Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 1452

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

24
24.6.2
Variabele aan tabelkolom koppelen met SQL BIND
Toepassing
SQL BIND koppelt een Q-parameter aan een tabelkolom. De SQL-commando's
FETCH, UPDATE en INSERT verwerken deze koppeling (toewijzing) bij de
gegevensoverdracht tussen result-set (resultaatset) en NC-programma.
Voorwaarden
Sleutelgetal 555343
Tabel aanwezig
Geschikte tabelnaam
De namen van tabellen en tabelkolommen moeten met een letter beginnen en
mogen geen rekenkundig teken, bijv. + bevatten. Deze tekens kunnen op basis
van SQL-commando's bij het inlezen of uitlezen van gegevens tot problemen
leiden.
Functiebeschrijving
Programmeer een willekeurig aantal koppelingen met SQL BIND..., voordat u de
commando's FETCH, UPDATE of INSERT gebruikt.
Een SQL BIND zonder tabel- en kolomnaam heft de koppeling op. De koppeling
eindigt uiterlijk met het einde van het NC-programma of van het subprogramma.
Invoer
11 SQL BIND Q881
"Tab_example.Position_Nr"
De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen:
Syntaxiselement
SQL BIND
Q/QL/QR, QS of
Q REF
" " of QS
Instructies
Als tabelnaam kunt u het pad van de tabel of een synoniem invoeren.
Verdere informatie: "SQL-opdrachten uitvoeren met SQL EXECUTE",
Pagina 1456
Bij het lezen en schrijven houdt de besturing uitsluitend rekening met de
kolommen die u met de SELECT -opdracht opgeeft. Wanneer u in het SELECT-
commando kolommen zonder koppeling opgeeft, onderbreekt de besturing de
lees- of schrijfbewerking met een foutmelding.
1452
Variabelen Programmering | Tabeltoegang met SQL-opdrachten
; Q881 verbinden met de kolom
"Position_Nr" van de tabel "Tab_example"
Betekenis
Syntaxaopener voor het SQL-commando BIND
Te verbinden variabele
Tabelnaam en tabelkolom, met . gescheiden of QS-parame-
ters met de definitie
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022

Advertenties

loading