Advertenties
Variabelen Programmering | Tabeltoegang met SQL-opdrachten
Overzicht van de SQL-commando's
De besturing biedt de volgende SQL-commando's:
Syntaxis
Functie
SQL BIND maakt of activeert verbin-
SQL BIND
ding tussen tabelkolommen en Q- of QS-
parameters
SQL SELECT leest een afzonderlijke
SQL
waarde uit een tabel en opent daarbij
SELECT
geen transactie
SQL EXECUTE opent een transactie onder
SQL
selectie van tabelkolommen en tabelre-
EXECUTE
gels of maakt het gebruik mogelijk van
andere SQL-instructies (extra functies)
SQL FETCH geeft de waarden aan de
SQL
gekoppelde Q-parameters
FETCH
SQL ROLLBACK verwerpt alle wijzigingen
SQL
en sluit de transactie
ROLLBACK
SQL COMMIT slaat alle wijzigingen op en
SQL
sluit de transactie
COMMIT
SQL UPDATE breidt de transactie uit door
SQL
de wijziging van een bestaande regel
UPDATE
SQL INSERT maakt een nieuwe tabelregel
SQL
INSERT
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Lees- en schrijftoegang met behulp van de SQL-commando's vindt altijd plaats
met metrische eenheden, onafhankelijk van de geselecteerde maateenheid van de
tabel en het NC-programma.
Wanneer u dus bijv. een lengte uit een tabel in een Q-parameter opslaat, is de
waarde vervolgens altijd metrisch. Wanneer deze waarde hieronder in een inch-
programma voor de positionering wordt gebruikt (L X+Q1800), volgt daaruit een
verkeerde positie.
In inch-programma's de gelezen waarden vóór het gebruik omrekenen
Om met HDR-harde schijven maximale snelheid bij tabeltoepassingen te bereiken
en rekenprestatie te beveiligen, adviseert HEIDENHAIN het gebruik van SQL-
functies in plaats van FN 26, FN 27 en FN 28.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Verdere informatie
Pagina 1452
Pagina 1453
Pagina 1456
Pagina 1460
Pagina 1461
Pagina 1463
Pagina 1464
Pagina 1466
AANWIJZING
24
1451
Advertenties
