138 Rijden en parkeren
Het rempedaal indrukken en de DIRECT
#
SELECT-keuzehendel tot de eerste weerstand
omhoog- of omlaagdrukken.
Op het multifunctioneel display toont de
transmissiestandaanduiding i.
Als u vervolgens het rempedaal loslaat kan het
voertuig vrij worden bewogen, bijvoorbeeld om te
worden weggeduwd of gesleept.
Als de transmissie ook bij uitgeschakeld con‐
tact in de neutraalstand i
volgende handelingen uitvoeren:
Het voertuig starten.
#
Het rempedaal indrukken en de neutraalstand
#
i inschakelen.
Het rempedaal loslaten.
#
Het contact uitschakelen.
#
%
Wanneer u het voertuig aansluitend verlaat
en de sleutel zich in het contact bevindt, blijft
de transmissie in de neutraalstand i.
Parkeerstand P inschakelen
De aanwijzingen met betrekking tot het afzet‐
#
ten van het voertuig in acht nemen
(
pagina 148).
/
Het rempedaal indrukken, tot de auto stil‐
#
staat.
Als het voertuig stilstaat de toets j indruk‐
#
ken.
De parkeerstand is pas ingeschakeld, als op
het multifunctioneel display de transmissies‐
tandaanduiding j verschijnt. Wanneer de
transmissiestandaanduiding j niet ver‐
schijnt, de auto tegen wegrollen beveiligen.
Als aan een van de volgende voorwaarden is vol‐
daan, wordt de parkeerstand j automatisch
ingeschakeld:
U verwijdert de sleutel.
R
U schakelt de ontsteking uit.
R
De chauffeursdeur wordt geopend als het
R
voertuig stilstaat of met zeer geringe snelheid
rijdt in de transmissiestand h of k.
%
Om met geopend bestuurdersportier te
manoeuvreren, opent u bij stilstand de chauf‐
feursdeur en schakelt u opnieuw de transmis‐
siestand h of k in.
%
Wanneer de parkeerstand j is ingeschakeld
of het aandrijfsysteem is afgezet en er geen
transmissiestandaanduiding wordt weergege‐
i moet blijven, de
ven, beveilig het voertuig dan tegen wegrol‐
len.
Rijstand D inschakelen
Het rempedaal indrukken en de DIRECT
#
SELECT-keuzehendel door de eerste weer‐
stand omlaagdrukken.
Op het multifunctioneel display toont de
transmissiestandaanduiding h.
Rijprogramma's
Werking van de DYNAMIC SELECT-schakelaar
Met de DYNAMIC SELECT-schakelaar wordt
gewisseld tussen de volgende rijprogramma's:
C (Sport): Sportief rijden
A (Comfort): Comfortabel en zuinig rijge‐
drag
; (Eco): Bijzonder zuinig rijgedrag
F (Offroad): Langzaam rijden met ver‐
hoogde voertuighoogte voor grotere
bodemvrijheid
%
Het rijprogramma F is alleen beschikbaar
bij voertuigen met AIRMATIC.
Het geselecteerde rijprogramma verschijnt op het
multifunctioneel display naast de transmissies‐
tandaanduiding. Na een start van het aandrijfsys‐
teem wisselt de transmissie automatisch naar het
rijprogramma A.
Eigenschappen van de rijprogramma's
Rijprogramma C:
maximaal vermogen beschikbaar
R
sportief en dynamisch rijgedrag
R
Rijprogramma A:
comfortabel rijgedrag
R
beste balans tussen efficiëntie en vermogen
R
voor alle rijsituaties
Rijprogramma ;:
efficiënt en zuinig rijgedrag
R
bijzonder efficiënte deceleratie en in hÃ
R
maximaal efficiënte recuperatie
beperkt vermogen van de klimaatregeling
R