CAD-bestanden met de CAD-Viewer openen | Referentiepunt van het werkstuk in het CAD-model
In het NC-programma worden het referentiepunt en de optionele oriëntatie als
commentaar beginnend met origin ingevoegd.
4 ;orgin = X... Y... Z...
5 ;orgin_plane_spatial = SPA... SPB... SPC...
U kunt de informatie over het werkstukreferentiepunt en het werkstuknulpunt in een
bestand of op het klembord opslaan, ook zonder de software-optie #42 CAD Import.
De besturing behoudt de inhoud van het klembord slechts zolang de
CAD-Viewer geopend is.
U kunt het referentiepunt ook nog wijzigen nadat u de contour hebt geselecteerd. De
besturing berekent de werkelijke contourgegevens pas wanneer u de geselecteerde
contour in een contourprogramma opslaat.
26.2.1
Referentiepunt van het werkstuk of werkstuknulpunt instellen en
coördinatensysteem uitlijnen
De volgende handleidingen gelden voor bediening met een muis. U
kunt de stappen ook met Touch-gebaren uitvoeren.
Verdere informatie: "Algemene gebaren voor het touchscreen",
Pagina 117
De volgende inhoud geldt ook voor het werkstuknulpunt. In dat geval
selecteert u aan het begin het symbool Vlak.
Referentiepunt van het werkstuk of werkstuknulpunt op een afzonderlijk element
instellen
U legt het referentiepunt van het werkstuk op een afzonderlijk element als volgt
vast:
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Oorsprong selecteren
Cursor op het gewenste element plaatsen
Als u een muis gebruikt, toont de besturing voor het element
selecteerbare referentiepunten met behulp van grijze
symbolen.
Op het pictogram op de gewenste positie klikken
De besturing plaatst het referentiepunt van het werkstuk op de
geselecteerde positie. De besturing geeft het symbool groen
weer.
Indien nodig ook het coördinatensysteem uitlijnen
26
1499