134 Rijden en parkeren
vervangingsonderdelen mogelijk niet direct
beschikbaar; houdt u hier alstublieft rekening
mee. De betreffende dealerboekjes zijn verkrijg‐
baar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
Dimlicht
In landen waar aan de andere kant van de weg
wordt gereden dan in het land waar het voertuig
is geregistreerd, moeten de koplampen op sym‐
metrisch dimlicht worden omgezet. Daardoor
worden tegenliggers niet verblind. Het symme‐
trisch dimlicht verlicht de kant van de weg niet
meer zo ver en zo hoog.
Voertuigen met halogeenkoplampen:
Het omschakelen van de koplampen naar symme‐
trisch dimlicht is niet noodzakelijk. Ook zonder
omschakeling wordt voldaan aan de wettelijke
eisen van de landen, waarin aan de andere kant
van de weg wordt gereden als in het land waar
het voertuig is geregistreerd.
Voertuigen met led-koplampen:
U kunt het dimlicht via de boordcomputer voor
rechts- of linksrijdend verkeer instellen
(
pagina 184).
/
Informatie over treintransport
Voor het vervoeren van het voertuig op een auto‐
trein kunnen in enkele landen door de afwijkende
tunnelhoogtes en laadnormen beperkingen of
speciale maatregelen noodzakelijk zijn.
Informatie hierover is verkrijgbaar bij een
Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
Aanwijzingen met betrekking tot de remmen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door oververhit geraakt remsysteem
Als u tijdens het rijden de voet op het rempe‐
daal laat rusten, kan het remsysteem overver‐
hit raken.
Daardoor wordt de remweg langer en kan het
remsysteem zelfs uitvallen.
Het rempedaal nooit als voetensteun
#
gebruiken.
Tijdens het rijden niet tegelijkertijd het
#
rem- en gaspedaal indrukken.
Afdalingen
Bij lange en steile afdalingen kunt u de remmen
ontzien door de maximale recuperatie te verho‐
gen (
pagina 131).
/
Het voertuig kan door de recuperatie zonder
belasting van het remsysteem worden vertraagd.
Daardoor wordt oververhitting en overmatige slij‐
tage vermeden.
Hoge en geringe belasting
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door oververhit geraakt remsysteem
Als u tijdens het rijden de voet op het rempe‐
daal laat rusten, kan het remsysteem overver‐
hit raken.
Daardoor wordt de remweg langer en kan het
remsysteem zelfs uitvallen.
Het rempedaal nooit als voetensteun
#
gebruiken.
Tijdens het rijden niet tegelijkertijd het
#
rem- en gaspedaal indrukken.
Als de remmen zeer zwaar belast zijn geweest,
het voertuig niet meteen parkeren. Een korte tijd
verder rijden. De remmen koelen door de rijwind
sneller af.
Als de remmen maar matig worden belast, de
werking hiervan geregeld testen. Daarom, reke‐
ning houdend met de verkeerssituatie, vanaf
hogere snelheid sterk afremmen. De remmen
worden daardoor stroever.
Natte rijbaan
Als er bij hevige regen gedurende langere tijd
wordt gereden zonder te remmen, kan het voor‐
komen dat de remmen bij de eerste keer remmen
vertraagd aangrijpen. Ook na het wassen van het
voertuig of het rijden door diep water kan dit
fenomeen optreden. Het rempedaal moet dan
krachtiger worden ingedrukt. Daarom een grotere
afstand tot uw voorligger aanhouden.
Na het rijden op nat wegdek en na het wassen
van het voertuig deze, met inachtneming van de
verkeerssituatie voelbaar afremmen. De remschij‐
ven worden warm, drogen sneller en worden
tegen corrosie beschermd.
Beperkte remwerking op wegen waarop gestrooid
is:
Door een zoutlaag op de remschijven en rem‐
R
voeringen kan de remweg aanzienlijk langer
worden of kan het voertuig aan één kant ster‐
ker of zwakker remmen.
Een bovengemiddeld grote afstand tot het
R
voor u rijdende verkeer aanhouden.