24
Machineparameters lezen met CFGREAD
Met de NC-functie CFGREAD kunt u machineparameters van de besturing als
numerieke of alfanumerieke waarden uitlezen. De gelezen numerieke waarden
worden altijd metrisch uitgevoerd.
Om een machineparameter te lezen, moet u de volgende inhoud in de configuratie-
editor van de besturing bepalen:
Symbool
Voordat u een machineparameter met de NC-functie CFGREAD kunt opvragen, moet
u telkens een QS-parameters met kenmerk, entiteit en key definiëren.
Verdere informatie: "Inhoud van een machineparameter overnemen", Pagina 1440
24.3.1
Alfanumerieke waarde aan een QS-parameter toewijzen
Voordat u alpha-waarden kunt gebruiken en verwerken, moet u tekens toewijzen aan
de QS-parameters. Gebruik hiervoor het commando DECLARE STRING.
U wijst als volgt een numerieke waarde toe aan een QS-parameter:
In dit voorbeeld wijst de besturing aan de QS-parameter QS10 een alfanumerieke
waarde toe.
11 DECLARE STRING QS10 = "workpiece"
1436
Type
Betekenis
Key
Groepsnaam van de machineparameter
De groepsnaam kan optioneel worden opgegeven
Entiteit
Parameterobject
De naam begint altijd met Cfg
Attribuut
Naam van de machineparameter
Index
Lijstindex van een machineparameter
De lijstindex kan optioneel worden opgegeven
In de configuratie-editor voor de machineparameters kunt u de weergave
van de beschikbare parameters wijzigen. Bij de standaardinstelling
worden de parameters met korte verklarende teksten getoond.
NC-functie invoegen selecteren
De besturing opent het venster NC-functie invoegen.
DECLARE STRING selecteren
QS-parameters voor het resultaat definiëren
Naam selecteren
Gewenste waarde invoeren
NC-regel beëindigen
NC-regel uitvoeren
De besturing slaat de ingevoerde waarde direct in de
doelparameter op.
Variabelen Programmering | Stringfuncties
; Alfanumerieke waarde QS10 toewijzen
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022