Advertenties
Bij ingeschakelde EDW knippert het controle‐
lampje
1
in het bedieningspaneel dakconsole.
De EDW wordt in de volgende gevallen automa‐
tisch uitgeschakeld:
na de ontgrendeling met de sleutel
R
als de sleutel in het contactslot wordt gesto‐
R
ken
%
Het alarm stopt ook niet als de reden voor
het alarm, bijvoorbeeld het openen van een
deur, direct weer wordt opgeheven.
EDW (diefstal-/inbraakalarminstallatie) in- en
uitschakelen
Inschakelen
Alle deuren sluiten.
#
Het voertuig vergrendelen met de sleutel.
#
Het controlelampje
neel dakconsole knippert.
Uitschakelen
Het voertuig ontgrendelen met de sleutel.
#
of
De sleutel in het contactslot steken.
#
Het controlelampje
neel dakconsole dooft.
Het alarm beëindigen
De toets % of & op de sleutel indruk‐
#
ken.
of
De sleutel in het contactslot steken.
#
Het alarm stopt.
Functie van de wegsleepbeveiliging
Functie van de wegsleepbeveiliging
Als de wegsleepbeveiliging is geactiveerd en de
hellingshoek van het voertuig verandert, treedt
een optisch en akoestisch alarm in werking. Dit is
bijvoorbeeld het geval als het voertuig aan een
kant omhoog wordt gebracht.
1
in het bedieningspa‐
1
in het bedieningspa‐
Wegsleepbeveiliging in- of uitschakelen
Voorwaarden
De deuren zijn gesloten.
R
Inschakelen
Het voertuig vergrendelen met de sleutel.
#
De wegsleepbeveiliging wordt automatisch na
circa 50 seconden geactiveerd.
Uitschakelen
Het voertuig ontgrendelen met de sleutel.
#
of
De sleutel in het contactslot steken.
#
De wegsleepbeveiliging is uitgeschakeld.
Deactiveren
De sleutel uit het contactslot verwijderen.
#
De toets
1
indrukken.
#
Na het loslaten van de toets gaat het contro‐
lelampje
2
in de toets circa drie seconden
branden.
Het voertuig vergrendelen met de sleutel.
#
De wegsleepbeveiliging is uitgeschakeld.
De wegsleepbeveiliging blijft zo lang uitgescha‐
keld, tot u het voertuig opnieuw vergrendelt.
Als u het voertuig in de volgende situaties ver‐
grendelt, dient u de wegsleepbeveiliging uit te
schakelen:
Het voertuig wordt getransporteerd, bijvoor‐
R
beeld op een veerboot of een autotransporter
Het voertuig wordt op een beweeglijke onder‐
R
grond geparkeerd, bijvoorbeeld in garages
met een dubbele etage
Hierdoor wordt vals alarm voorkomen.
Openen en sluiten
73
Advertenties
