In de volgende situaties wordt de vermoeidheids-
en opmerkzaamheidsanalyse van de ATTENTION
ASSIST gewist en bij verder rijden opnieuw
gestart:
Het aandrijfsysteem wordt uitgeschakeld.
R
U doet de veiligheidsgordel af en opent de
R
chauffeursdeur (bijvoorbeeld wisselen van
chauffeur of pauze).
ATTENTION ASSIST uit- of inschakelen
Met de toets : of 9
#
selecteren.
De toets a indrukken.
#
De actuele instelling wordt weergegeven.
Instelling wijzigen: Opnieuw de toets a
#
indrukken.
Met de toets : of 9 Uit,
#
Gevoelig
selecteren
De toets a indrukken.
#
Wanneer de ATTENTION ASSIST uitgescha‐
keld is, toont het multifunctioneel display in
de assistentieweergave het symbool À en
OFF.
U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
Standaard: Normale gevoeligheid van het sys‐
R
teem
Gevoelig: Verhoogde gevoeligheid van het
R
systeem. De chauffeur wordt eerder gewaar‐
schuwd en de door het systeem bepaalde
alertheidstoestand (attentieniveau) wordt
overeenkomstig aangepast.
Wanneer u de ATTENTION ASSIST uitschakelt,
wordt het systeem na het opnieuw starten van
het voertuig automatisch weer ingeschakeld. De
systeemgevoeligheid komt daarbij overeen met
de laatst geactiveerde selectie –
Gevoelig.
Verkeerstekenassistent
Functie van de verkeerstekenassistent
De verkeerstekenassistent ondersteunt u door
herkende snelheidslimieten en inhaalverboden
weer te geven in het combi-instrument.
Aangezien de verkeerstekenassistent ook
gebruikmaakt van de gegevens in het navigatie‐
systeem, kan de weergave in de volgende geval‐
len ook worden geactualiseerd zonder dat ver‐
keerstekens zijn herkend:
R
R
R
Attention Assist
Verkeerstekens met een beperking op een onder‐
bord (bijvoorbeeld bij regen) worden eveneens
door de camera herkend.
%
Standaard
of
Bij het passeren van een bord "einde snelheids‐
beperking" of "einde inhaalverbod" wordt het
einde-verbodsbord gedurende vijf seconden op
het multifunctioneel display weergegeven. Daarna
verschijnt de geldende verkeerslimiet in het
combi-instrument.
Als het systeem herkent dat u op een wegge‐
deelte tegen de voorgeschreven rijrichting rijdt,
wordt een waarschuwing gegeven. Deze functie is
niet in alle landen beschikbaar.
De verkeerstekenassistent is slechts een hulp‐
middel en kan snelheidsbeperkingen of inhaalver‐
boden niet altijd correct weergeven. De daadwer‐
Standaard
of
kelijk aanwezige verkeerstekens hebben altijd
voorrang op de melding van de verkeerstekenas‐
sistent.
Weergave in het combi-instrument
De weergave van de verkeerstekenassistent vindt
in het menu
computer (
Rijden en parkeren 171
Als een andere weg wordt ingeslagen, bijvoor‐
beeld bij een snelwegoprit of -afrit
Als een gemeentegrens wordt gepasseerd,
die in de digitale kaart is opgeslagen
Als het laatste door de camera herkende ver‐
keersteken niet wordt herhaald
Verkeerstekens worden alleen in de volgende
gevallen weergegeven met een beperking op
een onderbord:
De verkeerstekens moeten worden opge‐
R
volgd met de beperking.
Het systeem kan niet ondubbelzinnig
R
vaststellen of de beperking van toepas‐
sing is.
Assistentieweergave
pagina 179).
/
van de boord‐