Download Print deze pagina

Mercedes-Benz EQV 2020 Handleiding pagina 171

Advertenties

168 Rijden en parkeren
De transmissiestand j wordt ingeschakeld.
R
U opent een deur of de achterklep of u doet
R
de gordel af..
Systeemgrenzen
Voorwerpen die zich boven of onder het registra‐
tiegebied van de actieve parkeerassistent bevin‐
den, kunnen bij het opmeten van de parkeerplek
niet worden herkend. Daarom wordt hiermee ook
geen rekening gehouden bij het berekenen van de
parkeerprocedure. Dit geldt bijvoorbeeld voor uit‐
stekende lading, overhangen of laadplatforms van
vrachtwagens of begrenzingen van parkeerplek‐
ken. De actieve parkeerassistent stuurt daarom
mogelijk te vroeg de parkeerplek in.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door objecten boven of onder het her‐
kenningsgebied van de actieve parkeeras‐
sistent
Als zich objecten boven of onder het herken‐
ningsgebied bevinden, kunnen de volgende
situaties optreden:
De actieve parkeerassistent kan te vroeg
R
insturen.
De auto stopt niet voor deze objecten.
R
Daardoor kunt u een aanrijding veroorzaken.
De actieve parkeerassistent in deze situ‐
#
aties niet gebruiken.
Sneeuw of zware regenval kunnen ertoe leiden
dat de afmetingen van de parkeerplek niet nauw‐
keurig kunnen worden bepaald. Parkeerplekken
vóór geparkeerde aanhangwagens waarvan de
aanhangwagendissel over de rand van de par‐
keerplek steekt, worden mogelijkerwijs niet als
parkeerplek herkend of niet correct gemeten. De
actieve parkeerassistent alleen gebruiken op een
vlakke, stroeve ondergrond.
De actieve parkeerassistent in onder andere de
volgende situaties niet gebruiken:
Bij extreme weersomstandigheden, bijvoor‐
R
beeld ijs, sneeuw of bij zware regenval
In bochten
R
Bij parkeerplekken die niet op dezelfde
R
hoogte liggen als de weg, dus bijvoorbeeld
niet op de stoep
Bij het transport van ladingen die voorbij het
R
voertuig uitsteken
Als sneeuwkettingen zijn gemonteerd
R
De actieve parkeerassistent kan mogelijk ook
parkeerplekken weergeven die niet voor parkeren
geschikt zijn, bijvoorbeeld:
Parkeerplekken waar parkeren niet is toege‐
R
staan
Parkeerplekken op een ongeschikte onder‐
R
grond
De actieve parkeerassistent ondersteunt u in
onder andere de volgende situaties niet bij par‐
keerplekken dwars op de rijrichting:
Twee parkeerplek bevinden zich direct naast
R
elkaar.
De parkeerplek bevindt zich direct naast een
R
lage begrenzing, bijvoorbeeld naast een
stoeprand.
U parkeert vooruit in.
R
De actieve parkeerassistent ondersteunt u in
onder andere de volgende situaties niet bij par‐
keerplekken parallel aan of dwars op de rijrich‐
ting:
De parkeerplek bevindt zich op een stoep.
R
De parkeerplek lijkt geblokkeerd voor het sys‐
R
teem, bijvoorbeeld door bladeren of gras met
gaatstenen.
Het oppervlak dat het voertuig nodig heeft
R
om te manoeuvreren is te klein.
De parkeerplek wordt begrensd door een
R
obstakel, bijvoorbeeld een boom, paal of aan‐
hangwagen.
Met de actieve parkeerassistent inparkeren
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door onvoldoende beveiliging tegen
wegrollen bij het verlaten van het voer‐
tuig
Als het voertuig alleen door de actieve par‐
keerassistent wordt afgeremd wanneer u de
bestuurdersstoel verlaat, kan het in de vol‐
gende situaties wegrollen:
Wanneer er een storing optreedt in het
R
systeem of in de spanningsvoorziening.
Wanneer de elektronica in de motor‐
R
ruimte, de accu of de zekeringen worden
gemanipuleerd.
Wanneer de accukabels worden losge‐
R
maakt
Wanneer gas wordt gegeven, bijvoorbeeld
R
door een inzittende.

Advertenties

loading