Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang FMAX naar de
veiligheidsafstand Q200 boven het Q203 COORD. OPPERVLAK
2 Het gereedschap boort met de booraanzet tot de diepte Q201
3 Op de bodem van de boring staat het gereedschap stil indien ingevoerd met
draaiende spil voor het vrijmaken
4 Aansluitend voert de besturing een spiloriëntatie uit op de positie die in
parameter Q336 gedefinieerd is
5 Wanneer Q214 VRIJLOOPRICHTING is gedefinieerd, verplaatst de besturing zich
in de ingevoerde richting om de VEIL.AFST. KANT Q357 vrij
6 Vervolgens verplaatst de besturing het gereedschap met aanzet terugtrekking
Q208 naar de veiligheidsafstand Q200
7 De besturing positioneert het gereedschap weer terug naar het midden van de
boring
8 De besturing herstelt de spilstatus van het cyclusbegin
9 Evt. gaat de besturing met FMAX naar de 2e veiligheidsafstand. De 2e veilig-
heidsafstand Q204 werkt pas wanneer deze groter is geprogrammeerd dan de
veiligheidsafstand Q200. Indien Q214=0, wordt er langs de wand van de boring
teruggetrokken
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u bij een cyclus de diepte positief invoert, keert de besturing
de berekening van de voorpositionering om. Het gereedschap verplaatst
zich in de gereedschapsas in ijlgang naar de veiligheidsafstand onder het
werkstukoppervlak! Er bestaat botsingsgevaar!
Diepte negatief invoeren
Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing
bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of
niet (off)
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u de vrijlooprichting verkeerd selecteert, bestaat er botsingsgevaar.
Met een eventueel aanwezige spiegeling in het bewerkingsvlak wordt voor de
vrijlooprichting geen rekening gehouden. Er wordt wel rekening gehouden met
actieve transformaties bij het terugtrekken.
Controleer de positie van de gereedschapspunt wanneer u een spiloriëntatie
op de hoek programmeert die u in Q336 invoert (bijv. in de toepassing MDI in
de werkstand Handmatig). Hierbij mogen geen transformaties actief zijn.
Hoek zo selecteren, dat de gereedschapspunt parallel aan de vrijlooprichting
staat
Vrijlooprichting Q214 zo kiezen, dat het gereedschap zich vanaf de rand van de
boring verplaatst
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
AANWIJZING
AANWIJZING
15
519