142 Rijden en parkeren
Opladen instellen
Multimediasysteem:
©
EQ
4
5
5
Opladen instellen
Vertrektijd
selecteren.
#
De volgende oplaadtijden kunnen worden inge‐
steld:
Direct opladen
(geen vertrektijd)
R
Eenmalig
R
Een instelling selecteren.
#
Eenmalige vertrektijd instellen
Vertrektijd
selecteren.
#
Eenmalige tijd bewerk.
#
Een vertrektijd instellen.
#
Maximale laadstroom instellen
Maximale laadstroom
#
Maximum,
8 ampère
#
Bij het opladen van de hoogspanningsaccu
wordt de laadstroom tot de ingestelde
stroomsterkte begrensd.
%
De daadwerkelijke waarde van de maximale
laadstroom is afhankelijk van de meegele‐
verde laadkabel met vaste waarde.
Maximale laadtoestand instellen
Maximale laadtoestand
#
Het gewenste percentage instellen.
#
De hoogspanningsaccu wordt maximaal tot
het ingestelde percentage opgeladen.
%
Het percentage kan in stappen van telkens
10% worden ingesteld.
Er wordt een maximale laadtoestand van 80%
geadviseerd. Hogere maximale laadtoestan‐
den kunnen een ongunstige invloed op de
levensduur van de hoogspanningsaccu heb‐
ben (
pagina 140).
/
%
Zodra de maximale laadtoestand is bereikt,
wordt op het mediadisplay een melding weer‐
gegeven dat het opladen beëindigd is en dat
de rit kan worden voortgezet.
Functies van de controlelampjes op de voer‐
tuigstekkerdoos
De contactdoosklep wordt samen met het voer‐
tuig centraal ver- en ontgrendeld.
Laadopties
selecteren.
selecteren.
of
6 ampère
selecteren.
selecteren.
1
Controlelampje vergrendelingsstatus
2
Statusindicatie
3
Controlelampje opladen
De statusindicatie
2
knippert of brandt analoog
met de controlelampjes
Overzicht vergrendelingsstatus
Vergrende‐
Melding
lingsstatus
1
1
%
Brandt wit
Knippert wit
%
Overzicht status van het opladen
Status van
Melding
het opladen
3
3
#
Knippert
oranje
Knippert
#
groen
Brandt oranje
#
1
en 3.
Betekenis
Voertuigstek‐
kerdoos ont‐
grendeld,
laadkabel
aansluiten of
verwijderen
Storing bij het
ver- of ont‐
grendelen
Betekenis
Verbinding
wordt opge‐
bouwd
Actieve ener‐
giestroom
Laadpauze