. De remweg kan bij een noodstop langer worden. functioneert niet zie hand- leiding &...
  • Pagina 494 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 491 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het EBD, het ABS en het ESP ® vertonen een storing. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen. & WAARSCHUWING Slipgevaar bij storing van het EBD, het ABS en het ESP ®...
  • Pagina 495 492 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het rode controlelampje ! knippert. De elektrische parkeerrem is vastgezet tijdens het rijden: Aan een voorwaarde voor het automatisch vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet voldaan Parkeerrem ontgrendelen pagina 190).
  • Pagina 496 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 493 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het gele controlelampje ! brandt. De elektrische parkeerrem vertoont een storing. Om in te schakelen: Het contact uit- en weer inschakelen. Parkeerrem zie handleiding De elektrische parkeerrem handmatig bedienen ( pagina 191).
  • Pagina 497 494 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Het contact uit- en weer inschakelen. Om in te schakelen: De elektrische parkeerrem handmatig vrijzetten en vervolgens weer bedienen ( pagina 191). → Om vrij te zetten: De elektrische parkeerrem handmatig bedienen en vervolgens weer vrijzetten.
  • Pagina 498 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 495 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Als de elektrische parkeerrem niet moet worden ingeschakeld, bijvoorbeeld in de wasstraat of bij het slepen, het contact ingeschakeld laten. Een uitzondering vormt het slepen met omhooggebrachte achteras. Als de elektrische parkeerrem niet automatisch wordt ingeschakeld: Het contact uit- en weer inschakelen.
  • Pagina 499 496 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij een te laag remvloeistofniveau Wanneer het remvloeistofniveau te laag is, kan de remwerking en daarmee het remgedrag nadelig beïnvloed Remvloeistofpeil controle- zijn.
  • Pagina 500 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 497 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De remvoeringen hebben de slijtagegrens bereikt. Remblokken controleren zie handleiding & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door beïnvloed remvermogen Wanneer de remvoeringen de slijtagegrens hebben bereikt, kan het remvermogen negatief beïnvloed worden. Voorzichtig verder rijden.
  • Pagina 501 498 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het radarsensorsysteem vertonen een storing. Mogelijke oorzaken: Radarsensoren vervuild zie handleiding Sensoren vervuild Hevige neerslag Lange ritten zonder doorstromend verkeer, bijvoorbeeld in de woestijn Rij- en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen of tijdelijk niet beschikbaar zijn. De rij- en rijveiligheidssystemen zijn weer beschikbaar als de oorzaken niet meer van toepassing zijn.
  • Pagina 502 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 499 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De service is beperkt. Mercedes me connect Diensten beperkt Zie hand- Een of meerdere hoofdfuncties van het Mercedes me connect systeem vertonen een storing. leiding De aanwijzingen met betrekking tot de diagnose-interface in acht nemen ( pagina 24).
  • Pagina 503 500 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het veiligheidssysteem vertoont een storing . & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door storingen in de werking van het veiligheidssys‐ teem Veiligheidssysteem Storing Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnen onderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld Werkplaats opzoeken worden geactiveerd of bij een ongeval niet zoals bedoeld in werking treden.
  • Pagina 504 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 501 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het betreffende veiligheidssysteem vertoont een storing . & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door storingen in de werking van het veiligheidssys‐ teem Linksvoor Storing Werk- Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnen onderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld plaats opzoeken (voor‐...
  • Pagina 505 502 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De passagiersairbag is gedeactiveerd, hoewel een volwassen persoon of een persoon met een overeenkomstig pos‐ Voorpass.-airbag uitgescha- tuur op de passagiersstoel zit. Wanneer extra krachten op de stoel worden uitgeoefend, kan het systeem een te keld zie handleiding gering gewicht meten.
  • Pagina 506 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 503 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De passagiersairbag is tijdens het rijden geactiveerd: Voorpass.-airbag ingescha- keld zie handleiding Hoewel zich een kind, een klein persoon of een voorwerp met een gewicht beneden de grenswaarde van het systeem op de passagiersstoel bevindt.
  • Pagina 507 504 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Rijsystemen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen À * De ATTENTION ASSIST heeft vermoeidheid of een toenemende onoplettendheid bij de bestuurder vastgesteld pagina 241). → Zo nodig pauze nemen. Attention Assist: pauze! À * De ATTENTION ASSIST vertoont een storing.
  • Pagina 508 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 505 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen É * De voertuighoogte is te laag. De auto wordt tot de geselecteerde voertuighoogte omhooggebracht. Pas wegrijden wanneer de displaymelding verdwijnt. Auto komt omhoog Een ogenblik geduld a.u.b. É...
  • Pagina 509 506 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De AIR BODY CONTROL werkt slechts beperkt. Het rijgedrag kan daardoor worden beïnvloed. Overeenkomstig de actuele hoogte rijden, echter niet sneller dan 80 km/h. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Storing Maximaal 80 km/h De DYNAMIC BODY CONTROL vertoont een storing.
  • Pagina 510 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 507 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De actieve spoorassistent vertoont een storing. Actieve spoorassistent functioneert niet Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * Auto's zonder actieve stuurassistent: Het zicht van de camera is gereduceerd. Actieve spoorassistent Camerazicht gereduceerd Mogelijke oorzaken:...
  • Pagina 511 508 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De actieve dodehoekassistent is tijdelijk niet beschikbaar. Actieve dodehoekassistent nu niet beschikbaar zie De systeemgrenzen zijn bereikt ( pagina 245). → handleiding Verder rijden. Het systeem is weer beschikbaar als de oorzaken niet meer aanwezig zijn. Wanneer de displaymelding niet verdwijnt, veilig stoppen en de motor opnieuw starten.
  • Pagina 512 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 509 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De verkeerstekenassistent is tijdelijk niet beschikbaar. Verkeerstekenassistent nu niet beschikbaar zie hand- Verder rijden. leiding Het systeem is weer beschikbaar als de oorzaken niet meer aanwezig zijn. * Het zicht van de camera is gereduceerd.
  • Pagina 513 510 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De actieve afstandsassistent DISTRONIC is weer gereed voor gebruik en kan worden ingeschakeld ( pagina 211). → Actieve afstandsassistent weer beschikbaar ç * Wanneer u het gaspedaal tot voorbij de instelling voor de DISTRONIC actieve afstandsassistent bedient, wordt het systeem passief geschakeld ( pagina 220).
  • Pagina 514 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 511 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen è * De actieve stuurassistent is tijdelijk niet beschikbaar. De omgevingsomstandigheden liggen buiten de systeemgrenzen ( pagina 215). → Verder rijden. Actieve stuurassistent nu Het systeem is weer beschikbaar wanneer de omgevingsomstandigheden binnen de systeemgrenzen liggen. niet beschikbaar Zie hand- Indien nodig de voorruit in het blikveld van de camera reinigen.
  • Pagina 515 512 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De TEMPOMAT en de limiter vertonen een storing. TEMPOMAT en limiter func- tioneren niet Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * De limiter vertoont een storing. Limiter functioneert niet Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 516 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 513 Motor Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het koelvloeistofniveau is te laag. Koelmiddel bijvullen zie handleiding * AANWIJZING Motorschade door te weinig koelvloeistof Langere ritten met te weinig koelvloeistof vermijden. Koelvloeistof bijvullen ( pagina 408).
  • Pagina 517 514 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De accu wordt niet meer opgeladen. * AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gereden zie handleiding Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppen en de motor afzetten. Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 518 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 515 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De accu wordt niet meer opgeladen en heeft een te lage acculaadtoestand bereikt. * AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gereden Stoppen zie handleiding Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 519 * De laadtoestand van de 48V-accu is te laag. U kunt de motor niet meer starten. Motor starten niet mogelijk Zie handleiding Niet benodigde elektrische verbruikers uitschakelen. Een door Mercedes-Benz goedgekeurde, geschikte oplader met voldoende laadvermogen aansluiten op het hulpstartpunt van de 12V-accu ( pagina 436). →...
  • Pagina 520 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 517 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Displaymelding alleen bij bepaalde motortypen: Het motoroliepeil is te laag. * AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motorolie Motoroliepeil Stoppen Motor uit Langere ritten met te weinig motorolie vermijden. Direct op een veilige plaats stoppen.
  • Pagina 521 518 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Displaymelding alleen bij bepaalde motortypen: Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald. * AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motorolie Bij tankstop 1 l motorolie bijvullen Langere ritten met te weinig motorolie vermijden.
  • Pagina 522 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 519 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De elektrische verbinding naar de olieniveausensor is onderbroken of de olieniveausensor is defect. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Meten van het motorolie- peil niet mogelijk * Auto's met dieselmotor: Het brandstoffilter is vervuild of het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 523 520 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De ventilatormotor is defect. Tot de volgende gekwalificeerde werkplaats verder rijden zonder hoge motorbelasting. Daarbij erop letten dat de koelvloeistoftemperatuurmeter onder 120 °C blijft. Ø * De AdBlue ®...
  • Pagina 524 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 521 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ¯ * Het AdBlue ® systeem vertoont een storing. Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. AdBlue systeemstoring Zie handleiding ¯ * Het AdBlue ® systeem vertoont een storing. Het vermogen wordt beperkt na de getoonde resterende afstand. Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
  • Pagina 525 522 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ¯ * Het AdBlue ® systeem vertoont een storing. U kunt de motor niet meer starten. Meteen contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. AdBlue systeemstoring Starten niet mogelijk Ø...
  • Pagina 526 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 523 Banden Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het bandenspanningswaarschuwingssysteem heeft een aanzienlijk drukverlies herkend. Bandenspanning Banden controleren & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende gevaren op: De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende belading en snelheid.
  • Pagina 527 524 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Er is een displaymelding voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem weergegeven en het systeem is sinds‐ Bandenspanningsbewaking dien niet opnieuw gestart. na band.sp.controle opnieuw starten Bij een correct ingestelde bandenspanning het bandenspanningswaarschuwingssysteem opnieuw activeren pagina 454).
  • Pagina 528 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 525 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Van één of meerdere banden is de bandenspanning sterk gedaald. De wielpositie wordt weergegeven. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende gevaren op: Banden controleren De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende belading en snelheid.
  • Pagina 529 526 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Van één of meerdere banden daalt de bandenspanning plotseling. De wielpositie wordt weergegeven. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen tijdens het rijden met drukloze banden Drukloze band hebben de volgende gevaren: Let op: band defect De banden kunnen overmatig verwarmen en tot brand leiden.
  • Pagina 530 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 527 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Van een of meerdere wielen ontbreekt het signaal van de bandenspanningsensor. Bij de betreffende band wordt geen bandenspanningswaarde weergegeven. De defecte bandenspanningsensor laten vervangen bij een gekwalificeerde werkplaats. Wielsensor(en) niet beschikbaar * De gemonteerde wielen hebben geen geschikte bandenspanningsensoren.
  • Pagina 531 528 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Ten minste een band is oververhit. Banden oververhit Snel- heid verlagen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen tijdens het rijden met oververhitte banden Oververhitte banden kunnen uit elkaar spatten, in het bijzonder bij hoge snelheid. De snelheid verlagen, opdat de banden afkoelen.
  • Pagina 532 De dienst eerst deactiveren en dan weer opnieuw activeren. Als de displaymelding weer verschijnt, contact opnemen met het Mercedes-Benz Customer Assistance Center (CAC). Auto met sticker digitale voertuigsleutel: Er zijn slechts weinig of geen toestemmingen voor het starten van de motor beschikbaar.
  • Pagina 533 530 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen  * De sleutel wordt niet herkend en is eventueel niet meer in de auto aanwezig. De sleutel bevindt zich niet meer in de auto is u zet de motor af: U kunt de motor niet meer starten.
  • Pagina 534 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 531 Auto Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De kogelhals wordt uit- of ingeklapt. Het uit- en inklappen niet met de hand, de voet of andere hulpmiddelen versnellen, vertragen of forceren als de kogelkop niet beweegt.
  • Pagina 535 532 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De aanhangwagenvoorziening is niet klaar voor gebruik tijdens het rijden met een aanhanger. Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppen en de motor afzetten. De aanhangwagen afkoppelen en voorkomen dat deze kan wegrollen.
  • Pagina 536 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 533 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Als de displaymelding niet verdwijnt, vertoont de aanhangwagenvoorziening een storing en is de kogelhals niet ver‐ grendeld. De aanhangwagen niet aankoppelen en verder rijden zonder aanhangwagen. Daarbij letten op de beperkte bodemvrijheid door de niet vergrendelde kogelhals.
  • Pagina 537 534 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De transmissie vertoont een storing. De ingeschakelde transmissiestand kan niet meer worden gewisseld. Zonder schakelen Werk- plaats opzoeken Wanneer de transmissie in de stand h staat zonder dat deze schakelt, een gekwalificeerde werkplaats bezoe‐ ken.
  • Pagina 538 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 535 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De transmissie is oververhit. Het wegrijden kan tijdelijk belemmerd of onmogelijk zijn. Voertuig stoppen Motor laten draaien Wachten Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden! Transmissie koelt af De motor laten draaien.
  • Pagina 539 536 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * U hebt geprobeerd de kogelhals te zwenken en de transmissie staat in de stand k, i of h. Het rempedaal indrukken. De transmissie in de stand j zetten. Bediening alleen in trans- missiestand P * De rugleuning van de betreffende voorstoel is niet vergrendeld.
  • Pagina 540 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 537 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Ð * De bekrachtiging van de stuurinrichting vertoont een storing. Er is eventueel meer kracht vereist voor het sturen. Voorzichtig verder rijden. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Storing besturing Voorzich- tig rijden Werkplaats opzoe- * Het klimaatregelsysteem vertoont een storing.
  • Pagina 541 538 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Ð * De bekrachtiging van de stuurinrichting vertoont een storing. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door gewijzigd stuurgedrag Wanneer de bekrachtiging van de stuurinrichting gedeeltelijk of geheel uitvalt, is er meer kracht nodig om te Storing besturing Meer sturen.
  • Pagina 542 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 539 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De actieve motorkap (voetgangersbescherming) vertoont een storing of functioneert niet vanwege een activering. Actieve motorkap Storing zie handleiding Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. & * De standverwarming vertoont tijdelijk een storing. Als de auto horizontaal staat en de motor is afgekoeld: Viermaal met tussenpozen van een aantal minuten pro‐...
  • Pagina 543 540 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het kofferdeksel is geopend. & WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaatgassen, bijvoorbeeldkoolmonoxide uit. Als het kofferdeksel is geopend als de motor draait, in het bijzonder tijdens het rijden, kunnen uitlaatgassen in het interieur terecht komen.
  • Pagina 544 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 541 Cabriokap Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De boordnetspanning is te laag. De motor starten. 12V-accu Zie handleiding * De cabriokap is niet vergrendeld. Als sneller dan 60 km/h wordt gereden, kan de cabriokap niet meer worden geopend of gesloten.
  • Pagina 545 542 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De auto staat stil en u probeert de cabriokap te openen of te sluiten. Het rempedaal indrukken. Opnieuw aan de cabriokapschakelaar trekken of hierop drukken, tot de cabriokap volledig opent of sluit. Bij stilstand voor bediening van kap rem bedienen * Het bagagescherm is geopend.
  • Pagina 546 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 543 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De actieve bochtenverlichting vertoont een storing. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Act. bochtverlicht. functio- neert niet * Het Intelligent Light System vertoont een storing. Het verlichtingssysteem werkt verder zonder de functies van het Intelligent Light System.
  • Pagina 547 544 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De auto wordt verlaten en de verlichting is nog ingeschakeld. De verlichtingsschakelaar in de stand à draaien. Licht uitschakelen * U rijdt zonder dimlicht. De verlichtingsschakelaar in de stand L of à draaien. Verlichting inschakelen * De adaptieve grootlichtassistent Plus vertoont een storing.
  • Pagina 548 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 545 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het zicht van de camera is gereduceerd. Mogelijke oorzaken: Adaptieve grootlichtassis- tent plus Camerazicht gere- Vervuiling van de voorruit in het blikveld van de camera duceerd zie handleiding Zware neerslag of mist Rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen of tijdelijk niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 549 546 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Instrumentendisplay in de widescreen cock‐ Wanneer bij auto's met widescreen cockpit de ÷ ® pagina 547) → display-instelling Progressive wordt geselec‐ å ® OFF ( pagina 547) → teerd, veranderen de posities van de controle‐ Elektrische parkeerrem lampjes in het instrumentendisplay.
  • Pagina 550 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 547 Veiligheidssystemen Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje remmen brandt als de motor draait. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van het remsysteem Wanneer het remsysteem een storing vertoont, kan het remgedrag nadelig beïnvloed zijn. Remwaarschuwingslampje (geel) Voorzichtig verder rijden.
  • Pagina 551 548 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje remmen brandt als de motor draait. Mogelijke oorzaken: De rembekrachtiging vertoont een storing en het remgedrag kan veranderen. Waarschuwingslampje rem‐ Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir. men (rood) &...
  • Pagina 552 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 549 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen. Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Het gele ABS-waarschuwingslampje brandt als de motor draait. Het ABS vertoont een storing. Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, vertoont de EBD een storing.
  • Pagina 553 550 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje ÷ ® Het gele ESP -waarschuwingslampje knippert tijdens het rijden. Het ESP ® grijpt in ( pagina 194). → De rijstijl aan de weersomstandigheden en de toestand van het wegdek aanpassen. Waarschuwingslampje ®...
  • Pagina 554 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 551 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje å ® Het gele waarschuwingslampje ESP OFF brandt als de motor draait. Het ESP ® is uitgeschakeld. & WAARSCHUWING Slipgevaar tijdens het rijden met uitgeschakeld ESP Waarschuwingslampje ®...
  • Pagina 555 552 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode controlelampje elektrische parkeerrem knippert of brandt. Het gele controlelampje brandt bovendien bij een storing van de elektrische parkeerrem. De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen. Rood controlelampje elek‐...
  • Pagina 556 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 553 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje veiligheidssysteem brandt als de motor draait. Het veiligheidssysteem vertoont een storing ( pagina 30). → & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door storingen in de werking van het veiligheidssysteem Waarschuwingslampje vei‐...
  • Pagina 557 554 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Veiligheidsgordel Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje veiligheidsgordel brandt na het starten van de motor. Bovendien kan een waarschuwingssignaal klinken. Het waarschuwingslampje veiligheidsgordels herinnert bestuurder en passagier eraan de gordel om te gespen. Waarschuwingslampje vei‐...
  • Pagina 558 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 555 Rijsystemen Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje à Het gele waarschuwingslampje AIR BODY CONTROL brandt. Het gele waarschuwingslampje DYNAMIC BODY CONTROL brandt. Er is een storing van de AIR BODY CONTROL aanwezig. Waarschuwingslampje Er is een storing van de DYNAMIC BODY CONTROL aanwezig.
  • Pagina 559 556 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Auto Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje aanhangwagenvoorziening brandt. De aanhangwagenvoorziening is niet klaar voor gebruik of zwenkt. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door niet vergrendelde kogelkop Waarschuwingslampje trek‐ haak Als de kogelkop niet vergrendeld is, kan de aanhangwagen losraken.
  • Pagina 560 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 557 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Ð Het rode waarschuwingslampje stuurbekrachtiging brandt terwijl de motor draait. De stuurbekrachtiging of de stuurinrichting zelf vertoont een storing. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperkte bestuurbaarheid Waarschuwingslampje stuurbekrachtiging Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functioneert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.
  • Pagina 561 558 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Motor Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje motordiagnose brandt als de motor draait. Er is een storing van de motor, het uitlaatsysteem of het brandstofsysteem aanwezig. De emmisiegrenswaarden kunnen daardoor worden overschreden en de motor draait zo nodig in het noodprogramma. Waarschuwingslampje De auto zo snel mogelijk laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 562 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 559 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje koelvloeistof brandt terwijl de motor draait. Mogelijke oorzaken: Temperatuursensor vertoont een storing Waarschuwingslampje koel‐ Koelvloeistofniveau te laag vloeistof Luchttoevoer naar de radiateur geblokkeerd Ventilator van de radiateur defect Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, heeft de koelvloeistof een temperatuur van 120 °C overschreden.
  • Pagina 563 560 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje De auto verlaten en uit in de omgeving van de auto blijven, tot de motor is afgekoeld. Het koelvloeistofniveau controleren ( pagina 408). → De luchttoevoer naar de radiateur mag niet worden belemmerd; dit controleren. Tot de volgende gekwalificeerde werkplaats verder rijden zonder hoge motorbelasting.
  • Pagina 564 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 561 Banden Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje bandenspanningscontrole (drukverlies/storing) brandt. De bandenspanningscontrole heeft bandenspanningsverlies bij ten minste één band geconstateerd. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning Waarschuwingslampje ban‐...
  • Pagina 565 562 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje bandenspanningscontrole (drukverlies/storing) knippert circa één minuut lang en brandt dan permanent. De bandenspanningscontrole vertoont een storing. Waarschuwingslampje ban‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van de bandenspanningscontrole denspanningscontrole knip‐...
  • Pagina 566 Trefwoordenregister 563 Aanhangwagenvoorziening opladen (Remote Online) ..... 165 1, 2, 3 ... Aanhangwagengewicht ......484 Sleutel ........... 77 12‑V‑accu ..........437 Aanwijzingen ........251 Accu (auto) Vervangen ........... 437 Achteroverbouw ........484 Aanwijzing ........... 432 12V-aansluiting Algemene aanwijzingen ....... 483 Aanwijzingen ........
  • Pagina 567 564 Trefwoordenregister Achteruitversnelling Actieve bochtenverlichting ..... 136 Actieve snelheidslimietassistent ... 213 Inschakelen .......... 175 Displayweergave ........213 Actieve dodehoekassistent ....245 Functie ..........213 Achterzitplaats Functie ..........245 Zie Stoel Actieve spoorassistent ......248 In- en uitschakelen ....... 247 Remingreep ......... 246 Functie ..........
  • Pagina 568 Trefwoordenregister 565 Adaptieve functies ACTIVE MULTI‐ Additieven (brandstof) Beschermingspotentieel beperkt ... 40 BEAM LED's Zie Brandstof Controlelampje PASSENGER AIR BAG ... 42 Zie Intelligent Light System Frontairbag ..........38 Additieven (motorolie) Headbag ..........38 Adaptieve grootlichtassistent Plus Zie Additieven Inbouwplaatsen ........38 Functie ..........
  • Pagina 569 566 Trefwoordenregister Alarmsysteem Asbak Informatie ..........376 Zie EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie) Achterin ..........128 Mediafunctie inschakelen ....377 Middenconsole voorin ......127 Mediazoeken ........383 Alertheidsassistent Overzicht ..........379 Asbelasting Zie ATTENTION ASSIST Sd-kaart aanbrengen en verwijderen ... 377 Rijden met een aanhangwagen .... 485 Alternatieve route Titel selecteren ........
  • Pagina 570 Trefwoordenregister 567 Auto Omhoogkantelen ......... 461 DYNAMIC SELECT-schakelaar ....172 Ontgrendelen (digitale voertuigsleu‐ Zie Ver-/ontgrendeling Kickdown ..........177 tel-sticker) ..........81 Neutraalstand inschakelen ....175 Auto wassen Ontgrendelen (KEYLESS-GO) ....82 Parkeerstand inschakelen ....175 Zie Verzorging Ontgrendelen (mobiele telefoon) ... 81 Rijprogramma's ........
  • Pagina 571 568 Trefwoordenregister Bandenpech ........426 Wieldoppen vervangen ......461 Opnieuw starten ........451 Bandenspanning (aanwijzingen) ..448 Technische gegevens ......452 Bandenpech ..........426 Bandenspanning controleren (ban‐ Bandenspanningstabel ......449 Aanwijzingen ........426 denspanningscontrole) ......451 MOExtended-banden ......427 Bandenspanningswaarschuwingssys‐ Bandenspanningscontrole (werking) ...
  • Pagina 572 Trefwoordenregister 569 Bekerhouder middenconsole Additieven (brandstof) ......475 Opslaan (actuele positie van de auto) Brandstof (benzine) ......474 Aanbrengen en verwijderen (automa‐ ............. 329 Brandstof (dieselbrandstof) ....476 tische transmissie) ......126 Tussenbestemmingen bewerken ..318 Koelvloeistof (motor) ......480 Beladen ............
  • Pagina 573 570 Trefwoordenregister Buitenlandse reis Informatie ..........385 Boordgereedschap ........428 Inschakelen ......... 387 Symmetrisch dimlicht ......133 Sleepoog ..........442 Muziekspeler selecteren ...... 388 TIREFIT-set .......... 428 Buitenspiegels ......... 145, 146 Overzicht ..........386 Bouwserie ..........471 Automatisch inklappen van de bui‐ Titel zoeken .........
  • Pagina 574 Trefwoordenregister 571 Combischakelaar Probleem ..........100 Informatie ..........350 Sluiten (cabriokapschakelaar) ....93 Zie Knipperlichten Naamformaat ........351 Sluiten met de sleutel ......91 Oproepen ..........351 Comfortopening ......... 91 Verzorging ..........416 Opslaan ..........352 Comfortsluiting .......... 91 Opties ..........352 Cabriokapschakelaar ........
  • Pagina 575 572 Trefwoordenregister Dashboard Dieren Parkeerstand automatisch inschake‐ Zie Cockpit Huisdieren in de auto ......74 len ............175 Parkeerstand inschakelen ....175 Dashboardkastje Dieselbrandstof Rijstand inschakelen ......176 Luchtuitstroomopening ....... 159 Aanwijzingen ........476 Ver- en ontgrendelen ......122 Lage buitentemperaturen ..... 476 Display Verzorging ...........
  • Pagina 576 Trefwoordenregister 573 ¯ ............ 511 Actieve motorkap Storing zie handlei‐ Adaptieve grootlichtassistent plus #12V-accu Zie handleiding ..... 514 ding ............. 539 Camerazicht gereduceerd zie hand‐ Actieve parkeerassistent en PARK‐ leiding ..........545 12V-accu Zie handleiding .... 541 TRONIC functioneren niet Zie hand‐ Adaptieve grootlichtassistent Plus Achteruit rijden niet mogelijk Werk‐...
  • Pagina 577 574 Trefwoordenregister ÀAttention Assist: pauze! ....504 ÂBatterij sleutel vervangen .... 529 Dodehoekassistent met aanhangwa‐ gen niet beschikbaar zie handleiding ... 508 ÉAuto komt omhoog Een ogen‐ jBediening alleen in transmissie‐ blik geduld a.u.b........505 stand N ..........535 Dodehoekassistent nu niet beschik‐...
  • Pagina 578 Trefwoordenregister 575 ¢ komt omlaag ......504 !nu niet beschikbaar zie handlei‐ Schakelstand P alleen bij stilstaand Langzamer rijden ......... 506 ding ............. 488 voertuig ..........533 hLet op: band defect ..... 526 ÷nu niet beschikbaar Zie handlei‐ ÂSleutel in aangegeven berg‐ ding .............
  • Pagina 579 576 Trefwoordenregister ÐStoring besturing Meer kracht Verkeerstekenassistent nu niet Voorpass.-airbag uitgeschakeld zie beschikbaar zie handleiding ....509 handleiding .......... 502 vereist Zie handleiding ......538 ÐStoring besturing Voorzichtig Verkeerstekensassistent Camera‐ Wegrolgevaar Portier open en trans‐ zicht gereduceerd zie handleiding ..509 missie niet in P ........
  • Pagina 580 Trefwoordenregister 577 Werking en aanwijzingen ..... 129 Werking ..........168 Handmatig bedienen of vrijzetten ..191 Noodremming uitvoeren ...... 191 Drive Away Assist ........240 ECO-aanduiding Functie ..........170 Elektrische zekeringen DYNAMIC SELECT ........172 Terugzetten ......... 266 Zie Zekeringen Aanduiding rijprogramma ....
  • Pagina 581 578 Trefwoordenregister Fietsdrager ® Problemen verhelpen ......187 Rijden met een aanhangwagen .... 256 Toetsen programmeren ....... 185 Aanhangwagenstabilisatie ....198 Wisselcode-synchronisatie uitvoeren ... 186 Zijwindassistent ........198 FIN ............. 471 Zendvergunningen ....... 188 Stoel ............ 471 ® (elektronisch stabiliteitspro‐ Garantie .............
  • Pagina 582 Trefwoordenregister 579 Gordelaanpassing Head-up-display — Geheugen oproe‐ Binnenkomend gesprek tijdens een pen ............119 gesprek ..........350 Functie ..........37 Head-up-display — Instellingen Functies tijdens gesprek activeren ..349 In- en uitschakelen ........ 37 opslaan ..........119 Gesprek beëindigen ......349 Gordelaanreiker .........
  • Pagina 583 580 Trefwoordenregister HD-programma Werking en aanwijzingen ..... 222 Functies ..........355 Zie CI+-module (TV) Functies selecteren ......356 Hoofdruimteverwarming (AIRSCARF) ..114 Oproepen ..........355 Head-up-display ........270 Hoofdsteun ..........108 To-do als uitgevoerd markeren .... 356 Functie ..........271 achterste (uitnemen en aanbrengen) ...
  • Pagina 584 Zender selecteren en verbinden ..375 ® In- en uitschakelen ......103 iPhone Zender wissen ........375 Zie Apple CarPlay™ Interieurhemel (verzorging) ....421 Internetverbinding Zie Mercedes-Benz Link Interieurverlichting ......... 140 Beperkingen ........368 ISOFIX-kinderzitjesbevestiging Instellen ..........140 Monteren ..........62 Sfeerverlichting ........140...
  • Pagina 585 582 Trefwoordenregister ISOFIX-kinderzitjesverankering Volgende dwarsstraat aangeven ..336 Gevaren in de auto vermijden ....49 Geschikte zitplaatsen voor de beves‐ Weersinformatie weergeven ....340 Kinderzitje tiging ............. 58 Kaart en kompas Aanbevelingen voor kinderzitjesbe‐ Overzicht ..........334 vestigingssystemen ....... 52 Aanwijzingen met betrekking tot risi‐...
  • Pagina 586 Trefwoordenregister 583 Klankinstellingen ........400 Flacon aanbrengen/verwijderen Knipperlichten ......... 135 Automatische volumeaanpassing ..400 (parfumeringssysteem) ......153 In- en uitschakelen ......135 Balans/fader instellen ......400 In- en uitschakelen ......150 Knipperlichten Instellingen voor de luchtverdeling ..151 Geluidsmenu oproepen ....... 400 Zie Combischakelaar Ionisering ..........
  • Pagina 587 584 Trefwoordenregister Kunststof bekleding (verzorging) ... 421 Limiter ............205 Gesproken navigatie-opdrachten ..278 Gesproken omschakelopdrachten ..276 Functie ..........205 Inschakelen ......... 206 Gesproken opdrachten voor tv .... 281 Gesproken radio-opdrachten ....281 Passief ..........205 Laatste bestemmingen Permanente instelling ......208 Gesproken sms-commando's ....
  • Pagina 588 Matte lak (reinigingsaanwijzingen) ..413 Assistentieweergave ......264 Oproepen ..........372 Maximumsnelheid Head-up-display ........270 via spraakbediening bedienen ..... 372 Zie Limiter Media ..........269 Mercedes-Benz Link ......356, 357 Navigatie ..........267 Media Gebruiken ..........357 Overzicht ..........261 Menu (boordcomputer) ....... 269...
  • Pagina 589 ..........357 Vrijgave voor internetverbinding Starten (mobiele telefoon) ....163 opheffen ..........371 Starten (noodprogramma) ....164 Mercedes-Benz noodoproepsysteem ..365 starten (Remote Online) ...... 165 Mobiele telefoon Automatische noodoproep ....365 Starten (start-stoptoets) ...... 162 Handmatige noodoproep ..... 366 Zie Android Auto Starthulp ..........
  • Pagina 590 Trefwoordenregister 587 Multimediasysteem Oliepeil met de boordcomputer con‐ Near Field Communication (NFC) ..347 troleren ..........406 Zie Favorieten Auto ontgrendelen (digitale voertuig‐ Oliepeil met oliepeilstaaf controleren Zie Touchpad sleutel-sticker) ........81 ............. 406 Auto ontgrendelen (mobiele telefoon) ..81 Auto starten (digitale voertuigsleutel- Multifunctioneel display (boordcom‐...
  • Pagina 591 Onboard-diagnose-interface Portier ..........121 Veiligheidsvest ........424 Zie Diagnose-interface Opbergvakken Noodoproepsysteem Onderhoud Zie Beladen Zie Mercedes-Benz noodoproepsysteem Zie ASSYST PLUS Zie Opbergvak Noodprogramma Onderstel Open Source software ......29 Auto starten ........164 Voertuighoogte instellen Opening van het kofferdeksel met de Noodremming ..........
  • Pagina 592 Trefwoordenregister 589 Parkeerrem Pech Originele onderdelen ........ 20 Zie Elektrische parkeerrem Zie Bandenpech Overgebrachte autogegevens Parkeerstand Personalisering Android Auto ........361 Automatisch inschakelen ..... 175 Zie Gebruikersprofiel Apple CarPlay™ ........361 Inschakelen .......... 175 Pinbeveiliging Parkeren In- en uitschakelen ......306 Zie Elektrische parkeerrem Paniekalarm ..........
  • Pagina 593 590 Trefwoordenregister ® Zendergeheugen bewerken ....390 PRE-SAFE PLUS (preventieve inzit‐ Zenderlijst oproepen ......390 tendenbescherming Plus) ......47 Radarsensoren ......... 193 Zenders wissen ........390 Functie ..........47 Radio Maatregelen ongedaan maken ....47 Radiografische onderdelen van de Direct frequentie-invoer ...... 390 auto Preventief inzittendenbeschermings‐...
  • Pagina 594 Trefwoordenregister 591 Remvloeistof Rijlicht ABS (antiblokkeersysteem) ....193 Aanwijzingen ........480 Zie Automatisch rijlicht Active Brake Assist System ....199 Reserve Rijprogramma's Adaptief remlicht ......... 204 Brandstof ..........477 Zie DYNAMIC SELECT BAS (Brake Assist System) ....194 Reservewiel Rijstand Beperkte remwerking (met zout Zie Noodwiel Inschakelen ..........
  • Pagina 595 592 Trefwoordenregister Rijtips Route ..........320, 323 Tussenbestemming bereikt ....326 Algemene rijtips ........166 Van een Offroad-positie ....... 328 Alternatieve route selecteren ....323 Buitenlandse reis (omschakeling Automatisch naar een wegrestaurant Routegebaseerde snelheidsaanpas‐ licht) ............ 133 zoeken starten ........324 sing ............
  • Pagina 596 Slechtweerverlichting ......137 Smartphone Schakelen ..........176 Sleepmethoden ........438 Zie Android Auto Handmatig ........... 176 Sleepoog Zie Apple CarPlay™ Schakeladvies ........177 Aanbrengen ......... 443 Zie Mercedes-Benz Link Schakelpaddles Opbergplaats ........442 Zie Telefoon Zie Stuurwielschakelpaddles Slepen ............439...
  • Pagina 597 594 Trefwoordenregister Smeermiddeladditieven Snelheidsbegrenzing winterbanden Spoorassistent Zie Additieven Instellen ..........209 Zie Actieve spoorassistent Sms ............353 Snelheidslimietassistent Spraakdialoogsysteem Aanwijzingen ........353 Instellen ..........214 Zie LINGUATRONIC Afzender opbellen ....... 355 Snelheidsmeter Spraakgestuurd bedieningssysteem Beantwoorden ........355 digitaal ..........265 Zie LINGUATRONIC Concepten ...........
  • Pagina 598 Trefwoordenregister 595 Start-stoptoets Storing Instellen (elektrisch) ......108 Auto afzetten ........184 instellen (mechanisch en elektrisch) Veiligheidssysteem ........ 31 Auto starten ........162 ............105, 107 Storingsmelding Spanningsvoorziening of contact Instellingen terugzetten ......111 Zie Displaymelding inschakelen .......... 161 Instelmogelijkheden ....... 14 Stroomverbruik Leuning (achter) naar voren klappen ...
  • Pagina 599 596 Trefwoordenregister Symbolen voor speciale bestemmin‐ Zie Software-actualisering Bandenspanningscontrole ....452 Zie Wi-Fi Bevestigingspunten (aanhangwagen‐ Selecteren ........... 336 voorziening) ......... 484 Inbouwmaten (aanhangwagenvoor‐ Synchroniseringsfunctie ziening) ..........484 In- en uitschakelen (bedieningseen‐ Taal Informatie ..........468 heid) ............. 151 Aanwijzingen ........304 Kogeldruk ..........
  • Pagina 600 Trefwoordenregister 597 Gesprek met meerdere deelnemers ..349 Van mobiele telefoon wisselen .... 346 Snelheid instellen ........ 206 Gespreks- en beltoonvolume ....348 Van mobiele telefoon wisselen (Near Snelheid oproepen ......206 Gesproken opdrachten (LINGUA‐ Field Communication (NFC)) ....347 Snelheid opslaan .........
  • Pagina 601 598 Trefwoordenregister Titels Zender en muziektitel selecteren ..291 Menu oproepen (CI+-module) ....400 Selecteren (audiofunctie) ....380 Ondertiteling instellen ......398 Tow-Bar-systeem ........258 Overzicht ..........394 Toegangsgegevens Transmissiestandaanduiding ....174 Overzicht teletekst ......398 Bewerkt ..........370 Tripcomputer Overzicht van de beeldinstellingen ..
  • Pagina 602 Trefwoordenregister 599 Typeplaatje Werking bij een ongeval ......31 ® Zie PRE-SAFE PLUS (preventieve Auto ............. 471 Zelfdiagnose .......... 31 inzittendenbescherming Plus) Motor ........... 471 Zie Veiligheidsgordel Veiligheidssystemen Zie Veiligheidssysteem Zie Rijveiligheidssysteem Veiligheidsgordel ......... 32, 37 Veiligheidsvest ........424 Uitlaateindpijpen (verzorging) ....418 Aanmaken ..........
  • Pagina 603 600 Trefwoordenregister Versnelling kiezen Verkeersinformatie ......... 330 Dimlicht ..........133 Dimlicht instellen ......... 139 Zie Schakelen Gevarenmeldingen aankondigen ..333 In- en uitschakelen ......391 Grootlicht ..........135 Vervoeren Intelligent Light System ....... 136 Live Traffic Information ......331 Auto ............. 441 Live Traffic Information abonnement Knipperlichten ........
  • Pagina 604 Trefwoordenregister 601 Videotekst Voertuigonderhoud Hoekwindscherm ......... 418 Hogedrukreiniger ......... 411 weergeven ........... 398 Zie ASSYST PLUS Interieurhemel ........421 Vlakkenverwarming Voertuigsleutel Kunststof bekleding ......421 Instellen ..........114 Zie Sleutel Lak ............413 Voertuigtypeplaatje Vloerbedekking (verzorging) ....421 Matte lak ..........413 EG-typegoedkeuringsnummer ....
  • Pagina 605 602 Trefwoordenregister Ruitenwisserbladen vervangen hWaarschuwingslampje banden‐ JWaarschuwingslampje remmen (MAGIC VISION CONTROL) ....143 spanningscontrole brandt ....561 (rood) ..........548 Voorruit hWaarschuwingslampje banden‐ ÐWaarschuwingslampje stuurbe‐ Zie Voorruit spanningscontrole knippert ....562 krachtiging .......... 557 Vrije software ..........29 8Waarschuwingslampje brand‐ jWaarschuwingslampje trekhaak stofreserve ..........
  • Pagina 606 Trefwoordenregister 603 Wegsleepbeveiliging Leestekens beheren ......374 Bandentemperatuur controleren Menu in- en uitschakelen ..... 372 Functie ..........101 (bandenspanningscontrole) ....451 Opties oproepen ........373 In- en uitschakelen ......102 controleren .......... 447 Overzicht ..........373 Geluidsontwikkeling ......447 Wi-Fi ............300 Stop .............
  • Pagina 607 604 Trefwoordenregister Winterbanden Zijruiten Verschuiven ......... 390 Permanente snelheidsbegrenzing Wissen ..........390 Zie Zijruiten instellen ..........209 Zoeken ..........390 Zijwindassistent Zender volgen Werking en aanwijzingen ..... 198 Instellen ..........391 Zitplaats achterin Zekeringen ..........443 Zendergeheugen Zie Stoel Aansluitschema ........443 Bewerkt ..........
  • Pagina 608 Impressum Internet Meer informatie over Mercedes-Benz-auto's en over Daimler AG vindt u op internet onder http://www.mercedes-benz.com http://www.daimler.com Redactie Bij vragen of suggesties ten aanzien van deze handleiding kunt u de Technische Redactie op het volgende adres bereiken: Daimler AG, HPC: CAC, Customer Service, 70546 Stuttgart, Duitsland ©...
  • Pagina 609 Digitaal als app De inhoud van de handleiding Hier vindt u alle informatie over U vindt de handleiding op uw De Mercedes-Benz Guides app is direct in het multimediasysteem de bediening, de serviceverlenin‐ Mercedes-Benz homepage. gratis beschikbaar in de gang‐...