Download Print deze pagina

Mercedes-Benz EQV 2020 Handleiding pagina 38

Advertenties

Wanneer de bijrijdersstoel bezet is, vindt na de
zelfdiagnose van de automatische uitschakeling
van de bijrijdersairbag de classificatie van de per‐
soon of het kinderzitjesbevestigingssysteem op
de bijrijdersstoel plaats. Het controlelampje PAS‐
SENGER AIR BAG OFF toont de status van de bij‐
rijdersairbag.
Altijd de aanwijzingen met betrekking tot de wer‐
king van het controlelampje PASSENGER AIR BAG
OFF in acht nemen (
/
Functie van de PASSENGER AIR BAG controle‐
lampjes
Het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON
functioneert niet. Bij het inschakelen van het con‐
tact brandt het kort en dooft dan weer. Alleen het
controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF toont
de status van de bijrijdersairbag. Het controle‐
lampje PASSENGER AIR BAG OFF kan continu
branden of gedoofd zijn.
Voertuigen zonder automatische uitschakeling
van de bijrijdersairbag hebben aan bijrijderszijde
een speciale sticker op de cockpit
(
pagina 48).
/
Zelfdiagnose van de automatische uitschake‐
ling van de bijrijdersairbag
Bij ingeschakeld contact brandt het controle‐
lampje PASSENGER AIR BAG OFF tijdens de zelf‐
diagnose gedurende circa zes seconden.
Na de zelfdiagnose wordt de status van de bijrij‐
dersairbag weergegeven:
PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd: De bij‐
R
rijdersairbag kan tijdens een ongeval worden
geactiveerd.
PASSENGER AIR BAG OFF brandt continu: De
R
bijrijdersairbag is uitgeschakeld. Hij wordt bij
een ongeval niet geactiveerd.
pagina 35).
Veiligheid voor inzittenden
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
en het waarschuwingslampje veiligheidssysteem
6 tegelijkertijd branden, mag niemand de bij‐
rijdersstoel gebruiken. In dit geval ook geen kin‐
derzitjesbevestigingssysteem op de bijrijdersstoel
monteren. De automatische uitschakeling van de
bijrijdersairbag direct bij een gekwalificeerde
werkplaats laten controleren en repareren.
Statusindicatie
Bij een bezette bijrijdersstoel voor en ook tijdens
het rijden en afhankelijk van de situatie de cor‐
recte status van de bijrijdersairbag controleren.
Na de montage van een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op
de bijrijdersstoel: PASSENGER airbag OFF moet
continu branden.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door gebruik van een naar
achteren gericht kinderzitjesbevestigings‐
systeem bij ingeschakelde passagiersair‐
bag
Als een kind in een naar achteren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem op de passa‐
giersstoel wordt beveiligd en het controle‐
lampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd,
kan de passagiersairbag bij een ongeval wor‐
den geactiveerd.
Het kind kan door de airbag worden getrof‐
fen.
De passagiersairbag moet uitgeschakeld zijn;
dit controleren. Het controlelampje PASSEN‐
GER AIR BAG OFF moet branden.
NOOIT een naar achteren gericht kinderbevei‐
ligingssysteem op een stoel met INGESCHA‐
KELDE FRONTAIRBAG gebruiken, want dat
kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE
VERWONDINGEN tot gevolg hebben.
Bij de montage van een kinderzitjesbevestigings‐
systeem op de bijrijdersstoel de voertuigspeci‐
fieke aanwijzingen in acht nemen
(
pagina 49).
/
Afhankelijk van het kinderzitjesbevestigingssys‐
teem en het postuur van het kind kan het contro‐
lelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd zijn.
In dit geval mag het naar achteren gerichte kin‐
derzitjesbevestigingssysteem niet op de bijrij‐
dersstoel worden gemonteerd.
In plaats daarvan het naar achteren gerichte kin‐
derzitjesbevestigingssysteem op een geschikte
zitplaats achterin aanbrengen.
35

Advertenties

loading