24
Voorbeeld
Vermenigvuldigen en delen gaan voor optellen en aftrekken
11 Q1 = 5 * 3 + 2 * 10
1. Rekenstap 5 x 3 = 15
2. Rekenstap 2 x 10 = 20
3. Rekenstap 15 + 20 = 35
Macht voor het berekenen van strepen
11 Q2 = SQ 10 - 3^3
1. Rekenstap 10 kwadrateren = 100
2. Rekenstap 3 tot de 3e macht verheffen = 27
3. Rekenstap 100 - 27 = 73
Functie voor macht
11 Q4 = SIN 30 ^ 2
1. Rekenstap: sinus van 30 berekenen = 0,5
2. Rekenstap 0,5 kwadrateren = 0,25
Haakje voor functie
11 Q5 = SIN ( 50 - 20 )
1. Rekenstap: haakjes uitrekenen 50 - 20 = 30
2. Rekenstap: sinus van 30 berekenen = 0,5
24.3
Stringfuncties
Toepassing
Met de stringfuncties kunt u strings met behulp van QS-parameters definiëren en
verwerken, om bijv. variabele protocollen met FN 16: F-PRINT te maken. In de
informatica staat een string voor een alfanumerieke tekenreeks.
Verwante onderwerpen
Bereiken van variabelen
Verdere informatie: "Soorten variabelen", Pagina 1394
Functiebeschrijving
U kunt maximaal 255 tekens aan een QS-parameter toewijzen.
Binnen QS-parameters zijn de volgende tekens toegestaan:
Letters
Cijfers
Speciale tekens, bijvoorbeeld ?
Besturingstekens, bijvoorbeeld \ voor paden
Spatie
U programmeert de afzonderlijke stringfuncties met behulp van de vrije
syntaxisinvoer.
Verdere informatie: "NC-functies wijzigen", Pagina 234
1432
Variabelen Programmering | Variabelen: Q-, QL-, QR- en QS-parameters
; Score = 35
; Score = 73
; Score = 0,25
; Score = 0,5
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022