16
Coördinaattransformatie | Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)
Functiebeschrijving
Ruimtehoeken bepalen een bewerkingsvlak als drie van elkaar onafhankelijke
rotaties in het werkstukcoördinatensysteem W-CS, dus in het niet-gezwenkte
bewerkingsvlak.
Ruimtehoeken SPA en SPB
Ruimtehoek SPC
Ook wanneer een of meer hoeken de waarde 0 bevatten, moet u alle drie de hoeken
definiëren.
Omdat de ruimtehoeken onafhankelijk van de fysiek aanwezige rotatie-assen worden
geprogrammeerd, hoeft u met betrekking tot de voorteken geen onderscheid te
maken tussen kop- en tafelassen. U gebruikt altijd de uitgebreide rechterhandregel.
De duim van de rechterhand wijst in positieve richting van de as, waar de rotatie om
plaatsvindt. Wanneer u uw vingers kromt, wijzen de gekromde vingers in de positieve
draairichting.
De invoer van de ruimtehoeken als drie van elkaar onafhankelijke rotaties in het
werkstukcoördinatensysteem W-CS in de programmeervolgorde A-B-C is voor
veel gebruikers een uitdaging. Het probleem is dat tegelijkertijd rekening wordt
gehouden met twee coördinatenstelsels, het ongewijzigde W-CS en het gewijzigde
bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS.
U kunt daarom als alternatief de ruimtehoeken definiëren door zich drie op
elkaar voortbouwende rotaties in de zwenkvolgorde C-B-A voor te stellen. Met
dit alternatief kan uitsluitend een coördinatensysteem worden bekeken van het
gewijzigde bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS.
Verdere informatie: "Instructies", Pagina 1085
1082
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022