Pagina 1 Dit betreft ook veiligheidsrele- vante systemen en functies. Neem alstublieft contact op met uw geautori- seerde Mercedes-Benz-dealer om een gedrukte handleiding voor andere modellen en modeljaren te ontvangen. De online-handleiding is altijd de meest actuele versie. Er kon geen rekening wor-...
Pagina 2 Mercedes-AMG GT Roadster Handleiding Mercedes-Benz...
Pagina 3 Het hoofdstuk "Kinderen in de auto" in acht Waarschuwing passagiersairbag nemen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar bij ingeschakelde passa‐ giersairbag Als de passagiersairbag is ingeschakeld, kan een kind op de passagiersstoel bij een onge‐ val door de passagiersairbag worden geraakt. NOOIT een naar achteren gericht kinderbe‐...
Pagina 4 Mercedes-Benz behoudt zich daarom het recht Welkom in de wereld van Mercedes-Benz voor de volgende punten te wijzigen: Voor de eerste rit dient u zich aan de hand van vorm deze handleiding vertrouwd te maken met de auto. Voor uw eigen veiligheid en voor een lan‐...
Pagina 5 Ruitenwissers en ruitensproeierinstalla‐ Openen en sluiten ........58 Terugname van de oude auto ......19 tie ............... 106 Sleutel ............58 Mercedes-Benz originele onderdelen .... 20 Spiegels ............107 Portieren ............62 Handleiding ........... 21 Zonnekleppen bedienen ......110 Bagageruimte ..........66 Bedrijfsveiligheid ...........
Pagina 6 Inhoudsopgave Systeeminstellingen ........193 Rijden en parkeren ........116 Banden en velgen ........295 AMG TRACK PACE ........203 Rijden ............116 Aanwijzingen met betrekking tot geluids‐ Telefoon ............207 DYNAMIC SELECT-schakelaar ..... 122 ontwikkeling of ongewoon rijgedrag ... 295 Online- en internetfuncties ......
Pagina 7 Inhoudsopgave Trefwoordenregister ........ 384...
Pagina 8 Symbolen In deze handleiding vindt u de volgende symbo‐ Geeft een oorzaak aan * AANWIJZING Materiële schade door het len: niet in acht nemen van aanwijzingen m.b.t. materiële schade & GEVAAR Gevaar door het niet in acht Aanwijzingen m.b.t. materiële schade wijzen nemen van waarschuwingsaanwijzingen op risico's die tot schade aan de auto kunnen Waarschuwingsaanwijzingen wijzen op geva‐...
Pagina 9 In één oogopslag – Cockpit Linkse besturing...
Pagina 10 In één oogopslag – Cockpit → → Stuurwielschakelpaddles ECO start-stopsysteem → → Combischakelaar Achterspoiler instellen → → Start-stoptoets AMG Performance-uitlaatsysteem → → Display van het multimediasysteem AMG E‑SELECT keuzehendel → → Stoelverwarming in- en uitschakelen ® in- en uitschakelen → →...
Pagina 11 In één oogopslag – Cockpit → → Actieve afstandsassistent DISTRONIC bedie‐ Kofferdeksel openen → Elektrische parkeerrem → Diagnose-interface → Verlichtingsschakelaar → Motorkap openen...
Pagina 13 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes Instrumentendisplay...
Pagina 14 In één oogopslag – Waarschuwings- en controlelampjes → → Snelheidsmeter ! Elektrische parkeerrem (geel) → → #! Knipperlichten ! Elektrische parkeerrem gesloten (rood) → → Multifunctioneel display 6 Veiligheidssysteem → → R Mistachterlicht J Remmen (rood) → → K Grootlicht 8 Brandstofreserve met aanduiding tank‐...
Pagina 15 In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole...
Pagina 16 In één oogopslag – Bedieningspaneel dakconsole → → Zonnekleppen SOS-noodoproepsysteem (Mercedes-Benz noodoproepsysteem) → | Automatische verlichtingsregeling in- en → uitschakelen Cabriokap openen en sluiten → → Interieurbeveiliging uitschakelen 80 81 p Rechter leeslampje in- en uitschakelen → → Wegsleepbeveiliging uitschakelen...
Pagina 17 In één oogopslag – Portierbedieningseenheid en stoelinstellingen...
Pagina 18 In één oogopslag – Portierbedieningseenheid en stoelinstellingen → → Portier openen Geheugenfunctie bedienen → → Stoellengterichting instellen & % Auto ver- en ontgrendelen → → Buitenspiegels bedienen Zittinghoek instellen → → W Rechter zijruit openen en sluiten Zithoogte instellen → →...
Pagina 19 In één oogopslag – In geval van nood en pech...
Pagina 20 In één oogopslag – In geval van nood en pech → → QR-codes voor het bepalen van de reddings‐ Tankdopklep met aanwijzingsplaatjes voor kaart bandenspanning, brandstofsoort en QR-codes voor het bepalen van de reddingskaart → Veiligheidsvesten → Alarmknipperlichtinstallatie → Toetsen voor SOS-noodoproepsysteem en →...
Pagina 21 Sommige hoofdstukken in de digitale handlei‐ soonlijk opgeslagen favorieten. ding, zoals de waarschuwingsaanwijzingen, kun‐ nen door middel van markeren en drukken zicht‐ baar worden gemaakt. De handleiding vindt u eveneens in de Mercedes-Benz Guides app in de gangbare App Stores.
Pagina 22 Terugname van de oude auto uitvoeren bij een gekwalificeerde werk‐ Alleen voor EU-landen: MILIEU-AANWIJZING Milieuschade door plaats. Mercedes-Benz neemt uw oude auto weer terug bedrijfsomstandigheden en persoonlijke om deze overeenkomstig de richtlijn autowrak‐ Uw persoonlijke rijstijl: rijstijl ken van de Europese Unie (EU) milieuvriendelijk Tijdens het starten geen gas geven.
Pagina 23 Gerecyclede ruilaggregaten en -onder‐ een keuringsinstantie of officiële instantie aan‐ Geen reparaties of laswerkzaamheden delen van Daimler AG gebruiken. wezig is, neemt Mercedes-Benz geen verant‐ uitvoeren. woordelijkheid voor het gebruik in Mercedes- Het naderhand aanbrengen van acces‐ Benz-auto's.
Pagina 24 Met bewaard worden. name kunnen ook veiligheidsrelevante syste‐ Bij het bestellen van Mercedes-Benz originele men getroffen zijn. onderdelen altijd het voertuigidentificatienum‐ Daardoor kunnen deze niet meer zoals Bedrijfsveiligheid mer (VIN) vermelden ( pagina 317).
Pagina 25 Algemene aanwijzingen ren, gras of takken, tussen de bodemplaat en & WAARSCHUWING Brandgevaar door * AANWIJZING Beschadiging van de auto bodembekleding verzamelen. Als dit materi‐ brandbaar materiaal aan hete onderdelen Met name in de volgende gevallen kan de aal met hete onderdelen van het uitlaatsys‐ van het uitlaatsysteem auto worden beschadigd: teem in contact komt, kan dit ontsteken.
Pagina 26 2014/53/EU. Meer informatie is EU2006/42/EC verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerk‐ Tijdens de ontwikkeling hebben wij ons geba‐ plaats. TIREFIT-set seerd op de volgende richtlijn: EN ISO 12100 Afschrift en vertaling van de originele conformi‐...
Pagina 27 DIN EN 55014-1 leggen. Alleen apparaten op de diagnose-inter‐ DIN EN 55014-2:2009-06 face van de auto aansluiten die door Mercedes-Benz voor de auto zijn vrijge‐ * AANWIJZING Accu-ontlading door het Fabrikant: Dunlop Tech GmbH geven. gebruik van apparaten op de diagnose-...
Pagina 28 Als de auto bij een niet-geautoriseerde dealer daards plaats: is aangeschaft. Veiligheidsrelevante werkzaamheden Als de auto nog niet bij een Mercedes-Benz- Informatie over de REACH-verordening servicewerkplaats is onderzocht. Service‑ en onderhoudswerkzaamheden Alleen voor EU- en EFTA-landen: Reparatiewerkzaamheden De auto bij voorkeur bij een Mercedes-Benz-ser‐...
Pagina 29 (bijvoorbeeld wieltoerental/snelheid, langsversnelling, Elektronische regeleenheden Dergelijke schade wordt noch door de dwarsversnelling, weergave van de gesloten Mercedes-Benz aansprakelijkheid voor gebre‐ In uw auto zijn elektronische regeleenheden veiligheidsgordels) ken noch door de garantie op nieuwe ‑of gemonteerd. Enkele daarvan zijn noodzakelijk Storingen en defecten in belangrijke sys‐...
Pagina 30 Algemene aanwijzingen Reacties van de auto in specifieke rijsituaties derde partij verkrijgt, verwerkt en gebruikt de Gegevens over het gebruik van internetdien‐ (bijvoorbeeld activeren van een airbag, ingre‐ gegevens. Ze documenteren de technische toe‐ sten pen van de stabiliteitsregelsystemen) stand van de auto, helpen bij het vinden van fou‐ Deze gegevens kunnen lokaal in de auto worden ten en bij de kwaliteitsverbetering en worden Omgevingstoestanden (bijvoorbeeld tempe‐...
Pagina 31 Algemene aanwijzingen Online-diensten via de in de auto geïntegreerde bedieningsele‐ beschermde verbinding, bijvoorbeeld met de menten aansturen. Daarbij kunnen beeld en daarvoor voorziene IT-systemen van de fabri‐ Mobiele-gegevensverbinding geluid van de smartphones via het multimedia‐ kant. Het verrichten van diensten buiten het ver‐ Wanneer uw auto beschikt over een mobiele- systeem worden weergegeven.
Pagina 32 Algemene aanwijzingen Auteursrecht Informatie over de licenties van de gebruikte Free en Open-Source-software in uw auto en de elektronische componenten hiervan vindt u op de gegevensdrager in de map met voertuigdocu‐ mentatie en, inclusief actualiseringen, op inter‐ net: http://www.mercedes-benz.com/opensource...
Pagina 33 Personen kleiner dan 1,50 m moeten altijd in Het veiligheidssysteem kan bij een ongeval den niet meer zoals bedoeld beschermen en een voor Mercedes-Benz-auto's geschikt aan‐ mogelijk contact van de inzittenden met delen bijvoorbeeld bij een ongeval uitvallen of vullend veiligheidssysteem worden beveiligd.
Pagina 34 Veiligheid voor inzittenden Mercedes-Benz adviseert om voertuigaanpassin‐ De activeringsdrempels voor de onderdelen van & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel gen te gebruiken die Mercedes-Benz voor uw het veiligheidssysteem worden bepaald door het door storingen in de werking van het vei‐ voertuig heeft goedgekeurd.
Pagina 35 Bestuurdersairbag, Frontale aanrijding De veiligheidsgordel voor aanvang van de rit passagiersairbag altijd correct omgespen. Alleen een correct Mercedes-Benz adviseert om de auto na een omgegespte veiligheidsgordel kan adequaat ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats te Kneebag Frontale aanrijding beschermingspotentieel bieden.
Pagina 36 Veiligheid voor inzittenden De schoudergordel mag niet de hals raken en Eveneens controleren dat zich nooit voorwer‐ Bovendien kan een verkeerd omgegespte vei‐ ook niet onder de arm of achter de rug wor‐ pen tussen een persoon en de zitting bevin‐ ligheidsgordel bijvoorbeeld bij een ongeval, den doorgevoerd.
Pagina 37 Er zijn wijzigingen aan gordelspanners, Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsgordels lende veiligheidssystemen correct omges‐ gordelverankeringen of gordeloprolauto‐ te gebruiken die door Mercedes-Benz voor uw pen. maten uitgevoerd. voertuig zijn goedgekeurd. Wanneer de veiligheidsgordel verkeerd is Veiligheidsgordels kunnen bij een ongeval...
Pagina 38 Als de veiligheidsgordel door de opening in Mercedes-Benz adviseert om het voertuig na een de rugleuning wordt geleidt, kan de rugleu‐ ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats te ning bij een ongeval beschadigd raken of laten slepen.
Pagina 39 Veiligheid voor inzittenden Werking van de gordelaanpassing Werking van de gordelwaarschuwing voor * AANWIJZING Activeren van de gordel‐ bestuurder en passagier spanner en sidebags bij onbezette passa‐ ® Auto's met PRE-SAFE : Als de voorste veilig‐ giersstoel Het waarschuwingslampje veiligheidsgordel heidsgordel niet strak tegen het lichaam aan ligt, ü...
Pagina 40 Veiligheid voor inzittenden Een airbag kan bij activering het beschermings‐ Airbags * AANWIJZING Bij onbezette passagiers‐ potentieel voor de betreffende inzittende vergro‐ stoel beslist in acht nemen Overzicht van de airbags ten. Bij een ongeval kunnen aan passagierszijde Mogelijk beschermingspotentieel per airbag: de onderdelen van het veiligheidssysteem onnodig worden geactiveerd: AIRBAG...
Pagina 41 Veiligheid voor inzittenden Om risico's als gevolg van de in werking tre‐ Wanneer kinderen in de auto worden meege‐ & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ dende airbag te vermijden moet elke inzittende nomen, de aanvullende aanwijzingen in acht vaar door verkeerde zitpositie met name de volgende aanwijzingen in acht nemen ( pagina 46).
Pagina 42 Alleen stoelhoezen gebruiken die Als de afdekking van een airbag wordt gewij‐ Mercedes-Benz voor de betreffende zigd of als voorwerpen, bijvoorbeeld ook stic‐ stoel heeft goedgekeurd. kers, daarop worden aangebracht, kan de air‐ bag niet meer zoals bedoeld functioneren.
Pagina 43 Veiligheid voor inzittenden Bij montage van een kinderzitjesbevestigingssys‐ instelling van de hoofdsteun overeenkomstig & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel teem op de passagiersstoel de volgende punten aanpassen. door een reeds geactiveerde airbag in acht nemen: Een reeds geactiveerde airbag biedt geen &...
Pagina 44 Veiligheid voor inzittenden Beslist de montagehandleiding van de & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ Voor en ook tijdens het rijden de cor‐ fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐ recte status van de passagiersairbag vaar bij uitgeschakelde passagiersairbag gingssysteem in acht nemen. controleren. Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt, is de passagiersairbag uitge‐...
Pagina 45 Veiligheid voor inzittenden Werking van de PASSENGER AIR BAG contro‐ Zelfdiagnose van de automatische uitschake‐ de passagiersstoel gebruiken. In dit geval ook lelampjes ling passagiersairbag geen kinderzitjesbevestigingssysteem op de pas‐ Bij ingeschakeld contact branden beide controle‐ sagiersstoel monteren. De automatische uitscha‐ lampjes PASSENGER AIR BAG ON en OFF tijdens keling passagiersairbag direct bij een gekwalifi‐...
Pagina 46 Veiligheid voor inzittenden Na montage van een naar voren gericht kin‐ lampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd, recte ligging van de schoudergordel derzitjesbevestigingssysteem op de passa‐ kan de passagiersairbag bij een ongeval wor‐ vanaf de gordelgeleiding van de auto giersstoel: PASSENGER AIR BAG OFF kan con‐...
Pagina 47 Veiligheid voor inzittenden wordt aangegeven dat de passagiersairbag De persoon moet correct zitten en de vei‐ & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ ingeschakeld is. ligheidsgordel correct hebben omge‐ vaar bij brandend PASSENGER AIR BAG Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG gespt. OFF-controlelampje OFF continu brandt, mag een volwassene of De passagiersstoel moet zo ver mogelijk...
Pagina 48 Veiligheid voor inzittenden De volgende maatregelen kunnen door de PRE- ® Mercedes-Benz adviseert voor een betere Maatregelen van het PRE-SAFE -systeem bescherming van kinderen jonger dan 12 jaar of SAFE ® onafhankelijk van elkaar worden geno‐ ongedaan maken kleiner dan 1,50 m, de volgende aanwijzingen men: Als er geen ongeval plaatsvindt, worden de pre‐...
Pagina 49 Een baby of een klein kind bij voorkeur in een is verkrijgbaar in een gekwalificeerde werk‐ Beslist de montagehandleiding van de geschikt naar achteren gericht kinderzitjesbe‐ plaats. Mercedes-Benz adviseert een Mercedes- fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐ vestigingssysteem vervoeren. Het kind zit in dit Benz-servicewerkplaats.
Pagina 50 Ook niet-gebruikte kinderzitjes altijd correct monteren. Mercedes-Benz adviseert u voor het reinigen van Beslist de montagehandleiding van de de door Mercedes-Benz geadviseerde kinderzit‐ fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐ jesbevestigingssystemen Mercedes-Benz-verzor‐...
Pagina 51 Veiligheid voor inzittenden Alleen intacte kinderzitjesbevestigingssyste‐ Directe zonnestraling vermijden Kinderen nooit zonder toezicht in de men gebruiken auto laten. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of wonden door directe zonnestraling op Bij het stoppen of parkeren in acht nemen levensgevaar door gebruik van bescha‐...
Pagina 52 De sleutel buiten bereik van kinderen bewaren. langdurig aan extreme hitte‑ of koude wor‐ Overzicht geadviseerde kinderzitjesbevestigingssystemen Meer informatie over correcte kinderzitjesbevestigingssystemen is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werkplaats. Mercedes-Benz adviseert een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Bevestiging met de veiligheidsgordel van de zitplaats Gewichtsgroep...
Pagina 53 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroep Type Bestelnummer Goedkeuringsnummer Groep 0+: BABY SAFE plus II A 000 970 13 02 tot 13 kg en tot circa 15 maanden E1 04 301 146 Groep I: DUO plus A 000 970 17 02 9 tot 18 kg en van circa 9 maanden tot 4 jaar E1 04 301 133 Groep II/III: KIDFIX...
Pagina 54 Veiligheid voor inzittenden Overzicht geschikte zitplaatsen in de auto voor het aanbrengen van een kinderzitjesbevestigingssysteem Bevestigingssystemen voor kinderzitjesbevestigingssystemen Zitplaats Passagiersstoel Bevestigingssysteem: Beslist in acht nemen: Veiligheidsgordel van de zitplaats ( pagina 52) Bij een bezette passagiersstoel voor en ook tij‐ dens het rijden en afhankelijk van de situatie de werking van de passagiersairbag niet in gevaar brengen (...
Pagina 55 Veiligheid voor inzittenden Toelatingscategorieën volgens UN-R44 Geschiktheid van de zitplaatsen in acht voor het inbouwen in auto's. Ze kunnen over‐ eenkomstig de overzichten met betrekking nemen tot de geschiktheid van de zitplaatsen voor Afhankelijk van de toelatingscategorie zijn er de bevestiging van kinderzitjesbevestigings‐ naar voren en/of naar achteren gerichte kinder‐...
Pagina 56 Veiligheid voor inzittenden Passagiersstoel – Aanwijzingen Aanwijzingen voor kinderzitjesbevestigingssystemen op de passagiersstoel Als door omstandigheden een kinderzitjesbevestigingssysteem op de passagiersstoel moet worden gemonteerd, beslist de aanwijzingen voor kin‐ derzitjesbevestigingssystemen op de passagiersstoel in acht nemen ( pagina 56). De specifieke aanwijzingen bij naar achteren en naar voren gerichte kinderzitjesbevestigingssystemen in acht nemen. Bij een bezette passagiers‐ stoel voor en ook tijdens het rijden en afhankelijk van de situatie de correcte status van de passagiersairbag controleren ( pagina 42).
Pagina 57 Veiligheid voor inzittenden Gewichtsgroep Passagiersairbag geactiveerd Passagiersairbag uitgeschakeld Groep III: 22 tot 36 kg X Niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsgroep. U Geschikt voor kinderzitjesbevestigingssystemen van de categorie "Universal" in deze gewichtsgroep.
Pagina 58 Veiligheid voor inzittenden Aanwijzingen voor auto's zonder automati‐ Beslist de volgende aanwijzingen in acht nemen: De passagiersairbag moet uitgeschakeld zijn; sche uitschakeling passagiersairbag Een naar achteren gericht kinderzitjesbeves‐ dit controleren. Het controlelampje PASSEN‐ tigingssysteem nooit op de passagiersstoel GER AIR BAG OFF moet branden. monteren.
Pagina 59 Veiligheid voor inzittenden Kinderzitjesbevestigingssysteem met de vei‐ Bij het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF systeem niet op de maximumgrootte kan altijd de status van de passagiersairbag in acht ligheidsgordel op de passagiersstoel bevesti‐ worden ingesteld, bijvoorbeeld door moge‐ nemen: lijk contact met het dak. Als u een kinderzitjesbevestigingssysteem op Bij montage van een geschikt kinderzitjesbeves‐...
Pagina 60 Veiligheid voor inzittenden Altijd de correcte ligging van de schoudergor‐ Daardoor kunnen dieren: del vanaf de gordeldoorvoeropening van de Uitrustingen van de auto activeren en bij‐ auto naar de schoudergordelgeleiding van voorbeeld bekneld raken. het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht Systemen in‑ of uitschakelen en daardoor nemen.
Pagina 61 Openen en sluiten Sleutel schakelde versnellingsbak in de neutraal‐ stand te zetten. Overzicht sleutelfuncties De motor te starten. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Bij het verlaten van de auto altijd de len‑ en letsel als kinderen zonder toe‐ sleutel meenemen en de auto vergren‐ zicht in de auto worden achtergelaten delen.
Pagina 62 Openen en sluiten Ontgrendelingsinstellingen wijzigen Als de auto niet binnen circa 40 seconden na het De functie paniekalarm is alleen in bepaalde ontgrendelen wordt geopend, wordt deze weer landen beschikbaar. Mogelijke ontgrendelingsfuncties van de sleutel: vergrendeld. De diefstalbeveiliging wordt Centraal ontgrendelen. opnieuw geactiveerd.
Pagina 63 Openen en sluiten Noodsleutel verwijderen en aanbrengen Batterij van de sleutel vervangen bruik van de betreffende sleutel worden vermin‐ derd. Daartoe de sleutelfuncties deactiveren. & GEVAAR Het inslikken van batterijen is Deactiveren: De toets & van de sleutel zeer schadelijk voor de gezondheid tweemaal kort na elkaar indrukken.
Pagina 64 De noodsleutel in de sleutel aanbrengen. in de opening van de sleutel drukken, tot het batterijdeksel opent. Hierbij het batterij‐ Mercedes-Benz adviseert de batterij te laten ver‐ deksel niet dichtdrukken. vangen bij een gekwalificeerde werkplaats. Het batterijdeksel verwijderen. De noodsleutel verwijderen ( pagina 60).
Pagina 65 Openen en sluiten Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen De sleutel is defect. Met het batterijcontrolelampje de batterij controleren en eventueel vervangen ( pagina 60). Voor het ver- of ontgrendelen de noodsleutel gebruiken ( pagina 60). De sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren. U heeft een sleutel verloren.
Pagina 66 Openen en sluiten Auto van binnenuit centraal ver- en ontgren‐ Auto met KEYLESS-GO ver- en ontgrendelen De activering van de extra portiervergrendeling delen kan worden voorkomen, door voor het vergren‐ Voorwaarden delen van de auto de interieurbeveiliging te De sleutel bevindt zich buiten de auto. deactiveren ( pagina 80, 81).
Pagina 67 Openen en sluiten Auto ontgrendelen: De binnenzijde van de Comfortsluiting: Het verdiepte sensorvlak Meer informatie over de comfortsluiting pagina 72). portiergreep aanraken. aanraken tot het sluitingsproces is vol‐ tooid. Als het kofferdeksel van buitenaf wordt geopend, Auto vergrendelen: Het sensorvlak wordt deze automatisch ontgrendeld.
Pagina 68 Openen en sluiten Automatische vergrendeling in- en uitschake‐ Uitschakelen: De toets circa vijf secon‐ den ingedrukt houden, tot een geluidssignaal klinkt. De auto wordt automatisch vergrendeld als het In de volgende situaties bestaat gevaar voor bui‐ contact is ingeschakeld en de wielen sneller dan tensluiten als de functie is ingeschakeld: stapvoets draaien.
Pagina 69 Openen en sluiten Er zijn de volgende mogelijkheden om het Bagageruimte kofferdeksel te openen: Kofferdeksel openen & GEVAAR Vergiftigingsgevaar door uitlaat‐ gassen Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐ gassen uit, bijvoorbeeld koolmonoxide. Als het kofferdeksel is geopend als de motor draait, in het bijzonder tijdens het rijden, kun‐ nen uitlaatgassen in het interieur terecht komen.
Pagina 70 Openen en sluiten Kofferdeksel sluiten Auto's met comfortsluiting van het koffer‐ Functie HANDS-FREE ACCESS deksel en KEYLESS-GO: Bij volledig & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel geopend kofferdeksel de toets p van de sleutel lang indrukken (met de sleutel in de door niet-vastgezette voorwerpen in de auto omgeving van de auto).
Pagina 71 Openen en sluiten Voorwaarden Als meerdere schoppende bewegingen achter & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ elkaar zonder succes zijn, tien seconden wach‐ De sleutel bevindt zich achter de auto. wonden door heet uitlaatsysteem ten. Bij de schoppende beweging ten minste Het uitlaatsysteem van de auto kan zeer heet 30 cm van de auto verwijderd blijven.
Pagina 72 Openen en sluiten Achterklepbegrenzing in- of uitschakelen Wanneer een beschermingsmat wordt gebruikt die over de rand van de bagage‐ Multimediasysteem: ruimte omlaag in het registratiegebied van de Voertuig î Voertuiginstellingen sensoren hangt Achterklepbegrenzing Wanneer de beschermingsmat niet correct Deze functie verhindert dat de achterklep bij‐ bevestigd is voorbeeld een laag garageplafond raakt.
Pagina 73 Openen en sluiten Voorwaarden Automatische beweging starten: De toets & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het De spanningsvoorziening of het contact is W tot voorbij het drukpunt drukken of er sluiten van een zijruit ingeschakeld. aan trekken en weer loslaten. Bij het sluiten van een zijruit kunnen Automatische beweging onderbreken: De lichaamsdelen in het sluitgebied bekneld toets W opnieuw indrukken of eraan trek‐...
Pagina 74 Openen en sluiten na zes uur & WAARSCHUWING Inklemgevaar & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het bij storingen in de spanningsvoorziening ondanks anti-inklemfunctie van de zijruit openen of sluiten van de cabriokap De anti-inklemfunctie reageert niet: Bij het openen of sluiten van het vouwdak De zijruiten worden onafhankelijk van de stand kunnen lichaamsdelen bijvoorbeeld door het van de cabriokap gesloten tot de ventilatiestand.
Pagina 75 Openen en sluiten Comfortsluiting (auto van buitenaf sluiten) De toets ß op de sleutel ingedrukt hou‐ & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het den. openen of sluiten van de cabriokap & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij De volgende functies worden uitgevoerd: Bij het openen of sluiten van het vouwdak onoplettende comfortsluiting De auto wordt vergrendeld.
Pagina 76 Openen en sluiten Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Daarbij kunnen lichaamsdelen in het sluitgebied bekneld raken. Erop letten, dat zich geen lichaamsdelen in het sluitgebied bevinden. Om de sluitprocedure te stoppen de toets loslaten of de toets opnieuw indrukken, om de zijruit weer te openen.
Pagina 77 Om veiligheidsredenen adviseert Mercedes-Benz Op voldoende vrije ruimte boven de de cabriokap alleen te openen of te sluiten als De cabriokap altijd volledig openen of auto letten.
Pagina 78 Openen en sluiten Het contact inschakelen. Sluiten: De cabriokapschakelaar indruk‐ display toont de melding Kap geheel openen / ken en ingedrukt houden, tot de cabriokap sluiten. Als de auto stilstaat het rempedaal indrukken volledig gesloten is. en ingedrukt houden. De snelheid verlagen en opnieuw aan de Het multifunctioneel display toont het ver‐...
Pagina 79 Openen en sluiten Wanneer de cabriokap niet volledig vergrendeld * AANWIJZING Beschadiging van het is, toont het multifunctioneel display de melding windscherm door aanbrengen bij geslo‐ Kap geheel openen / sluiten. Bovendien klinkt ten cabriokap tijdens het rijden gedurende maximaal tien Het windscherm of het interieur kunnen wor‐...
Pagina 80 Openen en sluiten Verwijderen De twee bevestigingshendels op het windscherm in de richting van de pijl naar De twee bevestigingshendels op het binnen klappen. windscherm in de richting van de pijl naar Het windscherm tot het vergrendelpunt in binnen klappen. de uitsparingen tussen de rolbeugels steken.
Pagina 81 Openen en sluiten Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Na circa tien seconden de openings- of sluitprocedure herhalen. U rijdt sneller dan 60 km/h. De snelheid verlagen tot onder 60 km/h. Bij het openen van het kofferdeksel Diefstalbeveiliging Bij het openen van de motorkap Functie van de wegrijblokkering Bij het activeren van de interieurbeveiliging De wegrijblokkering voorkomt dat de auto zon‐...
Pagina 82 Openen en sluiten Functie van de wegsleepbeveiliging De EDW wordt in de volgende gevallen automa‐ Informatie over schadeherkenning bij gepar‐ tisch uitgeschakeld: keerde auto ( pagina 138). Als de wegsleepbeveiliging is geactiveerd en een Na de ontgrendeling met de sleutel wijziging van de hellingshoek van de auto wordt Wegsleepbeveiliging in- of uitschakelen herkend, treedt een optisch en akoestisch alarm...
Pagina 83 Openen en sluiten Wegsleepbeveiliging met toets in- of uitscha‐ De wegsleepbeveiliging blijft zo lang uitgescha‐ Na het indrukken van de start-stoptoets met kelen keld, tot het EDW na het openen van een portier de sleutel in het opbergvak ( pagina 116) opnieuw wordt geactiveerd.
Pagina 84 Openen en sluiten Interieurbeveiliging met toets in- of uitscha‐ In de volgende gevallen wordt de interieurbeveili‐ kelen ging weer ingeschakeld: De auto wordt opnieuw ontgrendeld. Er wordt een portier geopend. De auto wordt weer vergrendeld. Uitschakelen: Het contact uitschakelen. De toets indrukken.
Pagina 85 Stoelen en opbergen Uw benen zijn niet volledig gestrekt en u kunt Aanwijzingen voor een correcte stand van de pedalen goed indrukken. de bestuurdersstoel Uw achterhoofd wordt op ooghoogte door & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ het midden van de hoofdsteun ondersteund. len door voertuiginstellingen tijdens het U kunt het stuurwiel met licht gebogen rijden...
Pagina 86 Stoelen en opbergen Stoelen Bij het instellen van een stoel mogen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ zich geen lichaamsdelen in het bewe‐ len door voertuiginstellingen tijdens het Voorstoel mechanisch instellen gingsgebied van de stoel bevinden; dit rijden controleren. & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij U kunt in de volgende situaties de controle instelling van de stoelen door kinderen over de auto verliezen:...
Pagina 87 Stoelen en opbergen In het bijzonder kinderen kunnen de toetsen steun het achterhoofd op ooghoogte voor de elektrische stoelinstelling onbedoeld ondersteunt. bedienen en bekneld raken. Bij het bewegen van de stoel mogen & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of geen handen of andere lichaamsdelen levensgevaar door verkeerde zitpositie onder de hendels van het stoelinstel‐...
Pagina 88 Stoelen en opbergen Viervoudig verstelbare lendensteun instellen Rugleuninghoek instellen: De hendel Rugleuninghoek omhoogbrengen en de stoel in de gewenste Stoellengterichting positie plaatsen. De instellingen met de geheugenfunctie Controleren of de rugleuning vergrendeld is. opslaan ( pagina 92). Voorstoel elektrisch instellen Hoger Zwakker Lager...
Pagina 89 Stoelen en opbergen AMG Performance-stoel instellen Hoofdsteunen Voor het aanpassen van de welving en het verbe‐ Hoofdsteunen instellen teren van de zijdelingse steun kunnen de voor‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ stoelen individueel worden ingesteld. len door voertuiginstellingen tijdens het Bij de passagiersstoel kunnen alleen de stoel‐...
Pagina 90 Stoelen en opbergen & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel Bij personen met beperkte temperatuursen‐ satie of met een beperkte reactiemogelijk‐ door niet aangebrachte of verkeerd inge‐ heid op hogere temperaturen kan dit tot stelde hoofdsteunen gezondheidsklachten of zelfs op brandwon‐ Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn den gelijkende verwondingen leiden.
Pagina 91 Stoelen en opbergen Inschakelen/hogere stand: De toets gaccessoires op de stoelen bevinden; vaak indrukken, tot de gewenste verwar‐ dit controleren. mingsstand bereikt is. Afhankelijk van de verwarmingsstand gaan Voorwaarden een tot drie controlelampjes branden. De spanningsvoorziening is ingeschakeld. Uitschakelen/lagere stand: De toets vaak indrukken, tot de gewenste verwar‐...
Pagina 92 Stoelen en opbergen Uitschakelen/lagere stand: De toets Uitschakelen/lagere stand: De toets vaak indrukken, tot de gewenste aanjager‐ vaak indrukken, tot de gewenste verwar‐ stand is ingesteld. mingsstand bereikt is. Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de Wanneer alle controlelampjes uit zijn, is de stoelventilatie uitgeschakeld.
Pagina 93 Stoelen en opbergen Stuurwiel & WAARSCHUWING Inklemgevaar voor kinderen bij het instellen van het stuur‐ Stuurwiel mechanisch instellen wiel & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Wanneer kinderen het stuurwiel instellen, len door voertuiginstellingen tijdens het kunnen ze bekneld raken. rijden Kinderen nooit zonder toezicht in de U kunt in de volgende situaties de controle auto laten.
Pagina 94 Stoelen en opbergen Door het stuurwiel te bewegen controleren of De instellingen met de geheugenfunctie lichaamsdelen in het bewegingsgebied de stuurkolom vergrendeld is. opslaan ( pagina 92). van het stuurwiel heeft. Bij gevaar van bekneld raken door het Stuurwiel elektrisch instellen stuurwiel de bedieningshendel van het In- en uitstaphulp stuurwiel bewegen.
Pagina 95 Stoelen en opbergen In- en uitstaphulp instellen Als de in- en uitstaphulp actief is, zwenkt het & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het stuurwiel in de volgende situaties omhoog of instellen van de stoelen met de geheu‐ Multimediasysteem: naar de cockpit: genfunctie Voertuig î...
Pagina 96 Stoelen en opbergen stoel, het stuurwiel en de buitenspiegels in Kinderen nooit zonder toezicht in de de gewenste stand staan. auto laten. Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergren‐ Opbergmogelijkheden delen. Dit geldt eveneens voor de digi‐ Aanwijzingen met betrekking tot het beladen tale voertuigsleutel, als de functie “Digi‐...
Pagina 97 Stoelen en opbergen pende opbergvakken en houders voor een & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ mobiele telefoon bij een ongeval de daarin door niet-vastgezette voorwerpen in de wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐ aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhou‐ auto sierstukken den.
Pagina 98 Stoelen en opbergen Opbergvakken in het interieur Dashboardkastje ver- of ontgrendelen Zware bagage zo ver mogelijk naar voren schuiven en zo laag mogelijk in de bagage‐ Overzicht van de voorste opbergvakken ruimte opbergen. Niet tot boven de bovenzijde van de rugleu‐ ningen beladen.
Pagina 99 Stoelen en opbergen Bekerhouder Zware, harde, scherpe, breekbare of te & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel grote voorwerpen altijd in de bagage‐ door onjuist opbergen van voorwerpen Bekerhouder in de middenconsole verwijde‐ ruimte opbergen en beveiligen. ren en aanbrengen Als voorwerpen op ongeschikte wijze in het interieur worden opgeborgen, kunnen ze ver‐...
Pagina 100 Stoelen en opbergen Om de bekerhouder volledig te kunnen Asbak en sigarettenaansteker gebruiken de houder uit de bekerhouder Asbak gebruiken verwijderen. De houder en asbak een geschikte plaats bewaren. De beladings‐ * AANWIJZING Beschadiging van het richtlijnen in acht nemen ( pagina 93).
Pagina 101 Stoelen en opbergen De sigarettenaansteker indrukken. Altijd ervoor zorgen dat kinderen niet Als de spiraal gloeit, springt de sigaretten‐ bij de sigarettenaansteker kunnen. aansteker automatisch terug. Kinderen nooit zonder toezicht in de auto laten. Contactdozen Voorwaarden 12V-aansluiting in de middenconsole voorin Het contact is ingeschakeld.
Pagina 102 Stoelen en opbergen 12V-aansluiting onder de armsteun gebrui‐ Alleen bij auto's met asbak en sigarettenaanste‐ Het deksel van de contactdoos openklap‐ ker is de 12V-aansluiting in het opbergvak onder pen en de stekker van het apparaat aanbren‐ de armsteun beschikbaar. gen.
Pagina 103 100 Stoelen en opbergen De betreffende stoel instellen. Geen losse vloermatten gebruiken en niet meerdere vloermatten op elkaar Verwijderen: De betreffende stoel naar ach‐ leggen. teren schuiven en de vloermat van de hou‐ ders trekken. De vloermat verwijderen. Aanbrengen: De betreffende stoel naar ach‐ teren schuiven en de vloermat in de been‐...
Pagina 104 Licht en zicht 101 Verlichtingsschakelaar L Dimlicht of grootlicht Exterieurverlichting R Mistachterlicht in- of uitschakelen Verlichtingsschakelaar bedienen Aanwijzingen voor het aanpassen van de ver‐ lichting bij buitenlandse reizen Bij activering van het dimlicht wordt het contro‐ lelampje voor het standlicht T gedeactiveerd Een aanpassing van de koplampen is niet vereist.
Pagina 105 102 Licht en zicht Mistachterlicht in- of uitschakelen Combischakelaar verlichting bedienen De aanwijzingen met betrekking tot de oriën‐ tatieverlichting in acht nemen Voorwaarden pagina 105). De verlichtingsschakelaar bevindt zich in de Werking van het automatisch rijlicht stand L of Ã. Het standlicht, dimlicht en dagrijlicht wordt over‐...
Pagina 106 Licht en zicht 103 Grootlicht Noodknipperlichten in- of uitschakelen Als vervolgens wordt verder gereden, wordt de alarmknipperlichtinstallatie bij circa 10 km/h Inschakelen: De verlichtingsschakelaar in de automatisch uitgeschakeld. U kunt de alarmknip‐ stand L of Ã draaien. perlichtinstallatie ook met de toets uitscha‐...
Pagina 107 104 Licht en zicht heersende licht- en zichtomstandigheden en de Bij snelheden boven 30 km/h: In zeer sporadische gevallen reageert de verkeerssituatie ligt bij u. adaptieve grootlichtassistent niet of niet tij‐ Als geen andere verkeersdeelnemers worden dig op andere verkeersdeelnemers met eigen herkend, wordt automatisch het grootlicht verlichting.
Pagina 108 Licht en zicht 105 Het grootlicht via de combischakelaar inscha‐ Wanneer de oriëntatieverlichting ingeschakeld is, c Interieurverlichting kelen. brandt de exterieurverlichting gedurende p Linker leeslampje Als het grootlicht bij duisternis automatisch 40 seconden na het ontgrendelen van de auto. In- of uitschakelen: De betreffende toets wordt ingeschakeld, gaat het controle‐...
Pagina 109 106 Licht en zicht Uitschakelvertragingstijd interieurverlichting De combischakelaar in de betreffende stand Ruitenwissers en ruitensproeierinstallatie instellen 1 - 5 draaien. Ruitenwissers voorruit in- of uitschakelen Eenmaal wissen/sproeien: Op de combi‐ Multimediasysteem: schakelaar de toets in de richting van de pijl Voertuig ÷...
Pagina 110 Licht en zicht 107 Ruitenwisserarmen in de vervangingsstand Het ruitenwisserblad dwars ten opzichte van Spiegels zetten de ruitenwisserarm draaien. Buitenspiegels bedienen Het contact in- en direct weer uitschakelen. Het ruitenwisserblad in de richting van de pijl uit de houder op de ruitenwisserarm trekken. Binnen circa 15 seconden de toets î...
Pagina 111 108 Licht en zicht Buitenspiegels in- en uitklappen De toets kort indrukken. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len bij gebruik van de buitenspiegel door Buitenspiegels instellen verkeerde inschatting van de afstand Met de toetsen de in te stellen bui‐ De buitenspiegels geven een verkleind beeld. tenspiegel selecteren.
Pagina 112 Licht en zicht 109 Werking van de automatisch dimmende spie‐ De buitenspiegel aan passagierszijde beweegt Geen braken opwekken. Zo snel omlaag en toont het achterwiel aan passagiers‐ mogelijk naar een arts gaan. zijde, als: Met elektrolyt vervuilde kleding & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en De inparkeerstand is opgeslagen direct vervangen.
Pagina 113 110 Licht en zicht Inparkeerstand van de buitenspiegel aan Met de toets de buitenspiegel aan passa‐ Zonnekleppen bedienen passagierszijde via de achteruitversnelling gierszijde in de gewenste inparkeerstand Enkele zonneklep bedienen opslaan brengen. Oproepen Opslaan Via de toets de buitenspiegel aan passa‐ gierszijde selecteren.
Pagina 114 Licht en zicht 111 Auto's met uitschuifbare zonneklep: De zon‐ neklep naar behoefte horizontaal ver‐ schuiven.
Pagina 115 Inschakelen: De luchthoeveelheid met de w Temperatuur bestuurderszijde instellen deksel. Door Mercedes-Benz geadviseerde en toets H in de stand 1 of hoger instellen. _ Luchtverdeling instellen vrijgegeven filters gebruiken. Onderhoudswerk‐...
Pagina 116 Klimaatregeling 113 Aircostijl Overzicht instellingen voor de luchtverdeling De A/C-functie slechts kortstondig uitschakelen, omdat anders de ruiten sneller beslaan. Werking van de klimaatmodus De symbolen op het display geven aan, door Aan de onderzijde van de auto kan tijdens het welke luchtroosters de lucht wordt gestuurd: In de automatische stand kan voor de bestuur‐...
Pagina 117 114 Klimaatregeling Condens van de ruiten verwijderen Luchtuitstroomopeningen instelling en de luchtverdelingsinstelling van de bestuurderszijde wordt automatisch overgeno‐ Luchtuitstroomopeningen instellen Van binnen beslagen ruiten men voor de passagierszijde. De toets ¿ indrukken. De toets 0 indrukken. & WAARSCHUWING Gevaar van verbran‐ De toets Ã...
Pagina 118 Klimaatregeling 115 AIRSCARF-luchtroosters instellen De luchtinlaat vrijhouden van afzettingen Daardoor kan de AIRSCARF oververhit raken pagina 263). en worden beschadigd. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ Geen beschermhoezen voor hoofdsteu‐ wonden door grote verwarmingscapaci‐ nen met AIRSCARF gebruiken. teit van de AIRSCARF Met de AIRSCARF ingeschakeld kan uit de Erop letten dat het aanzuigrooster in de achter‐...
Pagina 119 116 Rijden en parkeren Functie van de Emotion Start Het rempedaal indrukken en de toets Rijden eenmaal indrukken. Auto starten Als de auto niet start: Niet benodigde ver‐ De auto met de start-stoptoets starten bruikers uitschakelen en de toets een‐ maal indrukken.
Pagina 120 Rijden en parkeren 117 De sleutel in het contactslot steken en in de De motor slechts kortstondig met een toe‐ sleutelstand 3 draaien. rental van maximaal 4500/min laten draaien. Als de auto niet start: In het rijprogramma A rijden. Niet benodigde verbruikers uitschakelen. Tijdig schakelen, uiterlijk wanneer de wijzer De sleutel uit het contactslot verwijderen.
Pagina 121 118 Rijden en parkeren van deze systemen wordt pas bereikt na De vloermatten altijd stevig en zoals & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ afsluiting van deze inleerprocedure. voorgeschreven aanbrengen, zodat len bij uitgeschakeld contact tijdens het Nieuwe of vervangen remblokken, remschij‐ altijd voldoende vrije ruimte voor de rijden ven en banden bereiken pas na enkele hon‐...
Pagina 122 Rijden en parkeren 119 & WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar Aan de luwzijde van de auto een ruit Om de remwerking van de motor te openen, om voldoende buitenlucht in benutten, vroegtijdig een versnelling voor ongevallen door terugschakelen op het interieur te laten komen. terugschakelen.
Pagina 123 120 Rijden en parkeren Aanwijzingen bij het AMG remsysteem met Bij het einde van de rit en bij aanvang van de & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ volgende rit voorzichtig het rempedaal hoogwaardige keramische composietrem‐ len door ondeskundig schakelen schijven indrukken. Als het motortoerental hoger is dan het stati‐...
Pagina 124 Rijden en parkeren 121 ECO start-stopsysteem è (groen): Actief ç (geel): Inactief Werking van het ECO start-stopsysteem Afhankelijk van het model en de uitrusting ECO start-stopsysteem uit- of inschakelen van de auto kan de toets zich ook op een andere positie in de middenconsole bevin‐ den.
Pagina 125 122 Rijden en parkeren AMG Performance-uitlaatsysteem bedienen U hebt zuinig gereden: DYNAMIC SELECT-schakelaar De drie buitenste segmenten zijn tegelijker‐ Functie van de DYNAMIC SELECT-schakelaar tijd volledig gevuld. Met de DYNAMIC SELECT-schakelaar wordt De ECO-aanduiding gaat branden. gewisseld tussen de volgende rijprogramma's: Onder Bonus n.
Pagina 126 Rijden en parkeren 123 Afhankelijk van het geselecteerde rijprogramma Beschikbaarheid van het ECO start-stopsys‐ De volgende eigenschappen van de auto kunnen worden de volgende eigenschappen van de auto teem ook worden gewijzigd met de toetsen in de mid‐ gewijzigd: denconsole: Beschikbaarheid van de modus uitrollen Aandrijving Stand van de uitlaatgaskleppen...
Pagina 127 124 Rijden en parkeren Rijprogramma kiezen Rijprogramma I configureren Voertuiggegevens weergeven Multimediasysteem: Multimediasysteem: Voertuig e DYNAMIC SELECT Voertuig e DYNAMIC SELECT Individual Voertuiggegevens selecteren. De voertuiggegevens worden weergegeven. De individuele instelling selecteren. Motorgegevens weergeven Bedieningsfeedback voor rijprogramma's in- en uitschakelen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Voertuig...
Pagina 128 Rijden en parkeren 125 stand wordt op het multifunctioneel display Automatische transmissie De motor te starten. weergegeven. E-SELECT-keuzehendel Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ zicht in de auto achterlaten. Functie van de E-SELECT-keuzehendel Bij het verlaten van de auto altijd de &...
Pagina 129 126 Rijden en parkeren Neutraalstand N inschakelen Parkeerstand P inschakelen Rijstand D inschakelen Het rempedaal indrukken en de E-SELECT- De aanwijzingen met betrekking tot het afzet‐ Het rempedaal indrukken en de E-SELECT keuzehendel tot de eerste weerstand ten van de auto in acht nemen . keuzehendel door de eerste weerstand naar omhoog- of omlaagdrukken.
Pagina 130 Rijden en parkeren 127 Auto vrij rijden Handmatig schakelen Om de versnellingen in het rijprogramma = permanent zelf met de stuurwielscha‐ Het vrij rijden van de auto kan helpen om een in kelpaddles te schakelen, de instelling M modder of sneeuw vastgereden auto vrij te krij‐ (handmatig) voor de transmissie selecteren.
Pagina 131 128 Rijden en parkeren Wanneer het motortoerental te hoog of te laag Het schakeladvies is alleen actief wanneer is, kan niet met de stuurwielschakelpaddles wor‐ het handmatig schakelen met de toets in de den geschakeld. In dit geval gaan de segmenten middenconsole geactiveerd is.
Pagina 132 Rijden en parkeren 129 De modus uitrollen heeft de volgende eigen‐ Als niet meer aan een van de voorwaarden wordt Beslist voorkomen dat brandstof met de schappen: voldaan, wordt de modus uitrollen weer uitge‐ huid, de ogen of de kleding in aanraking schakeld.
Pagina 133 130 Rijden en parkeren Alleen loodvrije, zwavelvrije brandstof Het contact niet inschakelen. & WAARSCHUWING Brand‑ en explosiege‐ tanken die voldoet aan de Europese vaar door elektrostatische oplading Contact opnemen met een gekwalifi‐ norm EN 228 of daaraan gelijkwaardig ceerde werkplaats. Elektrostatische oplading kan tot vonkvor‐...
Pagina 134 Rijden en parkeren 131 De tankdop in de houder plaatsen. * AANWIJZING Beschadiging aan het De vulpijp van het vulpistool volledig in de brandstofsysteem door overvulde brand‐ tankvulbuis schuiven, laten rusten en tanken. stoftank. De brandstoftank slechts zo ver vullen tot het De brandstoftank slechts zo ver vullen vulpistool afslaat.
Pagina 135 132 Rijden en parkeren De garagedeuropeningsfunctie is altijd De eerder ingedrukte toetsen loslaten. De motor nooit in een gesloten ruimte mogelijk bij ingeschakeld contact. Het controlelampje knippert verder geel. zonder voldoende ventilatie laten draaien. De afstandsbediening vanaf een afstand van 1 cm tot 8 cm op de toets 2, richten.
Pagina 136 Rijden en parkeren 133 Wisselcode-synchronisatie uitvoeren Bovendien de handleiding van de deurbedie‐ ning lezen. Voorwaarden Problemen bij het programmeren van de Het deurbedieningssysteem werkt met een afstandsbediening verhelpen wisselcode. Uw auto bevindt zich binnen het bereik van het garage- of het buitendeurbedieningssys‐ teem.
Pagina 137 134 Rijden en parkeren Geheugen van de garagedeurbediening wis‐ De afstandsbediening onder dezelfde hoeken op verschillende afstanden van de binnenspiegel houden. Daarbij elke instel‐ stand ten minste 25 seconden aanhouden. Bij afstandsbedieningen die slechts gedu‐ rende bepaalde tijd zenden, voor het verstrij‐ ken van de zendtijd opnieuw de toets de afstandsbediening indrukken.
Pagina 138 Rijden en parkeren 135 Zendvergunningen garagedeurbediening Zendvergunningen Land Zendvergunning Land Zendvergunning Zendvergunningen Mexico RCPGEMU15-0448 Egypte TAC.2511151293.WIR Monaco Andorra Nieuw- R-NZ Australië R-NZ Zeeland Barbados MED1578 Noorwe‐ Chili 2488/DFRS20576/F-74 Russische niet nodig Europese federatie Unie Saudi-Ara‐ TA 10525 Brazilië Gibraltar bië Este equipamento opera em caráter secundário, IJsland Zwitser‐...
Pagina 139 136 Rijden en parkeren Elektrische parkeerrem Kinderen nooit zonder toezicht in het Land Zendvergunning voertuig laten. Werking van de elektrische parkeerrem Verenigde ER41849/15 (automatisch inschakelen) Bij het verlaten van het voertuig altijd Arabische Dealer No: DA35176/14 de sleutel meenemen en het voertuig Emiraten &...
Pagina 140 Rijden en parkeren 137 Werking van de elektrische parkeerrem Elektrische parkeerrem handmatig inschake‐ De HOLD-functie houdt de auto in stilstand (automatisch vrijzetten) len of vrijzetten op zijn plaats. De actieve parkeerassistent houdt de auto in De elektrische parkeerrem wordt vrijgezet, als Aantrekken stilstand op zijn plaats.
Pagina 141 138 Rijden en parkeren Alleen wanneer het controlelampje continu Hierbij ontvangt u informatie over de volgende Als de elektrische parkeerrem niet ingescha‐ brandt, is de elektrische parkeerrem correct punten: keld is. ingeschakeld. potentieel getroffen gedeelte van de auto Aanwijzingen met betrekking tot het buiten Vrijzetten kracht van de botsing gebruik stellen van de auto...
Pagina 142 De functie in- O of uitschakelen ª. ting van de auto achter de bumpers en/of achter Wanneer u de functie inschakelt, verschijnt Het contact is ingeschakeld. de Mercedes-Benz-ster geïntegreerd. Deze een vraag. onderdelen vrijhouden van vuil, ijs en aange‐ Wanneer de weergegeven standtijd van de auto selecteren.
Pagina 143 140 Rijden en parkeren ging van de bumper of de radiateurgrille of na EBD (Electronic Brakeforce Distribution) Bij het remmen blijft de bestuurbaarheid van botsing tegen de bumper of de radiateurgrille, de de auto gewaarborgd. pagina 144) werking van de radarsensoren laten controleren ®...
Pagina 144 Rijden en parkeren 141 ® ® Functie van het ESP (elektronisch stabili‐ Eigenschappen bij ingeschakeld ESP In noodstopsituaties het rempedaal met teitsprogramma) volle kracht indrukken. Het ABS voor‐ ® Het ESP controleert en verbetert de rijstabiliteit komt daarbij het blokkeren van de wie‐ en tractie, met name in de volgende situaties: &...
Pagina 145 142 Rijden en parkeren Het gaspedaal bij het wegrijden slechts zo Als de SPORT handling mode wordt ingeschakeld ® Eigenschappen bij uitgeschakeld ESP ver indrukken als nodig is. en een of meerdere wielen doordraaien, knippert & WAARSCHUWING Slipgevaar door uit‐ het waarschuwingslampje ESP ®...
Pagina 146 Rijden en parkeren 143 ETS/4ETS (elektronisch tractiesysteem) In de volgende situaties kan het beter zijn om de ® (elektronisch stabiliteitsprogramma) SPORT handling mode in te schakelen of het De tractieregeling ETS/4ETS is een onderdeel in- of uitschakelen ® ® uit te schakelen: van het ESP bij gebruik van sneeuwkettingen Het ETS/4ETS kan door de volgende ingrepen de...
Pagina 147 144 Rijden en parkeren ® ® Autonome remfunctie uitschakelen: De displaytoets Functie van de ESP zijwindassistent lang indrukken, tot de rijbaan van het toets‐ Aan de situatie aangepaste remondersteu‐ ® De ESP zijwindassistent herkent plotseling symbool rood oplicht. ning optredende zijwind en helpt de bestuurder om Het combi-instrument toont de melding ESP de auto in het goede spoor te houden: Het Active Brake Assist System kan u helpen om...
Pagina 148 Rijden en parkeren 145 daal bedient, volgt er een aan de situatie aange‐ Direct remmen of uitwijken voor een obstakel, in slechts een hulpmiddel. De bestuurder paste remondersteuning. Indien nodig wordt de zoverre dit zonder gevaar mogelijk is en de ver‐ is zelf verantwoordelijk voor een vol‐...
Pagina 149 146 Rijden en parkeren Autonome remfunctie Aan de situatie aangepaste remondersteu‐ Er wordt geen obstakel meer in de lijn van de ning auto herkend. De autonome remfunctie kan vanaf een snel‐ heid van circa 7 km/h in de volgende situ‐ De situatieafhankelijke remondersteuning Systeemgrenzen aties ingrijpen:...
Pagina 150 Rijden en parkeren 147 Op voertuigen die zich snel binnen het regi‐ inschakelen van de alarmknipperlichtinstalla‐ gaspedaal neemt, regelt de TEMPOMAT de snel‐ stratiegebied van de sensoren bewegen heid weer terug naar de opgeslagen snelheid. In scherpe bochten De TEMPOMAT wordt bediend met de overeen‐ Wanneer de auto vanaf een snelheid hoger dan komstige stuurwieltoetsen.
Pagina 151 148 Rijden en parkeren Bij lange en steile afdalingen moet vroegtijdig in De snelheid kan op de volgende manieren wor‐ een lagere versnelling worden geschakeld. Hier den begrensd: vooral op letten als de auto beladen is. Zo wordt Variabel: Voor snelheidsbegrenzingen, bij‐ gebruikgemaakt van de remwerking van de voorbeeld binnen de bebouwde kom motor.
Pagina 152 Rijden en parkeren 149 Weergaven in het instrumentendisplay Kickdown Voorwaarden Op het multifunctioneel display wordt de status Als het gaspedaal tot voorbij het drukpunt wordt TEMPOMAT van de limiter en de opgeslagen snelheid weer‐ ingedrukt (kickdown), wordt de variabele limiter De TEMPOMAT is geselecteerd.
Pagina 153 150 Rijden en parkeren Omschakelen tussen TEMPOMAT en varia‐ Auto's met actieve afstandsassistent wordt de laatst opgeslagen snelheid voor de bele limiter DISTRONIC: De variabele limiter wordt via variabele limiter gewist. een andere toets gekozen ( pagina 153). Opgeslagen snelheid verhogen/verlagen TEMPOMAT of variabele limiter activeren De tuimelschakelaar tot het drukpunt...
Pagina 154 Rijden en parkeren 151 Snelheidsbegrenzing bij winterbanden instel‐ De auto op de gewenste snelheid brengen. Wanneer u de TEMPOMAT of de actieve afstandsassistent DISTRONIC selecteert, De tuimelschakelaar omhoogdrukken. wordt de laatst opgeslagen snelheid voor de Multimediasysteem: Overname van de herkende snelheid variabele limiter gewist.
Pagina 155 152 Rijden en parkeren Systeemgrenzen aan. Bij herkende voorliggers wordt de inge‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ stelde afstand aangehouden, indien nodig tot Het systeem kan bijvoorbeeld in de volgende len door accelereren of remmen van de stilstand. De auto wordt afhankelijk van de situaties mogelijk niet correct werken of buiten actieve afstandsassistent DISTRONIC afstand tot de voorligger en de ingestelde snel‐...
Pagina 156 Rijden en parkeren 153 Er wordt niet in- of uitgeparkeerd met de & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ op voetgangers, dieren, tweewielers of PARKTRONIC-parkeerassistent. stilstaande voertuigen of onverwachte len bij onvoldoende vertraging van de obstakels De auto slipt niet. actieve afstandsassistent DISTRONIC op complexe verkeerssituaties De actieve afstandsassistent DISTRONIC Omschakelen tussen limiter en actieve...
Pagina 157 154 Rijden en parkeren Actieve afstandsassistent DISTRONIC of vari‐ Weergegeven snelheidslimiet bij actieve Actieve afstandsassistent DISTRONIC deacti‐ abele limiter activeren afstandsassistent DISTRONIC of limiter over‐ veren nemen Activeren zonder opgeslagen snelheid: De & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ tuimelschakelaar omhoog (SET+) of De tuimelschakelaar (RES) omhoogdruk‐...
Pagina 158 Rijden en parkeren 155 Snelheid verhogen of verlagen Voorgeschreven afstand tot de voorligger Overzicht van de weergaven van de actieve vergroten of verkleinen afstandsassistent DISTRONIC in het combi- De tuimelschakelaar tot het drukpunt instrument omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken. Voorgeschreven afstand vergroten: De tui‐...
Pagina 159 156 Rijden en parkeren Statusindicatie actieve afstandsassistent Functie van de wegrijhulp voor op hellingen HOLD-functie DISTRONIC De wegrijhulp voor op hellingen houdt de auto HOLD-functie Actieve afstandsassistent DISTRONIC gese‐ onder de volgende voorwaarden gedurende De HOLD-functie houdt de auto vast zonder dat lecteerd, ingestelde voorgeschreven afstand korte tijd vast bij het wegrijden bergop: het rempedaal moet worden ingedrukt, bijvoor‐...
Pagina 160 Rijden en parkeren 157 HOLD-functie in- en uitschakelen De elektrische parkeerrem is vrijgezet. * AANWIJZING Beschadiging door zelf‐ De actieve afstandsassistent DISTRONIC is standig remmen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ uitgeschakeld. Wanneer een van de volgende functies inge‐ len door ingeschakelde HOLD-functie bij De transmissie staat in de stand h, k of schakeld is, remt de auto in bepaalde situ‐...
Pagina 161 158 Rijden en parkeren De auto wordt met de elektrische parkeer‐ publieke verkeer, worden geactiveerd en De motor draait en de transmissie en de rem beveiligd. gebruikt. motor zijn op bedrijfstemperatuur. Beslist de veiligheidsaanwijzingen en de Het stuurwiel staat in de rechtuitstand. In de volgende situaties wordt het vastzetten van ®...
Pagina 162 Rijden en parkeren 159 In deze fase kan RACE START worden aange‐ De RACE START is na kort op elkaar herhaal‐ Er kan worden gekozen uit de volgende functies: past aan de omstandigheden: Door aan een delijk gebruik pas weer na een bepaalde ®...
Pagina 163 160 Rijden en parkeren Achterspoiler uit- en inschuiven om te reini‐ u direct in het rijprogramma = (Individual) * AANWIJZING Beschadiging van de ach‐ pagina 122). terspoiler bij het wassen van de auto in een wasstraat & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij Achterspoiler Als de achterspoiler uitgeschoven is, kan handmatig uit‑...
Pagina 164 Rijden en parkeren 161 Achterspoiler in verschillende standen de individuele selectie "Sport", "Sport+" of uitgeschoven (rood) "Comfort" Achterspoiler wordt uit- of ingeschoven De afstelling kan ook worden geregeld met (geel) de DYNAMIC SELECT-schakelaar. Daartoe moeten bij de AMG RIDE CONTROL en bij de Wanneer u tijdens het inschuiven opnieuw op DYNAMIC SELECT-schakelaar dezelfde de displaytoets...
Pagina 165 162 Rijden en parkeren Het multifunctioneel display toont de gese‐ bumper de omgeving van de auto. De PARKTRO‐ lecteerde instelling melding: NIC-parkeerassistent geeft de afstand tussen de auto en een herkend obstakel optisch en akoes‐ AMG Ride Control COMFORT tisch aan. AMG Ride Control SPORT De PARKTRONIC-parkeerassistent is slechts een AMG Ride Control SPORT +...
Pagina 166 Rijden en parkeren 163 Systeemgrenzen De waarschuwingsmeldingen van de PARKTRO‐ Oranje waarschuwingsmelding: obstakels NIC parkeerassistent tonen de afstand tussen op een gemiddelde afstand tussen circa De PARKTRONIC-parkeerassistent houdt eventu‐ sensor en obstakel. 0,3 m en 0,6 m eel geen rekening met de volgende obstakels: Rode waarschuwingsmelding: obstakels Obstakels onder het registratiegebied, bij‐...
Pagina 167 164 Rijden en parkeren PARKTRONIC-parkeerassistent uit- of inscha‐ Front- en achteruitrijcamera kelen Werking van de frontcamera en achteruitrij‐ camera * AANWIJZING Gevaar voor ongevallen De frontcamera en de achteruitrijcamera onder‐ door objecten in de directe omgeving steunen de PARKTRONIC parkeerassistent en De PARKTRONIC-parkeerassistent herkent helpen u bij het oriënteren en het uitwijken voor bepaalde objecten in de directe omgeving...
Pagina 168 Rijden en parkeren 165 matisch van de achteruitrij- naar de frontca‐ mera. De frontcamera en de achteruitrijcamera zijn slechts hulpmiddelen. Deze kunnen uw waarne‐ ming van de omgeving niet vervangen. De bestuurder blijft altijd verantwoordelijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden;...
Pagina 169 166 Rijden en parkeren rood afgebeeld en verschijnt op het multi‐ drager), kunnen het gezichtsveld en verdere functioneel display in het combi-instrument functies van de achteruitrijcamera worden het symbool é. beperkt. Als de PARKTRONIC-parkeerassistent uitge‐ Het contrast van het display kan nadelig wor‐ schakeld is, wordt de waarschuwingsmelding den beïnvloed door invallend zonlicht of ook uitgeschakeld.
Pagina 170 Rijden en parkeren 167 Multimediasysteem: Gevoelig: Verhoogde gevoeligheid van het In het menu Assistentie van de boordcomputer systeem. De bestuurder wordt eerder kan de statusinformatie voor de ATTENTION Voertuig k Assistentie gewaarschuwd en de door het systeem ASSIST worden opgeroepen: Camera &...
Pagina 171 168 Rijden en parkeren ATTENTION ASSIST instellen De ATTENTION ASSIST werkt in de volgende situ‐ soren het gebied tot 3 m achter en direct naast aties beperkt en waarschuwingen wordt ver‐ Multimediasysteem: de auto. traagd of helemaal niet gegeven: Voertuig k Assistentie Als vanaf een snelheid van circa 30 km/h een Bij een ritduur van minder dan circa 30 minu‐...
Pagina 172 Rijden en parkeren 169 bijvoorbeeld bij vrachtwagens, kan de waarschu‐ De spoorassistent bewaakt het gebied vóór de Daardoor kan de dodehoekassistent in deze wing worden onderbroken. auto met een multifunctionele camera 1. Deze situaties niet waarschuwen. moet voorkomen dat u ongewild de rijstrook ver‐ Bij ingeschakelde achteruitversnelling is de De verkeerssituatie altijd goed in de laat.
Pagina 173 170 Rijden en parkeren De spoorassistent is beschikbaar in het snel‐ Als de afstand tot de voorligger te klein is en Er wordt actief gestuurd, bijvoorbeeld bij een heidsbereik tussen 60 km/h en 200 km/h. daardoor de rijstrookmarkeringen niet wor‐ uitwijkmanoeuvre of het snel veranderen van den herkend rijstrook.
Pagina 174 Instrumenten-display en boordcomputer 171 Instrumentendisplay in de widescreen cock‐ De segmenten in de snelheidsmeter geven Overzicht instrumentendisplay de status van de volgende systemen aan: & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ TEMPOMAT ( pagina 147) len bij het uitvallen van het instrumen‐ Limiter ( pagina 148) tendisplay...
Pagina 175 172 Instrumenten-display en boordcomputer ò Homescreen oproepen Overzicht toetsen in het stuurwiel & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ Touch-control multimediasysteem wonden bij het openen van de motorkap % Terugtoets (lang indrukken) Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in contact komen met hete Boordcomputer bedienen gassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐...
Pagina 176 Instrumenten-display en boordcomputer 173 De weergaven van de boordcomputer ver‐ van een lijst wordt bereikt of als door een lijst schijnen op het multifunctioneel display wordt gescrold. pagina 175). De volgende menu's zijn beschikbaar: Service Assistentie Performance Reis Radio Media In de menulijst bladeren: Een veegbewe‐...
Pagina 177 174 Instrumenten-display en boordcomputer De indexpunten geven het geselecteerde Stijl instellen Gebied met meerdere weergaven instellen punt in de lijst aan. Boordcomputer: De volgende inhoud kan in Mercedes-AMG Stijlen auto's worden weergegeven: De volgende stijlen kunnen worden geselec‐ Toerenteller/datum teerd: G-meter Supersport Motorgegevens...
Pagina 178 Instrumenten-display en boordcomputer 175 Verdere weergaven op het multifunctioneel dis‐ Overzicht van de weergaven op het multi‐ Menu's en submenu's play: functioneel display Functies in het menu Service van de boord‐ Schakeladvies ( pagina 128) computer oproepen é PARKTRONIC-parkeerassistent uitgescha‐ Boordcomputer: keld ( pagina 164)
Pagina 179 176 Instrumenten-display en boordcomputer Motoroliepeil: Motoroliepeil Statusindicatie in de assistentieweergave: Weergaven in het menu Performance: é ATTENTION ASSIST uitgeschakeld Warm-up Assistentieweergave oproepen Rijstrookmarkeringen licht: Spoorassistent SETUP ingeschakeld G-meter Boordcomputer: Rijstrookmarkeringen groen: Spoorassistent Motorgegevens Assistentie actief Auto's zonder AMG TRACK PACE: RACE‐ De volgende weergaven zijn in het menu Assis‐...
Pagina 180 Instrumenten-display en boordcomputer 177 de temperatuur blauw aan. Gedurende Basic/Advanced/Pro/Master deze tijd het rijden met het volle motorvermogen Transmissiestand vermijden. SETUP in Mercedes-AMG GT auto's (voorbeeld) G-meter (voorbeeld) Instelling van de aandrijving: De G-meter toont de krachten die tijdens het rij‐ Warm-up (voorbeeld) Reduced/Moderate/Sport/Dynamic/Race den in lengte- en in dwarsrichting op de inzitten‐...
Pagina 181 178 Instrumenten-display en boordcomputer RACETIMER in het menu Performance aange‐ ven en starten Boordcomputer: Performance De volgende functies zijn mogelijk in de RACE‐ TIMER: Weergaven selecteren en starten Stoppen Nieuwe ronde starten Motorgegevens (voorbeeld) Ronde Ronde-analyse aangeven Actueel vermogen Rondetijd Terugzetten Actueel koppel De RACETIMER is alleen bedoeld voor gebruik op...
Pagina 182 Instrumenten-display en boordcomputer 179 Nieuwe ronde starten: Na de eerste opge‐ Ronde-analyse aangeven: Na ten minste Weergave selecteren: Op de touch-control slagen ronde op de touch-control links druk‐ twee opgeslagen rondes op de touch-control links een veegbeweging naar boven of bene‐ ken.
Pagina 183 180 Instrumenten-display en boordcomputer overzicht voor het instrumentendisplay raad‐ plegen ( pagina 172). De waarden van de volgende functies kunnen worden teruggezet: Dagteller Tripcomputer Na vertrek Na reset ECO-aanduiding ( pagina 121) De functie die moet worden teruggezet, selecteren: Maak links op de touch-control Standaardweergave (voorbeeld) Tripcomputer (voorbeeld) een veegbeweging naar boven of beneden.
Pagina 184 Instrumenten-display en boordcomputer 181 Radiozender met de boordcomputer selecte‐ Mediaweergave met de boordcomputer Een radiozender selecteren: Maak links op bedienen de touch-control een veegbeweging naar boven of beneden. Boordcomputer: Boordcomputer: Het frequentiebereik of zendergeheugen Radio Media selecteren Links op de touch-control drukken. Het frequentiebereik/zendergeheugen selecteren: Maak links op de touch-control een veegbeweging naar boven of beneden.
Pagina 185 182 Instrumenten-display en boordcomputer Naar de titel in een actieve mediabron Als voor een record meerdere telefoon‐ Deze apparatuur alleen bedienen als de gaan: Maak links op de touch-control een nummers opgeslagen zijn: Maak links op verkeerssituatie dit toelaat. veegbeweging naar boven of beneden. de touch-control een veegbeweging naar Als dit niet kan worden gewaarborgd, boven of beneden en selecteer het gewenste...
Pagina 186 Instrumenten-display en boordcomputer 183 Een gesprek aannemen/weigeren Maak links op de touch-control een veegbe‐ weging naar boven of beneden en selecteer 6 (aannemen) of ~ (weigeren). Links op de touch-control drukken. U kunt het gesprek ook met de toetsen 6 of ~ in het stuurwiel aannemen of weigeren.
Pagina 187 184 Multimediasysteem Displaytoets toont volume, actueel volume Overzicht en bediening tijdens de instelling of geluid uit Overzicht multimediasysteem Displaytoets indrukken: Multimediasysteem in- of uitschakelen & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding Touchpad door informatiesystemen en communica‐ tieapparatuur Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ greerde informatiesystemen en communica‐...
Pagina 188 Multimediasysteem 185 Overzicht centrale bedieningselementen De aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐ Toetsengroep multimediasysteem op het ging van het interieur in acht nemen stuurwiel ( pagina 172) pagina 272). Mediadisplay Automatische temperatuuruitschakeling: Als Tuimelschakelaar omhoog- of omlaagdruk‐ de temperatuur te hoog is, wordt eerst de hel‐ ken: Het volume verhogen of verlagen derheid automatisch gereduceerd.
Pagina 189 186 Multimediasysteem Touch-Control Op de touch-control naar rechts vegen. Touch-control bedienen Menupunt selecteren: Op de touch-control omhoog, omlaag, naar links of rechts vegen. Op de touch-control drukken. Digitale kaart verschuiven: In een willekeu‐ rige richting vegen. Gevoeligheid voor de touch-control instellen Multimediasysteem: Systeem w Invoer...
Pagina 190 Multimediasysteem 187 Linksom of rechtsom draaien 3. Naar links of rechts schuiven 1. Omhoog of omlaag schuiven 4. Diagonaal schuiven 2. Kort of lang indrukken 7. Touchpad Touchpad bedienen Voorwaarden Het multimediasysteem is uitgerust met een touchpad. Toets % Toets % Kort indrukken: Terug naar laatste weergave Kort indrukken: Terug naar laatste weergave Lang indrukken: Hoofdfuncties oproepen...
Pagina 191 188 Multimediasysteem Gevoeligheid voor de touchpad instellen Haptische bedieningsfeedback van de touch‐ Hoofdfuncties en favorieten oproepen Multimediasysteem: pad in- en uitschakelen Touchpad Multimediasysteem: Systeem w Invoer De navigatie in menu's en lijsten gebeurt via het Systeem w Invoer Touchpad-gevoeligheid selecteren. aanrakingsgevoelige oppervlak met een-vin‐...
Pagina 192 Multimediasysteem 189 Met een vinger omhoog of omlaag vegen. Systeeminstellingen Tweemaal omlaag navigeren. Radio: De vorige of de volgende zender wordt Het menu Favorieten verschijnt. Eigen favorieten toevoegen ingesteld. pagina 189). Nieuwe favoriet selecteren. Mediabron: De vorige of de volgende muziek‐ De categorieën worden weergegeven.
Pagina 193 190 Multimediasysteem Favorieten hernoemen Favorieten wissen Geluid in- en uitschakelen De toets © indrukken. De toets © indrukken. De hoofdfuncties worden weergegeven. De hoofdfuncties worden weergegeven. Eenmaal omlaag navigeren. Eenmaal omlaag navigeren. Een favoriet selecteren. Een favoriet selecteren. Eenmaal omlaag navigeren. Eenmaal omlaag navigeren.
Pagina 194 Multimediasysteem 191 Volume instellen Op het multimediasysteem Systeem selecte‐ ren. Audio selecteren. Een volume-instelling selecteren. Het volume instellen. Invoeren van tekens Tekeninvoer gebruiken & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding door informatiesystemen en communica‐ Op multifunctioneel stuurwiel: De volume‐ tieapparatuur knop draaien. Het volume van de actuele radio- of media‐...
Pagina 195 192 Multimediasysteem Op de touch-control en op de controller Tekens op de touchpad invoeren Bij het gebruik van het multimediasysteem de wettelijke bepalingen in acht nemen van het land (indien beschikbaar): De tekens in de balk Voorwaarden waar u zich op dat moment bevindt. met tekens selecteren.
Pagina 196 Multimediasysteem 193 Teken invoeren: Het teken met een vinger Afhankelijk van de auto kan verschillende extra Systeeminstellingen op de touchpad schrijven. informatie worden weergegeven. Het extra dis‐ Display Het teken wordt in de invoerregel ingevoerd. playgebied omvat het linker of het rechter derde deel van het display.
Pagina 197 194 Multimediasysteem Tijdzone instellen Zomertijd selecteren. De datum wordt automatisch via GPS ingesteld. Multimediasysteem: selecteren. Systeem & Tijd en datum Verbinding Tijd- en datumformaat instellen Tijdzone: Multimediasysteem: Hotspot via business-telefonie instellen De landenlijst wordt weergegeven. Multimediasysteem: Systeem & Tijd en datum Een land selecteren #.
Pagina 198 Multimediasysteem 195 Wi-Fi De functie in- O of uitschakelen ª. ® Bluetooth is een geregistreerde handelsmerk van de Bluetooth Special Interest Group (SIG) Overzicht WiFi-verbinding Inc. ® WiFi kan worden gebruikt om een verbinding met Bluetooth ® Internetverbinding via Bluetooth is niet in een WiFi-netwerk tot stand te brengen en toe‐...
Pagina 199 196 Multimediasysteem Het multimediasysteem via Wi-Fi met een De verbinding met een beveiligd WiFi-net‐ De verbindingssoort via een beveiligingssleu‐ werk vindt plaats met de druk op een toets apparaat verbinden tel ondersteunt alle apparaten. (Pushbutton). Als geen HERMES communicatiemodule is Via WPS PIN gemonteerd, is deze functie beschikbaar.
Pagina 200 Multimediasysteem 197 Op het multimediasysteem Verder selecte‐ Multimediasysteem: De pincode die op het display van het ren. externe apparaat wordt weergegeven, in het Systeem ö Connectiviteit multimediasysteem invoeren. Apparaat is reeds verbonden Multimediasysteem als Wi-Fi-hotspot confi‐ Verder selecteren. gureren Automatisch verbinden: In de lijst een Wi- Met een druk op de toets verbinden: Het type verbindingsopbouw is afhankelijk van Fi-netwerk markeren.
Pagina 201 Bij het exporteren van gegevens niet de snelheidsmeter inschakelen O. gegevensdrager verwijderen. Systeemtaal Mercedes-Benz is niet aansprakelijk voor Aanwijzingen voor de systeemtaal Gegevensimport en gegevensexport eventueel verlies van gegevens. Met deze functie wordt de taal voor de menu‐ Functie voor het importeren/exporteren van meldingen vastgelegd.
Pagina 202 Multimediasysteem 199 De sd-kaart is aangebracht ( pagina 242) Een gegevensdrager selecteren. Een nieuwe pincode opslaan. of het usb-apparaat is aangesloten De gegevens worden geëxporteerd. De Pinbeveiliging voor gegevensexport active‐ pagina 244). export van gegevens kan enkele minuten duren. Multimediasysteem: Instellingen wijzigen selecteren.
Pagina 203 Als alternatief kunt u de pinbeveiliging bij Automatische synchronisatie Gebruikersprofiel importeren/exporteren een Mercedes-Benz-servicewerkplaats laten Bij het in- en uitschakelen van het contact vindt terugzetten. elke keer een synchronisatie van de individuele Voorwaarden gebruikersprofielen op het multimediasysteem Er is een internetverbinding aanwezig en de server plaats.
Pagina 204 Export: Profielen naar server exporteren Meer informatie over de software-updates onder Deze is niet in alle landen beschikbaar. Voor selecteren. http://me.mercedes-benz.com meer informatie over de internetverbinding, De gebruikersprofielen worden geëxporteerd. zie ( pagina 232). Software-actualisering uitvoeren...
Pagina 205 202 Multimediasysteem De status van de actuele stand van de upda‐ U heeft de volgende opties: De parkeerrem is bediend. tes wordt weergegeven. Downloaden Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, wordt Handmatige actualisering De update wordt op de achtergrond gedown‐ de update geïnstalleerd.
Pagina 206 Bovendien Naar circuitnaam zoeken Als u uw pincode vergeten bent, kunt u de kunnen het accelereren en het afremmen geme‐ pinbeveiliging door een Mercedes-Benz-ser‐ Alle circuits selecteren. ten en opgeslagen worden. vicewerkplaats laten deactiveren. ª...
Pagina 207 204 Multimediasysteem De afstand tot en de richting naar de startlijn Datum Voor de parameters 1 en 2 kunnen bijvoor‐ van het circuit wordt weergegeven. beeld de volgende waarden worden inge‐ Weerbericht steld: Het gewenste circuit selecteren. De gewenste ronde selecteren. Als u al op dit circuit heeft gereden, kunt u Snelheid De analyse wordt weergegeven.
Pagina 208 Multimediasysteem 205 Circuits en registraties bewerken De meting kan vroegtijdig worden beëindigd reactietijd. De reactietijd wordt weergegeven door het selecteren van Stop, of door de auto zodra u wegrijdt. Als u te vroeg vertrekt, ver‐ Alle circuits selecteren. tot stilstand te brengen. schijnt de melding Jump start.
Pagina 209 206 Multimediasysteem Metingen bewerken Snelheid Een nieuw rijdersprofiel aanmaken. History (verloop) selecteren. Stuurhoek De gewenste meting markeren. Een bestaand rijdersprofiel selecteren. De gewenste parameters instellen. Het rijdersprofiel wordt geactiveerd. Ü Opties selecteren. De tijdsduur instellen. De gereden circuits, rondes en tijden worden De ingestelde parameters worden gedurende Weather (weer) of...
Pagina 210 Multimediasysteem 207 Mobiel apparaat via TRACK PACE App verbin‐ Akoestische feedback instellen Informatie oproepen Acoustic feedback (akoestische feedback) Info selecteren. De TRACK PACE App maakt het mogelijk om selecteren. De volgende informatie wordt weergegeven: video's op te zoeken en deze met opgeslagen De volgende instellingen staan ter beschik‐...
Pagina 211 Meer informatie is verkrijgbaar bij een municatieapparatuur tijdens het rijden Mercedes-Benz-servicewerkplaats of onder: Wanneer u tijdens het rijden de mobiele com‐ http://www.mercedes-benz.com/connect municatieapparatuur bedient, kunt u van de...
Pagina 212 Multimediasysteem 209 Overzicht telefoonmenu ® ¢ (telefoon gereed) of w (gesprek Eén mobiele telefoon verbonden: Actief Bluetooth -apparaatnaam van de momen‐ actief) gesprek: teel verbonden mobiele telefoon Contacten pagina 217) Twee mobiele telefoons verbonden: Weerga‐ Veldsterkte van het mobiele-telefoonnet voor vewisseling tussen telefoon 1 en 2 of Actief de actueel verbonden en geselecteerde...
Pagina 213 210 Multimediasysteem Overzicht telefoonfuncties Pas nadat een mobiele telefoon met het multi‐ Er wordt van het ene naar het andere gsm- of mediasysteem is verbonden, worden de afbeel‐ umts-zend- en ontvangststation gewisseld, Afhankelijk van de uitrusting zijn de volgende dingen weergegeven.
Pagina 214 Multimediasysteem 211 Mobiele telefoon verbinden (autorisatie via Multimediasysteem: ® Bluetooth op multimediasysteem is inge‐ het invoeren van een passkey) schakeld ( pagina 195). Telefoon ª Apparaten De mobiele telefoon selecteren. Nieuw apparaat verbinden selecteren. Multimediasysteem: Een een- tot zestiencijferig getal als passkey Telefoon ª...
Pagina 215 212 Multimediasysteem Om de mobiele telefoon als audiobron te Simkaart voor de business-telefonie gebrui‐ Business-telefonie instellen gebruiken: Audiobron selecteren Voorwaarden pagina 247). Gebruik met mobiele telefoon: Een mobiele telefoon kan parallel worden ® Bluetooth op de mobiele telefoon is gebruikt als audio- en als telefoonbron. ingeschakeld (zie de handleiding van de Het is op een later tijdstip te allen tijde fabrikant).
Pagina 216 Multimediasysteem 213 Simkaart verbinden Overzicht van de symbolen bij de business- Multimediasysteem: telefonie Telefoon ª Apparaten De simkaart selecteren. De pincode van de simkaart invoeren en Mobiele telefoon aanmelden bevestigen. Business-telefonie activeren selecteren. Parallel gebruik van een mobiele telefoon: Nieuw apparaat verbinden selecteren.
Pagina 217 214 Multimediasysteem Van mobiele telefoon wisselen (gebruik van Simkaart aangebracht en beschikbaar twee telefoons) Handsfree-profiel geactiveerd SAP-functie beschikbaar en geactiveerd Voorwaarden De mobiele telefoons zijn geautoriseerd SAP-functie niet beschikbaar pagina 210). Het betreffende symbool wordt geel gemar‐ keerd als de mobiele telefoon actief met het Multimediasysteem: systeem verbonden is.
Pagina 218 Ontvangstvolume Zendvolume selecteren. Spraakherkenning van de mobiele telefoon Het volume instellen. stoppen Meer over het geadviseerde ontvangst- en zend‐ In het multifunctioneel stuurwiel de toets volume: http://www.mercedes-benz.com/ 8 of ~indrukken. connect...
Pagina 219 216 Multimediasysteem Gesprekken Gesprek in de wacht activeren of ophangen De volgende functies zijn beschikbaar tijdens het bellen: Gesprek voortzetten Gesprek beëindigen Telefoneren Gesprek beëindigen selecteren. Multimediasysteem: Nog een gesprek voeren Telefoon ª Contacten Conferentiegesprek voeren Toetsenbord (weergeven voor het verzenden In het telefoonmenu Conferentie schakelen Bellen...
Pagina 220 Multimediasysteem 217 Contacten van de mobiele telefoon downloa‐ Aannemen selecteren. Afhankelijk van de gegevensbron is het volgende Het binnenkomende gesprek is actief. aantal contact beschikbaar: Multimediasysteem: permanent opgeslagen contacten: 3000 Wanneer slechts één mobiele telefoon met Telefoon Z Opties Contacten het multimediasysteem is verbonden, wordt records het vorige gesprek vastgehouden.
Pagina 221 218 Multimediasysteem Overzicht voor het importeren van contacten Tekens in het zoekveld invoeren. Bron Voorwaarden Een selectie van mogelijke contacten ver‐ Contacten uit verschillende bronnen schijnt. Hoe meer tekens u invoert in het Als het versturen van ñ Bluetooth ® -ver‐...
Pagina 222 Multimediasysteem 219 Overige opties in het contacten-menu selec‐ Een optie selecteren. Het contact selecteren. teren p selecteren. Contact van de mobiele telefoon opslaan Multimediasysteem: Multimediasysteem: Contact wissen selecteren. Telefoon ª Contacten Telefoon ª Contacten selecteren. Een contact selecteren. Het contact van de mobiele telefoon ó p selecteren.
Pagina 223 220 Multimediasysteem Mercedes-Benz-servicewerkplaats of via: http:// Nieuwe en ongelezen berichten Wanneer het Bluetooth ® profiel PBAP niet wordt www.mercedes-benz.com/connect ondersteund, heeft dit onderstaande gevolgen: Nieuwe berichten Bij sommige mobiele telefoons zijn na de verbin‐ Het multimediasysteem stelt zelf een oproep‐...
Pagina 224 Mercedes-Benz adviseert, de verbinding via systeem verbonden. een aansluitkabel alleen los te maken als de U hebt daarvoor als extra uitrusting de regeleen‐ auto stilstaat. heid Mercedes-Benz Link nodig. Deze zijn ver‐ Multimediasysteem: krijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerk‐ Connect plaats. Mercedes-Benz Link...
Pagina 225 222 Multimediasysteem Apple CarPlay™ diening gebeurt door het lang indrukken van de ® iPhone via Apple CarPlay™ verbinden toets ó in het multifunctioneel stuurwiel. Overzicht Apple CarPlay™ Voorwaarden Er kan altijd maar één mobiele telefoon via Apple Op de iPhone ®...
Pagina 226 De toets ò, bijvoorbeeld in het multifunc‐ verbreken. Deze apparatuur alleen bedienen als de Mercedes-Benz adviseert, de verbinding via tioneel stuurwiel, indrukken. verkeerssituatie dit toelaat. de aansluitkabel alleen los te maken als de Indien Apple CarPlay™...
Pagina 227 224 Multimediasysteem Mobiele telefoon via Android Auto verbinden ment of spraakbediening. Het activeren van de Multimediasysteem: spraakbediening gebeurt door het lang indruk‐ Connect Android Auto Voorwaarden ken van de toets ó in het multifunctioneel De eerste activering van Android Auto via het De mobiele telefoon in de apparatenlijst stuurwiel.
Pagina 228 Mercedes-Benz adviseert, de verbinding via manier gegenereerd. gemaakt. Android Auto kan via het hoofd‐ een aansluitkabel alleen los te maken als de Deze hangt samen met het voertuigidentificatie‐...
Pagina 229 226 Multimediasysteem Mercedes me connect Houd er alstublieft rekening mee, dat Mercedes Multimediasysteem: me connect een service van Mercedes-Benz is. Telefoon ª Contacten Informatie over Mercedes me connect In noodgevallen beslist het bekende landelijke Mercedes me connect bellen. Mercedes me connect biedt onder andere de alarmnummer bellen.
Pagina 230 Informatie met betrekking tot MB-Info- ningspaneel dakconsole ( pagina 226) of het oproep multimediasysteem ( pagina 226) plaatsge‐ Er heeft een Info-oproep naar de Mercedes-Benz vonden. klantenservice via het bedieningspaneel dakcon‐ Pechhulp-oproep voeren: De toets Omvang van de pechhulp sole ( pagina 226) of het multimediasysteem indrukken.
Pagina 231 Ongeacht of u hebt ingestemd met het onder‐ Het Mercedes me connect ongevalmanagement het bedieningspaneel dakconsole houdsmanagement, herinnert het multimedia‐ is een aanvulling op het Mercedes-Benz noodop‐ pagina 226) aanwezig. systeem u na een bepaalde periode aan een roepsysteem ( pagina 229).
Pagina 232 Multimediasysteem 229 Verstuurde gegevens tijdens een Mercedes De volgende gegevens worden verzonden, als Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem is vanaf me-oproep geen dienst is geactiveerd en de gegevensbevei‐ productiedatum ten minste tien jaar beschik‐ ligingsvraag is bevestigd: baar. De gebruiksvoorwaarden voor Mercedes me...
Pagina 233 230 Multimediasysteem SOS NOT READY: Het contact is niet ingescha‐ De noodoproep is geactiveerd: Mercedes-Benz alarmcentrale, wordt de noodop‐ roep automatisch doorgestuurd naar de open‐ keld of er is een storing van het noodoproepsys‐ Er wordt een spraakverbinding met de teem aanwezig.
Pagina 234 Bij een automatische of een handmatige nood‐ Als het Mercedes-Benz noodoproepsysteem gebracht. oproep worden onder andere de volgende gege‐ geen noodoproep met de Mercedes-Benz alarm‐ vens doorgegeven: Er wordt een sms met ongevalsgegevens aan centrale kan opbouwen, wordt de noodoproep de Mercedes-Benz alarmcentrale gestuurd.
Pagina 235 232 Multimediasysteem Voor meer informatie over het verloop van het van het display van het mediadisplay uitgescha‐ Online- en internetfuncties ongeval kunnen tot een uur na het activeren van keld is. Dit betekent dat het noodoproepsysteem Internetverbinding de noodoproep de volgende maatregelen worden de diagnose met succes doorstaan heeft.
Pagina 236 Mercedes me connect worden aangeschaft. mobiele telefoon ( pagina 234) door het bedienen van de mobiele com‐ Vraag bij een Mercedes-Benz-servicewerk‐ municatieapparatuur tijdens het rijden Via de business-telefonie ( pagina 234) plaats na of het in uw land mogelijk is om Wanneer u tijdens het rijden de mobiele com‐...
Pagina 237 234 Multimediasysteem Op het externe apparaat is de functie Wi-Fi De mobiele telefoon is alleen als SAP De eigen provider selecteren. uitgeschakeld. telefoon verbonden en niet in het Hands- Wanneer een overzicht van de provider- Free Profile. instellingen verschijnt, de instellingen uitvoe‐ In het externe apparaat is gedeeld internet ren.
Pagina 238 Automatische configuratie inschakelen O. De mobiele telefoon is uitgeschakeld. Meer informatie is verkrijgbaar bij http:// De internetverbinding wordt automatisch via Er is niet voldoende mobiele-telefoonnet‐ www.mercedes-benz.com/connect of bij een het Bluetooth ® -profiel PAN geconfigureerd. werkdekking beschikbaar. Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Van PAN naar DUN wisselen: De mobiele...
Pagina 239 236 Multimediasysteem Vrijgave van een mobiele telefoon voor inter‐ Bij het gebruik van de business-telefonie is Het multimediasysteem bouwt in de regel de nettoegang annuleren internetverbinding automatisch op. Wanneer ® het wisselen tussen Bluetooth profielen Multimediasysteem: het multimediasysteem niet met internet ver‐ niet mogelijk.
Pagina 240 Multimediasysteem 237 Verbindingsstatus juiste waarde kunt u bij uw provider opvra‐ Als dit niet kan worden gewaarborgd, gen. op een veilige plek stoppen en de invoe‐ Overzicht verbindingsstatus Bij een verbinding via de communicatiemo‐ ring als de auto stilstaat uitvoeren. dule wordt de volgende statusinformatie Bij het gebruik van het multimediasysteem de weergegeven:...
Pagina 241 238 Multimediasysteem Overzicht webbrowser Webbrowseropties oproepen Browserdata wissen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Connect z Browser Connect z Browser Z Opties Z Opties Browsergegevens wissen De volgende functies zijn beschikbaar: De volgende opties staan ter beschikking: Pagina opnieuw laden/Afbreken Alle Cache Zoom Cookies Browserinstellingen Ingevoerde URL's Browsergegevens wissen...
Pagina 242 ¡ selecteren. storingsvrije overdracht aanwezig. Favorieten wissen De diensten zijn afhankelijk van het betref‐ fende land. Een favoriet markeren. Voor meer informatie hierover contact opne‐ p selecteren. men met een Mercedes-Benz-servicewerk‐ Wissen selecteren. plaats. selecteren. Multimediasysteem: Webbrowser afsluiten Radio Þ Radiobron...
Pagina 243 240 Multimediasysteem Internet-radiozender als favoriet opslaan/ Het centrale bedieningselement ingedrukt Baudrate wissen houden, tot een akoestisch signaal klinkt. Actuele zender is als favoriet opgeslagen Multimediasysteem: Het symbool ß verdwijnt bij de zender‐ Extra informatie van de actuele zender naam. Radio Þ...
Pagina 244 Multimediasysteem 241 MTP apparatuur Door het grote aantal op de markt Media beschikbare usb-apparaten kan niet wor‐ ® Bluetooth audioapparatuur Audioweergave den gewaarborgd dat alle usb-apparaten De volgende aanwijzingen in acht nemen: kunnen worden weergegeven. Informatie over de audiofunctie Het multimediasysteem beheert in totaal Kopieerbeveiligde muziekbestanden of &...
Pagina 245 242 Multimediasysteem Mediafunctie inschakelen De sd-kaart in de sd-kaartsleuf steken tot Sd-kaarten buiten bereik van kinderen Multimediasysteem: deze vergrendelt. De zijde met de contacten bewaren. moet omlaag wijzen. Media à Mediabronnen Wanneer een sd-kaart is ingeslikt, zo Afspeelbare muziekbestanden worden afge‐ Een mediabron selecteren.
Pagina 246 Multimediasysteem 243 Overzicht audiofunctie Actieve gegevensdrager Titelnummer en aantal titels in de titellijst Mediabronnen Albumcover Zoeken Geluid Titel, artiest, album Afspeelregeling Opties...
Pagina 247 244 Multimediasysteem Usb-apparaten aansluiten Titel in de mediaweergave selecteren Random-weergave van het actuele medium Multimediasysteem: selecteren. * AANWIJZING Schade bij hoge tempera‐ Alle titels op de actieve gegevensdrager wor‐ Media turen den in willekeurige volgorde afgespeeld. Titel via titelsprong selecteren Normale titelvolgorde selecteren.
Pagina 248 Media ª Zoeken gehele inhoud van het medium gelezen en www.mercedes-benz.com/connect. Volgt de geanalyseerd is. Afhankelijk van de aangesloten mediabronnen en informatie onder de rubriek "Media Interface". de bestanden kan uit de volgende categorieën...
Pagina 249 246 Multimediasysteem Overzicht Media Interface Actieve gegevensdrager Titelnummer en aantal titels in de titellijst Mediabronnen Albumcover Zoeken Geluid Artiest, titel en album Afspeelregeling Opties...
Pagina 250 Multimediasysteem 247 ® gebruikt, moet u deze autoriseren Bluetooth -audio pagina 248). ® Informatie over Bluetooth -audio ® Als u uw Bluetooth -audioapparatuur de eerste keer samen met het multimediasysteem ® Overzicht Bluetooth -audio Actieve gegevensdrager Albumcover Titel, artiest, album...
Pagina 251 248 Multimediasysteem Titelnummer en aantal titels in de titellijst Afspeelregeling Geluid Zoeken Mediabronnen Opties ® Zoeken via het systeem starten selecteren. Zoeken via het apparaat selecteren. Bluetooth -audioapparatuur zoeken en auto‐ De gevonden audioapparatuur wordt in de riseren De autorisatie starten op de audioapparatuur apparatenlijst weergegeven.
Pagina 252 Multimediasysteem 249 ® De functie wordt niet door elke mobiele tele‐ ® Bluetooth -audio inschakelen Bluetooth -audioapparatuur losmaken foon ondersteund. Multimediasysteem: Multimediasysteem: Media à Mediabronnen Telefoon á Mediabronnen ® Muziektitels op de Bluetooth -audioappara‐ á Bluetooth Audio selecteren. tuur zoeken In de regel van de mobiele telefoon het sym‐...
Pagina 253 250 Multimediasysteem Overzicht radio Actieve frequentieband Zenderlijst Geluid Zendernaam of ingestelde frequentie Zendergeheugen Deze titel taggen Artiest, titel, album en radiotekst Radiobron Opties...
Pagina 254 Multimediasysteem 251 Frequentieband instellen Radiozender via zendernaam of directe fre‐ Radiozendergeheugen bewerken quentie-invoer zoeken Multimediasysteem: Multimediasysteem: Multimediasysteem: Radio Þ Radiobron Radio ß Zendergeheugen Radio è è Een frequentieband selecteren. Zender verschuiven: Een zendernaam of een frequentie invoeren. Een geheugeninvoer markeren en naar links a selecteren.
Pagina 255 252 Multimediasysteem Slideshow oproepen (FM/DAB-radiofunctie) Modus volledig beeld uitschakelen: % ♫→ Deze titel taggen selecteren. selecteren. De titelinformatie wordt opgeslagen. Multimediasysteem: Radio Þ Radiobron Frequentie vastzetten functie in- of uitscha‐ Verkeersinformatie in- en uitschakelen FM/DAB zenders kelen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Systeem õ...
Pagina 256 Multimediasysteem 253 Radiotekst in- en uitschakelen Overige geluidsinstellingen Menu verlaten: De toets % indrukken. Multimediasysteem: Een geluidsmenu selecteren. Burmester ® surround sound system Radio Z Opties Hoge, midden en lage tonen instellen Radiotekstinformatie weergeven Multimediasysteem: ® Informatie over het Burmester -surround De functie in- O of uitschakelen ª.
Pagina 257 254 Multimediasysteem Hoge tonen, middentonen en lage tonen in ® Balans/fader in het Burmester -surround het Burmester ® surround sound system sound system instellen instellen Multimediasysteem: Multimediasysteem: Media à Geluid Media à Geluid Equalizer Balans en Fader Hogetonen, Middle Lagetonen selecteren.
Pagina 258 Bij zwaardere bedrijfsomstandigheden of zwaardere belasting van de auto moeten Mercedes-Benz adviseert om dergelijke bedrijfs‐ onderhoudswerkzaamheden vaker dan voorge‐ omstandigheden te vermijden. schreven worden uitgevoerd. Informatie met betrekking tot het onderhoud van...
Pagina 259 256 Onderhoud en verzorging Standtijd met accukabels losgemaakt bestuurder van de auto is zelf verantwoordelijk & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ voor het eventueel vaker laten uitvoeren van len en letsel bij het openen en sluiten De weergave van het onderhoudsinterval voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden als van de motorkap ASSYST PLUS berekent de onderhoudster‐...
Pagina 260 Onderhoud en verzorging 257 Bij brand in de motorruimte de motor‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel kap gesloten houden en contact opne‐ door het aanraken van spanningsvoe‐ door het gebruik van de ruitenwissers bij men met de brandweer. rende onderdelen geopende motorkap Het ontstekingssysteem en het brandstofin‐...
Pagina 261 258 Onderhoud en verzorging met iets meer snelheid laten dichtvallen, tot hij correct vergrendelt. Motorolie Het motoroliepeil controleren met de olie‐ peilstaaf & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden door hete onderdelen in de motorruimte Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐ nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐...
Pagina 262 Onderhoud en verzorging 259 Oliepeil te laag: Het oliepeil ligt bij Boordcomputer: daaronder. Service Motoroliepeil Oliepeil te hoog: Het oliepeil ligt boven Op het multifunctioneel display verschijnt een van de volgende meldingen: Wanneer het oliepeil te laag is, 1 l motorolie Motoroliepeil Oliepeil wordt gemeten: Nog bijvullen.
Pagina 263 260 Onderhoud en verzorging Te veel bijgevulde motorolie aftappen. Naar De motor laten afkoelen en alleen de Niet de motorolie of het oliefilter wijzi‐ een gekwalificeerde werkplaats gaan. hierna beschreven onderdelen aanra‐ gen, om langere verversings- respectie‐ ken. velijk vervangingsintervallen als voorge‐ Voor motoroliepeil contact aan: schreven te bereiken.
Pagina 264 Onderhoud en verzorging 261 Koelvloeistofniveau controleren De afsluitdop langzaam openen, om de druk te laten ontsnappen. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden door hete onderdelen in de motorruimte Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐ nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐...
Pagina 265 Indien nodig een door Mercedes-Benz goed‐ Ervoor zorgen dat er geen ruitensproei‐ gekeurde koelvloeistof bijvullen. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ ervloeistofconcentraat naast de vulope‐ Meer informatie over koelvloeistof, zie wonden bij het openen van de motorkap ning terecht komt.
Pagina 266 Onderhoud en verzorging 263 Reiniging en verzorging Erop letten dat de doorgangsbreedte van de wasstraat, met name de breedte Aanwijzingen met betrekking tot het auto van de geleiderails, voldoende is. wassen in een wasstraat Om schade aan de auto te vermijden, het vol‐ &...
Pagina 267 264 Onderhoud en verzorging Aanwijzingen met betrekking tot het gebruik De aanjager van de ventilatie en de verwar‐ Een minimale afstand van 30 cm tot de auto ming is uitgeschakeld. van een hogedrukreiniger aanhouden. De schakelaar van de ruitenwissers staat in Auto's met decorfolie: Onderdelen van de &...
Pagina 268 Onderhoud en verzorging 265 beeld alleen toegestaan bij speciale wasplaat‐ De auto met lauw water en een zachte auto‐ direct in de luchtinlaatroosters onder de sen. spons wassen. De auto daarbij niet aan motorkap richten. directe zonnestraling blootstellen. Een mild schoonmaakmiddel, bijvoorbeeld autoshampoo, gebruiken.
Pagina 269 266 Onderhoud en verzorging Aanwijzingen met betrekking tot de verzorging van lak en matte lak De volgende aanwijzingen in acht nemen: Reiniging en verzorging Voorkomen van beschadigingen van de lak Dode insecten: Met insectenverwijderaar inweken en ver‐ Geen stickers, folie of iets dergelijks aanbrengen. volgens afspoelen.
Pagina 270 Onderhoud en verzorging 267 Reiniging en verzorging Voorkomen van beschadigingen van de lak Matte lak Alleen voor Mercedes-Benz goedgekeurde verzorgings‐ De auto en de lichtmetalen velgen niet poetsen. middelen gebruiken. Uitsluitend wasstraten gebruiken die met de huidige stand van de techniek overeenkomen.
Pagina 271 Steenslag en vervuiling Bij vervuiling in het oppervlak of een doffe decorfolie: Het voor Chemische reinigingsmiddelen Mercedes-Benz geadviseerde en vrijgegeven reinigingsmiddel Paint Cleaner gebruiken. Vethoudende stoffen Dode insecten: Met insectenverwijderaar inweken en vervolgens Geen poetsmiddelen op matte decorfolie gebruiken. Poetsen leidt ertoe afspoelen.
Pagina 272 Voor het herstellen van evenals veroudering, kunnen de kapnaden gaan ken als de auto lange tijd buiten staat gepar‐ de werking de kap met de door Mercedes-Benz lekken. De kapnaden in dat geval laten afdichten keerd.
Pagina 273 270 Onderhoud en verzorging Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐ het bijzonder kinderen in de gaten hou‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ ging van onderdelen van de auto den. wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐ sierstukken Onderdelen van de auto laten afkoelen &...
Pagina 274 Ruiten De ruiten aan de binnen- en buitenzijde met een vochtige Voor het reinigen van de binnenzijde geen droge doeken, doek en een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmid‐ schuurmiddelen of oplosmiddelen bevattende reinigingsmid‐ del reinigen. delen gebruiken.
Pagina 275 De achterspoiler na het drogen volledig inschuiven pagina 160). Uitlaateindpijp Met een door Mercedes-Benz geadviseerd reinigingsmiddel Geen zuurhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. reinigen, met name in de winter en na het wassen van de auto. Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐...
Pagina 276 (TFT/LCD) reinigen. Geen andere middelen gebruiken. Kunststof bekleding Met een vochtige microvezeldoek reinigen. Geen stickers, folie of iets dergelijks aanbrengen. Bij sterke vervuiling: Door Mercedes-Benz geadviseerd Niet in contact laten komen met cosmetica, insectenspray verzorgingsmiddel gebruiken. en zonnebrandcrème. Echt hout/sierdelen Met een microvezeldoek reinigen.
Pagina 277 Met een vochtige doek reinigen en met een droge doek Het leder niet te nat reinigen. echt leder nawissen. Geen microvezeldoek gebruiken. Lederverzorging: Door Mercedes-Benz geadviseerd leder‐ verzorgingsmiddel gebruiken. Stoelhoezen van Met een vochtige doek reinigen. Geen microvezeldoek gebruiken. DINAMICA Stoelhoezen van Met een vochtige doek en een 1%-zeepoplossing reinigen.
Pagina 278 Pechhulp 275 In de volgende gevallen de veiligheidsvesten ver‐ Noodgeval vangen: Veiligheidsvest uitnemen De reflecterende strepen zijn beschadigd of De veiligheidsvesten bevinden zich in de portier‐ vervuild. opbergvakken in de voorportieren. Het is te vaak gewassen. De fluorescerende eigenschappen nemen af. Gevarendriehoek Gevarendriehoek opklappen Maximum aantal wasbeurten...
Pagina 279 276 Pechhulp Brandblusser verwijderen De poten zijdelings naar onderen uitklap‐ pen. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door een niet correct bevestigde EHBO-set brandblusser in de beenruimte van de bestuurder Een brandblusser in de beenruimte van de bestuurder kan de slag van de pedalen beperken of een ingedrukt pedaal blokkeren.
Pagina 280 Pechhulp 277 Daartoe de TIREFIT-set gebruiken Banden zonder noodloopeigenschappen: Abrupte stuur- en rijmanoeuvres en rij‐ pagina 278). den over hindernissen (stoepranden, Niet met drukloze band rijden. Auto's met Mercedes me connect: U kunt kuilen en wegoneffenheden, in het ter‐ De drukloze band direct vervangen door rein) vermijden.
Pagina 281 278 Pechhulp leeg zijn. De band mag echter geen duidelijk De bereikbare nog af te leggen afstand kan afwij‐ De informatie over de vermogensklasse (LK) zichtbare beschadiging vertonen. ken afhankelijk van de rijstijl. Daarbij de toege‐ en/of de elektrische gegevens vindt u aan stane maximumsnelheid van 80 km/h in acht de achterzijde van de bandenvulcompressor: Een MOExtended-band kunt u herkennen aan het...
Pagina 282 Pechhulp 279 Opbergplaats TIREFIT-set: ( pagina 278) & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en Bij allergische reacties direct naar een Met het bandenplakmiddel TIREFIT kunnen arts gaan. vergiftigingsgevaar door bandenplakmid‐ kleine perforaties tot 4 mm, in het bijzonder in het loopvlak van de band, worden afgedicht. * AANWIJZING Oververhitting door te Het bandenplakmiddel is schadelijk voor de TIREFIT is bruikbaar bij een buitentemperatuur...
Pagina 283 280 Pechhulp Deel van de TIREFIT-sticker in het Het ventieldopje van het ventiel van de gezichtsveld van de bestuurder op het combi- lekke band draaien. instrument plakken. De vulslang op het ventiel schroeven. Deel van de TIREFIT-sticker in de buurt De stekker in een 12‑V‑aansluiting van de van het ventiel op de velg van het wiel met...
Pagina 284 Pechhulp 281 De bandenvulcompressor tijdens deze fase Wanneer na tien minuten de bandenspan‐ Met de auto zeer langzaam circa 10 m voor‐ niet uitschakelen! uit- of achteruitrijden. ning van 200 kPa (2,0 bar, 29 psi) wordt bereikt: De bandenvulcompressor maximaal tien De band opnieuw oppompen.
Pagina 285 Als de bandenspanning correct is, de vul‐ De fles bandenafdichtmiddel, de bandenvul‐ Landen met Mercedes-Benz Service24h: Een slang losdraaien van het ventiel van de gere‐ compressor en de gevarendriehoek opber‐ sticker met het telefoonnummer van Mercedes- pareerde band.
Pagina 286 ® ting leiden. Dat kan leiden tot functiebeper‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ kingen van veiligheidsrelevante systemen, Mercedes-Benz adviseert in verband met de vei‐ wonden door accuzuur zoals het verlichtingssysteem, het ABS (anti‐ ligheid alleen accu's te gebruiken die door Accuzuur is een agressieve stof.
Pagina 287 284 Pechhulp Elektrolyt of accuzuur is agressief. Contact met de huid, ogen of kleding Het mag niet met de huid, ogen of voorkomen. kleding in aanraking komen. Niet over de accu buigen. Geschikte beschermende kleding dra‐ Batterijen op milieuvriende‐ Geen accugassen inademen. gen, in het bijzonder handschoenen, lijke wijze afvoeren.
Pagina 288 Pechhulp 285 Alle andere auto's Als alternatief: De accu aansluiten op een Nooit metalen voorwerpen of gereed‐ door Mercedes-Benz aanbevolen oplader of Voor het opladen van de accu en de starthulp schap op een accu leggen. contact opnemen met een gekwalificeerde altijd het hulpstartpunt in de motorruimte Bij het aansluiten‑...
Pagina 289 Als dan starthulp wordt gegeven of de accu tor worden beschadigd. wordt opgeladen, kan accugas ontsnappen. Alleen door Mercedes-Benz geteste en goed‐ Veelvuldige en langdurige startpogingen gekeurde opladers gebruiken. Een bevroren accu vóór het opladen of voorkomen.
Pagina 290 Pechhulp 287 Starthulp en 12‑V‑-accu opladen De minpool van de externe accu en het mas‐ sapunt aan de eigen auto met de start-/ Voorwaarden laadkabel verbinden. Daarbij met de externe De auto is met de elektrische parkeerrem accu beginnen. beveiligd. Bij starthulp: De motor van de eigen auto Auto's met automatische transmissie: De starten.
Pagina 291 Toegestane sleepmethoden ten. gewaarborgd met een AGM‑accu of een lithium-ion-accu. Mercedes-Benz adviseert in Mercedes-Benz adviseert om de auto bij pech te Meer informatie is verkrijgbaar in een gekwalifi‐ verband met de veiligheid alleen accu's te transporteren in plaats van te slepen.
Pagina 292 Pechhulp 289 Toegestane sleepmethoden Beide assen op de grond Vooras opgetild Achteras opgetild Ja, maximaal 50 km met 50 km/h Auto slepen met beide assen op de grond Auto's met automatische transmissie: De * AANWIJZING Beschadiging door te snel automatische transmissie kan niet in de of te ver slepen De aanwijzingen met betrekking tot de toege‐...
Pagina 293 290 Pechhulp nen, omdat anders de automatische trans‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ missie automatisch in de stand j wordt len bij het slepen van een auto met een len door beperkte veiligheidsrelevante gezet. te hoog gewicht functies bij het slepen Het sleepoog aanbrengen ( pagina 292).
Pagina 294 Pechhulp 291 Auto's met ADS PLUS (adaptief dempingssys‐ Langzaam en niet plotseling wegrijden. * AANWIJZING Schade aan de auto door teem PLUS) verkeerd vastsjorren & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Na het opladen moet de auto aan alle Auto voor transport opladen vier wielen worden vastgezet.
Pagina 295 292 Pechhulp Sleepoog aanbrengen Erop letten dat de voor- en achteras op het‐ Het sleepoog alleen gebruiken voor het zelfde transportvoertuig komen te staan. slepen of aanslepen van de auto. * AANWIJZING Schade aan de aandrijflijn door verkeerde plaatsing Auto aanslepen (motornoodstart) De auto niet boven de koppeling van de * AANWIJZING Beschadiging van de auto‐...
Pagina 296 Pechhulp 293 Elektrische zekeringen Alleen door Mercedes-Benz vrijgegeven deksel correct op de zekeringenkast is zekeringen met het aangegeven ampe‐ aangebracht. Aanwijzingen met betrekking tot elektrische rage gebruiken. zekeringen Als een nieuw aangebrachte zekering opnieuw Doorgebrande zekeringen moeten worden ver‐ doorbrandt, de oorzaak laten vaststellen en ver‐...
Pagina 297 294 Pechhulp Zekeringenkast in de beenruimte van de pas‐ sagier openen en sluiten De aanwijzingen met betrekking tot elektrische zekeringen in acht nemen ( pagina 293). Openen De bouten van de voetensteun losmaken De sluiting van de onderhoudsklep en de voetensteun verwijderen. linksom draaien.
Pagina 298 Banden en velgen 295 Aanwijzingen met betrekking tot geluids‐ Banden regelmatig op schade controle‐ Aanwijzingen met betrekking tot sneeuw‐ ontwikkeling of ongewoon rijgedrag kettingen ren en beschadigde banden direct ver‐ vangen. Tijdens het rijden letten op trillingen, geluiden en & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ ongewoon rijgedrag, bijvoorbeeld trekken naar De volgende controles regelmatig, ten minste len door verkeerde montage van de...
Pagina 299 & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Om veiligheidsredenen alleen de voor Indien nodig de bandenspanning aan‐ len door te lage of te hoge bandenspan‐ Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettin‐ passen. ning gen of sneeuwkettingen met dezelfde kwali‐ Banden met een te lage of een te hoge ban‐...
Pagina 300 Banden en velgen 297 Het uiterlijk van een band geeft geen uitsluitsel & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ over de bandenspanning. len bij herhaaldelijk drukverlies in de Auto's met bandenspanningscontrole: De band bandenspanning kan ook via de boordcomputer Wanneer de bandenspanning herhaaldelijk worden gecontroleerd.
Pagina 301 298 Banden en velgen betreffende bandenspanning alleen voor deze bandentemperatuur van de op de auto gemon‐ de actuele bedrijfsomstandigheden correcte bandenmaten. teerde banden. bandenspanning eerst moet inleren. Als de bandenmaten vergezeld gaan van het Nieuwe bandenspanningsensoren, bijvoorbeeld In de meeste gevallen actualiseert de banden‐ symbool +, dan is de betreffende banden‐...
Pagina 302 Banden en velgen 299 Bandenspanning met bandenspanningscon‐ Bandenspanningscontrole opnieuw starten Bandenspanningscontrole actief: De inleer‐ trole controleren procedure van het systeem is nog niet afge‐ Voorwaarden sloten. De bandenspanningen worden dan Voorwaarden De geadviseerde bandenspanning is bij alle reeds gecontroleerd. Het contact is ingeschakeld. vier de banden correct ingesteld voor de De bandenspanning vergelijken met de voor betreffende bedrijfstoestand...
Pagina 303 300 Banden en velgen Links op de touch-control in het stuurwiel Land Zendvergunning Land Zendvergunning drukken, om het opnieuw opstarten te star‐ ten. Argentinië Schrader GG4T Brazilië Het multifunctioneel display toont de mel‐ Numero de Registro CNC ding Bandensp.controle opnieuw gestart.
Pagina 304 Banden en velgen 301 Land Zendvergunning Land Zendvergunning Land Zendvergunning Europese Schrader Electronics Ltd. 11 Jordanië Kingdom of Jordan Type approval Unie Technology Park, for Tyre Pressure sensor. Belfast Road, Antrim BT41 1QS, Manufacturer: Schrader Electro‐ Northern Ireland United Kingdom nics Ltd.
Pagina 305 302 Banden en velgen Land Zendvergunning Land Zendvergunning Land Zendvergunning Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Oman OMAN TRA Servië GG4T Numero d'agreement: MR 14777 TA-R/4686/17 ANRT 2017 D080134 Date d'agrement: 20/09/17 OMAN TRA Numero d'agrement: MR 16355 TA-R/5511/18 И 005 17 ANRT 2018 D090252 DG6W2D4...
Pagina 306 Banden en velgen 303 Land Zendvergunning Land Zendvergunning Land Zendvergunning Singapore Complies with Oekraïne GG4T Verenigde Arabische IMDA Standards REGISTERED NO: ER57985/17 Emiraten NO524-13 REGISTERED NO: ER960528 DA105282 DEALER NO: DA0047074 REGISTERED NO: ER37066/15 UK.TF Zuid- DEALER NO: DA0047074/10 Afrika DG6W2D4 Vietnam TA-2017/3884 Approved...
Pagina 307 Omschrijving Fabrikant Om veiligheidsredenen alleen banden, velgen Informatie over de toegestane velg-bandcombi‐ en accessoires gebruiken, die Mercedes- naties kunt u verkrijgen bij een Mercedes-Benz- Type Benz speciaal voor uw auto goedgekeurd servicewerkplaats. heeft. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐...
Pagina 308 Accessoires die niet door Mercedes-Benz voor * AANWIJZING Beschadiging van elektro‐ De rijveiligheid kan daarom niet gewaarborgd uw auto zijn goedgekeurd, of waar niet vakkun‐ nische onderdelen door het gebruik van worden.
Pagina 309 306 Banden en velgen Alleen banden en velgen volgens dezelfde Onder winterse omstandigheden bieden win‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ constructie, dezelfde uitvoering (zomerban‐ terbanden met het sneeuwvloksymbool i len bij sportbanden den, winterbanden, MOExtended-banden) en naast de M+S markering de beste grip. Door het speciale bandenprofiel in combina‐...
Pagina 310 Banden en velgen 307 De maximumsnelheid van de auto kan voor nemen Auto voorbereiden op het verwisselen Bovendien kunnen de schijfremmen of onder‐ het gebruik van winterbanden permanent van een wiel( pagina 308). delen van de wielophanging worden bescha‐ worden begrensd ( pagina 151).
Pagina 311 308 Banden en velgen Uitklapbare wielkeg opzetten Het benodigde gereedschap voor het verwisse‐ bij een gekwalificeerde werkplaats naar pas‐ len van een wiel kan het volgende omvatten: send gereedschap. Krik De auto bevindt zich niet op een helling. Wielkeg De auto staat op een stevige, stroeve en vlakke ondergrond.
Pagina 312 Banden en velgen 309 Kunststof naafdop monteren/demonteren Monteren Belangrijke aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de krik: Voor de montage de naafdop en de Verwijderen omgeving van het wiel controleren op vervui‐ Alleen de autospecifieke, door Mercedes- ling en zo nodig reinigen. Benz gecontroleerde en goedgekeurde krik gebruiken voor het opkrikken van de auto.
Pagina 313 310 Banden en velgen Veiligheidsregels bij opgekrikte auto: Verwijderen: De afdekking omlaagtrekken, zodat de borgnokken uit de houder losko‐ Nooit handen of voeten onder de auto hou‐ men. den. De afdekking naar voren wegklappen. Nooit onder de auto gaan liggen. Aanbrengen: De afdekking in de richting van De motor niet starten en de elektrische par‐...
Pagina 314 Banden en velgen 311 Wiel verwijderen * AANWIJZING Voertuigschade door krik Voorwaarden Wanneer u de krik niet op de daarvoor De auto is opgekrikt ( pagina 309). bedoelde kriksteunpunten aanbrengt, kunt u uw auto beschadigen. Auto's met AMG remsysteem met hoogwaar‐ De krik alleen op de daarvoor bedoelde dige keramische composietremschijven: kriksteunpunten aanbrengen.
Pagina 315 312 Banden en velgen Nieuw wiel monteren De aanwijzingen met betrekking tot de selec‐ * AANWIJZING Beschadiging van de tie van banden in acht nemen schroefdraad door vervuilde wielbouten Voorwaarden pagina 304). Het wiel is verwijderd ( pagina 311). De wielbouten niet in zand of vuil leg‐ Bij banden met voorgeschreven draairichting gen.
Pagina 316 Banden en velgen 313 Om veiligheidsredenen alleen de voor De wielbouten in de aangegeven volgorde * AANWIJZING Beschadiging van het Mercedes-Benz en het betreffende wiel goed‐ kruiselings en gelijkmatig vastdraaien. noodwiel bij het laten zakken van de auto gekeurde wielbouten gebruiken.
Pagina 317 314 Banden en velgen Ook beslist de volgende uitgebreide informatie De bandenspanning van de gemonteerde druk‐ Nooit meer dan een noodwiel of reser‐ lezen: loze thuiskomer controleren. Deze eventueel vewiel monteren dat afwijkt van het te aanpassen. Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐ verwisselen wiel.
Pagina 318 Banden en velgen 315 Bandenspanningstabel ( pagina 297) De bandenvulcompressor uit de opberg‐ ruimte onder de bagageruimtebodem nemen pagina 278). Drukloze thuiskomer verwijderen De drukloze thuiskomer is in het noodwielfoe‐ * AANWIJZING Beschadiging van de thuis‐ draal in de bagageruimte bevestigd. komer bij het laten zakken van de auto De aanwijzingen met betrekking tot de mon‐...
Pagina 319 316 Banden en velgen De in- en uitschakelknop op de banden‐ vulcompressor in de stand I drukken. De bandenvulcompressor is ingeschakeld. De band wordt opgepompt. De bandenspanning wordt op de manometer afgelezen. De band tot de voorgeschreven bandenspan‐ ning oppompen. De voorgeschreven bandenspanning is in geel op de drukloze thuiskomer aangegeven.
Pagina 320 De genoemde gegevens gel‐ den alleen voor auto's met standaarduitrusting. Voertuigtypeplaatje, FIN en motornummer Meer informatie is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Voertuigtypeplaatje Alleen voor bepaalde landen: De autospeci‐ fieke autogegevens kunt u in de COC-documen‐ ten (EC-CERTIFICATE OF CONFORMITY) vinden.
Pagina 321 318 Technische gegevens FIN voor de rechter voorstoel FIN bij de onderste rand van de voorruit Bedrijfsstoffen Aanwijzingen met betrekking tot bedrijfsstof‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door voor de gezondheid schadelijke bedrijfsstoffen Bedrijfsstoffen kunnen giftig en schadelijk voor de gezondheid zijn. Bij het gebruik, de opslag en de afvoer van de bedrijfsstoffen de opdrukken FIN (voertuigidentificatienummer) als label...
Pagina 322 Schade die aan de auto is ont‐ Brandstof op de huid direct met water staan door het gebruik van niet-goedgekeurde Brandstoffen zijn licht ontvlambaar. producten, valt niet onder de Mercedes-Benz en zeep afspoelen. Beslist vuur, open licht, roken en vonk‐ garantie en coulance.
Pagina 323 320 Technische gegevens Wanneer brandstof is ingeslikt, zo snel Brandstof met deze specificatie kan maxi‐ mogelijk naar een arts gaan. Geen bra‐ maal 10 vol. % ethanol bevatten. Uw auto is ken opwekken. geschikt voor E10‑. Met brandstof vervuilde kleren direct In geen geval het volgende tanken: wisselen.
Pagina 324 * AANWIJZING Beschadiging van het uit‐ normale benzine, 98 RON of slechter, beschik‐ laatgasreinigingssysteem door brandstof baar is, moet de auto bij een gekwalificeerde Mercedes-Benz adviseert merkbrandstoffen met met een te hoog zwavelaandeel werkplaats aan deze brandstof worden aange‐ additieven te gebruiken.
Pagina 325 De op de verpakking aangegeven aan‐ wijzingen en mengverhoudingen in acht nemen. Mercedes-Benz adviseert, het verversen van de olie bij een gekwalificeerde werkplaats uit te Tankinhoud en brandstofreserve laten voeren.
Pagina 326 De remvloeistof regelmatig laten verversen bij Kwaliteit en hoeveelheid motorolie Alle modellen 7,0 l een gekwalificeerde werkplaats. MB-Freigabe of MB-Approval Alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde rem‐ vloeistof volgens MB-Freigabe of MB-Approval Benzinemotor MB-Freigabe of MB- Aanwijzingen met betrekking tot remvloei‐ 331.0gebruiken.
Pagina 327 & WAARSCHUWING Gevaar voor brand en -37 °C) benz.com letsel door antivriesmiddel maximaal 55 % (vorstbescherming tot in de Mercedes-Benz BeVo App Wanneer antivriesmiddel op hete onderdelen -45 °C) in de motorruimte terecht komt, kan het ont‐ Bij een gekwalificeerde werkplaats steken.
Pagina 328 Technische gegevens 325 Onder het vriespunt: Bijvoorbeeld MB Winter‐ * AANWIJZING Beschadigingen aan de exterieurverlichting door ongeschikt rui‐ treinigingsmiddel De correcte mengverhouding is te vinden in de gegevens op de verpakking. Ongeschikte ruitreinigingsmiddelen kunnen het kunststof oppervlak van de exterieurver‐ Ruitensproeiervloeistof het hele jaar door men‐...
Pagina 329 326 Technische gegevens Door de constructie bepaalde maximumsnel‐ Model Achter‐ Alle modellen Zwenkhoogte heid spoiler Breedte over buitenspiegels 2075 mm De volgende waarden gelden alleen voor auto's Mercedes- uitge‐ 1696 mm met AMG Drivers Package. Wielbasis 2630 mm AMG GT scho‐...
Pagina 330 Technische gegevens 327 Mercedes-AMG GT S Road‐ Mercedes-AMG GT C Road‐ ster ster 1e versnelling 69 km/h 6e versnelling 274 km/h 2e versnelling 109 km/h 7e versnelling 316 km/h 3e versnelling 147 km/h 4e versnelling 187 km/h 5e versnelling 235 km/h 6e versnelling 289 km/h 7e versnelling...
Pagina 331 328 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Bij enkele displaymeldingen worden bovendien Displaymeldingen met hoge prioriteit kunnen Displaymeldingen symbolen weergegeven: niet worden bevestigd. Het multifunctioneel dis‐ Inleiding play toont deze displaymeldingen permanent, tot ¤ Meer informatie de oorzaak van de displaymelding verholpen is. Aanwijzingen met betrekking tot displaymel‐...
Pagina 332 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 329 Veiligheidssystemen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ÷ * Het ESP ® is tijdelijk niet beschikbaar. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen. & WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP ®...
Pagina 333 330 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het gele controlelampje ! brandt. De elektrische parkeerrem vertoont een storing. Om in te schakelen: Het contact uit- en weer inschakelen. Parkeerrem zie handleiding De elektrische parkeerrem handmatig bedienen ( pagina 137).
Pagina 334 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 331 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Het contact uit- en weer inschakelen. Om in te schakelen: De elektrische parkeerrem handmatig vrijzetten en vervolgens weer bedienen ( pagina 137). Om vrij te zetten: De elektrische parkeerrem handmatig bedienen en vervolgens weer vrijzetten. Als de elektrische parkeerrem nog steeds niet kan worden vastgezet, of als het rode controlelampje ! nog steeds knippert: Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 335 332 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Als de elektrische parkeerrem niet moet worden ingeschakeld, bijvoorbeeld in de wasstraat of bij het slepen, het contact ingeschakeld laten. Een uitzondering vormt het slepen met omhooggebrachte achteras. Als de elektrische parkeerrem niet automatisch wordt ingeschakeld: Het contact uit- en weer inschakelen.
Pagina 336 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 333 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen U voert een noodremming uit met de elektrische parkeerrem ( pagina 138). De voorwaarden voor het automatisch vrijzetten van de elektrische parkeerrem controleren. De elektrische parkeerrem handmatig vrijzetten. * Het EBD, het ABS en het ESP ®...
Pagina 337 334 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij een te laag remvloeistofniveau Wanneer het remvloeistofniveau te laag is, kan de remwerking en daarmee het remgedrag nadelig beïnvloed Remvloeistofpeil controle- zijn.
Pagina 338 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 335 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie letten. Alle sensoren reinigen ( pagina 270). De motor opnieuw starten. * Het ABS en het ESP ® zijn tijdelijk niet beschikbaar. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Pagina 339 336 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het ABS en het ESP ® vertonen een storing. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen. Het remsysteem werkt verder op normale wijze. De remweg kan bij een noodstop langer worden. ÷...
Pagina 340 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 337 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen & WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP ® Als het ESP ® is uitgeschakeld, wordt de auto niet door het ESP ® gestabiliseerd. Bovendien zijn verdere rijveilig‐ heidssystemen uitgeschakeld.
Pagina 341 338 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Voor en ook tijdens het rijden de correcte status van de passagiersairbag controleren. Gebruik NOOIT een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een stoel die door een frontale ACTIEVE AIRBAG wordt beveiligd, want dat kan voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDINGEN tot gevolg heb‐...
Pagina 342 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 339 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Status van de automatische passagiersairbaguitschakeling controleren ( pagina 42). Indien nodig meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * Auto's met rijassistentiepakket: Het Active Brake Assist System met kruisingsfunctie, de uitwijkstuurassistent of Actieve remassistent Func- ®...
Pagina 343 340 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het betreffende veiligheidssysteem vertoont een storing ( pagina 31). & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door storingen in de werking van het veiligheidssysteem Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnen onderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld Linksvoor Storing Werk- worden geactiveerd, of bij een ongeval niet als voorzien worden geactiveerd.
Pagina 344 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 341 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het veiligheidssysteem vertoont een storing ( pagina 31). & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door storingen in de werking van het veiligheidssysteem Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnen onderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld Veiligheidssysteem Storing worden geactiveerd, of bij een ongeval niet als voorzien worden geactiveerd.
Pagina 345 342 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Rijsystemen Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ë * De HOLD-functie is uitgeschakeld, omdat de auto slipt of omdat niet is voldaan aan een inschakelvoorwaarde. De HOLD-functie later weer inschakelen of de inschakelvoorwaarden van de HOLD-functie controleren pagina 156).
Pagina 346 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 343 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De AMG RIDE CONTROL vertoont een storing. Het rijgedrag kan daardoor worden beïnvloed. Niet sneller dan 80 km/h rijden. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Storing Maximaal 80 km/h rijden ç...
Pagina 347 344 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Verder rijden. Het systeem is weer beschikbaar wanneer de omgevingsomstandigheden binnen de systeemgrenzen liggen. * De actieve afstandsassistent DISTRONIC vertoont een storing. Actieve afstandsassistent functioneert niet Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
Pagina 348 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 345 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen È * De limiter kan niet worden ingeschakeld, omdat niet aan alle inschakelvoorwaarden voldaan is. De inschakelvoorwaarden van de limiter in acht nemen ( pagina 149). - - - km/h * De limiter vertoont een storing.
Pagina 349 346 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen U kunt de RACE START bij de volgende start opnieuw gebruiken. * De dodehoekassistent is tijdelijk niet beschikbaar. Dodehoekassistent nu niet De systeemgrenzen zijn bereikt ( pagina 168). beschikbaar zie handleiding Verder rijden.
Pagina 350 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 347 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gereden Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppen en de motor afzetten. Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 351 348 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De motor is afgezet en de acculaadtoestand is te laag. Niet benodigde elektrische verbruikers uitschakelen. De motor enkele minuten laten draaien of een langere afstand rijden. 12V-accu Zie handleiding De accu wordt opgeladen.
Pagina 352 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 349 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De koelvloeistof is te warm. Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppen en de motor afzetten. Koelmiddel Stoppen Motor & WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden bij het openen van de motorkap Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motorruimte de motorkap wordt geopend, kunt u in con‐...
Pagina 353 350 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Motorolie Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De elektrische verbinding naar de olieniveausensor is onderbroken of de olieniveausensor is defect. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Meten van het motorolie- peil niet mogelijk * Displaymelding alleen bij bepaalde motortypen: Het motoroliepeil is te hoog.
Pagina 354 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 351 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen De motor afzetten. 1 l motorolie bijvullen. Het motoroliepeil controleren. Motorolie bijvullen ( pagina 260). Aanwijzingen met betrekking tot motorolie ( pagina 322). * Displaymelding alleen bij bepaalde motortypen: De motoroliedruk is te laag.
Pagina 355 352 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Bij de volgende tankstop 1 liter motorolie bijvullen. Motorolie bijvullen ( pagina 260). Aanwijzingen met betrekking tot motorolie ( pagina 322). * Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald. * AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motorolie Bij tankstop motoroliepeil Langere ritten met te weinig motorolie vermijden.
Pagina 356 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 353 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Terwijl de auto rolt of rijdt wordt de transmissie in de stand i geschakeld. Stand N permanent geacti- veerd Wegrolgevaar Om te stoppen het rempedaal indrukken en als de auto stilstaat de transmissie in de stand j zetten. Om door te rijden de transmissie in de stand h of k zetten.
Pagina 357 354 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De transmissie vertoont een storing. De achteruitversnelling kan niet meer worden ingeschakeld. Achteruit rijden niet moge- lijk Werkplaats opzoeken Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * De transmissie alleen in de stand j schakelen als de auto stilstaat. Schakelstand P alleen bij stilstaand voertuig * Het bestuurdersportier is geopend of niet volledig gesloten en de transmissie staat in de stand k, i of h.
Pagina 358 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 355 Banden Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Van één of meerdere banden daalt de bandenspanning plotseling. De wielpositie wordt weergegeven. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen tijdens het rijden met drukloze banden Drukloze band hebben de volgende gevaren: Let op: band defect De banden kunnen overmatig verwarmen en tot brand leiden.
Pagina 359 356 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende gevaren op: De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende belading en snelheid. De banden kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten, hetgeen de grip sterk nadelig beïnvloedt.
Pagina 360 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 357 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Een sterke radiobron veroorzaakt een storing. Daardoor worden geen signalen van de bandenspanningsensoren ontvangen. De bandenspanningscontrole is tijdelijk niet beschikbaar. Verder rijden. Zodra de oorzaak is verholpen, start de bandenspanningscontrole vanzelf weer. Bandenspanningscontrole nu niet beschikbaar * Van een of meerdere wielen ontbreekt het signaal van de bandenspanningsensor.
Pagina 361 358 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De bandenspanningscontrole vertoont een storing. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van de bandenspanningscontrole Wanneer de bandenspanningscontrole een storing vertoont, kan deze niet meer zoals bedoeld waarschuwen bij Bandensp.contr.
Pagina 362 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 359 Sleutel Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Â * De sleutel wordt permanent niet herkend. De herkenning van de sleutel vertoont tijdelijk een storing of is defect. Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. De sleutel in het contactslot steken en in de gewenste sleutelstand draaien. Sleutel aanbrengen Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
Pagina 363 360 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Á * De sleutel wordt momenteel niet herkend. De plaats van de sleutel in de auto veranderen. Wanneer de sleutel nog steeds niet wordt herkend, de motor starten met de sleutel in het opbergvak Sleutel niet herkend (witte pagina 116).
Pagina 364 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 361 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De motor van het elektronische sperdifferentieel in de achteras is oververhit. Elektronisch sperdifferenti- eel in de achteras nu niet Het elektronische sperdifferentieel in de achteras door een gematigde rijstijl laten afkoelen. beschikbaar * Het elektronische sperdifferentieel in de achteras is uitgevallen.
Pagina 365 362 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Wanneer het uitklappen van de achterspoiler geblokkeerd is, bijvoorbeeld door ijs: Opletten dat de oorzaak van het blokkeren verholpen is. De motor afzetten en de auto vergrendelen. Na enkele minuten de motor starten.
Pagina 366 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 363 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ontgrendelde motorkap tijdens het rijden Een ontgrendelde motorkap kan tijdens het rijden opengaan en het zicht belemmeren. Nooit de motorkap ontgrendelen tijdens het rijden. Voor iedere rit controleren dat de motorkap vergrendeld is.
Pagina 367 364 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen ¥ * Het ruitensproeiervloeistofniveau in het ruitensproeiervloeistofreservoir is tot onder het minimum gedaald. Ruitensproeiervloeistof bijvullen ( pagina 262). Ruitensproeiervloeistof bij- vullen Ù * De bekrachtiging van de stuurinrichting vertoont een storing. &...
Pagina 368 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 365 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Cabriokap Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en...
Pagina 369 366 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De cabriokap is niet volledig geopend of gesloten. Het hydraulische systeem is drukloos. De cabriokap volledig openen of sluiten. Kap komt omlaag * Als sneller dan 60 km/h wordt gereden, kan de cabriokap niet meer worden geopend of gesloten. Niet sneller dan 60 km/h rijden.
Pagina 370 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 367 Verlichting Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De betreffende lichtbron is defect. Voorzichtig verder rijden. Meteen naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Dimlicht links (voorbeeld) LED-lichtbron: Alleen wanneer alle lichtdiodes defect zijn, verschijnt de displaymelding voor de betreffende ver‐ lichting.
Pagina 371 368 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De lichtsensor vertoont een storing. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. AUTO-verlichting buiten werking * De alarmknipperlichtenschakelaar vertoont een storing. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Alarmknipperlichten Storing * De adaptieve grootlichtassistent vertoont een storing.
Pagina 372 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 369 Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen of tijdelijk niet beschikbaar zijn. De rijsystemen en rijveiligheidssystemen zijn weer beschikbaar als de oorzaken niet meer van toepassing zijn. Indien de displaymelding niet verdwijnt: Stoppen;...
Pagina 373 370 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings- en controlelampjes: Elektrische parkeerrem (geel) Ù Stuurbekrachtiging vertoont een sto‐ Dimlicht ( pagina 101) pagina 371) ring ( pagina 383) Standlicht ( pagina 101) Elektrische parkeerrem (rood) ä AMG RIDE CONTROL vertoont een pagina 371) storing ( pagina 378)
Pagina 374 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 371 Veiligheidssystemen Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode controlelampje elektrische parkeerrem knippert of brandt. Het gele controlelampje brandt bovendien bij een storing van de elektrische parkeerrem. De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen. Rood controlelampje elek‐...
Pagina 375 372 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje ÷ ® Het gele ESP -waarschuwingslampje knippert tijdens het rijden. Een of meerdere wielen hebben hun slipgrens bereikt . De rijstijl aan de weersomstandigheden en de toestand van het wegdek aanpassen. Waarschuwingslampje ®...
Pagina 376 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 373 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij een te laag remvloeistofniveau Wanneer het remvloeistofniveau te laag is, kan de remwerking en daarmee het remgedrag nadelig beïnvloed zijn. Direct op een veilige plaats stoppen.
Pagina 377 374 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Voorzichtig verder rijden. Het remsysteem direct bij een gekwalificeerde werkplaats laten controleren. Voorzichtig verder rijden. De meldingen op het multifunctioneel display in acht nemen. Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. ÷...
Pagina 378 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 375 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. Het gele waarschuwingslampje remmen brandt als de motor draait. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van het remsysteem Wanneer het remsysteem een storing vertoont, kan het remgedrag nadelig beïnvloed zijn. Remwaarschuwingslampje (geel) Voorzichtig verder rijden.
Pagina 379 376 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje ® De aanwijzingen met betrekking tot het inschakelen van het ESP SPORT in acht nemen ( pagina 141). Het rode waarschuwingslampje veiligheidssysteem brandt als de motor draait. Het veiligheidssysteem vertoont een storing ( pagina 31).
Pagina 380 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 377 Veiligheidsgordel Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje veiligheidsgordels knippert en er klinkt een onderbroken waarschuwingssignaal. De bestuurder of de passagier hebben hun gordel niet omgegespt tijdens het rijden. De veiligheidsgordel omgespen ( pagina 35).
Pagina 381 378 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Rijsystemen Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje afstandswaarschuwing brandt tijdens het rijden. De afstand tot de voorligger is voor de gekozen snelheid te gering. Als bovendien het waarschuwingssignaal klinkt, wordt een obstakel met een te hoge snelheid genaderd. Waarschuwingslampje Klaar zijn om direct te kunnen remmen.
Pagina 382 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 379 Motor Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het gele waarschuwingslampje motordiagnose brandt als de motor draait. Er is een storing van de motor, het uitlaatsysteem of het brandstofsysteem aanwezig. De emissiegrenswaarden kunnen daardoor worden overschreden en de motor kan in het noodprogramma draaien. Waarschuwingslampje Het voertuig zo snel mogelijk laten controleren bij een gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 383 380 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Het rode waarschuwingslampje koelvloeistof brandt terwijl de motor draait. Mogelijke oorzaken: Temperatuursensor vertoont een storing Waarschuwingslampje koel‐ Koelvloeistofniveau te laag vloeistof Luchttoevoer naar de radiateur geblokkeerd Ventilator van de radiateur defect Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, heeft de koelvloeistof een temperatuur van 120 °C overschreden.
Pagina 384 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 381 Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje De auto verlaten en uit in de omgeving van de auto blijven, tot de motor is afgekoeld. Het koelvloeistofniveau controleren ( pagina 261). De luchttoevoer naar de radiateur mag niet worden belemmerd; dit controleren. Tot de volgende gekwalificeerde werkplaats verder rijden zonder hoge motorbelasting.
Pagina 385 382 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje ‑ De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen sterk nadelig beïnvloed worden. U kunt dan de controle over de auto verliezen. De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen. Indien noodzakelijk de bandenspanning aanpassen.
Pagina 386 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes 383 Auto Waarschuwings-/contro‐ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen lelampje Ù Het rode waarschuwingslampje stuurbekrachtiging brandt terwijl de motor draait. De stuurbekrachtiging of de stuurinrichting zelf vertoont een storing. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperkte bestuurbaarheid Waarschuwingslampje stuurbekrachtiging Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functioneert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.
Pagina 387 384 Trefwoordenregister Actief onderhoudssysteem PLUS Accu (auto) ..........288 1, 2, 3 ... Zie ASSYST PLUS Aanwijzing ........... 283 12‑V‑accu Aanwijzingen (starthulp en laden) ..285 Actieradius Zie Accu (auto) Opladen ..........287 weergeven ........... 179 12V-aansluiting Starthulp ..........287 Actieve afstandsassistent DISTRONIC ...
Pagina 388 Trefwoordenregister 385 Adaptief remlicht ........147 Beschermingspotentieel ......37 Stuurwieltoetsen ......... 159 Beschermingspotentieel beperkt ... 39 Adaptieve grootlichtassistent AMG DRIVE UNIT Controlelampje PASSENGER AIR BAG ... 42 Zie AMG Performance stuurwiel Functie ..........103 Frontairbag ..........37 In- en uitschakelen ......104 AMG Performance stuurwiel ....
Pagina 389 386 Trefwoordenregister Audioweergave Mobiele telefoon aanmelden ....224 ASSYST PLUS ........... 255 Overgebrachte autogegevens ....225 Pauze- en weergavefunctie ....244 Bijzonder onderhoud ......255 Overzicht ..........223 Onderhoudstermijn weergeven ... 255 Auteursrecht ..........29 Stop ............. 225 Regelmatige onderhoudswerkzaam‐ Auto ............
Pagina 390 Trefwoordenregister 387 Automatische passagiersairbaguit‐ Uitvoering ..........21 ventileren (comfortopening) ....71 schakeling ..........40, 42 Bagage Ver- en ontgrendelen (noodsleutel) ..65 Controlelampje PASSENGER AIR BAG ... 42 Beveiligen ..........93 Vergrendelen (automatisch) ....65 Werking van de passagiersairbaguit‐ Balans/fader instellen Vergrendelen (KEYLESS-GO) ....
Pagina 391 388 Trefwoordenregister TIREFIT-set ........... 278 Bandenspanningstabel ......297 Conformiteitsverklaring (krik) ....23 Vervanging .......... 304 Conformiteitsverklaring (radiogra‐ Bandentemperatuur Verwijderen .......... 311 fische onderdelen van de auto) ..... 23 Bandenspanningscontrole (werking) ... 298 Verwisselen ......... 307, 308 Conformiteitsverklaring (TIREFIT-set) ..23 Bandenvulcompressor Informatie ..........
Pagina 392 Trefwoordenregister 389 Internetverbinding instellen ....234 Boordgereedschap ........278 Buitenspiegels ......... 107, 109 Profiel wisselen (DUN/PAN) ....235 Sleepoog ..........292 Automatisch inklappen van de bui‐ TIREFIT-set ........... 278 tenspiegels ........... 110 ® Bluetooth -audio Dimmen (automatisch) ......109 Bouwserie Apparaat deautoriseren (afmelden) ..
Pagina 393 390 Trefwoordenregister Probleem ..........77 Contactdoos (12V) ........98 Sluiten (cabriokapschakelaar) ....74 Armsteun ..........99 Dagteller ........... 179 Sluiten met de sleutel ......72 Bagageruimte ........99 Terugzetten .......... 180 Verzorging ........... 269 Middenconsole voorin ......98 weergeven ........... 179 Cabriokapschakelaar .........
Pagina 394 Trefwoordenregister 391 Dieren Displaymeldingen Actieve afstandsassistent weer Huisdieren in de auto ......57 ¯ - - - km/h ........344 beschikbaar ......... 344 Digitale handleiding ........18 ç - - - km/h ........343 Actieve remassistent Functie beperkt Digitale snelheidsmeter ......179 È...
Pagina 395 392 Trefwoordenregister Banden oververhit ....... 358 Elektronisch sperdifferentieel in de Limiter passief ........345 achteras functioneert niet ....361 hBandensp.contr. functioneert 6Linksvoor Storing Werkplaats niet Geen wielsensoren ....... 357 Elektronisch sperdifferentieel in de opzoeken (voorbeeld) ......340 achteras nu niet beschikbaar ....
Pagina 396 Trefwoordenregister 393 !Parkeerrem ontgrendelen .... 332 Á Sleutel niet herkend (witte Traction Control buiten werking Zie !Parkeerrem zie handleiding ..330 displaymelding) ........360 handleiding .......... 360 çpassief ........343 ÁSleutel vervangen ......359 Transmissie Storing Stoppen ....352 PRE-SAFE functioneert niet zie hand‐ Snelheid verlagen ........
Pagina 397 394 Trefwoordenregister Drukloze thuiskomer ....... 314 E10 ............320 Voor verlaten van schakelstand P Aanwijzing ..........314 EBD (Electronic Brakeforce Distribu‐ rem bedienen ........353 Oppompen ........... 315 tion) Voorpass.-airbag ingeschakeld zie Uitnemen ..........315 Werking en aanwijzingen ..... 144 handleiding ..........
Pagina 398 Trefwoordenregister 395 Frequentieband EG-typegoedkeuringsnummer ....317 Statusindicatie (boordcomputer, menu Performance) ......176 Selecteren (boordcomputer) ....181 EHBO-set ..........276 Werking en aanwijzingen ...... 141 Frontairbag ..........37 Elektrische parkeerrem ......136 Exterieurverlichting Frontcamera Automatisch bedienen ......136 Verzorging ........... 270 Functie ..........
Pagina 399 396 Trefwoordenregister Gebruik van twee telefoons Gevarendriehoek PRE-SAFE ® Sound ......... 44 Zie Tweede telefoon Opklappen ........... 275 Geluidsfocus instellen Gebruikersprofiel ........200 Giek Burmester ® surround sound system ... 254 Importeren/exporteren ....... 200 Zie Tow-Bar-systeem Geluidsmenu oproepen Instellen ..........200 Gordel ®...
Pagina 400 Trefwoordenregister 397 In geval van nood Intelligent Light System HANDS-FREE ACCESS ........ 67 Gevarendriehoek opklappen ....275 Adaptieve grootlichtassistent ....103 Headbag ............. 37 Overzicht van de hulp ......16 Interieurbeveiliging Het alarm beëindigen (EDW) ....79 Veiligheidsvest ........275 Functie ..........
Pagina 401 Zender selecteren en verbinden ..240 Aanbevelingen voor kinderzitjesbe‐ Zie Apple CarPlay™ Zender wissen ........240 vestigingssystemen ....... 49 Zie Mercedes-Benz Link Internetverbinding Aanwijzingen met betrekking tot risi‐ Beperkingen ........232 co's en gevaren ........46 Algemene aanwijzingen ......45 ®...
Pagina 402 Trefwoordenregister 399 Klantenservice Kneebag ............. 37 Zie ASSYST PLUS Knipperlichten ......... 102 Lak (reinigingsaanwijzingen) ....266 Klimaatmodus In- en uitschakelen ......102 Lakcode ............ 317 Functie ..........113 Koelvloeistof (motor) Instellen ..........113 Lamp Aanwijzingen ........323 Zie Interieurverlichting Klimaatregeling Peil controleren ........
Pagina 403 Ongevals- en pechmanagement ..228 Instellen ..........198 Melding (multifunctioneel display) Oproep voor pechhulp ......227 Verstuurde gegevens ......229 Zie Displaymelding Matte lak (reinigingsaanwijzingen) ..266 Mercedes-Benz Link ........ 221 Meldingengeheugen ........ 328 Maximumsnelheden ....... 326 Gebruiken ..........221...
Pagina 404 Stop ............. 221 opheffen ..........236 Openen en sluiten ....... 256 verbinden ..........221 Mobiele telefoon Motornoodstart ........292 Mercedes-Benz noodoproepsysteem ..229 Zie Android Auto Motornummer .......... 317 Automatische noodoproep ....230 Zie Apple CarPlay™ Motorolie ..........260 Handmatige noodoproep ..... 230 Zie Mercedes-Benz Link Additieven ...........
Pagina 405 402 Trefwoordenregister Noodoproepsysteem Ongevals- en pechmanagement Multimediasysteem ......... 184 Zie Mercedes-Benz noodoproepsysteem Mercedes me connect ......228 Centrale bedieningselementen .... 185 Displayinstellingen configureren ..193 Noodremming .......... 138 Onoplettendheidsherkenning Favorieten ..........189 Zie ATTENTION ASSIST Noodremming Geluid in- en uitschakelen ....190 Zie BAS (Brake Assist System) Ontgrendelingsinstelling ......
Pagina 406 Trefwoordenregister 403 Oproeplijst Parkeren Pinbeveiliging Bellen ..........220 Zie Elektrische parkeerrem In- en uitschakelen ......199 Overzicht ..........219 PARKTRONIC-parkeerassistent ....162 Portier Oriëntatieverlichting ....... 105 Extra portiervergrendeling ..... 62 Functie ..........162 Instellen ..........105 Inschakelen ......... 164 Ontgrendelen (noodsleutel) ....65 Systeemgrenzen ........
Pagina 407 404 Trefwoordenregister Registratie Slideshow oproepen ......252 Verkeersinformatie in- en uitschake‐ Auto ............25 QR-code len ............252 Reiniging Reddingskaart ........26 Volumeverhoging verkeersinformatie Zie Verzorging instellen ..........252 Reis Zender instellen ........251 Menu (boordcomputer) ......179 RACE START Zender opslaan ........
Pagina 408 Trefwoordenregister 405 Remkrachtverdeling Rijstrookherkenning (automatisch) Active Brake Assist System ....144 EBD (Electronic Brakeforce Distribu‐ Zie Spoorassistent Adaptief remlicht ......... 147 tion) ............. 144 BAS (Brake Assist System) ....140 Rijsysteem EBD (Electronic Brakeforce Distribu‐ Remvloeistof AMG RIDE CONTROL ......161 tion) .............
Pagina 409 Schakeladvies .......... 128 Smartphone Sigarettenaansteker Zie Android Auto Schakelen ..........127 Middenconsole voorin ......97 Zie Apple CarPlay™ Handmatig ........... 127 Zie Mercedes-Benz Link Schakeladvies ........128 Sleepmethoden ........288 Zie Telefoon Schakelindicatie (boordcomputer, Sleepoog Smeermiddeladditieven menu Performance) ......... 176 Aanbrengen .........
Pagina 410 Trefwoordenregister 407 Sound Sms ............220 Ruststand functie ........ 138 Aanwijzingen ........220 Zie Burmester ® surround sound system Start-stopsysteem Afzender opbellen ........ 221 Zie Klankinstellingen Zie ECO start-stopsysteem Instellen van weergegeven sms- Specialist Start-stoptoets berichten ..........220 Zie Gekwalificeerde werkplaats Auto starten .........
Pagina 411 408 Trefwoordenregister Synchroniseringsfunctie Tanken Instellen ..........83 Instellen (elektrisch) ......85 In- en uitschakelen (bedieningseen‐ Tanken ..........129 Instelmogelijkheden ....... 14 heid) ............. 113 Tankinhoud Viervoudig verstelbare lendensteun ..85 In- en uitschakelen (multimediasys‐ Brandstof ..........322 teem) ........... 114 Stoelhoes (verzorging) ......
Pagina 412 Trefwoordenregister 409 Telefoonfuncties Terugzetten (fabrieksinstelling) Instellingen Business-telefonie ..... 214 Menu (boordcomputer) ......182 Zie Tweede telefoon Zie Reset-functie (multimediasysteem) Mobiele telefoon deautoriseren ... 215 Telefoonnummer Tijd Mobiele telefoon loskoppelen ....215 Selecteren (boordcomputer) ....182 Handmatige tijdinstelling ..... 194 Mobiele telefoon verbinden (busi‐ Tijd en datum automatisch instellen ..
Pagina 413 410 Trefwoordenregister Totaalgewicht ........... 317 Typegoedkeuringsnummer (EG) ..... 317 Zie PRE-SAFE ® (preventieve inzitten‐ denbescherming) Touch-control ........... 186 Typeplaatje Zie Veiligheidsgordel Bedienen ..........186 Auto ............. 317 Zie Veiligheidssysteem Motor ........... 317 Boordcomputer ........172 Gevoeligheid instellen ......186 Veiligheidsgordel ........ 32, 36 Afdoen ...........
Pagina 414 Trefwoordenregister 411 Vermoeidheidsherkenning Veiligheidsvest ........275 Verlichting ..........101 Adaptieve grootlichtassistent ....103 Zie ATTENTION ASSIST Velgen (verzorging) ......... 270 Automatisch rijlicht ......102 Vermogen (boordcomputer, menu Ventileren Buitenlandse reis (symmetrisch dim‐ Performance) ........... 176 Comfortopening ........71 licht) ............ 101 Versnelling kiezen Ver- en ontgrendeling Combischakelaar .........
Pagina 415 412 Trefwoordenregister Hogedrukreiniger ......... 264 Gewichten ........... 326 Voorruit ............ 106 Interieurhemel ........272 Hoogte ..........325 Ruitenwisserbladen vervangen .... 106 Kunststof bekleding ......272 Lengte ..........325 Voorruit Lak ............266 Versturen naar Android Auto™ .... 225 Zie Voorruit Lucht-waterkanaal .......
Pagina 416 Trefwoordenregister 413 Favorieten wissen ........ 238 !Rood controlelampje elektri‐ äWaarschuwingslampje onder‐ Instellingen oproepen ......238 sche parkeerrem bediend ....371 stel ............378 Leestekens beheren ......238 LWaarschuwingslampje JWaarschuwingslampje remmen Menu in- en uitschakelen ..... 237 afstandswaarschuwing ......378 (rood) ........... 372 Opties oproepen ........
Pagina 417 414 Trefwoordenregister Wegsleepbeveiliging Selectie ..........304 Zekeringenkast in de beenruimte van Functie ..........79 Sneeuwkettingen ......... 295 de passagier ........294 In- en uitschakelen ......79, 80 TIREFIT-set ........... 278 Zelfdiagnose Vervanging .......... 304 Wi-Fi ............195 Automatische passagiersairbaguit‐ Verwijderen .......... 311 schakeling ..........
Pagina 418 Trefwoordenregister 415 Comfortopening ........71 Comfortsluiting ........72 Met sleutel openen ........ 71 Openen ..........69 Probleem ..........72 Regensluiting ......... 71 Sluiten ........... 69 Sluiten met de sleutel ......72 Zijruiten Zie Zijruiten Zijwindassistent Werking en aanwijzingen ..... 144 Zoekverlichting Zie Oriëntatieverlichting Zomertijd instellen ........
Pagina 420 Impressum Internet Meer informatie over Mercedes-Benz-voertuigen en over Daimler AG vindt u op internet onder: http://www.mercedes-benz.com http://www.daimler.com Redactie Bij vragen of suggesties ten aanzien van deze handleiding kunt u de Technische Redactie op het volgende adres bereiken: Daimler AG, HPC: CAC, Customer Service, 70546 Stuttgart, Duitsland ©...
Pagina 421 Digitaal als app De inhoud van de handleiding Hier vindt u alle informatie over U vindt de handleiding op uw De Mercedes-Benz Guides app is direct in het multimediasysteem de bediening, de serviceverlenin‐ Mercedes-Benz homepage. gratis beschikbaar in de gang‐...

Mercedes-Benz R190 AMG GT 2018 Handleiding

Quick Links

Gerelateerde Handleidingen voor Mercedes-Benz R190 AMG GT 2018

Samenvatting van Inhoud voor Mercedes-Benz R190 AMG GT 2018