21
Symbool
Waarschuwings- en foutgrenzen weergegeven: de besturing toont het signaal met betrekking
tot de gedefinieerde grenzen
Waarschuwings- en foutgrenzen verborgen: de doorgetrokken lijn geeft het signaal weer en de
stippellijnen geven de tunnelbreedte aan die op het desbetreffende tijdstip is bepaald
1268
Betekenis
Waarschuwings- en foutgrenzen weergeven of verbergen
Wanneer u de waarschuwings- en foutgrenzen weergeeft,
toont de besturing het bewaakte signaal ten opzichte van de
gedefinieerde grenzen.
De besturing toont de volgende waarschuwings- en
foutgrenzen:
Groene lijn
Wanneer de actuele bewerking op de onderste lijn ligt,
komt de actuele bewerking overeen met de referentie.
Oranje lijn
Deze lijn toont de waarschuwingslimiet.
Als de actuele bewerking de middelste lijn overschrijdt,
wijkt de actuele bewerking met de helft van de ingestelde
referentie af.
Rode lijn
Deze lijn toont de foutgrens.
Als de actuele bewerking de bovenste lijn gedurende een
gedefinieerde wachttijd overschrijdt, activeert de bewa-
kingstaak een gedefinieerde reactie, bijvoorbeeld NC-stop.
Als u de waarschuwings- en foutgrenzen verbergt, toont de
besturing een absolute weergave van het bewaakte signaal.
De stippellijnen vormen de bovenste en onderste foutgrens,
dus de tunnelbreedte.
Bewaking | Procesbewaking (optie #168)
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022