24
24.2.4
Map Hoekfuncties
Toepassing
In de map Hoekfuncties van het venster NC-functie invoegen biedt de besturing de
functies FN 6 t/m FN 8 en FN 13.
Met deze functies kunt u hoekfuncties berekenen, om bijvoorbeeld variabele
driehoekige contouren te programmeren.
Functiebeschrijving
De map Hoekfuncties bevat de volgende functies:
Symbool
Links van het =-teken definieert u de variabele waaraan u het resultaat toewijst.
Rechts van het =-teken kunt u vaste en variabele waarden gebruiken. De variabelen
en getalwaarden in de vergelijkingen kunnen van een voorteken worden voorzien.
1408
Variabelen Programmering | Variabelen: Q-, QL-, QR- en QS-parameters
Functie
FN 6: Sinus
Bijv FN 6: Q20 = SIN –Q5
Q20 = sin(–Q5)
Sinus van een hoek in graden berekenen en toewijzen
FN 7: Cosinus
Bijv FN 7: Q21 = COS –Q5
Q21 = cos(–Q5)
Cosinus van een hoek in graden berekenen en toewijzen
FN 8: Wortel uit som van kwadraten
bijv. FN 8: Q10 = +5 LEN +4
Q10 = √(5
+4
)
2
2
Lengte uit twee waarden berekenen en toewijzen, bijv. derde
zijde van een driehoek berekenen
FN 13: Hoek
bijv. FN 13: Q20 = +25 ANG –Q1
Q20 = arctan(25/–Q1)
Hoek met arctan uit overstaande rechthoekszijde en aanlig-
gende rechthoekszijde of sin en cos van de hoek (0 < hoek <
360°) berekenen en toewijzen
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022