De armsteun tot de aanslag naar voren 3
#
klappen.
De armsteun langzaam in de gewenste stand
#
omhoogklappen.
Armsteun opklappen: De armsteun naar
#
behoefte meer dan 90° omhoogklappen in de
stand 1.
Zitplaatsen achterin en achterbank
Aanwijzingen met betrekking tot de zitplaat‐
sen achterin
Uw voertuig kan met de volgende stoelen en ban‐
ken achterin zijn uitgerust:
Zitplaats achterin
R
Achterbank
R
Zit-ligcombinatie
R
Zitbankverankering
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en letsel bij niet-vergrendelde stoel
Als een stoel niet vergrendeld is, kan deze tij‐
dens het rijden losraken.
Altijd controleren of alle stoelen zoals
#
beschreven vergrendeld zijn.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en letsel bij niet-vergrendelde achter‐
bank
Als de achterbank niet vergrendeld is, kan
deze tijdens het rijden loskomen.
Altijd ervoor zorgen dat de achterbank
#
zoals beschreven vergrendeld is.
Stoelrailsysteem met snelvergrendeling (voor‐
beeld)
Stoelen en opbergen
De geleiderails
1
van het stoelrailsysteem kun‐
nen voor de volgende doeleinden worden
gebruikt:
Voor het verankeren van een of twee rijen zit‐
R
plaatsen achterin
Voor het verankeren van de beide naar elkaar
R
gerichte rijen zitplaatsen achterin
Voor het verankeren van zitplaatsen achterin
R
en achterbanken
Voor het verschuiven van zitplaatsen achterin
R
en achterbanken
%
Bij het uitbouwen van de achterbank of een
stoel kan de stoelslede in een geleiderail ver‐
schuiven. De stoelsledes liggen dan niet
meer parallel aan elkaar in de geleiderails. In
dit geval kunt u de betreffende zitplaats niet
meer inbouwen. Het verschuiven van de
stoelsledes is zonder gevaar voor een
beschadiging alleen met een gereedschap of
bij een gekwalificeerde werkplaats mogelijk.
Het gereedschap is als Mercedes-Benz
accessoire verkrijgbaar of als bestanddeel
van een zit-ligcombinatie.
Stoelen
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door onjuiste montage van de achterban‐
ken
De geïntegreerde veiligheidssystemen in de
achterbanken kunnen niet meer zoals bedoeld
beschermen.
De achterbanken alleen op de beschre‐
#
ven manier aanbrengen.
Alleen de voor het voertuig goedge‐
#
keurde achterbanken gebruiken.
Afhankelijk van het soort stoelverankering in de
voertuigbodem kunnen de volgende stoelen wor‐
den aangebracht:
Achterbanken met twee of drie zitplaatsen
R
Afzonderlijke zitplaatsen achterin
R
Zit-ligcombinatie met drie zitplaatsen
R
Afhankelijk van de uitrusting van het voertuig
kunnen de achterbanken en de zitplaatsen ach‐
terin in de eerste en/of in de tweede rij zitplaat‐
sen achterin worden aangebracht.
De getoonde stoelen zijn alleen dan toegestaan,
als aan de volgende voorwaarden voor veilig zit‐
ten achter wordt voldaan. Andere stoelen zijn niet
81