15
Bewerkingscycli | Cycli die onafhankelijk zijn van de technologie
Helpscherm
Parameter
Q205 Minimale diepteverplaatsing?
Wanneer Q212 AFNAMEWAARDE niet gelijk is aan 0,
begrenst de besturing de verplaatsing tot deze waarde. De
diepte-instelling kan dus niet kleiner worden dan Q205. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999
Q211 Stilstandstijd onder?
Tijd in seconden die het gereedschap op de bodem van de
boring stilstaat.
Invoer: 0...3600.0000 Alternatief PREDEF
Q208 Aanzet terugtrekken?
Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het terug-
trekken uit de boring in mm/min. Wanneer Q208=0 wordt
ingevoerd, trekt de besturing het gereedschap met aanzet
Q206 terug.
Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF
Q256 Terugtrekhoogte voor spaanbreuk?
Waarde waarmee de besturing het gereedschap bij spaan-
breken terugtrekt. De waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999.999 Alternatief PREDEF
Q395 Referentie naar diameter (0/1)?
Selectie of de ingevoerde diepte is gerelateerd aan de
gereedschapspunt of aan het cilindrische deel van het
gereedschap. Wanneer de nesturing de diepte aan het cilin-
drische deel van het gereedschap moet relateren, moet u de
punthoek van het gereedschap in de kolom T-ANGLE van de
gereedschapstabel TOOL.T definiëren.
0 = diepte gerelateerd aan de gereedschapspunt
1 = diepte gerelateerd aan het cilindrische deel van het
gereedschap
Invoer: 0, 1
506
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022