Download Print deze pagina

Mercedes-Benz EQV 2020 Handleiding pagina 52

Advertenties

Beslist de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Een naar achteren gericht kinderzitjesbevesti‐
R
gingssysteem nooit op de bijrijdersstoel mon‐
teren.
Een naar achteren gericht kinderzitjesbevesti‐
R
gingssysteem altijd op een geschikte zitplaats
achterin inbouwen.
Geschiktheid van zitplaatsen voor de
-
bevestiging van kinderzitjesbevestigings‐
systemen die met de veiligheidsgordels
worden bevestigd (
Kinderzitjesbevestigingssysteem met de
-
veiligheidsgordel op de zitplaats achterin
bevestigen (
/
Aanwijzingen met betrekking tot naar achte‐
R
ren en naar voren gerichte kinderzitjesbeves‐
tigingssystemen op de bijrijdersstoel
(
pagina 49)
/
Aanwijzingen met betrekking tot naar achte‐
ren en naar voren gerichte kinderzitjesbeves‐
tigingssystemen op de bijrijdersstoel
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door gebruik van een kin‐
derzitjesbevestigingssysteem bij inge‐
schakelde bijrijdersairbag
Als een kind in een kinderzitjesbevestigings‐
systeem op de bijrijdersstoel wordt beveiligd
en het controlelampje PASSENGER AIR BAG
OFF is gedoofd, kan de bijrijdersairbag bij een
ongeval worden geactiveerd.
Het kind kan door de airbag worden getrof‐
fen.
De bijrijdersairbag moet uitgeschakeld
#
zijn; dit controleren. Het controlelampje
PASSENGER AIR BAG OFF moet bran‐
den.
NOOIT een naar achteren gericht kinderzitjes‐
bevestigingssysteem op een stoel met een
ACTIEVE AIRBAG aanbrengen, want dat kan
voor het kind DODELIJKE of ERNSTIGE VER‐
WONDINGEN tot gevolg hebben.
De specifieke aanwijzingen met betrekking tot
naar achteren en naar voren gerichte kinderzit‐
jesbevestigingssystemen in acht nemen
(
pagina 49).
/
pagina 46)
/
pagina 48)
Veiligheid voor inzittenden
Waarschuwingsaanwijzingen aan de binnenzijde
van de zonneklep
Bij het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
altijd de status van de bijrijdersairbag in acht
nemen:
Als door omstandigheden een kinderzitjesbe‐
R
vestigingssysteem op de bijrijdersstoel moet
worden gemonteerd, beslist de aanwijzingen
met betrekking tot de automatische uitscha‐
keling van de bijrijdersairbag in acht nemen
(
pagina 33).
/
Bij het gebruik van een naar achteren gericht
R
kinderzitjesbevestigingssysteem op de bijrij‐
dersstoel moet altijd de bijrijdersairbag uitge‐
schakeld zijn. Dit is alleen het geval als het
controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
continu brandt (
/
Indien het controlelampje PASSENGER AIR
R
BAG OFF niet brandt, is de bijrijdersairbag
geactiveerd. De bijrijdersairbag kan tijdens
een ongeval geactiveerd worden.
Kinderzitjesbevestigingssysteem met de vei‐
ligheidsgordel op de bijrijdersstoel bevesti‐
gen
Bij de montage van een geschikt kinderzitjesbe‐
vestigingssysteem dat met de veiligheidsgordels
op de bijrijdersstoel wordt bevestigd altijd het
volgende in acht nemen:
O De aanwijzingen met betrekking tot naar
achteren en naar voren gerichte kinderzitjes‐
bevestigingssystemen op de bijrijdersstoel in
acht nemen (
pagina 49).
/
O De montage- en gebruikshandleiding van de
fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbe‐
vestigingssysteem in acht nemen.
O Voor een kinderzitjesbevestigingssysteem
van de categorie "Universal" of "Semi-Univer‐
sal" controleren of dit voor de zitplaats van
het voertuig is toegestaan.
De aanwijzingen onder "Geschiktheid van de
zitplaatsen voor de bevestiging van kinderzit‐
pagina 35).
49

Advertenties

loading