Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Contour
De contour definieert u met CONTOUR DEF / SEL CONTOUR of met de OCM-
figuurcycli 127x.
Gesloten kamers kunt u ook via cyclus 14 definiëren.
De maatgegevens voor de bewerking, zoals freesdiepte, overmaten en veilige hoogte
voert u centraal in cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS of in de figuurcycli 127x in.
CONTOUR DEF / SEL CONTOUR:
In CONTOUR DEF / SEL CONTOUR kan de eerste contour een kamer of een
begrenzing zijn. De daarna volgende contouren programmeert u als eilanden
of kamers. Open kamers moeten via een begrenzing en een eiland worden
geprogrammeerd.
Ga als volgt te werk:
CONTOUR DEF programmeren
Eerste contour als kamer en de tweede als eiland definiëren
Cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS definiëren
Cyclusparameters Q569=1 programmeren
De besturing interpreteert de eerste contour niet als kamer, maar als
open begrenzing. Zo ontstaat uit de open begrenzing en door het daarna
geprogrammeerde eiland een open kamer.
Cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN definiëren
Programmeerinstructies:
Met de volgende contouren die zich buiten de eerste contour
bevinden, wordt geen rekening gehouden.
De eerste diepte van de deelcontour is de diepte van de cyclus.
Op deze diepte is de geprogrammeerde contour beperkt. Verdere
deelcontouren kunnen niet dieper zijn dan de diepte van de cyclus.
Daarom begint u in principe met de diepste kamer.
OCM-figuurcycli:
In de OCM-figuurcycli kan de figuur een kamer, eiland of begrenzing zijn. Wanneer u
een eiland of open kamer programmeert, gebruikt u de cycli 128x.
Ga als volgt te werk:
Figuur met de cycli 127x programmeren
Wanneer de eerste figuur een eiland of open kamer is, programmeert u
begrenzingscyclus 128x
Cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN definiëren
Verdere informatie: "OCM-cycli voor patroondefinitie", Pagina 454
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
15
673