15
Instructies
Let op: botsingsgevaar!
Wanneer u schuine vertandingen maakt, blijven de zwenkingen van de rotatie-
assen na het programma-eind bestaan. Er bestaat botsingsgevaar!
Zet het gereedschap vrij voordat de positie van de zwenkas wordt gewijzigd
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION MODE MILL en
FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
De cyclus is CALL-actief.
Het aantal tanden van het tandwiel en het aantal snijkanten van het gereedschap
resulteert in de toerentalverhouding tussen het gereedschap en het werkstuk.
Aanwijzingen voor het programmeren
Programmeer vóór de cyclusstart de rotatierichting van de master-spil
(kanaalspil).
Des te groter de factor bij Q580 AANZETAANPASSING is, des te eerder vindt de
aanpassing aan de aanzet van de laatste snede plaats. Aanbevolen waarde ligt bij
0,2.
Geef het gereedschap het aantal snijkanten in de gereedschapstabel aan.
Wanneer slechts twee sneden in Q240 geprogrammeerd zijn, wordt de laatste
verplaatsing uit Q587 en de laatste aanzet uit Q589 genegeerd. Wanneer slechts
één snede is geprogrammeerd, wordt ook de eerste verplaatsing uit Q586
genegeerd.
1018
Bewerkingscycli | Cycli voor tandwielproductie
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022