348 Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes
Displaymeldingen
Bandenspanningscon-
trole functioneert niet
Geen wielsensoren
Bandenspanningscon-
trole functioneert niet
Sleutel
Displaymeldingen
Â
Sleutel vervangen
Voertuig
Displaymeldingen
Ò
Ó
C
¥
Ruitensproeiervloeistof
bijvullen
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en
* De gemonteerde wielen hebben geen geschikte bandenspannings‐
sensoren. De bandenspanningscontrole is uitgeschakeld.
Wielen met geschikte bandenspanningssensoren monteren.
#
De bandenspanningscontrole wordt na enkele minuten rijden
ingeschakeld.
* De bandenspanningscontrole vertoont een storing.
Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
#
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en
* De sleutel moet worden vervangen.
Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
#
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en
* De achterklep is geopend.
De achterklep sluiten.
#
* Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal. De motorkap is
geopend.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door ontgren‐
delde motorkap tijdens het rijden
De motorkap kan zich openen en het zicht belemmeren.
Nooit de motorkap ontgrendelen tijdens het rijden.
#
Voor iedere rit controleren dat de motorkap vergrendeld is.
#
Direct op een veilige plaats stoppen.
#
Het voertuig tegen wegrollen beveiligen.
#
De motorkap sluiten.
#
* Bovendien klinkt er tijdens het rijden een waarschuwingssignaal.
Het display toont de geopende deur(en).
Alle deuren sluiten.
#
* Het ruitensproeiervloeistofniveau in het ruitensproeiervloeistofreser‐
voir is tot onder het minimum gedaald.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen (
#
M M
oplossingen
M M
oplossingen
M M
oplossingen
pagina 289).
/