15
Helpscherm
Voorbeeld
11 CYCL DEF 205 UNIVERSEELBOREN ~
Q200=+2
Q201=-20
Q206=+150
Q202=+5
Q203=+0
Q204=+50
Q212=+0
Q205=+0
Q258=+0.2
Q259=+0.2
Q257=+0
Q256=+0.2
Q211=+0
Q379=+0
Q253=+750
Q208=+99999
Q395=+0
Q373=+0
512
Bewerkingscycli | Cycli die onafhankelijk zijn van de technologie
Parameter
Q395 Referentie naar diameter (0/1)?
Selectie of de ingevoerde diepte is gerelateerd aan de
gereedschapspunt of aan het cilindrische deel van het
gereedschap. Wanneer de nesturing de diepte aan het cilin-
drische deel van het gereedschap moet relateren, moet u de
punthoek van het gereedschap in de kolom T-ANGLE van de
gereedschapstabel TOOL.T definiëren.
0 = diepte gerelateerd aan de gereedschapspunt
1 = diepte gerelateerd aan het cilindrische deel van het
gereedschap
Invoer: 0, 1
Q373 Benad.aanzet na verw. spanen?
Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade-
ren van de voorstopafstand na het verwijderen van de
spanen.
0: rijden met FMAX
>0: aanzet in mm/min
Invoer: 0...99999 alternatief FAUTO, FMAX, FU, FZ
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;DIEPTE ~
;AANZET DIEPTEVERPL. ~
;DIEPTEVERPLAATSING ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;2E VEILIGHEIDSAFST. ~
;AFNAMEWAARDE ~
;MIN. DIEPTEVERPL. ~
;ONDERBR.AFST. BOVEN ~
;ONDERBR.AFST. ONDER ~
;BOORDPTE SPAANBREUK ~
;TERUGTR.HGT SPAANBR. ~
;STILSTANDSTIJD ONDER ~
;STARTPUNT ~
;AANZET VOORPOS. ~
;AANZET TERUGTREKKEN ~
;REF. DIEPTE ~
;BENAD.AANZET VERW SP
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022