Weergaven van de actieve afstandsassistent
DISTRONIC
Assistentieweergave
1
Voorligger, zodra herkend
2
Afstandsschaal
3
Ingestelde voorgeschreven afstand
4
Eigen voertuig
Informatie over het menu Assistentieweergave
vindt u onder "Assistentieweergave"
(
pagina 179).
/
%
Wanneer u de snelheid instelt, toont het mul‐
tifunctioneel display kort de assistentieweer‐
gave.
Meldingen in de snelheidsmeter
Wanneer u de actieve afstandsassistent
DISTRONIC inschakelt, gaan in de snelheidsme‐
terring één of twee schaalsegmenten in de omge‐
ving van de opgeslagen snelheid branden.
Wanneer de actieve afstandsassistent DISTRONIC
een voorligger herkent, gaan de schaalsegmenten
tussen de snelheid van de voorligger en de opge‐
slagen snelheid branden.
Informatie over de wegrijhulp voor op hellin‐
gen
De wegrijhulp voor op hellingen houdt het voer‐
tuig onder de volgende voorwaarden gedurende
korte tijd vast bij het wegrijden bergop:
De transmissie staat in de stand h of k.
R
Als de parkeerrem vrijgezet is.
R
Zo is er voldoende tijd om uw voet van het rem‐
pedaal op het gaspedaal te plaatsen en weg te rij‐
den zonder dat het voertuig terugrolt.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en gevaar voor letsel door wegrollen
van de auto
Na korte tijd houdt de wegrijhulp voor op hel‐
lingen de auto niet meer tegen.
De voet snel van het rem‑ op het gaspe‐
#
daal zetten. De auto niet verlaten als
deze met de wegrijhulp voor op hellin‐
gen wordt vastgehouden.
HOLD-functie
HOLD-functie
De HOLD-functie houdt het voertuig vast zonder
dat het rempedaal moet worden ingedrukt, bij‐
voorbeeld bij het wegrijden op een helling of bij
wachttijden in het verkeer. Als er om weg te rij‐
den gas wordt gegeven, wordt de remwerking
opgeheven en de HOLD-functie uitgeschakeld.
De HOLD-functie is slechts een hulpmiddel. De
verantwoordelijkheid voor het veilig stil blijven
staan van het voertuig ligt bij de bestuurder.
Systeemgrenzen
De HOLD-functie dient uitsluitend voor de onder‐
steuning tijdens het rijden en vormt geen vol‐
doende beveiliging van het stilstaand voertuig
tegen wegrollen.
De helling mag niet groter zijn dan 30%.
R
HOLD-functie in- en uitschakelen
Voorwaarden
Het aandrijfsysteem is gestart.
R
Alle deuren en de achterklep zijn gesloten en
R
de veiligheidsgordel is omgegespt.
Als de parkeerrem vrijgezet is.
R
De keuzehendel staat in de stand h, k of
R
i.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC is
R
gedeactiveerd.
Rijden en parkeren 161