15
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in de gereedschapsas naar Q260
Veilige hoogte met aanzet FMAX. Wanneer het gereedschap in de gereed-
schapsas al op een waarde groter dan Q260 staat, vindt er geen beweging plaats
2 Vóór het zwenken van het bewerkingsvlak positioneert de besturing het
gereedschap in X met aanzet FMAX naar een veilige coördinaat. Wanneer uw
gereedschap al op een coördinaat in het bewerkingsvlak staat die groter is dan de
berekende coördinaat, vindt er geen beweging plaats
3 Nu zwenkt de besturing het bewerkingsvlak met aanzet Q253; M144 is in de
cyclus intern actief
4 De besturing positioneert het gereedschap met aanzet FMAX naar het startpunt
van het bewerkingsvlak
5 Vervolgens beweegt de besturing het gereedschap in de gereedschapsas met
aanzet Q253 naar de veiligheidsafstand Q460
6 Die besturing wikkelt het gereedschap op het te vertanden werkstuk in langs-
richting met de gedefinieerde aanzet Q478 af (bij voorbewerken) of Q505 (bij
nabewerken). Het bewerkingsgedeelte wordt daarbij begrensd door het startpunt
in Z Q551+Q460 en door het eindpunt in Z Q552+Q460
7 Wanneer de besturing zich op het eindpunt bevindt, wordt het gereedschap met
aanzet Q253 teruggetrokken en terug naar het startpunt gepositioneerd
8 De besturing herhaalt het proces 5-7 totdat het gedefinieerde tandwiel is gemaakt
9 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap naar de veilige hoogte
Q260 met aanzet FMAX
10 De bewerking eindigt in het gezwenkte systeem
11 Beweeg nu zelfstandig het gereedschap naar een veilige hoogte en zwenk het
bewerkingsvlak terug
12 Programmeer nu altijd cyclus 801 ROT. COOERD.SYSTEEM RESETTEN en M145
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u het gereedschap niet naar een veilige positie voorpositioneert, kan
bij het zwenken een botsing tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel)
optreden.
Gereedschap zodanig voorpositioneren, dat het zich al aan de gewenste
bewerkingszijde Q550 bevindt
Aan deze bewerkingszijde een veilige positie aanhouden
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u het werkstuk te dicht op het spanmiddel inspant, kan tijdens de
afwerking een botsing tussen gereedschap en spanmiddel optreden. Het
startpunt Z en het eindpunt in Z worden met de veiligheidsafstand Q460 verlengd!
Werkstuk zover uit het spanmiddel nemen, dat een botsing tussen
gereedschap en spanmiddel uitgesloten is
Neem uw component zo ver uit het spanmiddel, dat de door de cyclus
automatisch aangehouden verlenging van start- en eindpunt met de
veiligheidsafstand Q460 niet tot een botsing leidt
996
Bewerkingscycli | Cycli voor tandwielproductie
AANWIJZING
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022