Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 1052

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

16
16.3
NC-functies voor referentiepuntbeheer
16.3.1
Overzicht
Om een reeds vastgelegd referentiepunt in de referentietabel direct in het NC-
programma te beïnvloeden, stelt de besturing de volgende functies beschikbaar:
Referentiepunt activeren
Referentiepunt kopiëren
Referentiepunt corrigeren
16.3.2
Referentiepunt activeren met PRESET SELECT
Toepassing
Met de cyclus PRESET SELECT kan een referentiepunt dat in de referentiepunttabel
is gedefinieerd als nieuw referentiepunt worden geactiveerd.
Voorwaarde
Referentiepunttabel bevat waarden
Verdere informatie: "Referentiepuntbeheer", Pagina 1047
Referentiepunt van het werkstuk vastgelegd
Verdere informatie: "Referentiepunt handmatig vastleggen", Pagina 1050
Functiebeschrijving
Het referentiepunt kunt u activeren via het referentiepuntnummer of via de invoer in
de kolom Doc. Als de invoer in de kolom Doc niet eenduidig is, activeert de besturing
het referentiepunt met het laagste referentiepuntnummer.
Met het syntaxiselement KEEP TRANS kunt u definiëren dat de besturing de
volgende transformaties behoudt:
Functie TRANS DATUM
Cyclus 8 SPIEGELEN en functie TRANS MIRROR
Cyclus 10 ROTATIE en functie TRANS ROTATION
Cyclus 11 MAATFACTOR en functie TRANS SCALE
Cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC.
1052
Coördinaattransformatie | NC-functies voor referentiepuntbeheer
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022

Advertenties

loading