Pagina 2
Symbolen In deze handleiding vindt u de volgende symbo‐ len: & GEVAAR Gevaar door het niet in acht nemen van waarschuwingsaanwijzingen Waarschuwingsaanwijzingen wijzen op geva‐ ren die uw gezondheid of uw leven resp. de gezondheid of het leven van anderen in gevaar kunnen brengen.
Pagina 3
Welkom in de wereld van Mercedes-Benz Voor de eerste rit dient u zich aan de hand van deze handleiding vertrouwd te maken met het voertuig. Voor uw eigen veiligheid en voor een langere levensduur van het voertuig adviseren wij u de volgende aanwijzingen en waarschuwings‐...
Pagina 4
Algemene aanwijzingen ......19 Voetmat monteren of demonteren .... 83 Milieubescherming ........19 Terugname van het oude voertuig ....19 Mercedes-Benz Originele onderdelen ..19 Licht en zicht ........... 85 Aanwijzingen met betrekking tot aan-, Buitenverlichting ........85 op-, in- en ombouwen ........ 20 Interieurverlichting instellen ......
Pagina 5
Inhoudsopgave Dashboardverlichting instellen ....185 Informatie over het rijden met zomer‐ Menu's en submenu's ......185 banden ............. 315 Informatie over M+S-banden ....316 Aanwijzingen met betrekking tot LINGUATRONIC ........190 sneeuwkettingen ........316 Aanwijzingen voor de bedrijfsveiligheid ... 190 Bandenspanning ........
Pagina 6
– In één oogopslag Cockpit → Stuurwielschakelpaddles Rechter schakelaarpaneel → → DIRECT SELECT hendel Vierwielaandrijving in- en uitscha‐ kelen → Binnenspiegel → LOW RANGE in- en uitschakelen → Bedieningspaneel dakconsole → DSR in- en uitschakelen DIN-schacht, bijvoorbeeld voor het → plaatsen van een tachograaf of de Voertuighoogte omhoog- en tijdschakelklok voor de standver‐...
Pagina 7
– In één oogopslag Combi-instrument → Instrumentendisplay (kleurendis‐ Weergave koelvloeistoftemperatuur play) en ? koelvloeistof te heet → Snelheidsmeter Tachograaf (zie de afzonderlijke handleiding) → ® ÷ ESP → ! Elektrische parkeerrem (geel) → · Afstandswaarschuwing → 6 Veiligheidssysteem → ü Veiligheidsgordel niet omge‐ →...
Pagina 8
æ Brandstofreserve een storing → → + LOW RANGE actief # Elektrische storing → ! Elektrische parkeerrem (geel) G SOS-noodoproepsysteem (Mercedes-Benz noodoproepsys‐ → Multifunctioneel display teem) → 6 Veiligheidssysteem æ Active Brake Assist System uitgeschakeld é ATTENTION ASSIST uitge‐ Retarder (raadpleeg de schakeld afzonderlijke gebruikershandlei‐...
Pagina 9
– Combi-instrument In één oogopslag → → T Standlicht J Remmen (geel) → → ! ABS vertoont een storing → Mistlicht ® å ESP uitgeschakeld → R Mistachterlicht...
Pagina 10
→ → Toetsen voor het bedienen van de # Elektrische storing boordcomputer G SOS-noodoproepsysteem → Ø AdBlue voorraad gering (Mercedes-Benz noodoproepsys‐ teem) → æ Brandstofreserve æ Active Brake Assist System → + LOW RANGE actief uitgeschakeld → ! Elektrische parkeerrem (geel) é...
Pagina 11
– Combi-instrument In één oogopslag → → L Dimlicht R Mistachterlicht → → T Standlicht J Remmen (geel) → → ! ABS vertoont een storing → Mistlicht ® å ESP uitgeschakeld...
Pagina 12
→ → Ì Interieurbeveiliging in- en uit‐ Brillenbox schakelen G SOS-noodoproepsysteem Of bus-interieurverlichting in- en (Mercedes-Benz noodoproepsys‐ uitschakelen teem) p Leeslicht in- en uitschakelen EDW-controlelampje of LED-contro‐ lelampje voor de ondersteunende | Automatische verlichtingsre‐ accu ten behoeve van het noodop‐...
Pagina 13
– Bedieningspaneel dakconsole In één oogopslag Variant 2 van het bedieningspaneel dakconsole → Zonneklep w Interieurverlichting achterin in- en uitschakelen p Leeslicht in- en uitschakelen p Leeslicht in- en uitschakelen | Automatische verlichtingsre‐ geling in- en uitschakelen c Interieurverlichting voorin in- en uitschakelen...
Pagina 14
– Bedieningspaneel dakconsole In één oogopslag Variant 3 van het bedieningspaneel dakconsole → → Zonneklep c Interieurverlichting voorin in- en uitschakelen | Automatische verlichtingsre‐ geling in- en uitschakelen w Interieurverlichting achterin in- en uitschakelen...
Pagina 15
– Bedieningspaneel dakconsole In één oogopslag Variant 4 van het bedieningspaneel dakconsole → Zonneklep Interieurverlichting in- of uitschake‐...
Pagina 16
– In één oogopslag Deurbedieningseenheid Deurbedieningseenheid voertuigen met elektrisch instelbare buitenste zitplaatsen → → Buitenspiegels instellen Geheugenfunctie bedienen → → Centrale vergrendeling in- en uit‐ Deur openen schakelen → Zijruiten rechts openen en sluiten → Stoelverwarming in- en uitschake‐ → Zijruiten links openen en sluiten →...
Pagina 17
– Deurbedieningseenheid In één oogopslag Deurbedieningseenheid voertuigen zonder elektrisch instelbare stoelen → → Buitenspiegels instellen Deur openen → → Centrale vergrendeling in- en uit‐ Zijruiten rechts openen en sluiten schakelen → Zijruiten links openen en sluiten → Stoelverwarming in- en uitschake‐...
Pagina 18
– In één oogopslag In geval van nood en pech → Alarmknipperlichtinstallatie → Bedrijfsstoffen controleren en bij‐ → vullen QR-codes voor het bepalen van de reddingskaart → Starthulp → Startaccu losmaken → Toetsen voor SOS-noodoproepsys‐ → teem en pechhulp-oproep Voertuigen met voorwielaandrij‐ ving: Mechanische krik en gereed‐...
Pagina 19
– In geval van nood en pech In één oogopslag → Voertuigen met achterwielaandrij‐ Reservewiel (voorbeeld) ving: Wielkeg...
Pagina 20
De handleiding vindt u eveneens in de Snelle start: Hier vindt u de eerste stappen Mercedes-Benz Guides app in de gangbare voor het instellen van uw chauffeursplaats. App Stores. Tips: Hier krijgt u informatie om u voor te bereiden op bepaalde alledaagse situaties met uw voertuig.
Pagina 21
Terugname van het oude voertuig In deze gedeelten geen accessoires monteren zoals bijvoorbeeld audiosyste‐ Alleen voor EU-landen: men. Mercedes-Benz neemt uw oude voertuig weer terug voor het op milieuvriendelijke wijze afvoe‐ Geen reparaties of laswerkzaamheden ren overeenkomstig de richtlijn voertuigwrakken uitvoeren.
Pagina 22
In principe dienen zowel de voertuigfabrikant als de opbouwfabrikant ervoor te zorgen dat de door Als niet door Mercedes-Benz vrijgegeven onder‐ hen vervaardigde producten alleen in een veilige delen, banden en velgen evenals veiligheidsrele‐ toestand aan het verkeer deelnemen en dat ze vante accessoires worden gebruikt, kan de geen gevaar voor personen opleveren.
Pagina 23
Bij vragen over de uitrusting en bediening kunt u deze materialen ontsteken. contact opnemen met een Mercedes-Benz-ser‐ Tijdens het rijden op onverharde wegen vicewerkplaats. of in het terrein regelmatig de onder‐...
Pagina 24
De radiografische onderdelen van de auto zijn in De ondertekenaar, als vertegenwoordiger overeenstemming met de eisen en bepalingen Fabrikant: van de richtlijn 2014/53/EG. Meer informatie BRANO a.s. vindt u bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats. 74741 Hradec nad Moravicí, Opavská 1000, Tsjechië Id.-nr.: 64-387-5933...
Pagina 25
Algemene aanwijzingen BTW-nr.: CZ64-387-5933 Mercedes-Benz voor de auto zijn vrijge‐ verklaart op onze uitsluitende verantwoordelijk‐ geven. heid, dat het product: 2. a) & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door voorwerpen in de beenruimte Benaming: van de bestuurder Krik Voorwerpen in de beenruimte van de bestuur‐...
Pagina 26
Alleen wanneer Mercedes-Benz uw registratiege‐ gevens heeft, kan Mercedes-Benz u over de tech‐ nische controles informeren. QR-codes voor reddingskaart De QR-code stickers bevinden zich op de B-stijl...
Pagina 27
Wanneer u aanspraak maakt op diensten, kan Meer informatie vindt u op http:// deze technische informatie door de medewerkers www.mercedes-benz.de/qr-code. van het servicenetwerk (bijvoorbeeld garage, fabrikant) of door derden (bijvoorbeeld de pech‐ hulp) uit de auto worden uitgelezen. Diensten zijn Gegevensopslag bijvoorbeeld reparaties, onderhoud, garantiege‐...
Pagina 28
Online-diensten gegevensdrager in de map met voertuigdocumen‐ tatie en, inclusief actualiseringen, op internet: Mobiele-gegevensverbinding http://www.mercedes-benz.com/opensource. Indien uw voertuig beschikt over een mobiele- gegevensverbinding, maakt dit het uitwisselen van gegevens tussen het voertuig en verdere sys‐ temen mogelijk. De mobiele-gegevensverbinding wordt mogelijk gemaakt door een zend- en ont‐...
Pagina 29
Auto's met passagiersbank: De gordelspanner Mercedes-Benz adviseert om rijhulpsystemen te van de passagierssstoel wordt geactiveerd onge‐ gebruiken die Mercedes-Benz voor uw auto heeft acht of de gordelslottong van de veiligheidsgordel goedgekeurd. in het gordelslot is vergrendeld. Als de auto geen bestuurdersairbag heeft, omvat Bedrijfsklare status van het veiligheidssys‐...
Pagina 30
De activering van de onderdelen van het veilig‐ heidssysteem moet tijdig, aan het begin van het Mercedes-Benz adviseert om het voertuig na een ongeval, plaatsvinden. ongeval naar een gekwalificeerde werkplaats te laten slepen. Dit advies in het bijzonder opvolgen Factoren die pas na de aanrijding zichtbaar of nadat een gordelspanner of airbag is geactiveerd.
Pagina 31
Veiligheid voor inzittenden kind op de schoot van een inzittende meene‐ Veiligheidsgordels men. Beschermingspotentieel van de veiligheids‐ Nooit voorwerpen samen met een persoon gordel vastgespen. Voor het beveiligen van voorwer‐ De veiligheidsgordel voor aanvang van de rit altijd pen, bagage of lading altijd de aanwijzingen correct omgespen.
Pagina 32
Met de gordelgeleidingontgrendeling inge‐ Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsgordels drukt de gordeldoorvoeropening in de te gebruiken die Mercedes-Benz voor uw auto gewenste stand schuiven. heeft goedgekeurd. De gordelgeleidingontgrendeling loslaten en & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ controleren dat de gordeldoorvoeropening vaar door pyrotechnisch geactiveerde vergrendelt.
Pagina 33
Veiligheid voor inzittenden Veiligheidsgordel afdoen Mogelijk beschermingspotentieel per airbag: AIRBAG Mogelijk beschermings‐ De ontgrendelingsknop in het gordelslot potentieel voor … indrukken en de veiligheidsgordel met de gor‐ delslottong teruggeleiden. Chauffeursairbag, Hoofd en borstkas bijrijdersairbag Werking van de gordelwaarschuwing voor Windowbag Hoofd chauffeur en bijrijder Sidebags...
Pagina 34
( pagina 33). → Alleen stoelhoezen gebruiken die Voorwerpen altijd correct opbergen en bevei‐ Mercedes-Benz voor de betreffende ligen. stoel heeft goedgekeurd. Voorwerpen in het interieur kunnen het correct functioneren van een airbag in gevaar brengen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel Elke inzittende moet altijd de volgende punten in door storingen in de werking van de sen‐...
Pagina 35
1,50 m beslist de volgende aanwijzin‐ De automatische transmissie uit de par‐ gen beslist in acht te nemen: keerstand j te schakelen of de handge‐ Kinderen alleen in een voor Mercedes-Benz schakelde versnellingsbak in de neutraal‐ auto's geschikt kinderzitjesbevestigingssys‐ stand te zetten.
Pagina 36
33 kg jesbevestigingssysteem wordt gemon‐ wegen, alleen ISOFIX-kinderzitjesbeves‐ teerd. tigingssystemen gebruiken waarbij het kind met de veiligheidsgordel van de zit‐ Voor het reinigen van de door Mercedes-Benz plaats wordt beveiligd. geadviseerde kinderzitjesbevestigingssyste‐ men Mercedes-Benz-verzorgingsmiddelen...
Pagina 37
Veiligheid voor inzittenden Monteren van een ISOFIX-kinderzitjesveran‐ Het kinderzitjesbevestigingssysteem kering tevens, indien aanwezig, met de Top Tether-gordel vastzetten. & WAARSCHUWING Letsel‑ of levensge‐ vaar door het overschrijden van het toe‐ Altijd de gegevens over het gewicht van het kin‐ gestaan totaalgewicht van kind en kinder‐ derzitjesbevestigingssysteem in acht nemen: zitjesbevestigingssysteem in de montage- en gebruikshandleiding van de...
Pagina 38
Veiligheid voor inzittenden Het kinderzitjesbevestigingssysteem moet met een Top Tether-gordel uitgerust zijn. ISOFIX-bevestigingsbeugels Voor iedere rit beslist controleren of het ISOFIX- De Top Tether-verankeringen zijn aan de ach‐ kinderzitjesbevestigingsysteem correct in beide terzijde van de betreffende achterbank bij de zit‐ bevestigingsbeugels van de auto vergrendeld is.
Pagina 39
Daarom De bijrijdersstoel moet daarbij in de achterste adviseert Mercedes-Benz dringend het kinderzit‐ stand worden geplaatst. Bij stoelen met zitin‐ jesbevestigingssysteem bij voorkeur op een zit‐ ghoogteverstelling de stoel bovendien in de plaats achterin te monteren.
Pagina 40
Veiligheid voor inzittenden gericht kinderzitjesbevestigingssysteem Geschiktheid van de zitplaatsen voor kinder‐ op een zitplaats achterin: De bestuurders- zitjesbevestigingssystemen en passagiersstoel zo instellen dat deze het Aanwijzingen met betrekking tot de bevesti‐ kinderzitjesbevestigingssysteem niet raakt. ging van geschikte kinderzitjesbevestigings‐ Bij gebruik van een naar voren gericht kin‐ systemen derzitjesbevestigingssysteem van de In de auto mogen alleen kinderzitjesbevestigings‐...
Pagina 41
Veiligheid voor inzittenden Passagiersstoel Gewichtsgroep Passagiersstoel (met Passagiersstoel (zon‐ Losse stoel der passagiersair‐ passagiersairbag) bag) Groep 0: tot 10 kg Groep 0+: tot 13 kg Groep I: 9 tot 18 kg Groep II: 15 tot 25 kg Groep III: 22 tot 36 kg De passagiersstoel in de achterste, hoogste stand plaatsen.
Pagina 42
4 tot 12 jaar Meer informatie over geschikte kinderzitjes‐ Bij het verlaten van de auto altijd de bevestigingssystemen is verkrijgbaar bij elke sleutel meenemen en de auto vergren‐ Mercedes-Benz -servicewerkplaats. delen. Kindersloten voor deuren vergrendelen/ & WAARSCHUWING Levensgevaar door ontgrendelen...
Pagina 43
Veiligheid voor inzittenden Aanwijzingen met betrekking tot huisdieren Uitstappen en door het verkeer worden gegrepen. in de auto Uitrustingen van de auto bedienen en bij‐ & WAARSCHUWING Ongeval‑ en letselge‐ voorbeeld bekneld raken. vaar door onbewaakte, niet vastgezette Wanneer kinderen meerijden, altijd de dieren in de auto aanwezige kinderbeveiligingen active‐...
Pagina 44
Openen en sluiten Sleutel Bovendien kunnen de kinderen de auto in beweging zetten, door bijvoorbeeld: Aanwijzingen met betrekking tot de radiogra‐ fische verbinding van de sleutel De parkeerrem vrij te zetten. De automatische transmissie uit de par‐ & GEVAAR Levensgevaar door elektromag‐ keerstand j te schakelen of de handge‐...
Pagina 45
Openen en sluiten de achterdeuren Bij het starten van het voertuig met de sleutel in het aansluitplaats in de schakelconsole worden Als het voertuig niet binnen circa 40 seconden na de sleutelfuncties automatisch geactiveerd. het ontgrendelen wordt geopend: wordt het voertuig weer vergrendeld Noodsleutel verwijderen en aanbrengen wordt de diefstalbeveiliging weer geactiveerd De sleutel niet bewaren bij elektronische appara‐...
Pagina 46
Er is één 3V-knoopcel van het type CR 2032 nodig. Het deksel weer aanbrengen, zodat het vergrendelt. Mercedes-Benz adviseert de batterij te laten ver‐ De noodsleutel volledig naar binnen schuiven, vangen bij een gekwalificeerde werkplaats. tot deze vergrendelt ( pagina 43).
Pagina 47
Openen en sluiten Een deur openen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel voor personen in de auto bij geactiveerde extra portiervergrendeling Wanneer de extra portiervergrendeling geacti‐ veerd is, kunnen de portieren niet meer van binnen uit geopend worden. Wanneer zich dan personen in de auto bevin‐ den, kunnen ze deze in bijvoorbeeldeen gevaarlijke situatie niet meer verlaten.
Pagina 48
Openen en sluiten Automatische vergrendeling in- en uitschake‐ De automatische transmissie uit de par‐ keerstand j te schakelen of de handge‐ schakelde versnellingsbak in de neutraal‐ Als het contact ingeschakeld is en het voertuig stand te zetten. sneller dan 15 km/h rijdt, wordt het voertuig De motor te starten.
Pagina 49
Openen en sluiten Ontgrendelen: De noodsleutel linksom in de Het voertuig kan met een lange schuifdeur met een tussenhouder zijn uitgerust. De stand 1 draaien. schuifdeur kan bij het openen en sluiten Vergrendelen: De noodsleutel rechtsom in bovendien ongeveer in de middelste stand de stand 1 draaien.
Pagina 50
Openen en sluiten De elektrische schuifdeur kan worden bediend met: de schuifdeurtoetsen in de middenconsole de schuifdeurtoets in het deurframe (B-stijl) de deurgreep (binnen of buiten) de sleutel Als de elektrische schuifdeur bij het openen wordt geblokkeerd, schuift deze enkele centime‐ ters in de tegengestelde richting en stopt.
Pagina 51
Openen en sluiten Als de schuifdeur volledig geopend is, brandt Wanneer iemand bekneld raakt, het controlelampje boven in de toets opnieuw de toets indrukken om de schuifdeur te stoppen. Sluiten: De toets 1, of de toets kort indrukken. De schuifdeur sluit automatisch. Als de deur wordt gesloten met de toets of 2, klinken bovendien twee geluidssigna‐...
Pagina 52
Openen en sluiten Elektrische schuifdeur met deurgreep openen Elektrische schuifdeur handmatig ontgrende‐ en sluiten Voorwaarden: Het kinderslot is gedeactiveerd. Nadat een functiestoring is opgetreden of nadat de accukabels los zijn geweest, kan de schuifdeur met de ontgrendeling van de elektromotor worden losgemaakt.
Pagina 53
Openen en sluiten Elektrische schuifdeur initialiseren Achterdeuren Achterdeuren van buitenaf openen en sluiten & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len‑ en letsel door openen van de achter‐ deur bij gevaarlijke verkeerssituaties Als u een achterdeur opent: kunnen andere personen of verkeersdeel‐ nemers in gevaar worden gebracht.
Pagina 54
Openen en sluiten Linker achterdeur openen Achterdeuren van binnenuit openen en slui‐ Controleren of de rechter achterdeur geopend en vergrendeld is. Het symbool % geeft aan, dat de achterdeur ontgrendeld is. De ontgrendelingshendel in de richting van de pijl trekken. Ontgrendelen: De borgpal naar links schuiven.
Pagina 55
Openen en sluiten Sluiten: Schuif de deur naar rechts2 tot die Sluit de schuifdeur in de scheidingwand vastklikt. alvorens te gaan rijden. Vergewis u ervan dat deur is vastgeklikt. Elektrische treeplank Werking van de elektrische trede Openen: draai de sleutel linksom3. De schuifdeur is nu ontgrendeld.
Pagina 56
Openen en sluiten de elektrische trede een functiestoring Als elektrische trede niet automatisch inschuift, pagina 387). moet de trede vóór het doorrijden handmatig → worden ingeschoven en vergrendeld. Voertuigen met instrumentendisplay (zwart- Aan de onderzijde van de trede aan beide wit-display): Wanneer de melding Trede niet stangen...
Pagina 57
Openen en sluiten Boorden van de platte laadbak Laadbakschotten openen en sluiten & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij het openen van een belast laadbakschot Bij het openen van de boordsluitingen kan de boord naar onderen slaan. Dat geldt in het bij‐ zonder wanneer ze beladen is en daardoor onder spanning staat.
Pagina 58
Openen en sluiten het boordgereedschap bij de uitsparing (pijl) Bij het verlaten van de auto altijd de uit de geleiding drukken. sleutel meenemen en de auto vergren‐ Het laadbakschot tot een hoek van circa 80° delen. omhoogklappen. Kinderen nooit zonder toezicht in de Het laadbakschot uit de scharnierpennen auto laten.
Pagina 59
Openen en sluiten Automatische anti-inklemfunctie van de zijrui‐ openen van de zijruiten De functie "Comfortopening" kan alleen met de Indien een object een van de zijruiten bij het slui‐ sleutel worden bediend. De sleutel moet zich ten hindert, gaat de zijruit automatisch weer dichtbij de chauffeurs- of bijrijdersdeur bevinden.
Pagina 60
Openen en sluiten Problemen met de zijvensters Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Een zijvenster laat zich Inspecteer of zich voorwerpen in de geleiding van het venster bevin‐ niet sluiten. De oorzaak den. ervan is niet waarneem‐ baar. & WAARSCHUWING Inklem- of levensgevaar door niet actieve anti-inklemfunctie Bij het opnieuw sluiten van een zijruit direct na het blokkeren of ini‐...
Pagina 61
Openen en sluiten Uitschakelen De EDW wordt automatisch na circa 5 seconden ingeschakeld: na de vergrendeling met de sleutel Het voertuig ontgrendelen met de sleutel. Het controlelampje in het bedieningspa‐ neel dakconsole dooft. Bij ingeschakelde EDW knippert het controle‐ Als er na het ontgrendelen binnen 40 secon‐ lampje in het bedieningspaneel dakconsole.
Pagina 62
Openen en sluiten Deactiveren Geen voorwerpen, zoals mascottes of kleer‐ haken, aan de binnenspiegel of aan de hand‐ grepen aan het dak hangen. Hierdoor wordt vals alarm voorkomen. Het voertuig vergrendelen met de sleutel. De interieurbeveiliging wordt na circa 30 seconden ingeschakeld. De interieurbeveiliging wordt alleen geactiveerd, als de volgende onderdelen gesloten zijn: de chauffeurs- en bijrijdersdeur...
Pagina 63
Openen en sluiten wordt getransporteerd, bijvoorbeeld op een veerboot of een autotransporter Hierdoor wordt vals alarm voorkomen.
Pagina 64
Stoelen en opbergen U kunt alle indicatoren op het instrumenten‐ Correcte zitpositie voor de chauffeur paneel goed aflezen. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ U kunt het verkeer goed overzien. len door voertuiginstellingen tijdens het Uw veiligheidsgordel sluit nauw om uw rijden lichaam en loopt over het midden van uw lin‐...
Pagina 65
Stoelen en opbergen Met de verstelling in lengterichting voor de hoofd‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ steun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zo len door voertuiginstellingen tijdens het dicht mogelijk bij het achterhoofd staat. rijden U kunt in de volgende situaties de controle &...
Pagina 66
Stoelen en opbergen In lengterichting instellen: De hendel & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ omhoogbrengen en de stoel in de gewenste len door voertuiginstellingen tijdens het positie schuiven. rijden Zorg ervoor dat de stoel vergrendeld is. U kunt in de volgende situaties de controle Zithoogte instellen: Zo vaak op hendel over de auto verliezen: drukken of eraan trekken, tot de gewenste zit‐...
Pagina 67
Stoelen en opbergen Met de verstelling in lengterichting voor de hoofd‐ Stoelvering steun de hoofdsteun zo instellen, dat deze zo Blokkering van de vering dicht mogelijk bij het achterhoofd staat. Afhankelijk van de stoeluitvoering kunnen enkele instelmogelijkheden vervallen. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of levensgevaar door verkeerde zitpositie Zittingdiepte instellen: De hendel omhoogbrengen en het voorste deel van de...
Pagina 68
Stoelen en opbergen Ook als het contact is afgezet kunnen de stoelen In het bijzonder kinderen kunnen de toetsen worden ingesteld. voor de elektrische stoelinstelling onbedoeld bedienen en bekneld raken. & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij Bij het bewegen van de stoel mogen instelling van de stoelen geen handen of andere lichaamsdelen Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk...
Pagina 69
Stoelen en opbergen Instellen van de lordosesteun met vier stan‐ * AANWIJZING Beschadiging van de stoe‐ len bij het terugzetten De stoelen kunnen bij het terugzetten door voorwerpen worden beschadigd. Bij het terugzetten van de stoelen mogen zich geen voorwerpen in de beenruimte, onder of achter de stoelen bevinden;...
Pagina 70
Stoelen en opbergen Voorstoelen draaien Wanneer iemand bekneld raakt, direct de positietoets van de geheugenfunctie & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of loslaten. de dood door niet vergrendelde chauf‐ De instelling wordt onderbroken. feurstoel en/of bijrijderstoel Zijn chauffeurstoel‑ en bijrijderstoel tijdens de &...
Pagina 71
Stoelen en opbergen Zittingen van de bijrijderbank naar voren of Armleuningen instellen naar achteren omklappen Fotovoorbeeld Zitkussen naar voren omklappen: Til het Armsteunhoek instellen: De armsteun meer zitkussen uit zijn voorste arrêtering1. dan 45° omhoogklappen2. Trek het zitkussen iets naar voren uit de ach‐ De armleuning is nu ontgrendeld.
Pagina 72
Waarschuwingsaanwijzing op achterbank met niet toegestaan. weergave van correct aangebrachte achter‐ Alleen achterbanken gebruiken die bank. Mercedes-Benz voor uw voertuig heeft goedgekeurd. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door een niet-vergrendelde achterbank Vergrendelen de voeten van de achterbank niet correct? Dan zit de achterbank niet goed...
Pagina 73
Stoelen en opbergen Inbouwpositie drievoudige achterbank Eerste rij zitplaatsen Tweede rij zitplaatsen Derde rij zitplaatsen met drievoudige achter‐ bank De ontgrendelingshendel van de zitbank De drievoudige achterbank alleen op de derde volledig omlaagdrukken en vasthouden en tegelijkertijd de zitbank aan de ontgrende‐ rij zitplaatsen boven de achteras monte‐...
Pagina 74
Stoelen en opbergen Als het niet lukt de zitbank uit de bevestigings‐ De zitbank achter de inbouwpositie brengen. schalen te trekken, als volgt te werk gaan: De zitbank bij de handgrepen vastpakken en De zitbank naar voren kantelen, zonder deze naar achteren kantelen.
Pagina 75
Stoelen en opbergen Achterbank rugleuning instellen Er is dan een verhoogd risico op letsel van het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een ongeval of remmanoeuvre! Altijd met gemonteerde hoofdsteunen rijden. Voor het rijden bij elke inzittende con‐ troleren, of het midden van de hoofd‐ steun het achterhoofd op ooghoogte ondersteunt.
Pagina 76
Stoelen en opbergen Naar achteren zetten: De ontgrendelings‐ knop indrukken en de hoofdsteun naar achteren in de gewenste stand schuiven. Afhankelijk van de uitvoering van de hoofd‐ steun kunnen enkele instelmogelijkheden ver‐ vallen. Stoelverwarming in- en uitschakelen & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden door herhaaldelijk inschakelen van de stoelverwarming Wanneer u de stoelverwarming herhaaldelijk...
Pagina 77
Stoelen en opbergen Altijd de motor afzetten alvorens de & WAARSCHUWING Inklemgevaar voor achterdeur te openen. kinderen bij het instellen van het stuur‐ wiel Nooit met een geopende achterdeur rij‐ den. Wanneer kinderen het stuurwiel instellen, kunnen ze bekneld raken. &...
Pagina 78
Stoelen en opbergen Overzicht over de bergvakken voorin De afsluitbare opbergvakken voor aan‐ vang van de rit sluiten. Overzicht van de voorste opbergvakken Zware, harde, scherpe, breekbare of te De aanwijzingen met betrekking tot het beladen grote voorwerpen altijd in de bagage‐ van het voertuig in acht nemen ( pagina 75).
Pagina 79
Stoelen en opbergen Opbergvak middenconsole/voorruit openen Sluiten en sluiten Het deksel omlaagklappen en de handgreep in de richting van de pijl omlaagschuiven. Vergrendelen: De noodsleutel linksom in de stand 2 draaien. Brillenvak openen Deksel opbergvak (voorbeeld middenconsole) Openen: De toets van het opbergvak indrukken.
Pagina 80
Voorwerpen opbergen. Meer informatie over accessoires, zoals een tablethouder, is verkrijgbaar bij elke Mercedes-Benz-servicewerkplaats. Het deksel van de opbergbox tijdens het rij‐ De opbergbox op de zitting plaatsen. den gesloten houden. De opbergbox...
Pagina 81
Stoelen en opbergen De opbergbox van de stoel verwijderen. De zitting van de bijrijdersbank naar voren klappen ( pagina 69). → De opbergbox in het opbergvak plaatsen. De zitting van de bijrijdersbank terugklappen pagina 69). → Informatie over de flessenhouder Openen: druk hier of daar op de...
Pagina 82
Stoelen en opbergen Klap het deksel omhoog. Contactdozen 12V-aansluitingen in de middenconsole Sigarettenaansteker in de middenconsole gebruiken gebruiken Voorwaarden Er zijn slechts apparaten tot maximaal 180 W & WAARSCHUWING Gevaar voor brand en (15 A) aangesloten. letsel door hete sigarettenaansteker 12V-aansluiting in het opbergvak Wanneer het hete verwarmingselement van de sigarettenaansteker of de hete fitting wor‐...
Pagina 83
Stoelen en opbergen 12V-aansluiting op de chauffeursstoel gebrui‐ 230V-contactdoos in de middenconsole gebruiken & GEVAAR Levensgevaar bij beschadigde aansluitkabel of contactdoos Als een geschikt apparaat aangesloten is, is er een hoge spanning aanwezig op de 230V- contactdoos. Als de aansluitkabel of de 230V- contactdoos uit de behuizing is getrokken, beschadigd of nat is, kunt u een stroomstoot krijgen.
Pagina 84
Stoelen en opbergen Mobiele telefoon via usb-contactdoos ach‐ terin opladen De klep openen. De stekker van het apparaat in de 230V-con‐ De mobiele telefoon in het opbergvak tactdoos steken. plaatsen en op de usb-contactdoos aan‐ Als de boordnetspanning voldoende is, gaat sluiten om hem op te laden.
Pagina 85
Een lijst met geschikte mobiele telefoons vindt u onder: Als voorwerpen in de mobiele-telefoonhouder worden gelegd, kunnen ze sterk verhitten of http://www.mercedes-benz.com/connect zelfs ontsteken. Geen extra voorwerpen, in het bijzonder metalen voorwerpen, in de mobiele-tele‐ foonhouder leggen.
Pagina 86
Stoelen en opbergen De vloermatten altijd stevig en zoals voorgeschreven aanbrengen, zodat altijd voldoende vrije ruimte voor de pedalen is gewaarborgd. Geen losse vloermatten gebruiken en niet meerdere vloermatten op elkaar leggen. Monteren: de drukknoppen op de houder indrukken. Demonteren: de voetmat van de houders trekken.
Pagina 87
Licht en zicht Weerklinkt tijdens het verlaten van het voer‐ Buitenverlichting tuig een waarschuwingssignaal? Dan is wel‐ Licht verstellen bij reizen naar het buitenland licht de verlichting nog ingeschakeld. Voertuigen met halogeen- of statische led- Schakelde u de parkeerlichten aan? Dan licht koplampen: de koplampen hoeven niet aange‐...
Pagina 88
Licht en zicht afhankelijk van de verlichtingsterkte van de omgeving. Is het gedimde groot licht ingeschakeld? Dan licht het desbetreffende meldlampje L op het combinatie-instrument op. Mistlicht en mistachterlicht in- of uitschake‐ Voorwaarden De verlichtingsschakelaar bevindt zich in de stand L of Ã. De spanningsvoorziening of de motor is inge‐...
Pagina 89
Licht en zicht Inschakelen resp. uitschakelen van de waar‐ Lichtsignaal schuwende knipperlichten Knipperlichten links Knipperen: De combischakelaar in de gewen‐ ste richting drukken, tot deze ver‐ grendelt. De combischakelaar wordt bij grote stuurbewegingen automatisch teruggezet. Kort knipperen: De combischakelaar kort in de gewenste richting aantippen.
Pagina 90
Licht en zicht Afbuiglicht Altijd goed de verkeerssituatie in de gaten houden en het grootlicht tijdig uit‐ schakelen. De adaptieve grootlichtassistent wisselt automa‐ tisch tussen: Dimlicht Grootlicht Het systeem herkent wanneer tegenliggers of voorliggers verlichting voeren. Bij snelheden boven 30 km/h: Een afbuiglicht verbetert de verlichting van de rij‐...
Pagina 92
Licht en zicht Bewegingsmelder 1| Automatische interieurverlichtingsre‐ geling in- en uitschakelen & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel c Interieurverlichting voorin in- of uit‐ door de laserstraal van de bewegingsmel‐ schakelen w Laadruimteverlichting/verlichting De bewegingsmelder zendt niet zichtbare achterin in- of uitschakelen straling uit door middel van LED's (Light Emit‐...
Pagina 93
Licht en zicht het voertuig niet van buitenaf met de sleutel Het dimlicht moet hierbij voor het starten van de is vergrendeld motor ingeschakeld zijn. Gloeilampen en lampjes spelen een belangrijke Wanneer gedurende meerdere uren geen veran‐ rol bij de veiligheid. Daarom erop letten dat deze dering aan het voertuig wordt herkend, bijvoor‐...
Pagina 94
Licht en zicht Extra knipperlicht Voorwaarden Extra knipperlicht (voertuigen met aandrij‐ ving op alle wielen): Lichtbron model P 21 W Afdekking behuizing grootlicht/dagrijlicht Afdekking behuizing dimlicht/stadslicht Fitting knipperlicht Het verlichtingssysteem uitschakelen. Schakel de lichtinstallatie uit Grootlicht/dagrijlicht: De afdekking van de behuizing naar achteren toe wegtrekken.
Pagina 95
Licht en zicht Achteruitrijlicht: Soort lichtbron P 21 W Voertuigen met standaard achterlicht Remlicht/achterlicht/stadslicht: P 21 W Remlicht/achterlicht/stadslicht Knipperlichten: PY 21 W Knipperlicht Achteruitrijlicht: P 21 W Achteruitrijlicht Kentekenplaatverlichting: W 5 W Mistachterlicht Mistachterlicht: P 21 W Het verlichtingssysteem uitschakelen. De achterdeur openen.
Pagina 96
Licht en zicht Schakel de lichtinstallatie uit. Steek een schroevendraaier in de sparing2 en licht de lens voorzichtig op. Neem de lichtbron uit de fitting. Plaats een nieuwe lichtbron in de fitting. Plaats de lens zo dat die vastklikt. Achterste lichtbronnen vervangen (chassis) Overzicht soorten lichtbronnen achteraan (chassis) De volgende lichtbronnen kunt u zelf vervangen.
Pagina 97
Licht en zicht Lichtbronnen extra verlichting vervangen Mistachterlicht (chauffeurszijde): P 21 W Kentekenplaatverlichting: R 5 W Zijmarkeerlichten Achterlicht (chassis-cabine) Voorwaarden Zijmarkeerlichten: soort lichtbron: LED Voorwaarden Contourverlichting: Soort lichtbron R 5 W Knipperlicht: Soort lichtbron PY 21 W Remlicht: Soort lichtbron P 21 W Achterlicht: Soort lichtbron R 5 W Mistachterlicht: Soort lichtbron P 21 W Kentekenplaatverlichting: Soort lichtbron...
Pagina 98
Licht en zicht Ruitenwisser Inschakelen of uitschakelen van de ruitenwis‐ ser voor de voorruit De interieurverlichting uitschakelen. De vergrendelingsveer van het lampglas met een geschikt voorwerp, bijvoorbeeld een schroevendraaier, indrukken en vervolgens het lampglas met het lamphuis opwippen. î Eén keer wissen/wassen met water Lampglas van lamphuis verwijderen: De 1 g Ruitenwisser uit nokken van het lampglas...
Pagina 99
Licht en zicht In-/uitschakelen van de ruitenwisser van de Alvorens de motorkap te openen, altijd achterruit de ruitenwissers en het contact uitscha‐ kelen. De ruiten worden niet meer correct gewist als de ruitenwisserbladen versleten zijn. Rui‐ tenwisserbladen tweemaal per jaar vervan‐ gen, het beste in het voorjaar en in de herfst.
Pagina 100
Licht en zicht Ruitenwisserbladen (voorruit) vervangen De schuif in de richting van de pijl naar boven schuiven, tot deze vergrendelt. (WET WIPER SYSTEM) Het ruitenwisserblad in de richting van de & WAARSCHUWING Inklemgevaar door pijl van de ruitenwisserarm verwijderen. ingeschakelde ruitenwissers bij het ver‐ De slang voorzichtig van het ruitenwisser‐...
Pagina 101
Licht en zicht Het nieuwe ruitenwisserblad op de ruiten‐ Buitenspiegel elektrisch instellen wisserarm drukken, tot de bevestigings‐ klemmen aangrijpen. De ruitenwisserarm weer tegen de achter‐ ruit terugklappen. Spiegel Buitenspiegels bedienen & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door voertuiginstellingen tijdens het rijden U kunt in de volgende situaties de controle over de auto verliezen:...
Pagina 102
Licht en zicht gelverwarming automatisch in nadat de motor is gestart. Voertuigen zonder achterruitverwarming: Bij lage buitentemperaturen schakelt de spie‐ gelverwarming automatisch in nadat de motor is gestart. Bovendien kan de spiegelverwar‐ ming samen met de achterruitverwarming of met de toets van de achterruitverwarming worden ingeschakeld.
Pagina 103
Klimaatregeling Overzicht aircosystemen Verwarmingssysteem voorruitverwarming in- of Temperatuur instellen Voertuigen met standver‐ uitschakelen warming of extra verwar‐ Y Verwarming achterin pagina 106) → mingssysteem: & Stand‐ in- of uitschakelen verwarming of extra verwar‐ Luchthoeveelheid instellen ¤ Achterruitverwarming mingssysteem in- of uit‐ in- of uitschakelen schakelen ( pagina 108)
Pagina 104
Klimaatregeling TEMPMATIC verwarming achterin instel‐ w Temperatuur instellen Voertuigen met achterruit‐ len (controlelampje knip‐ verwarming: ¤ De ach‐ Display pert) ( pagina 103) → terruitverwarming in- of uit‐ K Luchthoeveelheid schakelen ( pagina 106) → instellen d Luchtrecirculatie in- of uitschakelen pagina 105) →...
Pagina 105
Klimaatregeling THERMOTRONIC verwarming of extra verwar‐ w Temperatuur instellen ¿ A/C-functie in- of uit‐ mingssysteem in- of uit‐ schakelen ( pagina 104) → Display schakelen ( pagina 108) → Ã Klimaatregeling auto‐ K Luchthoeveelheid Voertuigen met achterruit‐ matisch regelen voorin instellen verwarming: ¤...
Pagina 106
Klimaatregeling Temperatuur en luchthoeveelheid inschake‐ De toets ¿ indrukken. len en instellen TEMPMATIC en THERMOTRO‐ De A/C-functie slechts voor korte tijd uit‐ schakelen, aangezien anders de ruiten sneller kunnen beslaan. De toets Y indrukken. Het controlelampje in de toets Y en het Aan de onderzijde van de auto kan tijdens de symbool Y op het display van het tempe‐...
Pagina 107
Klimaatregeling Als de lucht wordt gekoeld en de chauffeurs‐ Wanneer de klimaatregeling achterin is uitge‐ deur, bijrijdersdeur of schuifdeur wordt schakeld, wordt ze automatisch ingeschakeld geopend, wordt de werking van de aanjager door te drukken op de toets 0. van de airconditioning achterin na circa 15 minuten gereduceerd.
Pagina 108
Klimaatregeling Comfortopening/-sluiting via luchtrecircula‐ Altijd ervoor zorgen, dat alle inzittenden tietoets voldoende afstand houden tot de lucht‐ roosters. Comfortsluiting: De toets d zo lang Naar behoefte de luchtstroom naar een indrukken, tot de zijruiten automatisch begin‐ ander gebied van het interieur leiden. nen te sluiten.
Pagina 109
Klimaatregeling Instellen van de beluchtmonden in het dak- luchtkanaal Afhankelijk van de uitrusting van het voertuig bevindt zich in de beenruimte achterin aan de lin‐ kerzijde een luchtkanaal of een verwarmingsag‐ Bij voertuigen met een klimaatregelinstallatie gregaat met extra luchtuitstroomopeningen 1. achterin zijn verstelbare beluchtmonden inge‐...
Pagina 110
Klimaatregeling De extra verwarming werkt onafhankelijk van de uitlaatsysteem van de standverwarming, zeer motor en vult het klimaatregelsysteem in het heet worden. voertuig aan. De extra verwarming verwarmt de Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren, lucht in het interieur op de ingestelde tempera‐ gras of takken, kunnen ontsteken als ze in tuur.
Pagina 111
Klimaatregeling Voorgeschreven temperatuur inschakelen De toets u zo lang indrukken, tot op het display van de afstandsbediening de melding Het contact inschakelen. verschijnt. Inschakelen: De toets & indrukken. Vertrektijd instellen Uitschakelen: De toets & indrukken. De toets u kort indrukken. De temperatuur via de toets w instellen.
Pagina 112
Klimaatregeling Overzicht displaymeldingen van de afstands‐ MILIEU-AANWIJZING Milieuschade door bediening (standverwarming of -ventilatie) een ondeskundige afvoer van batterijen Batterijen bevatten giftige en agres‐ sieve bestanddelen. Ontladen batterijen bij een gekwalificeerde werkplaats of bij een inzamelpunt voor oude batterijen afge‐ Standventilatie ingeschakeld ven.
Pagina 113
Klimaatregeling Voorkeuzetijd activeren Voorkeuzetijd selecteren Vorwahlzeit selecteren. Vorwahlzeit selecteren. Het vinkje geeft de ingeschakelde functie De gewenste voorkeuzetijd A, B of C selecte‐ aan. De activering van de voorkeuzetijd is uitslui‐ tend geldig tot de volgende keer dat de motor wordt gestart.
Pagina 114
Klimaatregeling Met de toets de uren instellen. accukabels losgemaakt zijn geweest, moeten de vertrektijden opnieuw worden ingesteld. De toets indrukken. Vertrektijd instellen: De toets Met de toets de minuten instellen. 3indrukken, tot j knippert in de menure‐ De toets indrukken. gel 2.
Pagina 115
Klimaatregeling Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Als de automatische hardware-herkenning beëindigd is, de dag van de week, tijd en inschakelduur instellen ( pagina 111). → De vertrektijd instellen ( pagina 112). → De standverwarming De in de regeleenheid geïntegreerde beveiliging tegen te lage spanning wordt automatisch uitge‐...
Pagina 116
Rijden en parkeren Rijden len van de motor of het uitlaatsysteem ontste‐ ken. Spanningsvoorziening of contact met de Daarom regelmatig controleren dat zich start-stoptoets inschakelen geen brandbaar materiaal in de motor‐ ruimte of tegen het uitlaatsysteem & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ bevindt.
Pagina 117
Rijden en parkeren Starten Het voertuig met de start-stoptoets starten & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len‑ en letsel als kinderen zonder toezicht in de auto worden achtergelaten Wanneer kinderen zonder toezicht in de auto achterblijven, kunnen deze: Portieren openen en daardoor andere per‐ sonen of verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Pagina 118
Rijden en parkeren Het voertuig met de start-stoptoets starten. De automatische transmissie uit de par‐ keerstand j te schakelen of de handge‐ Met de start-stoptoets kan ook de spannings‐ schakelde versnellingsbak in de neutraal‐ voorziening of het contact worden ingescha‐ stand te zetten.
Pagina 119
Rijden en parkeren Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveilig‐ Niet het contact afzetten tijdens het rij‐ heid van de auto in gevaar gebracht. den. Alle voorwerpen in de auto veilig opber‐ gen, opdat deze niet in de beenruimte & WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar van de bestuurder terecht kunnen door uitlaatgassen komen.
Pagina 120
Rijden en parkeren Het controlelampje voor het dieselpartikelfil‐ Tijdens het rijden niet tegelijkertijd het ter in het instrumentendisplay gaat branden. rem- en het gaspedaal indrukken. De aanwijzingen met betrekking tot de rege‐ Bij lange en steile afdalingen moet vroegtijdig in neratie in acht nemen ( pagina 126).
Pagina 121
Mercedes-Benz adviseert het inbouwen van een Als de TEMPOMAT of limiter is ingeschakeld, brandstoffilter met waterafscheider voor landen moet eveneens vroegtijdig van schakelstand met een verhoogd watergehalte in de diesel.
Pagina 122
Mercedes- Benz adviseert om veiligheidsredenen alleen door den: Mercedes-Benz goedgekeurde remschijven en Voorzichtig de snelheid verlagen. remvoeringen te laten inbouwen. Door spoorvorming ontstane geulen vermij‐ Andere remschijven of remvoeringen kunnen de den.
Pagina 123
Rijden en parkeren Rijden door het water & WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar Eraan denken dat voorliggers of tegenliggers voor voor ongevallen door terugschakelen op golven kunnen zorgen. Hierdoor kan de maximaal glad wegdek toegestane waterhoogte worden overschreden. Als op glad wegdek wordt teruggeschakeld Deze aanwijzingen beslist aanhouden.
Pagina 124
Rijden en parkeren Rijden in het terrein Bij beschadigingen meteen contact opnemen met een gekwalificeerde & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ werkplaats. len bij het niet aanhouden van de vallijn op hellingen Tijdens het rijden op onverharde wegen of in het terrein regelmatig de onderzijde van het voertuig Als een helling schuin wordt bereden of op en de wielen en banden controleren.
Pagina 125
LOW RANGE inschake‐ de bijrijder instrueren. len ( pagina 134). → Mercedes-Benz adviseert bovendien een De schakelstand tot 1 of 2 begrenzen. schep en een sleepkabel met harpsluiting in Hoge motortoerentallen vermijden. het voertuig mee te nemen. Langzaam en gelijkmatig rijden, maximaal Bagage en lading moeten goed zijn opgebor‐...
Pagina 126
Rijden en parkeren Checklist na rijden in het terrein De bedrijfsrem op bedrijfsveiligheid controle‐ ren, bijvoorbeeld een remproef uitvoeren. Als u na het rijden in het terrein schade aan het voertuig constateert, het voertuig onmiddellijk Wanneer na het rijden in het terrein sterke laten controleren bij een gekwalificeerde werk‐...
Pagina 127
Rijden en parkeren Wanneer het ECO start-stopsysteem uitge‐ De motor wordt in de volgende gevallen weer schakeld is, is permanent een weergave in automatisch gestart: het combi-instrument zichtbaar. Voertuigen met handgeschakelde versnel‐ lingsbak: Het koppelingspedaal wordt inge‐ drukt. Functie van de ECO-aanduiding Voertuigen met handgeschakelde versnel‐...
Pagina 128
Rijden en parkeren Dieselpartikelfilter Tijdens de regeneratie een minimumaf‐ stand van 2 m tot andere objecten, Aanwijzingen met betrekking tot de regenera‐ zoals geparkeerde voertuigen, aanhou‐ den. & WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar Regeneratie starten en afbreken door uitlaatgassen Voorwaarden Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐ Er is voldaan aan alle systeemvoorwaarden.
Pagina 129
Rijden en parkeren Regeneratie afbreken: De motor afzetten. Spanningsvoorziening in- of uitschakelen De regeneratie wordt afgebroken. Als de rege‐ Spanningsvoorziening uitschakelen neratie niet wordt afgesloten, kan de regene‐ ratie na het starten van de motor opnieuw worden gestart. Afhankelijk van de beladingstoestand van het dieselpartikelfilter start de regeneratie bij de volgende keer rijden automatisch.
Pagina 130
Rijden en parkeren Het koppelingspedaal indrukken en de ver‐ * AANWIJZING Beschadiging van de ver‐ snellingshendel in de gewenste richting ver‐ snellingsbak door het inschakelen van de plaatsen. achteruitversnelling k tijdens het rijden De achteruitversnelling k alleen Schakeladvies inschakelen als de auto stilstaat. Het schakeladvies geeft aanwijzingen voor een brandstofbesparende rijstijl.
Pagina 131
Rijden en parkeren Achteruitversnelling R inschakelen De automatische transmissie uit de par‐ keerstand j te schakelen. De motor te starten. Kinderen en dieren nooit zonder toe‐ zicht in de auto achterlaten. Bij het verlaten van de auto altijd de sleutel meenemen en de auto vergren‐ delen.
Pagina 132
Rijden en parkeren Het rempedaal indrukken en de DIRECT Het gordelslot wordt geopend als het voertuig SELECT-keuzehendel tot de eerste weerstand stilstaat of met zeer geringe snelheid rijdt. omhoog- of omlaagdrukken. U verlaat de stoel als het voertuig stilstaat of Op het multifunctioneel display toont de met zeer geringe snelheid rijdt.
Pagina 133
Rijden en parkeren Op het multifunctioneel display verschijnt de ingestelde schakelstand. De automatische transmissie schakelt slechts tot aan de betreffende versnelling. Schakelstand vrijgeven: De stuurwielscha‐ kelpaddle vasthouden. De automatische transmissie schakelt, afhan‐ kelijk van de actuele versnelling, één of meer‐ dere versnellingen op.
Pagina 134
Rijden en parkeren Het mechanisch opheffen van de parkeerver‐ De tractieregeling van de vierwielaandrijving vindt grendeling is alleen mogelijk bij voertuigen eveneens plaats via het remsysteem. Bij extreem met automatisch schakelende versnellings‐ gebruik in het terrein kan het remsysteem daar‐ bak en voorwielaandrijving.
Pagina 135
Rijden en parkeren Vierwielaandrijving in- en uitschakelen digd. Dergelijke schade valt niet onder de Mercedes-Benz aansprakelijkheid voor gebre‐ ken. Het voertuig nooit met een opgetilde as slepen. Het voertuig alleen met alle wielen op de grond of volledig van de grond sle‐...
Pagina 136
Rijden en parkeren De keuzehendel van de automatische trans‐ veilige afstand, de gereden snelheid en het tijdig missie staat in de stand j of i. remmen. De vierwielaandrijving is ingeschakeld. De DSR ondersteunt u in alle transmissiestanden bij bergafwaarts rijden, bijvoorbeeld in het terrein of op bouwplaatsen.
Pagina 137
Rijden en parkeren De schakelaar aan de bovenzijde indruk‐ Elektronische niveauregeling ken. Functie van de elektronische niveauregeling Het rem- of gaspedaal loslaten. De actuele snelheid is opgeslagen. Als het & WAARSCHUWING Inklemgevaar door voertuig stilstaat wordt 4 km/h als snelheid zakkende auto opgeslagen.
Pagina 138
Rijden en parkeren functie automatisch gedeactiveerd en stelt de Voorzichtig rijden en de rijstijl aanpas‐ automatische regeling de rijhoogte in. sen aan het gewijzigde rijgedrag. Voor werkzaamheden aan het voertuig of bij het Het voertuig, rekening houdend met de verwisselen van een wiel kan de ENR worden uit‐ verkeerssituatie, tot stilstand brengen.
Pagina 139
Rijden en parkeren Opgeslagen voertuigniveau oproepen: De toets kort indrukken. Het controlelampje dooft niet een seconde De ENR brengt het voertuig automatisch daarna. omhoog of omlaag naar de opgeslagen rij‐ hoogte. Het controlelampje gaat vervolgens opnieuw Het controlelampje in de toets knip‐...
Pagina 140
Rijden en parkeren Omhoogbrengen tot rijhoogte: De schake‐ De maximaal toegestane bedrijfsdruk laar kort aan de bovenzijde indrukken. van 600 kPa (6 bar, 87 psi) niet over‐ De ENR brengt het voertuig automatisch op schrijden. de rijhoogte. De parkeerrem bedienen. Om de beweging te stoppen de schakelaar kort aan de onderzijde indrukken.
Pagina 141
Rijden en parkeren Tanken Voordat u de tankdop opent of het vul‐ pistool vastpakt, de metalen carrosserie Brandstof tanken van de auto aanraken. Op deze manier wordt een eventueel & WAARSCHUWING Brand‑ en explosiege‐ aanwezige elektrostatische oplading vaar door brandstof afgebouwd.
Pagina 142
Rijden en parkeren De tankdopklep openen. * AANWIJZING Eruit spuitende brandstof De tankdop linksom draaien en verwijde‐ bij het verwijderen van het vulpistool. ren. De brandstoftank slechts zo ver vullen Alle deuren sluiten zodat er geen brandstof‐ tot het vulpistool afslaat. dampen in het interieur kunnen komen.
Pagina 143
Rijden en parkeren Problemen met brandstof en brandstoftank Probleem Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen Het voertuig lekt brand‐ Een brandstofleiding of de brandstoftank is defect. stof. De parkeerrem bedienen. De motor afzetten. De sleutel uit het contactslot verwijderen. Of, bij voertuigen met KEYLESS-START: De chauffeursdeur openen.
Pagina 144
® AdBlue kan bij een gekwalificeerde werk‐ Voorwaarden plaats, bijvoorbeeld bij een Mercedes-Benz- Het contact is uitgeschakeld. servicewerkplaats, in het kader van de snel‐ service worden bijgevuld. Voertuigen met goedkeuring als personenvoer‐ tuig: De volgende na elkaar optredende meldin‐...
Pagina 145
Rijden en parkeren U kunt met het voertuig alleen nog de weer‐ ® AdBlue tankdop openen bij afsluitbare tank‐ gegeven afstand afleggen. Zo snel mogelijk ® AdBlue bijvullen. AdBlue bijvullen Vermogen ger.: 20 km/h Geen start na XXX km De rijsnelheid is tot 20 km/h beperkt. U kunt met het voertuig alleen nog de weergegeven afstand afleggen.
Pagina 146
Rijden en parkeren ® ® AdBlue bijvulcontainer voorbereiden AdBlue bijvullen Variant 1 Variant 1 Variant 2 Variant 2 De eenwegslang met de hand op de vul‐ ® De dop van de AdBlue jerrycan los‐ pijp van het voertuig vastdraaien. draaien. ®...
Pagina 147
-tank daarbij niet overvullen. ® De AdBlue -navulflacons zijn verkrijgbaar bij Als het vulpistool bij het vullen automatisch veel tankstations of bij een Mercedes-Benz-ser‐ afslaat, niet verder tanken. vicewerkplaats. Navulflacons zonder schroefslui‐ ® De AdBlue -tank is volledig gevuld. ting bieden geen bescherming tegen overvullen.
Pagina 148
Rijden en parkeren ® AdBlue tankdop sluiten bij afsluitbare tank‐ het uitlaatsysteem of de uitlaatgasstroom in contact komen, kunnen deze materialen ont‐ steken. De auto zo parkeren dat geen brandbaar materiaal met hete onderdelen van de auto in contact kan komen. Niet op een droge wei of afgeoogste graanvelden parkeren.
Pagina 149
Rijden en parkeren Wanneer de wielen blokkeren, direct de & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ parkeerrem zo ver vrijzetten tot de wie‐ len en letsel bij niet-vastgezette parkeer‐ len weer ronddraaien. Als het voertuig met ingeschakelde parkeer‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor brand en stand j wordt geparkeerd en de parkeerrem ongevallen als de parkeerrem niet gelost niet is vastgezet, kan het voertuig wegrollen.
Pagina 150
Rijden en parkeren De handremhendel iets aantrekken en de Elektrische parkeerrem knop voor het vrijzetten indrukken. Aanwijzingen met betrekking tot de elektri‐ De handremhendel tot de aanslag omlaag‐ sche parkeerrem geleiden. Het controlelampje ! in het instrumenten‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ display dooft.
Pagina 151
Rijden en parkeren keerrem bij afgezette motor een functiecontrole De elektrische parkeerrem wordt niet automa‐ uit. De daarbij optredende geluiden zijn normaal. tisch bediend, als de motor door het ECO start- stopsysteem wordt afgezet. Elektrische parkeerrem automatisch vastzet‐ Voertuigen met handgeschakelde versnel‐ lingsbak: Voertuigen met automatische transmissie: De elektrische parkeerrem wordt automatisch...
Pagina 152
Rijden en parkeren u schakelt van de transmissiestand j naar de stand h of k. Bij steilere hellingen moet u bovendien het gaspedaal bedienen. Wanneer de transmissie in de stand k staat, moeten de achterste draaideuren gesloten zijn. Voertuigen met handgeschakelde versnel‐ lingsbak: Als aan alle onderstaande voorwaarden is vol‐...
Pagina 153
Rijden en parkeren Tijdens het rijden de schakelaar van de Boordcomputer: elektrische parkeerrem indrukken. Instellingen Voertuig Ruhezustand Het voertuig wordt afgeremd zo lang de scha‐ (Ruststand) kelaar van de elektrische parkeerrem Activeren of deactiveren: selecte‐ ingedrukt wordt gehouden. ren. Het voertuig wordt sterker afgeremd, hoe lan‐ ger de schakelaar van de elektrische par‐...
Pagina 154
Rijden en parkeren Functie van de sensoren Actieve afstandsassistent DISTRONIC pagina 160) → Wegrijhulp voor op hellingen HOLD-functie ( pagina 162) → PARKTRONIC-parkeerassistent pagina 163) → Achteruitrijcamera ( pagina 164) → 360°-camera ( pagina 166) → ATTENTION ASSIST ( pagina 169) →...
Pagina 155
Rijden en parkeren Werking van het BAS (Brake Assist System) Wanneer de ondergrond niet voldoende tractie biedt, kan ook met de ASR niet probleemloos worden weggereden. Daarbij spelen ook de ban‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ den, het totaalgewicht van het voertuig en de hel‐ len door storing in het BAS (remassisten‐...
Pagina 157
Rijden en parkeren Functie van het Active Brake Assist System Brake Assist optreden. In deze gevallen, even‐ als bij storingen van het Active Brake Assist Het Active Brake Assist System bestaat uit: System, blijft het remsysteem steeds beschik‐ Afstandswaarschuwingsfunctie baar met volledige remkrachtondersteuning Autonome remfunctie en BAS.
Pagina 158
Rijden en parkeren Autonome remfunctie De autonome remfunctie kan vanaf een snelheid van circa 7 km/h in de volgende situaties ingrijpen: Voorliggers Stilstaande voer‐ Kruisende voer‐ Overstekende Stilstaande voet‐ tuigen tuigen voetgangers / gangers fietsers tot circa tot circa geen reactie tot circa 60 km/h geen reactie 250 km/h...
Pagina 159
Rijden en parkeren Bij het starten van de motor wordt elke keer auto‐ weg- en weersomstandigheden en de verkeerssi‐ matisch de instelling Gemiddeld geselecteerd. tuatie. De TEMPOMAT is slechts een hulpmiddel. De verantwoordelijkheid voor een veilige afstand, Active Brake Assist System uitschakelen de snelheid, het tijdig remmen en het aanhouden Geadviseerd wordt om het Active Brake van de rijstrook ligt bij u.
Pagina 160
Rijden en parkeren voertuig. Om snel op de opgeslagen snelheid af te regelen, remt de limiter automatisch. Voertuig met een toegestaan totaalgewicht hoger dan 3,5 t: De limiter begrenst de snelheid van het voertuig. De snelheid kan op de volgende manieren worden begrensd: Variabel: Voor snelheidsbegrenzingen, bijvoor‐...
Pagina 161
Rijden en parkeren De tuimelschakelaar voorbij het drukpunt Variabele Limiter drukken. Het voertuig is gestart. De opgeslagen snelheid wordt 10 km/h ver‐ De variabele limiter is geselecteerd. hoogd of verlaagd. Omschakelen tussen TEMPOMAT en variabele limiter De tuimelschakelaar voorbij het drukpunt drukken en vasthouden.
Pagina 162
Rijden en parkeren Permanente limiter De inleiding van een vlotte acceleratie naar de opgeslagen snelheid vindt plaats, wanneer Als het voertuig langdurig een bepaalde snelheid de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld om niet mag overschrijden (bijvoorbeeld bij het naar de inhaalstrook te wisselen. gebruik van winterbanden), kan dit met de per‐...
Pagina 163
Rijden en parkeren De stoelbezettingssensor van de chauffeurs‐ De verkeerssituatie altijd goed in de stoel heeft een chauffeur herkent die de vei‐ gaten houden en klaar zijn om te rem‐ ligheidsgordel draagt. men. De controle van het radarsensorsysteem is Rekening houden met de verkeerssitua‐ succesvol afgesloten.
Pagina 164
Rijden en parkeren Weer wegrijden met DISTRONIC actieve Voorgeschreven afstand tot de voorligger ver‐ afstandsassistent groten of verkleinen De voet van het rempedaal nemen. Voorgeschreven afstand vergroten: De tui‐ De tuimelschakelaar omhoog (RES) druk‐ ken. melschakelaar omlaag ( ) drukken. Voorgeschreven afstand verkleinen: De tui‐...
Pagina 165
Rijden en parkeren Voertuigen met aanhangwagenvoorziening: Systeemgrenzen Als de elektrische verbinding tussen het voertuig De helling mag niet groter zijn dan 30 %. en aanhangwagen is aangesloten, is de PARKTRO‐ NIC-parkeerassistent voor de achterzijde uitge‐ PARKTRONIC-parkeerassistent schakeld. Functie van de PARKTRONIC-parkeerassistent PARKTRONIC-parkeerassistent uit- of inscha‐...
Pagina 166
Rijden en parkeren Geluidsverlaging in- of uitschakelen keren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder andere geen personen, dieren of voor‐ U kunt vastleggen, of tijdens een akoestische werpen in het manoeuvreergebied bevinden; dit waarschuwing van de PARKTRONIC-parkeerassis‐ controleren. tent het volume van een mediabron in het multi‐...
Pagina 167
Rijden en parkeren Voorwerpen die zich niet ter hoogte van de bodem bevinden, verschijnen verder verwij‐ derd dan ze daadwerkelijk zijn. Dit zijn bij‐ voorbeeld: de bumper van een geparkeerd voertuig de aanhangwagendissel van een aan‐ hangwagen de kogelhals van de aanhangwagenvoor‐ ziening de achterzijde van een vrachtwagen Groothoekweergave...
Pagina 168
Rijden en parkeren Markering op een afstand van circa 1,0 m (de achterste draaideuren kunnen nog geheel worden geopend.) Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het achtergedeelte Rode hulplijnen op circa 0,2 m afstand tot het achtergedeelte, voertuig met buitenspie‐ gels Oranje waarschuwingsmelding van de PARK‐...
Pagina 169
Rijden en parkeren Top View van het eigen voertuig aan. De afstanden gel‐ den alleen op rijbaanhoogte. De hulplijnen in de aanhangwagenmodus worden ter hoogte van de aanhangwagen‐ voorziening afgebeeld. Aanhangerweergave (indien aanhangwagen‐ voorziening gemonteerd) Geel rijspoor van de banden bij actuele stuur‐ wielverdraaiing (dynamisch) Gele hulplijnen, breedte van het voertuig (vlak waarover wordt gereden) afhankelijk...
Pagina 170
Rijden en parkeren Uitval van het systeem nadelig worden beïnvloed, bijvoorbeeld bij het uitrijden van een garage. Wees in dat Als het systeem niet gebruiksklaar is, verschijnt geval extra voorzichtig. in het multimediasysteem de volgende melding: Het display bij een aanzienlijke beperking van de bruikbaarheid, als gevolg van bijvoorbeeld pixelfouten, laten repareren of vervangen.
Pagina 171
Rijden en parkeren Wanneer de manoeuvreerondersteuning inge‐ In het menu Assistentie van de boordcomputer schakeld is, zijn de volgende functies actief: kan de statusinformatie voor de ATTENTION ASSIST worden opgeroepen: Drive Away Assist ( pagina 173) → De ritduur sinds de laatste pauze. Rear Cross Traffic Alert ( pagina 173) →...
Pagina 172
Rijden en parkeren laatst geselecteerde gevoeligheid blijft opgesla‐ Verkeerstekenassistent gen. Functie van de verkeerstekenassistent Systeemgrenzen De ATTENTION ASSIST is actief in het snelheids‐ bereik tussen 60 km/h en 200 km/h. De ATTENTION ASSIST werkt in de volgende situ‐ aties beperkt en waarschuwingen wordt ver‐ traagd of helemaal niet gegeven: Bij een ritduur van minder dan circa 30 minu‐...
Pagina 173
Rijden en parkeren Weergave op het instrumentendisplay Systeemgrenzen Het systeem kan in de volgende situaties moge‐ lijk niet correct werken of buiten werking zijn: Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door onvol‐ doende verlichting van de weg, bij sterk wis‐ selende schaduwen of door sneeuw, regen, mist of veel spatwater Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetko‐...
Pagina 174
Rijden en parkeren Daardoor kan de uitstapwaarschuwing in deze & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ situaties niet waarschuwen. len ondanks de dodehoekassistent Bij het openen van de deuren altijd goed De dodehoekassistent reageert niet op stil‐ op de verkeerssituatie en op voldoende staande objecten en niet op voertuigen die vrije ruimte letten.
Pagina 175
Rijden en parkeren voorbeeld bij vrachtwagens, kan de waarschu‐ dieren of voorwerpen in de baan van het voertuig wing worden onderbroken. bevinden. Bij ingeschakelde achteruitversnelling is de dode‐ In de volgende situaties kan bijvoorbeeld gevaar hoekassistent niet bedrijfsklaar. voor een aanrijding ontstaan: De uitstapwaarschuwing kan in de volgende situ‐...
Pagina 176
Rijden en parkeren del en dient er niet toe om het voertuig zonder De functie Rear Cross Traffic Alert is onder de assistentie van de chauffeur de rijstrook aan te volgende voorwaarden actief: laten houden. De verantwoordelijkheid voor een De dodehoekassistent is ingeschakeld. veilige afstand, de snelheid, het tijdig remmen en De achteruitversnelling is ingeschakeld of het het aanhouden van de rijstrook ligt bij u.
Pagina 177
Rijden en parkeren camera 1. Deze moet voorkomen dat u onge‐ wild de rijstrook verlaat. Daartoe kunt u door een voelbare terugmelding van het stuurwiel en het knipperen van het statussymbool in het instru‐ mentendisplay worden gewaarschuwd. Bovendien kunt u door een corrigerende remingreep naar uw rijstrook worden teruggevoerd.
Pagina 178
Rijden en parkeren De rijstrookmarkeringen zijn versleten, donker of bedekt. De afstand tot de voorligger is te klein en daardoor kunnen de rijstrookmarkeringen niet worden herkend. De rijstrookmarkeringen wijzigen snel, bij‐ voorbeeld de rijstroken splitsen zich, kruisen elkaar of worden samengevoegd. De rijbaan is zeer smal en kronkelig.
Pagina 179
Rijden en parkeren De ADR kan alleen worden ingeschakeld als De PTO ( pagina 176) of de ADR inschake‐ → het voertuig stilstaat en als de parkeerrem is len. bediend.. Verhogen: De schakelaar aan de boven‐ Bij voertuigen met automatische transmissie zijde indrukken.
Pagina 180
Rijden en parkeren Het voertuig met aanhangwagen altijd op een vei‐ Met een aanhangwagen gedraagt het voertuig lige plaats parkeren en tegen wegrollen beveiligen zich anders dan zonder aanhangwagen. pagina 146). De aanhangwagen voorzichtig → De combinatie: aan- en afkoppelen. is zwaarder Bij het achteruitrijden van het trekkend voertuig is beperkt in acceleratie- en klimvermogen...
Pagina 181
Rijden en parkeren Met een aanhangwagen gedraagt het voertuig & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ zich anders dan zonder aanhangwagen en ver‐ len door niet vergrendelde kogelhals bruikt meer brandstof. Bij lange en steile hellin‐ Is de kogelhals niet vergrendeld? Dan kan de gen moet vroegtijdig het schakelstand 3, 2 of 1 aanhangwagen zich loswerken.
Pagina 182
Rijden en parkeren Voertuigen met automatische transmis‐ Demonteren van de afneembare trekhaak sie: De keuzehendel in de stand jzetten. De parkeerrem van het voertuig bedienen. Alle deuren sluiten. De afdekkap van de kogelkop verwijderen en veilig opbergen ( pagina 75). →...
Pagina 183
Rijden en parkeren De minimumstroom (50 mA) van de aanhang‐ wagenverlichting werd onderschreden. De permanente spanningsvoorziening kan worden gebruikt voor accessoires met een vermogen tot maximaal 240 W. Aanhangwagen afkoppelen & WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het afkoppelen Wanneer u een aanhangwagen met oploop‐ rem in geremde staat afkoppelt, kunt u met uw hand tussen de auto en de aanhangwa‐...
Pagina 184
Instrumentendisplay en boordcomputer Overzicht instrumentendisplay & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len bij het uitvallen van het instrumenten‐ display Wanneer het instrumentendisplay uitgevallen is of als een storing aanwezig is, kunt u func‐ tiebeperkingen van veiligheidsrelevante syste‐ men niet herkennen. De bedrijfsveiligheid van de auto kan beperkt zijn.
Pagina 185
Instrumentendisplay en boordcomputer ò Hoofdmenutoets (multimediasysteem) Overzicht toetsen in het stuurwiel Touch-control rechts (multimediasysteem) % Terugtoets rechts (multimediasysteem) Boordcomputer bedienen & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding door informatiesystemen en communica‐ tieapparatuur Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ greerde informatiesystemen en communica‐ % Terugtoets links (boordcomputer) tieapparatuur bedient, kunt u van de ver‐...
Pagina 186
Instrumentendisplay en boordcomputer Door weergaven of lijsten in het menu wisselen: Een veegbeweging links op de touch-control omhoog of omlaag maken. Een submenu oproepen of een selectie bevestigen: Links op de touch-control drukken. Een submenu verlaten: De terugtoets links indrukken. Als u zich in een submenu bevindt en de terug‐...
Pagina 187
Instrumentendisplay en boordcomputer é PARKTRONIC-parkeerassistent uitge‐ Dashboardverlichting instellen schakeld TEMPOMAT ( pagina 157) → ¯ ç Actieve afstandsassistent DISTRONIC pagina 160) → Limiter ( pagina 157) → È DSR ( pagina 134) → ECO start-stopsysteem ( pagina 124) → è HOLD-functie ( pagina 162) →...
Pagina 188
Instrumentendisplay en boordcomputer Verbruik over langere tijd Statusindicaties in de assistentieweergave: Gestippelde rijstrookmarkeringen: spoorassis‐ tent uitgeschakeld Assistentieweergave oproepen Doorgetrokken, dunne rijstrookmarkeringen: Boordcomputer: spoorassistent ingeschakeld, niet operatio‐ Assistentie neel De volgende weergaven zijn in het menu Assis‐ Doorgetrokken, dikke rijstrookmarkeringen: tentieweergave beschikbaar: spoorassistent operationeel Assistentieweergave Attention Level (...
Pagina 189
Instrumentendisplay en boordcomputer Ritduur (vanaf vertrek of vanaf laatste nul‐ stelling) Gemiddelde snelheid (vanaf vertrek of vanaf laatste nulstelling) Gemiddelde brandstofverbruik (vanaf vertrek of vanaf laatste nulstelling) Waarden in het menu Reis van de boordcom‐ puter terugzetten Presentatie op een instrumentenpaneel met Boordcomputer: zwart/wit-beeldscherm Reis...
Pagina 190
Instrumentendisplay en boordcomputer Radiozender selecteren Afstand tot volgende rij-aanwijzing Straat waarin wordt gereden Boordcomputer: Reis Rij-aanwijzing aangekondigd (voorbeeld) Straat waarin de rij-aanwijzing u stuurt Frequentiebereik Doelrichting van de rij-aanwijzing Zender Afstand tot de rij-aanwijzing Naam van de titel Symbool rij-aanwijzing Naam van de artiest Geadviseerde rijstrook en tijdens de rij-aan‐...
Pagina 191
Instrumentendisplay en boordcomputer ste telefoonnummer selecteren en bevesti‐ Weergaven in het menu Media: gen. Keuzelijst van de mediabron Het telefoonnummer wordt geselecteerd. Actuele weergave In plaats van het geselecteerde telefoonnummer De mediabron selecteren en bevestigen. kunnen de volgende weergaven verschijnen: De gewenste weergave selecteren en bevesti‐...
Pagina 192
LINGUATRONIC Aanwijzingen voor de bedrijfsveiligheid Bediening Overzicht van de bediening met het multi‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding functioneel stuurwiel door informatiesystemen en communica‐ De LINGUATRONIC is circa een halve minuut na tieapparatuur het inschakelen van het contact bedrijfsgereed. Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ greerde informatiesystemen en communica‐...
Pagina 193
LINGUATRONIC De tuimelschakelaar £ in het multifunctio‐ Overzicht soorten gesproken opdrachten neel stuurwiel omhoogdrukken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de vol‐ Een gesproken opdracht kan na een geluids‐ gende soorten gesproken opdrachten: signaal worden gesproken. Invoer corrigeren: De gesproken opdracht Algemene gesproken opdrachten kunnen te allen tijde en onafhankelijk van de actuele "Correctie"...
Pagina 194
Bepaalde functie: De gesproken opdracht Voor meer informatie hierover contact opnemen voor de gewenste functie oproepen, bijvoor‐ met een Mercedes-Benz-servicewerkplaats of de beeld "Hallo Mercedes, ik heb hulp nodig over Mercedes PRO portal bezoeken op: http:// het onderwerp radio" of na het omhoog www.mercedes.pro.
Pagina 195
LINGUATRONIC Gesproken omschakelopdrachten Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal Wissel naar navigatie Open de navigatiefunc- Naar de navigatie wisselen Wissel naar het adres- Roep het telefoonboek Naar het adresboek gaan boek Naar de telefoon wisselen Wissel naar telefoon Laat me de telefoon zien Naar de berichten-applicatie omschakelen Wissel naar berichten...
Pagina 196
LINGUATRONIC Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal Navigeer naar <POI> Navigeer mij naar de Direct starten van een navigatie naar een speci‐ ale bestemming speciale bestemming Heidelberger Schloss Speciale bestemming Breng mij naar een Bestemmingsinvoer voor een speciale bestem‐ ming, bijvoorbeeld speciale bestemming Bran‐ invoeren speciale bestemming denburger Tor.
Pagina 197
LINGUATRONIC Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal Symbolen voor speci- Laat de symbolen op Weergave van de symbolen voor speciale bestemmingen op de kaart in- en uitschakelen ale bestemmingen de kaart zien weergeven Symbolen voor speci- Wis de kaartsymbolen ale bestemmingen ver- bergen Overzicht van de gesproken telefoonopdrach‐...
Pagina 198
LINGUATRONIC Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal Mercedes-Benz alarm- Bel de Mercedes-Benz Er wordt een noodoproep geactiveerd centrale bellen alarmcentrale Mercedes PRO wordt gebeld Mercedes PRO bellen Kies de Mercedes- Benz hulpdienst Overzicht van de gesproken radio-opdrachten sing zichtbaar is. De volgende lijst bevat slechts...
Pagina 199
LINGUATRONIC Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal Verkeersinformatie uit Verkeersinformatie stil- schakelen Informatie over de actuele zender in- en uitscha‐ Radio-informatie aan Schakel de extra zen- derinformatie in kelen Radio-informatie uit De extra radiopro- gramma-informatie uit- doen Opslaan van een tag met informatie over de actu‐ Tag dit nummer Sla de actuele muziek- informatie op...
Pagina 200
LINGUATRONIC Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal ste muziek kunt selecteren. Als u alle titels van Album <album> zoeken Vind het muziekalbum een keuzelijst wilt afspelen, dan zegt u "Alle titels "Astral Weeks" afspelen". Artiest <artiest> zoe- Toon mij de zangeres "Joni Mitchell"...
Pagina 201
LINGUATRONIC Gesproken berichten-opdrachten Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal Sms aan <naam> Dicteer nieuw tekstbe- Sms-bericht opstellen. Alle namen van het adres‐ boek zijn beschikbaar. richt aan mijn broer Een sms-bericht aan de gebelde persoon schrij‐ Sms aan Nieuw bericht aan <naam><tekst>...
Pagina 202
LINGUATRONIC Gesproken opdracht Voorbeelden in Werking spreektaal Motorgegevens Open de motorgege- Motorgegevens oproepen vens Volgende onderhoudstermijn oproepen Volgende onderhouds- Wanneer is de vol- termijn gende onderhouds- beurt? Actieradius Actuele actieradius Actieradiusgegevens oproepen voorlezen Verbruiksinstellingen oproepen Verbruik Open het verbruiks- menu Weergave en modi- Open weergave en Display-instellingen weergeven...
Pagina 203
MBUX multimediasysteem de mobiele telefoon via Apple CarPlay™ of Overzicht en bediening Android Auto gebruiken. Overzicht multimediasysteem Opbergvak met oplaadinterface en NFC-inter‐ face (indien beschikbaar) & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding door informatiesystemen en communica‐ Het multimediasysteem wordt met de volgende tieapparatuur centrale bedieningselementen bediend: Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐...
Pagina 204
Homescreen oproepen Aantal toepassingen en telefoonnet, tijd Profielen oproepen actueel gekozen weergave‐ Berichten-center oproepen gedeelte Globaal zoeken oproepen De ster geeft nieuwe B VORSCHLÄGE (SUGGES‐ Wordt alleen weergegeven berichten aan. TIES) en FAVORIETEN indien het Mercedes-Benz Toepassing via symbool oproepen oproepen...
Pagina 206
MBUX multimediasysteem Aanraken, vasthouden en slepen Toets ß Kaart verschuiven: Het touchscreen aanra‐ Navigatie oproepen ken en de vinger in een willekeurige richting Snelle toegang voor zenders en muziekti‐ bewegen. tels: De toets indrukken. Volume op een schaal instellen: Het touch‐ Het besturingsmenu verschijnt voor de laatst screen aanraken en de vinger naar links of actieve audiobron.
Pagina 207
MBUX multimediasysteem Geluid in- en uitschakelen Volume instellen Met het multifunctioneel stuurwiel Met het multifunctioneel stuurwiel Stomschakelen: De volumeknop indruk‐ De volumeknop draaien. ken. Het volume van de actuele radio- of media‐ bron wordt ingesteld. De volumes van andere In de statusregel van het display van het mul‐ timediasysteem verschijnt het symbool 8.
Pagina 209
MBUX multimediasysteem meest waarschijnlijke bestemmingen in het navi‐ zen toestaan Contactadviezen toestaan gatiesysteem, radiozenders of contacten aange‐ of uitschakelen. boden. Wanneer een optie is ingeschakeld, worden adviezen voor bestemmingen in het navigatie‐ Adviezen worden weergegeven als aan de vol‐ systeem, muziektitels, radiozenders of con‐ gende voorwaarden is voldaan: tacten weergegeven.
Pagina 210
MBUX multimediasysteem Een advies markeren en zo lang ingedrukt Favoriet aanmaken selecteren. houden, tot het menu OPTIES verschijnt. De categorieën worden weergegeven. Wissen selecteren. De categorie selecteren. De favorieten worden weergegeven. Adviezen in de toepassingen wissen Een favoriet selecteren. Het is mogelijk om adviezen in de laatste bestem‐ De favoriet wordt op de volgende vrije positie mingen, in de radiozenderlijst en in de contacten opgeslagen.
Pagina 212
MBUX multimediasysteem Website oproepen Wanneer geen instellingen kunnen worden uitgevoerd, verschijnt een melding. Navigeren De instelling in- of uitschakelen. Enkele berichten, bijvoorbeeld een bestemming in Wissen: De prullenbak selecteren. het navigatiesysteem, worden langer bewaard. Daarom hoeven beschikbare acties niet direct na Wissen Alles wissen selecteren.
Pagina 213
MBUX multimediasysteem De acties zijn van een overeenkomstige aandui‐ Invoeren van tekens ding voorzien. Tekeninvoer gebruiken Zoeken is met de volgende invoermethodes mogelijk: & WAARSCHUWING Gevaar voor afleiding door informatiesystemen en communica‐ Tijdbalk via beeldschermtoetsenbord tieapparatuur Invoeren van tekens met handschriftherken‐ ning Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐...
Pagina 214
MBUX multimediasysteem Via toetsenbord Invoerregel Invoer overnemen ABC Naar letters omschake‐ len (niveau 2) Weergave van suggesties Naar handschriftinvoer wis‐ tijdens het invoeren selen Door indrukken of aantip‐ pen kan tussen hoofdletters De invoer wordt gewist Spaties invoeren en kleine letters worden Wissen Toetsenbordtaal veranderen gewisseld...
Pagina 215
MBUX multimediasysteem Via handschriftinvoer Invoerregel Wissen Spatie invoegen Weergave van suggesties Door indrukken of aantip‐ Naar invoer via toetsenbord tijdens het invoeren pen wordt het laatst inge‐ wisselen voerde teken gewist De invoer wordt gewist Invoer overnemen Door aanraken en vasthou‐ Naar spraakinvoer omscha‐...
Pagina 218
MBUX multimediasysteem De WPS-toets op het te verbinden apparaat Via beveiligingssleutel verbinden indrukken. Apparaat met hotspot in de auto verbinden Op het multimediasysteem Verder selecteren. selecteren. Er wordt een beveiligingssleutel weergegeven. Automatische verbinding activeren Op het te verbinden apparaat het voertuig Verbinden via Wi-Fi selecteren.
Pagina 219
Bij het exporteren van gegevens niet de Pincode wijzigen gegevensdrager verwijderen. Instellingen wijzigen selecteren. Mercedes-Benz is niet aansprakelijk voor De actuele pincode invoeren. eventueel verlies van gegevens. PIN wijzigen selecteren. Voorwaarden Een nieuwe pincode opslaan. Het voertuig staat stil.
Pagina 220
Mercedes PRO De functie in- of uitschakelen. connect Pincode deblokkeren Brengt uw multimediasysteem en de commu‐ Een Mercedes-Benz servicewerkplaats opzoe‐ nicatiemodule op de nieuwste stand ken en de pinbeveiliging laten terugzetten. Meer informatie over de software-updates onder http://www.mercedes.pro...
Pagina 221
Voorwaarden voor de installatie: Als u uw pincode vergeten bent, kunt u de Het contact is uitgeschakeld. pinbeveiliging door een Mercedes-Benz -ser‐ vicewerkplaats laten deactiveren. De aanwijzingen en waarschuwingen zijn gele‐ zen en geaccepteerd. Er verschijnt opnieuw een vraag of het terugzet‐...
Pagina 223
Mercedes PRO portal. De dienst is beschikbaar. Als u tijdens het rijden in de auto geïnte‐ De dienst is bij een Mercedes-Benz -service‐ greerde communicatieapparatuur bedient, werkplaats vrijgeschakeld. kunt u van de verkeerssituatie worden afge‐ leid. Bovendien kunt u de controle over de Meer informatie vindt u onder: http:// auto verliezen.
Pagina 224
MBUX multimediasysteem De bestemmingsinvoer maakt voor het onboard- Wanneer u bijvoorbeeld naar een speciale zoeken gebruik van de data die in het multimedia‐ bestemming in Groot-Brittannië op zoek systeem is opgeslagen. bent, kunt u THE SHARD invoeren. Het land waarin het voertuig zich bevindt, is inge‐ Indien u beide voorbeelden wilt proberen, steld 1.
Pagina 225
MBUX multimediasysteem Deze functie is zinvol voor landen waarin Het multimediasysteem heeft reeds vol‐ meerdere tekensets worden ondersteund. doende gegevens verzameld om bestem‐ Een voorbeeld is Rusland met het cyrillische mingsadviezen weer te geven. en Latijnse schrift. Multimediasysteem: Land wijzigen: De landcode selecteren.
Pagina 226
MBUX multimediasysteem Een persoonlijke speciale bestemming selec‐ De speciale bestemmingen tonen de volgende teren. informatie: Rechtstreekse richting naar speciale Persoonlijke speciale bestemmingencategorie bestemming (pijl) bewerken Naam van de speciale bestemming In de lijst een persoonlijke speciale bestem‐ Hemelsbrede afstand naar speciale mingencategorie selecteren s.
Pagina 227
MBUX multimediasysteem Het adres selecteren. De bidirectionele convertering driewoorden‐ De bestemmingsinformatie wordt weergege‐ adressen kunt u hier uitvoeren: ven. De route kan worden berekend. op de website http://what3words.com De routebegeleiding naar het contactadres is in de apps van what3words in de volgende gevallen betrouwbaar: Op de kaart selecteren Het contactadres is volledig.
Pagina 229
MBUX multimediasysteem De mobiele telefoon bij het multimediasys‐ Voor de genoemde routetypen kan de dynami‐ teem houden en de QR-code scannen. sche route worden in- of uitgeschakeld: Internetadres oproepen: Wanneer een inter‐ Automatisch netadres beschikbaar is, selecteren. De route wordt met het actueel ingestelde Weergeven op de kaart: Weergave op kaart routetype berekend.
Pagina 230
MBUX multimediasysteem Tolwegen gebruiken De volgende opties staan ter beschikking: Met tolwegen selecteren. Optie Rij-aanwijzing De optie Contant of met card betalen Elek- Het multimediasysteem geeft tijdens de rou‐ tebegeleiding rij-aanwijzingen per taal. tronisch betalen in- of uitschakelen. De route houdt rekening met wegen, waar‐ Optie Met straatnamen voor een gebruiksafhankelijke vergoeding (tol)
Pagina 234
MBUX multimediasysteem Routebegeleidingsweergaven Een gesproken rij-aanwijzing, bijvoorbeeld "Zo meteen rechts afslaan" wordt weergegeven. Rijstrookadviezen De kaart verschijnt in een volledig beeld‐ Als u de rij-aanwijzingen niet opvolgt of de bere‐ scherm. kende route verlaat, wordt automatisch een In de statusregel wordt weergegeven: de rich‐ nieuwe route berekend.
Pagina 235
MBUX multimediasysteem vicevoorzieningen weergegeven. Dat zijn bij‐ voorbeeld parkeerplaatsen, wegrestaurants of afritten. Weergave openklappen: r selecteren. De items zijn gesorteerd in oplopende volg‐ orde van afstand tot de actuele positie van het voertuig. Een item selecteren. In de lijst een servicevoorziening selecteren. De details worden weergegeven.
Pagina 237
MBUX multimediasysteem Overzicht offroad tijdens routebegeleiding Laatste bestemming als favoriet opslaan Het daadwerkelijke wegverloop kan bijvoorbeeld De bestemming kan na het opslaan via de als gevolg van wegwerkzaamheden van de gege‐ favorieten worden opgeroepen vens in de digitale kaart afwijken. In dergelijke pagina 208).
Pagina 238
Het abonnement Het voertuig met het voertuigidentificatie‐ is geldig. nummer (VIN) aanmaken. Het logo van de verkeersinformatie-provi‐ Registratie bij de Mercedes-Benz-service‐ der wordt weergegeven. Het abonnement werkplaats: De koppeling bij een Mercedes- is afgelopen. Benz-servicewerkplaats laten uitvoeren.
Pagina 239
MBUX multimediasysteem De volgende verkeersweergaven zijn inge‐ In een andere toepassing wordt een bericht‐ schakeld ( pagina 237): geving weergegeven. De berichtgeving beves‐ → tigen. Verkeershinder Nieuwe route overnemen: Omleidingsad- Freier Verkehrsfluss (Vrije verkeersstroom) vies overnemen selecteren. Vertraging Actuele route aanhouden: Actuele route Multimediasysteem: blijven volgen...
Pagina 240
MBUX multimediasysteem De dienst Car-to-X-Communication is geacti‐ Een verkeerssituatie toont de volgende infor‐ veerd. matie: Wegnummer of straatnaam Car-to-X-Communication is beschikbaar in geselecteerde landen. Verkeerssituatiesymbool De communicatiemodule brengt na het inschake‐ Oorzaak len van het contact automatisch een internetver‐ Afstand vanaf de actuele positie van het binding tot stand.
Pagina 242
MBUX multimediasysteem Persoonlijke speciale bestemmingen configu‐ 2D Gericht op het noorden: De kaart is in 2D en naar het noorden gericht. reren Rijrichting: De kaart is in 2D en in de Persoonlijke speciale bestemmingen selecte‐ rijrichting gericht. ren r. 3D: De kaart is in 3D en in de rijrichting De categorieën in- of uitschakelen.
Pagina 243
Kaartversie selecteren. Op het centrale bedieningselement omhoog of omlaag vegen. Informatie over nieuwe versies van de digitale kaart is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz - Op het centrale bedieningselement drukken. servicewerkplaats. Rekening houden met het gebied voor de Gebied mijden route U kunt voor een route gebieden mijden, waar u Een gebied in de lijst selecteren.
Pagina 244
Actualisering van kaartgegevens uitvoeren De vrijschakelcode is voor één voertuig bruik‐ baar. Actualisering in de Mercedes-Benz -service‐ De vrijschakelcode is niet overdraagbaar. werkplaats laten uitvoeren Net zoals conventionele autokaarten verouderen De vrijschakelcode is zescijferig. de digitale kaartgegevens. Een optimale routebe‐...
Pagina 245
MBUX multimediasysteem Het aantal ontvangen satellieten wordt weer‐ Meer informatie over beschikbare diensten en gegeven. over de weergave van informatie in de scha‐ len van de kaart: http://www.mercedes.me Kaartschaal automatisch instellen De diensten zijn niet in alle landen beschik‐ Multimediasysteem: baar.
Pagina 246
MBUX multimediasysteem De door de service parkeren weergegeven Bestemming bellen. maximale inrijhoogte vervangt niet het De bestemming via NFC of QR-code delen. zelf in de gaten houden van de daadwer‐ Het webadres oproepen. kelijke omstandigheden. De bestemming op de kaart weergeven. Beschikbare betalingsmogelijkheden (Mercedes pay, muntgeld, bankbiljetten, Parkeermogelijkheden in de kaart weergeven...
Pagina 247
Een mobiele telefoon is via Bluetooth Meer informatie is verkrijgbaar bij een Mercedes- het multimediasysteem verbonden Benz-servicewerkplaats of onder: http:// pagina 245). → www.mercedes-benz.com/connect ® Twee mobiele telefoons zijn via Bluetooth Informatie over telefonie met het multimediasysteem verbonden (twee‐ voudige telefoonmodus).
Pagina 249
MBUX multimediasysteem Bij gebruik van één telefoon Meer informatie vindt u onder: http:// www.mercedes-benz.com/connect Alleen Device_name selecteren. Een nieuw geautoriseerde mobiele telefoon Mobiele telefoon via Near Field Communica‐ wordt in de enkelvoudige telefoonmodus ver‐ tion (NFC) gebruiken bonden. Voorwaarden Wanneer de mobiele telefoon al geautoriseerd...
Pagina 251
MBUX multimediasysteem Gesprek met meerdere deelnemers voeren mobiele telefoon beantwoordt, wordt het bestaande gesprek beëindigd. Voorwaarden Er is een actief gesprek aanwezig pagina 248). → Weigeren selecteren. Er is nog een gesprek tot stand gebracht. De functie en het gedrag zijn afhankelijk van de provider van het mobiele netwerk en de Tussen de gesprekken heen en weer schake‐...
Pagina 252
MBUX multimediasysteem Handmatig Overzicht voor het importeren van contacten Contacten automatisch synchroniseren uit‐ Contacten uit verschillende bronnen Bron Voorwaarden schakelen ò Usb-apparaat Het usb-apparaat is Contacten synchroniseren selecteren. op de usb-aansluiting aangesloten. Contact oproepen Multimediasysteem: Als het versturen van ® ñ...
Pagina 257
Mobiele telefoon via Android Auto aanmelden Mercedes-Benz adviseert, de verbinding via een aansluitkabel alleen los te maken als het Voorwaarden voertuig stilstaat. De eerste activering van Android Auto via het multimediasysteem moet om veiligheidsrede‐...
Pagina 258
Houd er alstublieft rekening mee, dat Mercedes Dit staat niet in verband met het voertuigidentifi‐ PRO connect een service van Mercedes-Benz is. catienummer (VIN) en wordt bij het terugzetten In geval van nood altijd eerst het bekende lande‐...
Pagina 259
258). → Informatie over het Mercedes PRO connect ongevalsmanagement Het Mercedes PRO connect ongevalsmanage‐ ment is een aanvulling op het Mercedes-Benz noodoproepsysteem ( pagina 259). → Na een ongeval wordt een noodoproep aan de Mercedes-Benz alarmcentrale geactiveerd: Toets service-oproep Een spraakverbinding met een contactper‐...
Pagina 260
Als de dienst onderhoudsmanagement geacti‐ geactiveerde dienst bij een oproep overgedragen: veerd is, worden automatisch relevante voertuig‐ Voertuigidentificatienummer gegevens verzonden aan de Mercedes-Benz klan‐ tenservice. Daardoor verkrijgt u individuele aan‐ Reden van activering van de oproep bevelingen voor het onderhoud van uw voertuig.
Pagina 261
MBUX multimediasysteem Voor meer informatie hierover contact opnemen het combi-instrument een overeenkomstige met een Mercedes-Benz-servicewerkplaats of de melding. Mercedes PRO portal bezoeken op: http:// Automatische noodoproep activeren www.mercedes.pro Voorwaarden Het contact is ingeschakeld. Mercedes-Benz noodoproepsysteem De startaccu is voldoende opgeladen.
Pagina 262
~ in het multifunctioneel stuurwiel selec‐ noodzakelijk is. teren. Wanneer geen inzittende antwoordt, wordt direct een ambulance naar het voertuig Verstuurde gegevens bij Mercedes-Benz nood‐ gestuurd. oproepsysteem Bij een automatische of handmatige noodoproep Handmatige noodoproep activeren en bij het alarmnummer 112 worden gegevens...
Pagina 263
Het contact is ingeschakeld. acht nemen van het land waarin u zich bevindt. Het voertuig staat ten minste een minuut stil. Om de Mercedes-Benz Apps en de internettoe‐ gang te kunnen gebruiken, moet Mercedes PRO Testmodus starten: De toets ~ in het connect geactiveerd en ingeschakeld zijn.
Pagina 276
Vervoeren Aanwijzing met betrekking tot beladings‐ Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswij‐ richtlijnen zigingen! & WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar Voorwerpen altijd zodanig opbergen, door uitlaatgassen dat ze in deze of vergelijkbare situaties niet kunnen rondvliegen. Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐...
Pagina 277
Vervoeren Indien mogelijk de lading altijd in de laad‐ Ladingverankering ruimte vervoeren. Aanwijzingen met betrekking tot de ladingver‐ De lading aan de sjorogen beveiligen en deze ankering gelijkmatig belasten. Sjorogen en bevestigingsmaterialen gebrui‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ ken die geschikt zijn voor het gewicht en de len en letsel bij verkeerd gebruik van de grootte van de lading.
Pagina 278
Vervoeren de ladingverankering voldoet aan de geldende Overzicht sjorpunten eisen en regels van de techniek voor lading‐ verankering. Als dit niet het geval is, kan dit, afhankelijk van de wetgever en van de daardoor ontstane gevolgen, strafbaar zijn. Daarom altijd de voorschriften van het betreffende land in acht nemen.
Pagina 279
Vervoeren Het vastzetten van lading door deze vast te sjor‐ ren aan de laadruimtebodem wordt alleen aanbe‐ volen voor lichte lading. Antislipmatten onder de lading aanbrengen, voor een betere beveiliging. Sjorogen aanbrengen en verwijderen Aanbrengen: Het sjoroog door een zo dicht mogelijk bij de lading liggende uitsparing in de ladingrail schuiven, tot de vergrendeling vergrendelt in de uitsparing.
Pagina 280
De bouten na circa 500 km nogmaals gelijk‐ matig aanhalen. * AANWIJZING Gevaar voor beschadiging door gordelbanden en glijders Mercedes-Benz adviseert om alleen door Mercedes-Benz gecontroleerde en goedgekeurde Te hoge puntbelastingen op de gordelbanden dakdragers te gebruiken. Deze helpen om schade en de glijders kan ertoe leiden, dat de gordel‐...
Pagina 281
Vervoeren Met het binnendakdragersysteem kan de lading worden beveiligd. Het is geschikt om lange spul‐ len te beveiligen. Het binnendakdragersysteem mag worden belast met 50 kg. Het binnendakdragersysteem bestaat uit de vol‐ gende componenten: De dakrails 1, die bevestigd zijn aan het dak van het voertuig.
Pagina 282
Vervoeren Glijder verschuiven: De karabijnhaak Ladingborgnet bevestigen: Het ladingborg‐ de glijder omlaagtrekken en tegelijkertijd aan beide zijden van de lading de glijder naar de gewenste positie trek‐ spannen en telkens twee haken van het ken. ladingborgnet in de karabijnhaken bevestigen. De karabijnhaak op de gewenste positie losla‐...
Pagina 283
Informatie met betrekking tot het onderhoud van bijvoorbeeld het interieurfilter, het motorluchtfil‐ uw auto is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde ter, de motorolie en het oliefilter vaker laten ver‐ werkplaats, bijvoorbeeld een Mercedes-Benz-ser‐ vangen. Bij een zwaardere belasting moeten de vicewerkplaats. banden vaker worden gecontroleerd. Meer infor‐...
Pagina 284
Onderhoud en verzorging Bij brand in de motorruimte de motor‐ De motor laten afkoelen en alleen de kap gesloten houden en contact opne‐ hierna beschreven onderdelen aanra‐ men met de brandweer. ken. Als werkzaamheden in de motorruimte moeten & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel worden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐...
Pagina 285
Onderhoud en verzorging Voordat de motorkap wordt losgelaten Voor personen die zich in het draaibereik van controleren dat de steun vast in de hou‐ de motorkap bevinden bestaat gevaar voor der zit. letsel! De motorkap alleen openen als zich De motorkap alleen openen en sluiten geen persoon in het draaibereik bevindt.
Pagina 286
Voor motoroliepeil contact aan: Het contact lijke specificaties gebruiken. inschakelen, om het motoroliepeil te controle‐ ren. Mercedes-Benz adviseert, originele of geteste Motoroliepeil Systeem buiten werking: De vervangings- en service-onderdelen te gebrui‐ sensor is defect of niet aangesloten. Naar een ken.
Pagina 287
Onderhoud en verzorging De motor laten afkoelen en alleen de hierna beschreven onderdelen aanra‐ ken. Als werkzaamheden in de motorruimte moeten worden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐ len aanraken: Motorkap Afsluitdop vulopening motorolie Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoir Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden bij het openen van de motorkap Wanneer bij een oververhitte motor of bij OM651...
Pagina 288
Koelvloeistof bijvullen tot de MAX-markering op het koelvloeistofexpansiereservoir. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑ Om schade in het motorkoelsysteem te voorko‐ en letsel door ruitensproeiervloeistofcon‐ men, alleen door Mercedes-Benz goedgekeurde centraat koelvloeistof gebruiken. Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht De afsluitdop van het koelvloeistofexpansiere‐...
Pagina 289
Onderhoud en verzorging Ruitensproeiervloeistof bijvullen Nooit in de gevarenzone van bewegende onderdelen, bijvoorbeeld het draaibe‐ reik van de ventilator, reiken. Sierraden en horloges afdoen. Kledingstukken en haren uit de buurt van bewegende delen houden. & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐ wonden door hete onderdelen in de motorruimte Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐...
Pagina 290
Onderhoud en verzorging Brandstoffilter aftappen & WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑ of explosies door de aanwezigheid van brandstof Brandstoffen ontbranden gemakkelijk. Vermijd beslist vuur, open licht, roken en vonken. Schakel de motor en – mits gemonteerd – de bijverwarmer voordat u gaat tan‐ ken.
Pagina 291
Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Mercedes-Benz adviseert, het aftappen van het len bij gebruik van een hogedrukreiniger brandstoffilter bij een gekwalificeerde werkplaats met rondstraalsproeier uit te laten voeren.
Pagina 292
Onderhoud en verzorging onder druk geleverde waterhoeveelheid en de Het voertuig met lauw water en een zachte daarmee verbonden spuitnevel kunnen het voer‐ autospons wassen. Het voertuig daarbij niet tuig namelijk aanzienlijk beschadigen. aan directe zonnestraling blootstellen. Het voertuig voorzichtig met water afspoelen Om schade aan het voertuig te voorkomen, het en met een zeem afdrogen.
Pagina 293
Remvloeistof: Met water afwassen. Teerspatten: Teerverwijderingsmid‐ del gebruiken. Wax: Siliconenverwijderaar gebrui‐ ken. Matte lak Alleen door Mercedes-Benz goedge‐ Het voertuig en de lichtmetalen vel‐ keurde verzorgingsmiddelen gebrui‐ gen niet poetsen. ken. In wasstraten geen wasprogramma's met een aansluitende behandeling met hete wax gebruiken.
Pagina 294
Ruiten De ruiten aan de binnen- en buitenzijde Voor het reinigen van de binnenzijde met een vochtige doek en een door geen droge doeken, schuurmiddelen of Mercedes-Benz geadviseerd reinigings‐ oplosmiddelen bevattende reinigings‐ middel reinigen. middelen gebruiken. Ruitenwis‐ De weggeklapte ruitenwisserbladen met De ruitenwisserbladen niet te vaak reini‐...
Pagina 295
Onderhoud en verzorging Aanwijzingen met betrekking tot rei‐ Vermijden van voertuigschade niging en verzorging Treden De elektrische treden en hun behui‐ Geen vet of olie als glijmiddel gebruiken. zing met een hogedrukreiniger reini‐ gen. Na het reinigen de zijdelingse gelei‐ dingen met siliconenspray inspuiten.
Pagina 296
1%-zeepop‐ lossing de gehele stoelhoes reinigen. Niet alleen afzonderlijke vlekken reini‐ gen. Door Mercedes-Benz geadviseerde reini‐ gings- en onderhoudsmiddelen gebrui‐ ken. Stoelhoezen Verontreinigingen zoals kruimels of stof Geen microvezeldoek gebruiken.
Pagina 297
Onderhoud en verzorging Aanwijzingen met betrekking tot rei‐ Vermijden van voertuigschade niging en verzorging Interieur Met een vochtige doek reinigen. Geen hogedrukreiniger gebruiken. Het interieur na het reinigen volledig laten drogen. Erop letten dat geen vloeistoffen in spleten of holle ruimtes binnendrin‐ gen.
Pagina 298
Pechhulp Gevarendriehoek opklappen Noodgeval Veiligheidsvest verwijderen Het veiligheidsvest bevindt zich in het opbergvak van de chauffeursdeur. Het veiligheidsvest uit het opbergvak verwij‐ deren. In de deuropbergvakken van de achterdeuren en de bijrijdersdeur kunnen ook veiligheids‐ vesten opgeborgen worden. De reflectoren aan de zijkant tot een drie‐...
Pagina 299
Pechhulp Uitnemen Bandenpech Aanwijzingen met betrekking tot bandenpech & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door drukloze banden Een drukloze band beïnvloedt de rij-eigen‐ schappen en het stuur‑ en remgedrag van het voertuig sterk. Niet met drukloze band rijden. De drukloze band vervangen door het reservewiel of contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
Pagina 300
Erop letten dat de aanbouwdelen weer op bij een gekwalificeerde werkplaats of bij dezelfde wijze worden aangesloten. een inzamelpunt voor oude batterijen Mercedes-Benz adviseert in verband met de vei‐ afgeven. ligheid alleen accu's te gebruiken die door Mercedes-Benz speciaal voor het voertuig zijn Wanneer de 12V‑-accu moet worden aangesloten,...
Pagina 301
Beslist vuur, open licht, vonkvorming en roken vermijden. De accu op een door Mercedes-Benz geadvi‐ Bij het opladen en bij starthulp voor vol‐ seerde oplader aansluiten. doende ventilatie zorgen.
Pagina 302
Met de plusklem van de startkabel de Niet over een accu buigen. rode afdekkap op het hulpstartpunt Bij het opladen: Alleen door Mercedes-Benz een draai rechtsom terugduwen. geteste en goedgekeurde opladers gebruiken De plusklem op de plusaansluiting van het en de handleiding van de oplader doorlezen hulpstartpunt vastklemmen.
Pagina 303
Pechhulp van het hulpstartpunt en de pluspool van Aanbrengen: De vloerbedekking aanbren‐ de externe accu. Hierbij telkens beginnen bij gen en uitlijnen op de stoelconsole van de de contacten van de eigen auto. chauffeursstoel en de dorpel. Bij het losmaken van de plusklem van het Het paneel aanbrengen en de bouten...
Pagina 304
Pechhulp Eerst de minklem van de accu losmaken en zodanig verwijderen, dat de klem de minpool niet meer aanraakt. De afdekking van de plusklem verwijderen. De plusklem losmaken en met de voorzeke‐ ringenhouder zijwaarts omhoogklappen. Startaccu uit- of inbouwen Voertuigen met achterwielaandrijving: Start‐ accu uitbouwen Voertuigen met voorwielaandrijving Als de waarschijnlijke standtijd of stillegging van...
Pagina 305
De startaccu aansluiten ( pagina 301). De moeren van de leidingen eruit draaien, → de leidingen verwijderen en terzijde leggen. Mercedes-Benz adviseert de startaccu te laten De vergrendelingsnokken op de voorzeke‐ vervangen bij een gekwalificeerde werkplaats, bij‐ ringenhouder uiteen spreiden. voorbeeld een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
Pagina 306
De houder aanbrengen. Mercedes-Benz adviseert de startaccu te laten De bouten van de houder waarmee de vervangen bij een gekwalificeerde werkplaats, bij‐ startaccu tegen verschuiven beveiligd is, vast‐...
Pagina 307
Pechhulp Aanbouwdelen zoals de ontluchtingsslang, het hoekstuk en de accupoolafdekking over‐ zetten van de te vervangen startaccu. Erop letten dat de ontluchtingsslang altijd op de oorspronkelijke opening aan accuzijde is aangesloten. Aanwezige of meegeleverde pluggen monte‐ ren. Anders kunnen gassen of accuzuur ontsnap‐ pen.
Pagina 308
De extra accu altijd in de hierna beschreven volgorde loskoppelen en Toegestane sleepmethoden nooit de accupoolklemmen omwisselen! Mercedes-Benz adviseert om het voertuig bij Anders kan de elektronica van het voer‐ pech te transporteren in plaats van te slepen. tuig worden beschadigd.
Pagina 309
Pechhulp Toegestane sleepmethoden Beide assen op de Vooras opgetild Achteras opgetild grond Voertuigen met hand‐ Ja, maximaal 100 km Ja, maximaal 100 km Ja, maximaal 50 km geschakelde versnel‐ met 50 km/h met 50 km/h met 50 km/h lingsbak Voertuigen met auto‐ Ja, maximaal 50 km Ja, maximaal 50 km Ja, wanneer het stuur‐...
Pagina 310
Pechhulp Voertuigen met automatische transmis‐ * AANWIJZING Gevaar voor beschadiging sie en voorwielaandrijving: Bij storingen en ongevallen bij het slepen met een kan de automatische transmissie in de stand sleepkabel j geblokkeerd zijn. U kunt de parkeerver‐ Wanneer de beschermende maatregelen en grendeling mechanisch opheffen de veiligheidsmaatregelen bij het slepen met pagina 131).
Pagina 311
Pechhulp Het voertuig bij schade aan de vooras bij de & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ vooras optillen en bij schade aan de achteras len door beperkte veiligheidsrelevante bij de achteras optillen. functies bij het slepen Voertuigen met automatische transmis‐ Veiligheidsrelevante functies zijn in de vol‐ sie en achterwielaandrijving: Bij storingen gende situaties beperkt of niet meer beschik‐...
Pagina 312
Pechhulp Voertuigen met automatische transmis‐ Als de sleutel is verwijderd of een deur sie: Bij storingen aan de elektronica kan de is geopend het voertuig en diens onder‐ automatische transmissie in de stand j grond niet meer bewegen. geblokkeerd zijn. Om i in te schakelen het boordnet van spanning voorzien pagina 299).
Pagina 313
Auto's met automatische transmissie Alleen door Mercedes-Benz vrijgegeven mogen niet door aanslepen worden zekeringen met het aangegeven ampe‐ gestart. rage gebruiken. Voertuigen met automatische transmissie De elektrische zekeringen van uw voertuig dienen mogen niet door aanslepen worden gestart.
Pagina 314
Pechhulp vindt u in de aanvullende handleiding "Zekerin‐ Openen: De sluitingen van de afdekking genindeling". omlaagdrukken en loshaken. De afdekking verwijderen. * AANWIJZING Beschadiging of functiesto‐ ring door vochtigheid Zekeringenkast in de beenruimte van de bijrij‐ Door vochtigheid kunnen functiestoringen of der openen beschadigingen aan de elektrische installatie De afdekking van opbergvak in de beenruimte...
Pagina 315
Pechhulp Afdekking van opbergvak ontgrendelen en Hydraulische krik verwijderen Informatie over de hydraulische krik De rubbermat uit de beenruimte van de bijrij‐ De hydraulische krik bevindt zich in een zijvak der verwijderen. boven de trede van de bijrijdersdeur. Ontgrendelen: De snelsluiting linksom in De krik heeft, afhankelijk van de uitrusting, een de stand 1draaien.
Pagina 316
Pechhulp Openen: De sluitingen van de afdekking omlaagdrukken en loshaken. De afdekking verwijderen. De steun volledig verwijderen en op de trede leggen. De krik en de pomphefboomstang verwij‐ deren. Sluiten: De afdekking vastdrukken, zodat de sluitingen vergrendelen.
Pagina 317
Wielen en banden De banden en velgen regelmatig op beschadigin‐ Geluidsontwikkeling of ongebruikelijk rijge‐ gen controleren, ten minste om de twee weken drag en na rijden in het terrein of op slechte wegdek‐ Tijdens het rijden letten op trillingen, geluiden en ken.
Pagina 318
→ Bij voertuigen met vierwielaandrijving of voorwielaandrijving en enkelluchtban‐ den alleen sneeuwkettingen monteren Aanwijzingen met betrekking tot sneeuw‐ die door Mercedes-Benz voor deze ban‐ kettingen den vrijgegeven zijn. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsredenen len door verkeerde montage van de om alleen voor de toepassing geteste en goedge‐...
Pagina 319
De banden kunnen klappen, in het bijzon‐ ceerde werkplaats. der bij toenemende belading en snelheid. Om veiligheidsredenen uitsluitend de door De banden kunnen overmatig en/of onge‐ Mercedes-Benz goedgekeurde sneeuwkettin‐ lijkmatig slijten, hetgeen de grip sterk gen of sneeuwkettingen met dezelfde kwali‐ nadelig beïnvloedt. teitsstandaard gebruiken.
Pagina 320
Wielen en banden de bandenspanning wordt gecontroleerd als de & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ banden warm zijn. len bij herhaaldelijk drukverlies in de band Aanwijzingen voor rijden met aanhangwagen Voor de banden van de achteras geldt uitsluitend Wanneer de bandenspanning herhaaldelijk de in de bandenspanningstabel geadviseerde daalt, kunnen velg, ventiel of band bescha‐...
Pagina 321
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting 1750 kg 225/75R16C 121/120R Volledig beladen 320 kPa (3,2 bar, 46 psi) 225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi) 235/60R17C 117/115R Volledig beladen 340 kPa (3,4 bar, 49 psi) 235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi) Max.
Pagina 322
Wielen en banden Max. voorasbelasting 2100 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting 2100 kg 225/65R16C 112/110R Volledig beladen 225/65R16C 112/110R Leeg 225/75R16C 118/116R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi) 225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi) 225/75R16C 121/120R Volledig beladen 410 kPa (4,1 bar, 60 psi) 225/75R16C 121/120R...
Pagina 323
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting 2430 kg 235/60R17C 117/115R Volledig beladen 500 kPa (5,0 bar, 73 psi) 235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi) Bandenspanningen vooras bij campers met voorwielaandrijving Camper, max. voorasbelasting 1750 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max.
Pagina 324
Wielen en banden Bandenspanningen achteras bij campers met voorwielaandrijving Camper, max. achterasbelasting 2100 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting 2430 kg 225/75R16CP 118R Volledig beladen 550 kPa (5,5 bar, 80 psi) 235/60R17C 117/115R Volledig beladen 530 kPa (5,3 bar, 78 psi) Camper, max.
Pagina 325
Wielen en banden Max. voorasbelasting 1860 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting 1860 kg 205/75R16C 110/108R Volledig beladen 205/75R16C 110/108R Leeg 225/75R16C 121/120R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi) 225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi) 225/75R16C 118/116R Volledig beladen 350 kPa (3,5 bar, 51 psi) 225/75R16C 118/116R...
Pagina 326
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting 2000 kg 235/60R17C 117/115R Volledig beladen 400 kPa (4,0 bar, 58 psi) 235/60R17C 117/115R Leeg 310 kPa (3,1 bar, 45 psi) Bandenspanningen achteras bij voertuigen met achterwielaandrijving en single-banden Max. achterasbelasting 1800 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max.
Pagina 327
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting 2000 kg 235/65R16C 115/113R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi) 235/65R16C 121/119R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi) 235/65R16C 121/119R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi) 235/65R16C 118/116R Volledig beladen 380 kPa (3,8 bar, 55 psi) 235/65R16C 118/116R Leeg...
Pagina 328
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting 2430 kg 225/75R16C 121/120R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi) 225/75R16C 118/116R Volledig beladen 490 kPa (4,9 bar, 71 psi) 225/75R16C 118/116R Leeg 300 kPa (3,0 bar, 44 psi) 235/65R16C 115/113R Volledig beladen 235/65R16C 115/113R Leeg 235/65R16C 121/119R...
Pagina 329
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting 2000 kg 205/75R16C 113/111R Volledig beladen 205/75R16C 113/111R Leeg Max. voorasbelasting 2100 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. voorasbelasting 2100 kg 195/75R16C 107/105R Volledig beladen 195/75R16C 107/105R Leeg 205/75R16C 110/108R Volledig beladen 205/75R16C 110/108R Leeg 205/75R16C 113/111R Volledig beladen 480 kPa (4,8 bar, 70 psi)
Pagina 330
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting 3500 kg 205/75R16C 113/111R Volledig beladen 205/75R16C 113/111R Leeg Max. achterasbelasting 3600 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting 3600 kg 195/75R16C 107/105R Volledig beladen 195/75R16C 107/105R Leeg 205/75R16C 110/108R Volledig beladen 205/75R16C 110/108R Leeg 205/75R16C 113/111R Volledig beladen 430 kPa (4,3 bar, 62 psi)
Pagina 331
Wielen en banden Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting Tot 3200 kg 285/65R16C 131/129R Volledig beladen 460 kPa (4,6 bar, 67 psi) 285/65R16C 131/129R Leeg 400 kPa (4,0 bar, 58 psi) Max. achterasbelasting 3500 kg Band/schijfwiel Beladingstoestand Max. achterasbelasting 3500 kg 225/75R16C 121/120R Volledig beladen 690 kPa (6,9 bar, 100 psi) 225/75R16C 121/120R...
Pagina 332
Wielen en banden Boordcomputer: Ook beslist de volgende uitgebreide informatie lezen: Service Banden Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐ Een van de volgende weergave verschijnt: spanning ( pagina 317) → Actuele bandenspanning en de bandentempe‐ ratuur van de afzonderlijke wielen Bandenspanningscontrole opnieuw starten Voorwaarden De geadviseerde bandenspanning is bij alle...
Pagina 333
Wielen en banden Zendvergunning van de bandenspanningscon‐ Land Zendvergunning trole Europese Zendvergunningen Unie Land Zendvergunning IJsland Noorwe‐ Argentinië Hiermee verklaart Huf Hülsbeck & Fürst GmbH & Co. KG, dat het type radioapparatuur TSSRE4A & TSSSG4G6 voldoet aan de richt‐ CNC ID: H-20027 lijn 2014/53/EU.
Pagina 334
Wielen en banden Land Zendvergunning Land Zendvergunning Maleisië Zuid- Afrika CIDF17000184 TA-2017/1393 Model: TSSRE4A & TSSSG4G6 TA-2017/1391 RAQP/57A/0817/S(17-2424) Zuid- Korea Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Modele: TSSRE4A Numero d'agrement: MR 14320 MSIP-CRM-HHF-TSSRE4A ANRT 2017 MSIP-CRM-HHF-TSSSG4G6 Date d'agrement: 07/07/2017 Applicant name: Huf Hülsbeck & Modele: TSSSG4G6 Fürst GmbH &...
Pagina 335
Wielen en banden Land Zendvergunning Land Zendvergunning munications or ISM radio wave Taiwan radiated devices. Thailand This telecommunication equi‐ pment conforms to NTC technical CCAO17LP0380T4 requirement. CCAO17LP0390T7 Oekraïne 經型式認證合格之低功率射頻 電機,非經許可,公司、商號或使 用者均 不得擅自變更頻率、加大功率 Model: TSSRE4A & TSSSG4G6 或變更原設計之特性及功能。 UA.TR.109.0109-17 低功率射 Verenigde Huf Electronics Bretten GmbH 頻電機之使用不得影響飛航安...
Pagina 336
Alleen voor het voertuigtype goedge‐ keurde bandentypes en -maten gebrui‐ Accessoires die niet door Mercedes-Benz voor ken. het voertuig zijn goedgekeurd, of waar niet vak‐ Het voor uw auto noodzakelijke draag‐...
Pagina 337
Wielen en banden Bij het kiezen, monteren en vervangen van ban‐ Ook de volgende aanvullende informatie in acht den het volgende in acht nemen: nemen: Landspecifieke goedkeuringseisen voor ban‐ Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐ den, die een bepaald bandentype voor het spanning ( pagina 317) →...
Pagina 338
Wielen en banden Aanwijzingen met betrekking tot het opslaan Voertuigen met voorwielaandrijving van wielen Gedemonteerde wielen koel, droog en zo mogelijk donker bewaren. De banden tegen olie, vet en brandstof beschermen. Overzicht gereedschap voor het verwisselen van een wiel Het benodigde gereedschap voor het verwisselen Het gereedschap voor het verwisselen van een van een wiel kan het volgende omvatten: wiel...
Pagina 339
Wielen en banden Voertuig bij het verwisselen van een wiel opkrikken & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door het kantelen van de krik Wanneer een voertuig met luchtvering wordt geparkeerd kan de luchtvering tot een uur later geactiveerd blijven, ook als het contact is uitgeschakeld.
Pagina 340
Wielen en banden Het voertuig is voorbereid voor het verwisse‐ len van een wiel ( pagina 336). → De krik alleen onder de hiervoor bestemde krik‐ steunpunten aanbrengen. Anders kan het voer‐ tuig worden beschadigd. Belangrijke aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van de krik: Alleen de voertuigspecifieke, door Mercedes- Benz gecontroleerde en goedgekeurde krik...
Pagina 341
Wielen en banden De ratel-ringsleutel naar rechts draaien tot Hydraulische krik voorbereiden: De derde de krik volledig tegen het kriksteunpunt stang van de pomphefboom 1voor de krik in steunt en de onderzijde van de krik gelijk‐ het wielsleutelverlengstuk steken. matig op de bodem rust. De aftapplug sluiten.
Pagina 342
Wielen en banden komen, omdat deze tot comfortklachten bij het remmen zouden kunnen leiden. * AANWIJZING Beschadiging van de schroefdraad door vervuilde wielbouten De wielbouten niet in zand of vuil leg‐ gen. De wielbouten of -moeren met de wielmoer‐ sleutel losdraaien. Bij voorwielen met wielmoeren de wielmoe‐...
Pagina 343
Wielen en banden Om veiligheidsredenen alleen de voor Drie wielmoeren over de klemschijven van de Mercedes-Benz en het betreffende wiel goed‐ wielmoerafdekking vastdraaien. gekeurde wielbouten of wielmoeren gebrui‐ Het wiel zodanig draaien, dat de wielmoerta‐ ken. peinden in het midden over de openingen staan.
Pagina 344
Wielen en banden De wielbouten of -moeren in de aangegeven volgorde gelijkmatig vastdraaien. Voorgeschreven aanhaalmoment: Stalen wielbouten: 240 Nm Wielmoeren180 Nm Lichtmetalen wielbouten: 180 Nm & WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐ len door onjuist aanhaalmoment Als de wielbouten of -moeren niet met het voorgeschreven aanhaalmoment zijn vastge‐...
Pagina 345
Wielen en banden Wiel met middenafdekking: De klemnokken ® Het ESP niet uitschakelen. van de middenafdekking boven de wielbouten Het reservewiel met verschillende afme‐ plaatsen. tingen bij de eerstvolgende gekwalifi‐ De middenafdekking van het wiel door een ceerde werkplaats laten vervangen. slag in het midden vergrendelen.
Pagina 346
Wielen en banden Bij een voertuig met Super-Single banden is Reservewiel aanbrengen en verwijderen het gebruik van het reservewiel uitsluitend op Voertuigen met voorwielaandrijving: Reserve‐ de vooras zonder beperkingen mogelijk. wiel verwijderen Regelmatig controleren dat het reservewiel vast‐ zit en de voorgeschreven bandenspanning heeft. Regelmatig en altijd vóór een langere rit het vol‐...
Pagina 347
Wielen en banden De ratel-ringsleutel en het extra gereed‐ De ratel-ringsleutel zolang in de richting schap voor de reservewiellift uit het van de draaien, tot een weerstand kan boordgereedschap nemen. worden gevoeld, of tot de slipkoppeling van de lier doordraait. Het extra gereedschap door de opening tot in de geleiding van de lier schuiven.
Pagina 348
Wielen en banden Met de wielsleutel uit het boordgereedschap Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐ de nu zichtbare bouten circa 20 omwentelin‐ vewiel verwijderen (voertuig met verlaagd gen linksom draaien. chassis) De reservewielhouder iets omhoogbren‐ gen en de linker borghaak losmaken. De pomphefboom van de krik in elkaar zetten en in de huls aan de rechterzijde van de reservewielhouder...
Pagina 349
Wielen en banden De achterdeuren openen gewicht. Het reservewiel kan omlaag schuiven of kantelen. Een schroevendraaier in de uitsparingen plaatsen en de afdekkingen opwippen. De pomphefboom van de krik in de huls van de reservewielhouder schuiven. Met de wielsleutel uit het boordgereedschap de nu zichtbare bouten circa 20 omwentelin‐...
Pagina 350
Wielen en banden Voertuigen met achterwielaandrijving: Reser‐ zwaartepunt vanwege het hoge gewicht. Het reservewiel kan omlaag schuiven of kantelen. vewiel verwijderen (chassis-cabine) De pomphefboom van de krik in huls van de reservewielhouder4 schuiven. De reservewielhouder met de pomphef‐ boom omhoogbrengen en de rechter borg‐ haak vastmaken.
Pagina 351
Technische gegevens Informatie over technische gegevens elektromagnetische straling daarvan de elek‐ tronische installatie van de auto storen, bij‐ De technische gegevens worden volgens EG-richt‐ voorbeeldwanneer: lijnen bepaald. De genoemde gegevens gelden de mobilofoon niet op een buitenantenne alleen voor voertuigen met standaarduitrusting. is aangesloten Meer informatie is verkrijgbaar in een gekwalifi‐...
Pagina 353
Technische gegevens Ingeslagen FIN onder de motorkap Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - Rusland) Autofabrikant Goedkeuringsnummer FIN (voertuigidentificatienummer) Toegestaan totaalgewicht (kg) Toegestaan totaalgewicht (kg) (alleen voor bepaalde landen) Het ingeslagen FIN bevindt zich onder de Toegestane voorasbelasting (kg) motorkap. Toegestane achterasbelasting (kg) FIN onder de voorruit Voertuigtypeplaatje (voorbeeld - alle andere Bovendien is het VIN als plaatje aan de onder‐...
Pagina 354
Schade die aan het voertuig is schoon water uitspoelen. Zo snel moge‐ ontstaan door het gebruik van niet-goedgekeurde lijk naar een arts gaan. producten, valt niet onder de Mercedes-Benz Wanneer brandstof is ingeslikt, zo snel garantie en coulance. mogelijk naar een arts gaan. Geen bra‐...
Pagina 355
Technische gegevens Overeenkomstig de Europese norm EN 16942 Als de motor draait kunnen onderdelen van vindt u het verdraagzaamheidskeurmerk voor het uitlaatsysteem ongemerkt oververhit brandstof op de volgende plaatsen: raken. op het aanwijzingsplaatje in de tankdopklep Nooit benzine tanken bij een dieselmo‐ van het voertuig tor.
Pagina 356
Technische gegevens Voor de omschakeling naar winterdiesel moet de * AANWIJZING Schade veroorzaakt door brandstoftank zo leeg mogelijk zijn. Het brand‐ ® additieven in AdBlue of door verdunnen stofpeil bij het eerste keer tanken met winterdie‐ ® van AdBlue sel zo laag mogelijk houden, bijvoorbeeld reserve. De volgende keer kan weer normaal worden ®...
Pagina 357
® Als het voertuig wordt gebruikt zonder AdBlue Mercedes-Benz adviseert, het olie verversen bij of met emissierelevante functiestoringen, vervalt een gekwalificeerde werkplaats uit te laten voe‐ de typegoedkeuring. De juridische consequentie ren.
Pagina 358
Wanneer remvloeistof in contact komt met op internet http://bevo.mercedes- lak, kunststof of rubber, bestaat het gevaar benz.com voor materiële schade. in de Mercedes-Benz BeVo App Lak, kunststof of rubber dat met rem‐ Bij een gekwalificeerde werkplaats vloeistof in aanraking is gekomen, direct met water afspoelen.
Pagina 359
Technische gegevens De aanwijzingen in het Mercedes-Benz * AANWIJZING Verstopte sproeiers door bedrijfsstoffenvoorschrift 310.1 in acht menging van ruitensproeiervloeistoffen nemen. MB SummerFit en MB WinterFit niet met andere ruitensproeiervloeistoffen men‐ * AANWIJZING Lakschade door koelvloei‐ gen. stof Geen gedestilleerd of gedemineraliseerd water Geen koelvloeistof op gespoten opper‐...
Pagina 360
Mercedes-Benz-servicewerk‐ plaats. mogelijke gevaren Alleen aanhangwagenvoorzieningen gebruiken die het uitvoeren van onderhoudswerkzaamhe‐ Mercedes-Benz speciaal voor het voertuig getest den in een gekwalificeerde werkplaats en goedgekeurd heeft. Het maximaal toegestane aanhangwagengewicht Voertuiggegevens voor ongeremde aanhangwagens bedraagt 750 kg.
Pagina 361
Technische gegevens Maximumkogeldruk Ladingrails De kogeldruk bedraagt maximaal: Max. trekbelasting sjorpunten in de laad‐ ruimte 100 kg bij een aanhangwagengewicht van 2000 kg Sjorpunt Toegestane nomi‐ nale trekkracht 120 kg bij een aanhangwagengewicht van 2800 kg of 3000 kg Ladingrail in laadruim‐ 500 daN 140 kg bij een aanhangwagengewicht van tebodem...
Pagina 362
U moet de steunen voor de dakdragers Maximumbelasting ladderdrager op onderling gelijke afstand aanbren‐ Maximumbelasting gen. Mercedes-Benz adviseert u een stabili‐ Ladderdrager voor 200 kg satiestang te laten monteren op de Ladderdrager achter 100 kg vooras van uw voertuig.
Pagina 363
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes weergegeven. Door te drukken op O verdwijnt Meldingen op het beeldscherm de displaymelding. Inleiding Displaymeldingen met een lage prioriteit kunnen Aanwijzingen met betrekking tot displaymel‐ door indrukken van de toets ¤, of links op de dingen touch-control worden verwijderd. Daarbij worden De displaymeldingen verschijnen op het multi‐...
Pagina 364
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het desbetreffende veiligheidsysteem vertoont een storing. & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door storingen in de werking van het veiligheidssysteem linksvoor Storing Werk- Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnen plaats opzoeken (Bei‐...
Pagina 365
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Er is een storing in het systeem, de parkeerrem functioneert niet. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij storing van het remsysteem Parkeerrem buiten wer- Wanneer het remsysteem een storing vertoont, kan het remge‐ king drag nadelig beïnvloed zijn.
Pagina 366
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De boordnetspanning is gering of er is een storing in het systeem aanwezig is, de houdkracht van het remsysteem kan mogelijk niet voldoende zijn om het voertuig op de helling vast te houden. Parkeerrem Zie handlei- &...
Pagina 367
Stop zodra het verkeer dat toelaat. Maak alle sensoren schoon( pagina 291). → Start de motor opnieuw. * Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem is niet beschikbaar. SOS NOT READY Mogelijke oorzaken daarvoor zijn: Het contact is uitgeschakeld. Het Mercedes-Benz noodoproepsysteem vertoont een storing.
Pagina 368
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Storingen in EBD, ABS en/of ESP ® Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingen vertonen. & WAARSCHUWING Slipgevaar bij storing van het EBD, het ® ABS en het ESP ÷...
Pagina 369
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * ESP ÷ ® is tijdelijk niet beschikbaar. Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingen vertonen. momenteel niet beschik- & WAARSCHUWING Slipgevaar door een storing in het ESP ® baar Zie handleiding ®...
Pagina 370
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Storingen in ABS en/of ESP ® Ook andere rijsystemen en rijveiligheidsystemen kunnen storingen vertonen. ÷ De remmen werken overigens normaal. De remweg kan echter bij een noodremming langer blijken. &...
Pagina 371
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * U heeft als de variabele limiter is ingeschakeld de ingestelde snel‐ È heid met meer dan 3 km/h overschreden. Limiter ingestelde snel- heid overschreden * De TEMPOMAT en de limiter vertonen een storing. TEMPOMAT en limiter Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
Pagina 372
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het radarsensorsysteem vertonen een storing. Mogelijke oorzaken: Sensoren vervuild Hevige neerslag Lange ritten zonder doorstromend verkeer, bijvoorbeeld in de woestijn De volgende systemen kunnen getroffen zijn: Actieve afstandsassistent DISTRONIC Nu niet beschikbaar Radarsensoren vervuild Dodehoekassistent...
Pagina 373
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De dodehoekassistent vertoont een storing ( pagina 171). → Dodehoekassistent bui- ten werking Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan. * Wanneer de elektrische verbinding met de aanhangwagen wordt Totwinkel-Assistent gemaakt, blijft de dodehoekassistent beschikbaar, het gebied naast Anhänger nicht über- de aanhangwagen wordt echter niet bewaakt.
Pagina 374
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De functie "ATTENTION ASSIST" vertoont een storing. À Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats. Attention Assist buiten werking * De functie "ATTENTION ASSIST" constateerde dat de chauffeur ver‐ À moeid raakt of in toenemende mate onoplettend rijdt( pagina 169).
Pagina 375
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Melding op het scherm (uitsluitend bij bepaalde motoriseringen): Het motoroliepeil is tot het minimum gedaald. * AANWIJZING Motorschade door rijden met te weinig motor‐ Bij tankstop 1 l motor- olie olie bijvullen Langere ritten met te weinig motorolie vermijden.
Pagina 376
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De accu wordt niet meer bijgeladen en heeft een te lage rest-accula‐ ding. * AANWIJZING Mogelijke motorschade als verder wordt gere‐ Stoppen Zie handleiding Niet verder rijden! Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats. Stop zodra het verkeer dat toelaat.
Pagina 377
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De koelvloeistof is te warm. Rekening houdend met de verkeerssituatie zo snel mogelijk stoppen en de motor afzetten. Koelvloeistof Stoppen & WAARSCHUWING Gevaar voor brandwonden bij het ope‐ Motor uit nen van de motorkap Wanneer bij een oververhitte motor of bij brand in de motor‐...
Pagina 378
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het koelvloeistofniveau is te laag. Koelvloeistof bijvullen Zie handleiding & WAARSCHUWING Gevaar voor verbranding door hete koel‐ vloeistof Het motorkoelsysteem staat onder druk, met name bij een warme motor. Als de afsluitdop wordt geopend is er gevaar voor verbranding door de eruit spuitende hete koelvloeistof.
Pagina 379
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De AdBlue Ø ® -voorraad is nog maar voldoende voor de weergegeven afstand. ® Direct ten minste 8 l AdBlue bijvullen ( pagina 142). → AdBlue bijvullen Geen De melding verdwijnt na circa een minuut sneller rijden dan start na XXX km 15 km/h.
Pagina 380
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes ® AdBlue (voertuigen met goedkeuring als bedrijfswagen) Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Het AdBlue Ø ® -peil ligt lager dan het merkteken 'Reserve'. ® Vul onverwijld minstens 8 l AdBlue bij ( pagina 142). →...
Pagina 381
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Banden Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De onder uw voertuig gemonteerde wielen zijn niet voorzien van Bandenspanningscon- geschikte bandenspanningsensoren. De controlefunctie op de ban‐ trole buiten werking denspanning is uitgeschakeld. Geen wielsensoren Monteer wielen die voorzien zijn van geschikte bandenspan‐ ningsensoren.
Pagina 382
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Van een of meer banden nam de bandenspanning sterk af. De wiel‐ positie wordt getoond. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage Banden controleren bandenspanning Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende gevaren op: De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende belading en snelheid.
Pagina 383
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De waarschuwing voor verlies van bandenspanning heeft een sterke Bandenspanning Banden drukval gedetecteerd. controleren & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende gevaren op: De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende belading en snelheid.
Pagina 384
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De sleutel wordt thans niet herkend. Â Wijzig de positie van de sleutel in het voertuig. Wordt de sleutel nog steeds niet herkend? Start dan de motor Sleutel niet herkend (wit terwijl de sleutel in het sleutelbergvak ligt( pagina 115).
Pagina 385
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * Er bevindt zich te weinig brandstof in de brandstoftank. De stand‐ & verwarming kan niet meer worden ingeschakeld. Het voertuig tanken. buiten werking Brand- stof tanken * De boordnetspanning is te laag. &...
Pagina 386
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De stuurinrichting vertoont storingen. De mogelijkheid tot sturen is Ð aanzienlijk beperkt. & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperkte Storing besturing Direct bestuurbaarheid stoppen Zie handleiding Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functio‐ neert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.
Pagina 387
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De automatische transmissie vertoont een storing. U kunt de stand Zonder schakelen Werk- van de automatische transmissie niet meer wijzigen. plaats opzoeken Staat de automatische transmissie in stand h? Rijd dan naar een gekwalificeerde autowerkplaats maar zonder de transmis‐...
Pagina 388
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De elektrische trede is niet of slechts gedeeltelijk ingeschoven. Op voldoende vrije ruimte voor de elektrische trede letten. De schuifdeur opnieuw openen of sluiten. Trede niet ingeschoven handleidingof trede Als de elektrische trede opnieuw niet volledig inschuift, de trede handmatig inschuiven (noodontgrendelen) ( pagina 54).
Pagina 389
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Displaymeldingen Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen * De buitenverlichting vertoont storingen. Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats. Voertuig met trekhaak: wellicht is een zekering doorgebrand. Storing Zie handleiding Stop zodra het verkeer dat toelaat. Inspecteer de zekeringen en vervang die zo nodig( pagina 311).
Pagina 390
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Veiligheidsystemen Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje De meldlamp van het veiligheidsysteem licht rood op als de motor loopt. Het veiligheidsysteem vertoont een storing. Waarschuwingslampje & WAARSCHUWING Gevaar voor letsel‑ of levensgevaar door sto‐ veiligheidssysteem ringen in de werking van het veiligheidssysteem Wanneer het veiligheidssysteem een storing vertoont, kunnen onderdelen van het veiligheidssysteem onbedoeld worden geacti‐...
Pagina 391
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje Het rode controlelampje parkeerrem brandt en het gele controlelampje elektrische parkeerrem brandt. Het brandende rode controlelampje geeft aan dat de elektrische par‐ keerrem is ingeschakeld. Rood controlelampje elektrische parkeerrem Het brandende gele controlelampje geeft aan dat de elektrische par‐...
Pagina 392
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje å ® Het gele waarschuwingslampje ESP OFF brandt bij draaiende motor. ® Het ESP is uitgeschakeld. & WAARSCHUWING Slipgevaar tijdens het rijden met uitgescha‐ Waarschuwingslampje ® ® keld ESP ®...
Pagina 393
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje Het gele waarschuwingslampje ABS brandt bij draaiende motor. Het ABS vertoont een storing. Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, vertoont de EBD een ABS-waarschuwings‐ storing. lampje Ook andere rijsystemen en rijveiligheidssystemen kunnen een storing vertonen.
Pagina 394
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje Het rode waarschuwingslampje remmen brandt bij draaiende motor. Mogelijke oorzaken: De rembekrachtiging vertoont een storing. Waarschuwingslampje De EBD (Electronic Brakeforce Distribution) vertoont een storing. remmen (rood) Er bevindt zich te weinig remvloeistof in het remvloeistofreservoir. &...
Pagina 395
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Veiligheidgordel Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje Het rode waarschuwingslampje veiligheidsgordels knippert en er klinkt een onderbroken waarschuwingssignaal. De chauffeur of de bijrijder hebben hun gordel (snelheid hoger dan 25 km/h) niet omgegespt tijdens het rijden. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel knip‐...
Pagina 396
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Motor Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje Het rode waarschuwingslampje koelvloeistof brandt bij draaiende motor. Mogelijke oorzaken: Waarschuwingslampje Temperatuursensor vertoont een storing koelvloeistof Koelvloeistofniveau te laag Luchttoevoer naar de radiateur geblokkeerd Ventilator van de radiateur defect Als bovendien een waarschuwingssignaal klinkt, heeft de koelvloeistof een temperatuur van 120 °C overschreden.
Pagina 397
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje Het gele waarschuwingslampje brandstofreserve brandt bij draaiende æ motor. De brandstofvoorraad heeft het reservegebied bereikt. Waarschuwingslampje Tanken. brandstofreserve Het gele waarschuwingslampje motordiagnose brandt bij draaiende motor. Er is een storing van de motor, het uitlaatsysteem of het brandstofsys‐ teem aanwezig.
Pagina 398
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes Waarschuwings-/ Mogelijke oorzaak en/of gevolg en oplossingen controlelampje Het gele waarschuwingslampje bandenspanningscontrole (drukverlies/ storing) brandt. De bandenspanningscontrole heeft bandenspanningsverlies bij ten min‐ ste één wiel geconstateerd. Waarschuwingslampje bandenspanningscon‐ & WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage trole brandt bandenspanning Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende geva‐...
Pagina 402
400 Trefwoordenregister Opstellen .......... 253 Menu Media ........188 Overzicht .......... 252 Menu Radio ........188 Sjabloon gebruiken ......253 Menu's overzicht ......183 Verzenden ........253 Multifunctioneel scherm ....184 Voorleesfunctie ........ 253 Onderhoudstermijn weergeven ..281 Voorlezen ......... 253 Standverwarming of -ventilatie Wissen ..........
Pagina 403
Trefwoordenregister 401 Chauffeursstoel Dakdrager (binnen) ......278 Zie Stoelen Dakdragers (wenken) ......277 Combischakelaar Datum Zie Grootlicht Datum en tijd automatisch instel‐ Zie Knipperlicht len ............ 214 Zie Lichtsignaal Datumformaat instellen ....... 214 Comfortopening ........57 Deur Comfortopening/-sluiting via lucht‐ Extra deurvergrendeling .....
Pagina 404
402 Trefwoordenregister Displaymeldingen ¯AdBlue systeemstoring Na ? ..........372 motorstart vermogen ger.: XXX ¯ ..........369 km/h ..........378 Achteruit rijden niet mogelijk: AdBlue systeemstoring Star‐ ¯ Werkplaats opzoeken ....... 384 ten niet mogelijk ....... 377 Actieve afstandsassistent buiten ¯AdBlue systeemstoring Ver‐ werking ..........
Pagina 405
Trefwoordenregister 403 handleiding of de bijbehorende !momenteel niet beschikbaar mobiele App........385 Zie handleiding ......... 367 4Bij tankstop 1 l motorolie bij‐ ÷momenteel niet beschikbaar vullen ..........373 Zie handleiding ......... 367 Bij tankstop motoroliepeil Motor starten Zie handlei‐ controleren ........
Pagina 407
Trefwoordenregister 405 Elektrisch aangedreven treeplank Extra deurvergrendeling ......44 Belemmering ........53 Extra knipperlicht (voertuigen voor‐ in-/uitschuiven ........53 zien van aandrijving op alle wielen) ..92 Noodvergrendeling ......54 Extra luchtverwarming Werking ..........53 Directe verwarming ......112 Elektrische parkeerrem ....... 149 Problemen ........
Pagina 408
406 Trefwoordenregister Geheugenfunctie (stoel) ......67 Handgeschakelde versnellingsbak Achteruitversnelling inschakelen ..127 Gekwalificeerde werkplaats ....24 Versnellingshendel bedienen .... 127 Gereedschap Handleiding (digitaal) ......18 Zie Boordgereedschap Handleiding (uitvoering van het Zie Boordgereedschap uitnemen voertuig) ..........21 Zie Opbergvak boordgereedschap Gereedschap voor het verwisselen Handrem (elektrisch) van een wiel ..........
Pagina 409
Trefwoordenregister 407 Werking ..........60 monteren ..........35 Interieurhemel (verzorging) ....293 Interieurverlichting Kaart ..........236, 239 Achterin ..........90 Actualisering ........242 Instellen ..........89 Gebied mijden ........241 Laadruim ..........90 Gebied mijden (overzicht) ....241 Uitschakelvertragingstijd verlichting ... 91 Gebied wijzigen .........
Pagina 411
Trefwoordenregister 409 Lichtbron vervangen ......91 Gesproken omschakelopdrachten ..192 Gesproken radio-opdrachten .... 196 Achteruitrijlicht (gesloten bestel‐ Gesproken sms-commando's ... 198 wagen en combi) ........ 93 Multifunctioneel stuurwiel (bedie‐ Extra knipperlicht (voertuigen voor‐ zien van aandrijving op alle wielen) ..92 ning) ..........
Pagina 412
410 Trefwoordenregister Mediadisplay Mercedes-Benz noodoproepsysteem Aanwijzing ........201 ..............259 Homescreen ........202 Automatische noodoproep ....259 Invoeren van tekens ......211 Handmatige noodoproep ....260 Informatie ......... 259 Mediafunctie Overzicht .......... 259 Auteursrecht en merksymbolen ..267 Testmodus ERA GLONASS star‐...
Pagina 413
Gevarendriehoek verwijderen ... 296 Overzicht van de hulp ......16 controleren ........283 Veiligheidsvest ......... 296 Motorvermogen Noodoproepsysteem Aanwijzing bij wijzigingen ....23 Zie Mercedes-Benz noodoproepsysteem Multifunctioneel stuurwiel Noodremming Overzicht toetsen ......183 Elektrische parkeerrem ....150 Multifunctioneel stuurwiel Handbediende parkeerrem ....148...
Pagina 414
412 Trefwoordenregister Overgebrachte autogegevens Nieuw profiel aanmaken ....206 Android Auto ........256 Overzicht .......... 206 Apple CarPlay™ ........ 256 Profiel selecteren ......206 Profielopties selecteren ....206 Overzicht over de soorten lichtbron‐ Profielselectie bij het starten weer‐ geven ..........206 Sluitlichten (gesloten bestelwagen Suggesties (overzicht) ......
Pagina 415
Trefwoordenregister 413 Reddingskaart ........24 Rijden en drinken ........116 Reductiemiddel Rijden in de winter (sneeuwkettin‐ gen) ............316 ® Zie AdBlue Rijden met aanhangwagen Regelen van de reikwijdte van de Aanhangwagengewichten ....358 verlichting ..........86 Actieve spoorassistent ...... 174 Regeneratie Demonteren van de afneembare Afbreken ...........
Pagina 416
414 Trefwoordenregister Reizen naar het buitenland (sym‐ Routelijst weergeven ......229 metrisch dimlicht) ......85 Type selecteren ........ 227 Remmen ........... 119 Woon-werk route activeren ....229 Rijden door het water op de straat ... 120 Routebegeleiding ........231 Rijden in de bergen ......124 Aanwijzingen ........
Pagina 418
416 Trefwoordenregister Start-stopsysteem Surround View Zie ECO start-stopsysteem Zie 360°-camera Start-stoptoets Symbolen voor speciale bestemmin‐ Spanningsvoorziening of contact inschakelen ........114 gebruikergedefinieerd ....... 240 Voertuig afzetten ......146 Synchronisatiefunctie in-/uitscha‐ Voertuig starten ........ 115 kelen (bedieningseenheid) ....105 Starten Systeem Zie Voertuig Tijd- en datumformaat instellen ..
Pagina 419
Trefwoordenregister 417 Binnenkomend gesprek tijdens een Toetsen ..........158 gesprek ..........249 Uitschakelen ........158 Contacten importeren (overzicht) ..250 Voorwaarden ........158 Contacten worden geïmporteerd ..250 Werking ..........157 Draadloos opladen (mobiele tele‐ Terugname van het oude voertuig foon) ...........
Pagina 420
418 Trefwoordenregister Monteren van een kogelhals ..... 179 Kinderen, aanwijzingen met betrek‐ king tot het veilig vervoeren ....33 Trekhaakvoorziening Storing ..........27 Wenken betreffende het rijden met Waarschuwingslampje ......27 een aanhangwagen ......177 Werking bij een ongeval ..... 28 Tussenbestemming Zelfdiagnose ........
Pagina 421
Trefwoordenregister 419 Versnellingsbakoverbrenging Voertuig ..........115 Zie LOW RANGE in- en uitschakelen Aansprakelijkheid voor gebreken ..24 Afzetten (start-stoptoets) ....146 Versnellingshendel ....... 127 Buiten gebruik stellen ....... 151 Vèrstralers Correct gebruik ........24 Adaptieve vèrstralerassistent ..... 88 Diagnose-interface ......23 Vèrstralers (ongedimd groot licht) Extra deurvergrendeling .....
Pagina 423
Trefwoordenregister 421 Wegsleepbeveiliging Zekeringenkast in de beenruimte in-/uitschakelen ......... 59 van de bijrijder ........312 Werking ..........59 Zekeringenkast in stoelconsole van chauffeursstoel ......... 312 Werkplaats ..........24 Zender Wi-Fi ............215 Direct frequentie-invoer ....272 Hotspot instellen ....... 216 Frequentie fixeren ......
Pagina 428
Hier vindt u alle informatie over de bediening, de serviceverleningen en de garantie van het voertuig in gedrukte vorm. Digitaal op het internet U vindt de handleiding op uw Mercedes-Benz homepage. Digitaal als app De Mercedes-Benz Guides app is gratis beschikbaar in de gangbare app-stores. ® Apple Android É9075844602Z107~ËÍ...