15
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
De besturing bepaalt automatisch het startpunt voor het nabewerken. Het
startpunt is afhankelijk van de ruimte in de contour en de in cyclus 271 gepro-
grammeerde overmaat.
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap.
Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q201, komt de besturing met een
foutmelding.
U kunt de cyclus met een slijpgereedschap uitvoeren.
De volgende cyclus houdt rekening met additionele functies M109 en M110: De
besturing houdt bij bewerkingen aan de binnen- en buitenzijde de aanzet van
cirkelbogen bij binnen- en buitenradiussen op de snijkant van het gereedschap
constant.
Verdere informatie: "Aanzet bij cirkelbanen aanpassen met M109", Pagina 1361
Aanwijzing voor het programmeren
De overmaat zijkant Q14 blijft na de nabewerking staan. Deze moet kleiner zijn
dan de overmaat in cyclus 271.
700
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022