15
Positioneerlogica OCM-cycli
Het gereedschap is op dit moment boven de veilige hoogte gepositioneerd:
1 De besturing verplaatst het gereedschap in het bewerkingsvlak met ijlgang naar
het startpunt.
2 Het gereedschap verplaatst zich met FMAX naar Q260 VEILIGE HOOGTE en
vervolgens naar Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND
3 Daarna positioneert de besturing het gereedschap in de gereedschapsas met
Q253 AANZET VOORPOS. naar het startpunt.
Het gereedschap is op dit moment onder de veilige hoogte gepositioneerd:
1 De besturing verplaatst het gereedschap met ijlgang naar Q260 VEILIGE
HOOGTE.
2 Het gereedschap verplaatst zich met FMAX naar het startpunt in het bewer-
kingsvlak en aansluitend naar Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND
3 Daarna positioneert de besturing het gereedschap in de gereedschapsas met
Q253 AANZET VOORPOS. op het startpunt.
15.3.35 Cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS (optie #167)
ISO-programmering
G271
Toepassing
In cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS voert u bewerkingsinformatie voor de
contour- resp. subprogramma's met de deelcontouren in. Bovendien kan in cyclus
271 een open begrenzing voor uw kamer worden gedefinieerd.
Instructies
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Cyclus 271 is DEF-actief, d.w.z. dat cyclus 271 vanaf zijn definitie in het NC-
programma actief is.
De in cyclus 271 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de cycli 272 tot
274.
678
Programmeer- en bedieningsinstructies:
Q260 VEILIGE HOOGTE verneemt de besturing uit cyclus 271 OCM
CONTOURGEGEVENS of uit de figuurcycli.
Q260 VEILIGE HOOGTE werkt alleen als de positie van de veilige
hoogte boven de veiligheidsafstand ligt.
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022