21
Instructies
Wanneer u onbewerkte werkstukken van verschillende groottes gebruikt, stelt
u de procesbewaking tolerant in of start u het eerste bewakingsgedeelte na de
voorbewerking.
De besturing herkent bijvoorbeeld bij te lage spilbelasting geen verschil met
nullast, bijvoorbeeld bij een gereedschap met een kleine diameter.
Als u een bewakingstaak verwijdert en opnieuw toevoegt, blijven de eerdere regi-
straties aanwezig.
De machinefabrikant kan definiëren hoe de besturing zich bij een programmaon-
derbreking in combinatie met palletbewerking gedraagt, bijv. de volgende pallet
verder bewerken.
Bedieningsinstructies
Door omhoog trekken of scrollen kunt u grafieken horizontaal vergroten of
verkleinen.
Als u met ingedrukte linkermuisknop trekt of veegt, kunt u de grafieken
verschuiven.
Door een NC-regelnummer te kiezen, kunt u de grafiek uitlijnen. De besturing
markeert het geselecteerde NC-regelnummer in de bewakingstaak groen.
Als u binnen de grafiek twee keer op een plaats tikt of klikt, kiest de besturing de
desbetreffende NC-regel in het programma.
Verdere informatie: "Algemene gebaren voor het touchscreen", Pagina 117
21.3.3
Bewakingsgedeelten definiëren met MONITORING
SECTION (optie #168)
Toepassing
Met de functie MONITORING SECTION deelt u het NC-programma in
bewakingsgedeelten voor de procesbewaking in.
Verwante onderwerpen
Werkgebied Procesbewaking
Verdere informatie: "Werkgebied Procesbewaking (optie #168)", Pagina 1266
Voorwaarde
Softwareoptie #168, Procesbewaking
1290
Bewaking | Procesbewaking (optie #168)
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022