22
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Een door het midden snijdende vingerfrees (DIN 844) toepassen.
De spilas moet bij de cyclusoproep loodrecht op de as van de rondtafel staan.
Deze cyclus kan ook bij gezwenkt bewerkingsvlak worden uitgevoerd.
Aanwijzingen voor het programmeren
In de eerste NC-regel van het contour-subprogramma moeten altijd de beide cilin-
dermantelcoördinaten geprogrammeerd worden.
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer
diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
De veiligheidsafstand moet groter zijn dan de gereedschapsradius.
Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet
u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen.
Aanwijzing in combinatie met machineparameters
Met de machineparameter apprDepCylWall (nr. 201004) definieert u de
benadering:
CircleTangential: tangentieel benaderen en verlaten uitvoeren
LineNormal: de verplaatsing naar het startpunt van de contour vindt plaats op
een rechte
1300
Meerassige bewerking | Cycli voor de bewerking van de cilindermantel
De bewerkingstijd kan langer worden wanneer de contour uit veel niet-
tangentiële contourelementen bestaat.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022