20
Instructies
Let op: risico voor gereedschap en werkstuk!
Wanneer u de adaptieve aanzetregeling AFC deactiveert, gebruikt de besturing
direct weer de geprogrammeerde bewerkingsaanzet. Wanneer AFC voorafgaande
aan de deactivering de aanzet gereduceerd heeft (bijvoorbeeld afhankelijk van
slijtage), versnelt de besturing tot de geprogrammeerde aanzet. Dit gebeurt
ongeacht hoe de functie wordt gedeactiveerd. De versnelling van de aanzet kan
tot gereedschaps- en werkstukschade leiden!
Bij een dreigende onderschrijding van de FMIN-waarde de bewerking stoppen,
niet de functie AFC deactiveren
Overbelastingsreactie na onderschrijding van FMIN-waarde definiëren
Als de Adaptieve aanzetregeling in de modus regelen actief is, voert de besturing
onafhankelijk van de geprogrammeerde overbelastingsreactie een uitschake-
lingsreactie uit.
Wanneer bij de referentie-spilbelasting de minimale aanzetfactor onder-
schreden wordt
De besturing voert de uitschakelreactie uit de kolom OVLD van de tabel
AFC.tab uit.
Verdere informatie: "AFC-basisinstellingen AFC.tab", Pagina 2104
Wanneer de geprogrammeerde aanzet onder de 30%-barrière komt
De besturing voert een NC-stop uit.
Bij gereedschapsdiameters van minder dan 5 mm is de adaptieve aanzetregeling
niet zinvol. Als het nominale vermogen van de spil zeer hoog is, kan de grens-
diameter van het gereedschap ook groter zijn.
Bij bewerkingen waarbij aanzet en spiltoerental bij elkaar moeten passen (bijv. bij
schroefdraad tappen), mag geen adaptieve aanzetregeling worden gebruikt.
In NC-regels met FMAX is de adaptieve aanzetregeling niet actief.
Met de machineparameter dependentFiles (nr. 122101) definieert de machi-
nefabrikant of de besturing de afhankelijke bestanden in het bestandsbeheer
weergeeft.
1224
Regelfuncties | Adaptieve aanzetregeling AFC (optie #45)
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022