128 Klimaatregeling
Klimaatregeling vooraf via de sleutel gebrui‐
ken
Klimaatregeling vooraf via sleutel instellen
Het klimaatmenu in het multimediasysteem
#
oproepen.
Klimaatregeling vooraf
#
Z selecteren.
#
Klimaatregeling vooraf via sleutel
#
Klimaatregeling vooraf via sleutel in- of uit‐
schakelen
Voorwaarden
De hoogspanningsaccu is voldoende opgela‐
R
den.
De functie is via het klimaatmenu in het multi‐
R
mediasysteem geactiveerd.
Inschakelen: Het voertuig ontgrendelen.
#
De klimaatregelingsfuncties worden bij het
voorverwarmen en bij het voorkoelen maxi‐
maal vijf minuten ingeschakeld.
Bij het voorkoelen worden de volgende func‐
ties naar behoefte ingeschakeld:
Automatische airconditioning
R
Aanjager
R
Stoelventilatie
R
Bij het voorverwarmen worden de volgende
functies naar behoefte ingeschakeld:
Automatische airconditioning
R
Aanjager
R
Stoelverwarming
R
Achterruitverwarming
R
De klimaatregeling vooraf via de sleutel kan niet
meer dan driemaal worden ingeschakeld als het
voertuig is geparkeerd.
Uitschakelen: De tuimelschakelaar &
#
omhoog- of omlaagdrukken.
De volgende functies blijven ook na het starten
van het voertuig ingeschakeld:
Stoelverwarming
R
Stoelventilatie
R
Klimaatregeling vooraf op de vertrektijd
gebruiken
Als het voertuig is aangesloten op een stroom‐
voorziening, heeft het opladen van de hoogspan‐
selecteren.
selecteren.
ningsaccu tot een vastgelegde minimale laadtoe‐
stand voorrang.
Onder de volgende voorwaarden kan de draaipe‐
riode van de klimaatregeling vooraf korter wor‐
den:
Het voertuig is niet op een stroomvoorziening
R
aangesloten.
De hoogspanningsaccu is niet volledig opgela‐
R
den.
Door de actieve klimaatregeling vooraf kan de
laadtoestand van de hoogspanningsaccu ook bij
een aangesloten laadkabelstekker teruglopen.
Het klimaatmenu in het multimediasysteem
#
oproepen.
Voorklimatisering
selecteren.
#
Eenmalige vertrektijd instellen
EENMALIG
selecteren.
#
Een vertrektijd instellen.
#
Actieve vertrektijd bewerken
Het stiftsymbool naast de weergegeven ver‐
#
trektijd selecteren.
Een vertrektijd instellen.
#
Zone selecteren
Z selecteren.
#
Alleen best.stoel
selecteren.
#
Wanneer de instelling
gedeactiveerd is, wordt de klimaatregeling
vooraf voor het gehele voertuig uitgevoerd.
Bovendien worden de stoelverwarming/stoel‐
ventilatie voor de chauffeurs- en bijrijders‐
stoel en de klimaatregeling achterin ingescha‐
keld.
De geselecteerde zone van de klimaatregeling
vooraf is ook van invloed op de klimaatrege‐
ling achterin na het starten van het voertuig.
Wanneer de instelling "
geactiveerd, is de klimaatregeling achterin na
het starten van het voertuig uitgeschakeld.
Wanneer de instelling is gedeactiveerd, blijft
de laatst gekozen instelling voor de klimaatre‐
geling achterin actief.
Alleen best.stoel
Alleen best.stoel
is