Advertenties
176 Instrumentenpaneel en boordcomputer
De weergave beschikbaar vermogen
twee gebieden:
In het gedeelte onder g wordt het terugge‐
R
wonnen vermogen van het voertuig tijdens de
recuperatie weergegeven.
In het gedeelte boven g wordt het actuele
R
vermogen weergegeven, dat het aandrijfsys‐
teem aan de wielen afgeeft.
Als de wijzer van de weergave beschikbaar ver‐
mogen in de stand OFF staat, is het voertuig niet
rijklaar.
In de volgende situaties is het voertuig niet rij‐
klaar:
Het aandrijfsysteem is nog niet gestart.
R
Er is een laadkabel op de voertuigstekkerdoos
R
aangesloten.
Er is niet voldoende vermogen uit de hoog‐
R
spanningsaccu beschikbaar.
Er is een storing aanwezig in het hoogspan‐
R
ningsboordnet.
Als het voertuig rijklaar is, verandert de wijzer
naar de stand g en de melding õ wordt op
het multifunctioneel display weergegeven.
In bepaalde bedrijfsomstandigheden is de rem‐
werking van de elektromotor door recuperatie
slechts gereduceerd of helemaal niet beschik‐
baar:
Bij een toenemende laadtoestand van de
R
hoogspanningsaccu.
De hoogspanningsaccu is nog niet op
R
bedrijfstemperatuur.
De rijsnelheid is nagenoeg nul.
R
De transmissie staat in de stand i.
R
Tijdens of na een regelingreep van het ESP
R
Als u niet zelf remt, kan de remwerking onvol‐
doende zijn. Indien noodzakelijk de verminderde
recuperatieremwerking door remmen compense‐
ren.
De aanwijzingen met betrekking tot het elektrisch
rijden (
pagina 130) en tot de recuperatie
/
(
pagina 131) in acht nemen.
/
1
heeft
Overzicht en bediening boordcomputer
& WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding
Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐
greerde informatiesystemen en communica‐
tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐
keerssituatie worden afgeleid. Bovendien kunt
u de controle over de auto verliezen.
#
#
Bij het bedienen van de boordcomputer de wette‐
lijke bepalingen in acht nemen van het land
waarin u zich bevindt.
1
Display
2
Rechter schakelaarpaneel
3
Linker schakelaarpaneel
Wanneer u de spanningsvoorziening inschakelt,
wordt de boordcomputer geactiveerd.
De displaymeldingen en de instellingen in de
boordcomputer regelt u met de stuurwieltoetsen
®
.
van het linker
neel 2.
door informatiesystemen en communica‐
tieapparatuur
Deze apparatuur alleen bedienen als de
verkeerssituatie dit toelaat.
Als dit niet kan worden gewaarborgd, op
een veilige plek stoppen en de invoering
als de auto stilstaat uitvoeren.
3
en het rechter bedieningspa‐
Advertenties
