15
Freesgereedschap in gereedschapstabel (tool.t) als freesgereedschap
definiëren (om het vervolgens als draaigereedschap te gebruiken)
U kunt met een freesgereedschap interpolatiedraaien. In dit geval wordt met
de volgende gegevens uit de gereedschapstabel rekening gehouden (incl.
deltawaarden): lengte (L), radius (R) en hoekradius (R2). Lijn hiervoor een snijkant
van uw freesgereedschap uit op het midden van de spil. Geef deze hoek in
parameter Q336 op. Bij de buitenbewerking is de spiloriëntatie Q336, bij een
binnenbewerking wordt de spiloriëntatie berekend uit Q336+180.
Draaigereedschap in de gereedschapstabel (toolturn.trn) definiëren
Wanneer u met software-optie 50 werkt, kunt u uw draaigereedschap in de
draaigereedschapstabel (toolturn.trn) definiëren. In dit geval vindt de oriëntatie
van de spil ten opzichte van het rotatiecentrum plaats met inachtneming van
gereedschapsspecifieke gegevens, zoals de bewerkingswijze (TO in de draaige-
reedschapstabel), de oriëntatiehoek (ORI in de draaigereedschapstabel) en de
parameter Q336.
Hieronder wordt beschreven hoe de spiloriëntatie kan worden berekend:
Bewerking
Interpolatiedraaien, buiten
Interpolatiedraaien, binnen
Interpolatiedraaien, buiten
Interpolatiedraaien, binnen
Interpolatiedraaien, buiten
Interpolatiedraaien, binnen
U kunt de volgende gereedschapstypen voor interpolatiedraaien gebruiken:
TYPE: ROUGH, met de bewerkingsrichtingen TO: 1 of 7
TYPE: FINISH, met de bewerkingsrichtingen TO: 1 of 7
TYPE: BUTTON, met de bewerkingsrichtingen TO: 1 of 7
U kunt de volgende gereedschapstypen niet voor interpolatiedraaien
gebruiken:
TYPE: ROUGH, met de bewerkingsrichtingen TO: 2 tot 6
TYPE: FINISH, met de bewerkingsrichtingen TO: 2 tot 6
TYPE: BUTTON, met de bewerkingsrichtingen TO: 2 tot 6
TYPE: RECESS
TYPE: RECTURN
TYPE: THREAD
722
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
TO
Spiloriëntatie
1
ORI + Q336
7
ORI + Q336 + 180
7
ORI + Q336 + 180
1
ORI + Q336
8,9
ORI + Q336
8,9
ORI + Q336
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022