Bewerkingscycli | Cycli die onafhankelijk zijn van de technologie
Verwijderen van spanen en spaanbreuk
Verwijderen van spanen
Het verwijderen van spanen is afhankelijk van cyclusparameter Q202
DIEPTEVERPLAATSING.
De besturing voert een despanen uit wanneer de in de cyclusparameter Q202
ingevoerde waarde wordt bereikt. Dit betekent dat de besturing het gereedschap
altijd onafhankelijk van het verdiepte startpunt Q379 naar de terugtrekhoogte
verplaatst. Dit resulteert uit Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND + Q203 COORD.
OPPERVLAK
Voorbeeld:
0 BEGIN PGM 205 MM
1 BLK FORM 0.1 Z X+0 Y+0 Z-20
2 BLK FORM 0.2 X+100 Y+100 Z+0
3 TOOL CALL 203 Z S4500
4 L Z+250 R0 FMAX
5 CYCL DEF 205 UNIVERSEELBOREN ~
Q200=+2
Q201=-20
Q206=+250
Q202=+5
Q203=+0
Q204=+50
Q212=+0
Q205=+0
Q258=+0.2
Q259=+0.2
Q257=+0
Q256=+0.2
Q211=+0.2
Q379=+10
Q253=+750
Q208=+3000
Q395=+0
Q373=+0
6 L X+30 Y+30 R0 FMAX M3
7 CYCL CALL
8 L Z+250 R0 FMAX
9 M30
10 END PGM 205 MM
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;DIEPTE ~
;AANZET DIEPTEVERPL. ~
;DIEPTEVERPLAATSING ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;2E VEILIGHEIDSAFST. ~
;AFNAMEWAARDE ~
;MIN. DIEPTEVERPL. ~
;ONDERBR.AFST. BOVEN ~
;ONDERBR.AFST. ONDER ~
;BOORDPTE SPAANBREUK ~
;TERUGTR.HGT SPAANBR. ~
;STILSTANDSTIJD ONDER ~
;STARTPUNT ~
;AANZET VOORPOS. ~
;AANZET TERUGTREKKEN ~
;REF. DIEPTE ~
;BENAD.AANZET VERW SP
; gereedschapsoproep (gereedschapsradius 3)
; gereedschap vrijzetten
; boring benaderen, spil inschakelen
; cyclusoproep
; gereedschap terugtrekken, einde programma
15
513