Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
15.3.7
Cyclus 206 DRAADTAPPEN
ISO-programmering
G206
Toepassing
De schroefdraad wordt door de besturing in één of meerdere bewerkingen met
voeding met lengtecompensatie getapt.
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang met FMAX naar
de ingevoerde veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak
2 Het gereedschap verplaatst zich in één slag naar boordiepte
3 Vervolgens wordt de rotatierichting van de spil omgekeerd en het gereedschap
na de stilstandtijd naar de veiligheidsafstand teruggetrokken. Indien een 2e veilig-
heidsafstand is ingevoerd, verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX
daarheen
4 Op veiligheidsafstand wordt de spilrotatierichting opnieuw omgekeerd
Het gereedschap moet in een voeding met lengtecompensatie
opgespannen zijn. De voeding met lengtecompensatie compenseert
toleranties van aanzet en toerental tijdens de bewerking.
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u bij een cyclus de diepte positief invoert, keert de besturing
de berekening van de voorpositionering om. Het gereedschap verplaatst
zich in de gereedschapsas in ijlgang naar de veiligheidsafstand onder het
werkstukoppervlak! Er bestaat botsingsgevaar!
Diepte negatief invoeren
Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing
bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of
niet (off)
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
Voor rechtse draad spil met M3 activeren, voor linkse draad met M4.
In cyclus 206 berekent de besturing de spoed op basis van het gepro-
grammeerde toerental en de in de cyclus gedefinieerde aanzet.
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap.
Wanneer deze kleiner is dan de DRAADDIEPTE Q201, komt de besturing met een
foutmelding.
Aanwijzingen voor het programmeren
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer-
kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer
diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
AANWIJZING
15
545