Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Helpscherm
Voorbeeld
11 CYCL DEF 208 BOORFREZEN ~
Q200=+2
Q201=-20
Q206=+150
Q334=+0.25
Q203=+0
Q204=+50
Q335=+5
Q342=+0
Q351=+1
Q370=+0
12 CYCL CALL
15.3.5
Cyclus 241 EENLIPPIG DIEPBOREN
ISO-programmering
G241
Toepassing
Met cyclus 241 EENLIPPIG DIEPBOREN kunt u boringen met een eenlippige
langgatboor aanbrengen. De invoer van een verdiept startpunt is mogelijk.
De besturing voert het verplaatsen naar de boordiepte met M3 uit. U kunt de
draairichting en het toerental bij het insteken en terugtrekken uit de boring definiëren.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Parameter
Q351 Freeswijze? Meel.=+1, Tegenl.=-1
Soort freesbewerking. Er wordt rekening gehouden met de
spilrotatierichting.
+1 = meelopend frezen
–1 = tegenlopend frezen
(wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats)
Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF
Q370 Factor baanoverlapping?
Met behulp van de baanoverlapping bepaalt de besturing de
zijdelingse verplaatsing k.
0: De besturing selecteert bij de eerste helixbaan een zo
groot mogelijke baanoverlapping. Daarmee probeert de
besturing te voorkomen dat het gereedschap erop zit. Alle
overige banen worden gelijkmatig verdeeld.
> 0: De besturing vermenigvuldigt de factor met de actieve
gereedschapsradius. Het resultaat is de zijdelingse verplaat-
sing k.
Invoer: 0.1...1.999 Alternatief PREDEF
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;DIEPTE ~
;AANZET DIEPTEVERPL. ~
;DIEPTEVERPLAATSING ~
;COORD. OPPERVLAK ~
;2E VEILIGHEIDSAFST. ~
;NOMINALE DIAMETER ~
;VOORBOOR DIAMETER ~
;FREESWIJZE ~
;BAANOVERLAPPING
15
531