Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Cyclusverloop
1 Het gereedschap verplaatst zich met positioneerlogica naar het startpunt
2 De besturing bepaalt automatisch het startpunt op basis van de voorposi-
tionering en de geprogrammeerde contour
Verdere informatie: "Positioneerlogica OCM-cycli", Pagina 678
3 De besturing zet aan op de eerste diepte-instelling. De diepte-instelling en de
bewerkingsvolgorde van de contouren is afhankelijk van de aanzetstrategie
Q575.
Afhankelijk van de definitie in cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS parameter
Q569 OPEN BEGRENZING steekt de besturing als volgt in:
Q569=0 of 2: het gereedschap steekt helixvormig of pendelend in het
materiaal in. Er wordt rekening gehouden met de overmaat voor kantna-
bewerking.
Verdere informatie: "Insteekinstelling bij Q569=0 of 2", Pagina 681
Q569=1: het gereedschap verplaatst zich loodrecht buiten de open
begrenzing tot de eerste diepte-instelling
4 Bij de eerste diepte-instelling freest het gereedschap met freesaanzet Q207 de
contour van buiten naar binnen of omgekeerd (afhankelijk van Q569)
5 In de volgende stap verplaatst de besturing het gereedschap naar de volgende
diepte-instelling en herhaalt het voorbewerken totdat de geprogrammeerde
contour is bereikt
6 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich in de gereedschapsas terug naar
veilige hoogte
7 Indien er nog meer contouren aanwezig zijn, herhaalt de besturing de bewerking.
De besturing verplaatst daarna naar de contour waarvan het beginpunt van de
actuele gereedschapspositie het dichtstbij ligt (afhankelijk van de aanzetstrategie
Q575)
8 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich met Q253 AANZET VOORPOS. naar
Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND en dan met FMAX naar Q260 VEILIGE HOOGTE
Insteekinstelling bij Q569=0 of 2
De besturing probeert in principe met een helixbaan in te steken. Als dit niet mogelijk
is, probeert de besturing pendelend in te steken.
De insteekinstelling is afhankelijk van:
Q207 AANZET FREZEN
Q568 FACTOR INSTEKEN
Q575 VERPL.STRATEGIE
ANGLE
RCUTS
(gereedschapsradius R + overmaat van het gereedschap DR)
R
corr
Helixvormig:
De helixbaan wordt als volgt bepaald:
Aan het einde van de insteekbeweging wordt een halve cirkelbeweging uitgevoerd
om voldoende plaats te maken voor de resulterende spanen.
Pendelend
De pendelbeweging wordt als volgt bepaald:
Aan het einde van de insteekbeweging voert de besturing een lineaire beweging uit
om voldoende plaats te maken voor de resulterende spanen.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
15
681