Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
15.3.6
Cyclus 240 CENTREREN
ISO-programmering
G240
Toepassing
Met cyclus 240 CENTREREN kunt u centreringen voor boringen aanbrengen. U
kunt de centreerdiameter of de centreerdiepte invoeren. Naar keuze kunt u een
stilstandtijd onder definiëren. Deze stilstandtijd dient voor het vrijmaken op de
bodem van de boring. Als er al een voorboring aanwezig is, kunt u een verdiept
startpunt invoeren.
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang FMAX vanuit de actuele
positie In het bewerkingsvlak naar het startpunt.
2 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang FMAX in de gereedschapsas
naar de veiligheidsafstand Q200 boven het werkstukoppervlak Q203.
3 Wanneer u Q342 VOORBOOR DIAMETER ongelijk aan 0 definieert, berekent de
besturing uit deze waarde en de punthoek van het gereedschap T-ANGLE een
verdiept startpunt. De besturing positioneert het gereedschap met de AANZET
VOORPOS. Q253 op het verdiepte startpunt.
4 Het gereedschap centreert met de geprogrammeerde aanzet diepteverplaatsing
Q206 tot de ingevoerde centreerdiameter respectievelijk tot de ingevoerde
centreerdiepte.
5 Wanneer een stilstandtijd Q211 is gedefinieerd, staat het gereedschap stil op de
bodem van de centreerlocatie.
6 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich met FMAX naar de veiligheidsafstand
of naar de 2e veiligheidsafstand. De 2e veiligheidsafstand Q204 werkt pas
wanneer deze groter is geprogrammeerd dan de veiligheidsafstand Q200.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
15
541